: Wnb besluit 27 (2018); beheer vossen Wieringermeerdijk : Wieringermeerdijk, Hollands Kroon

Vergelijkbare documenten
Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

Besluit Wij besluiten om u de gevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Besluit Wij besluiten om u de gevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

rud VERZONDEN 19 SEP Uitvoeringsdienst oord-holland Noord Oiltanking Amsterdam BV t.a.v. de heer B. Dekker Heining AH AMSTERDAM

Archief VERZOHDEN 2 ^ SEP Uitvoeringsdienst oord-holland Noord

Archief. rud. Uitvoeringsdienst oord-holland Noord. R e a i o n a

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

Stichting RAVON T.a.v. De heer I. Janssen Toernooiveld ED NIJMEGEN VERZONDEN 13 SEP. 2018

Ons kenmerk Besluit

Archief VERZONDEN 2 6 SEP. 201? ^ Uitvoeringsdienst oord-holland Noord. o n a

SOORTBESCHERMING IN DE PRAKTIJK. De praktische wijzigingen tussen Flora- en faunawet en de Wet Natuurbescherming

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 mei

Archief VERZONDEN 0 5 DEC dienst Noord. U i t vo e rin g s o rd - H o 11 a n d

RUD B.P. Brussel Wnb besluit; Onderzoek inperking meeuwenoverlast Diverse locaties, gemeente Zandvoort

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Biodivers B.V. P.J.L. de Groot Hoenkoopse Buurtweg GB OUDEWATER. Datum 3 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 22 februari 2017 tot en met 21 februari Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

De R.-K. Parochie H. Augustinus p/a R.-K. Begraafplaats Buitenveldert A. Vink Fred Roeskestraat EE AMSTERDAM

Formulier voor aanvraag ontheffing op grond van: Wet Natuurbescherming Onderdeel: Soorten (hoofdstuk 3 Wnb)

RUD Mevrouw E.J.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Elft 15, Hippolytushoef

Tamboer Plaagdierbeheersing A. Tamboer Hoofdweg LV NIEUW VENNEP. Datum 29 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag jagen op begraafplaatsen

Wij hebben uw aanvraag op 20 december 2018 ontvangen en geregistreerd onder zaaknummer RUD

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

PC Hooft Groep B.V. Begraafplaats Westgaarde J. Steenbeek Kabelweg BB AMSTERDAM

RUD Mevrouw EJ.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Jan van Kuikweg 18 te Heemskerk

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Verder ben ik niet bevoegd om een beslissing te nemen op uw aanvraag voor de klapmuts, ringelrob en zadelrob.

Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

RUD Mevrouw L. Kuiper Ontheffing stiltegebieden, theatervoorstelling 'Onder het Melkwoud' Oostdijkje, De Rijp

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk. 9 juli Onderwerp

Stichting SOS Dolfijn E. Everaarts Valkhof LL NIJKERK. Datum 29 juni 2017 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Aanvraag Ontheffing Soortenbescherming

Vrijgestelde soorten per provincie

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Op 6 maart 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Gagel knippen ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Stichting RAVON R. van Westrienen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 17 november 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

ïid Archief VERZONDE» I 9 OEC Uitvoeringsdienst ro o r d - H o 11 a n d Noord Ymere t.a.v. de heer J. den Hertog Postbus CK AMSTERDAM

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

Stichting opvang Bronsbergen H.W. Enzerink Bronsbergen AA ZUTPHEN

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

provinci renthe r (o592) 36 tt tj r (o592) 36 t7 77 tt,h,lt,ht,,lhtttttttilil Assen, 30 april 2015

Archief. rud VERZONDE» 0 I MM Uitvoeringsdienst bord-holland Noord. Jachtclub Den Hoorn t.a.v. De heer K. Lap De Dageraad SL Den Hoorn

Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN

Archief. rud VERZONDEN 2 7 JUNI 2018

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bijlage Advies NOJG ganzenbeleid Friesland

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 14 juni

Weigering ontheffing Wet natuurbescherming. artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb

RUD de heer J. van der Veldt Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Judtih Leysterstraat , Alkmaar

Provincie Limburg M. Wouters-Ackermans Postbus MA MAASTRICHT. Datum 9 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

de aangevraagde ontheffing voor het onder zich hebben en vervoeren van de overige in de aanvraag genoemde soorten te weigeren;

O N T H E F F I N G nr : Wild zwijn Gecoördineerd beheer leefgebieden

Team Groene regelgeving Omgevingszaken I. Kerssies / (058) of

Ontheffing Wet natuurbescherming Art. 3.5, lid 4, Wnb

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Alterra Wageningen UR G. Müskens Droevendaalsesteeg PB WAGENINGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Provincie Noord-Holland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

RUD de heer J. van der Veldt Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Boomberglaan 9, Hilversum

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 27 juli 2016 t/m 1 september 2020.

Woningcorporatie Pré Wonen T.a.v. de heer de Jong Rijksweg AB VELSERBROEK VERZONDEN 0 2 OKI 2018

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

Hogeschool Van Hall Larenstein T.R. Huisman Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 15 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ecomilieu R. Gerritsen Bergweg 5A 7671 TA VRIEZENVEEN. Datum 16 maart 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Provincie Noord-Holland

RUD B.P. Brussel Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Amsteleiland, gemeente Amstelveen

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 14 oktober 2016 tot en met 14 oktober Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Gemeente Amstelveen, Wijkbeheer Zuid Team Natuur en Milieu Educatie Postbus BAAMSTELVEEN

Erasmus Medisch Centrum B.E.E. Martina Dr. Molewaterplein GEROTTERDAM

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 24 februari 2015 tot en met 1 januari 2018.

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

VERZONDEN 2 7 NOV RUD C.F.P. Vrolijk Ontheffing stiltegebieden, Boomplantdag Schoorl 2017 Stiltegebied Schoorlse Duinen, gem.

Flora- en fauna-inspectie Ferdinand Bolstraat te Venlo. In opdracht van: Bouwmij Janssen B.V. 7 maart 2018 ir. J.P.M. Hovens en C.

IMARES Wageningen UR T.P. Bult Ankerpark AG DEN HELDER. Datum 16 februari 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

rua R e g i o n a ^ Uitvoeringsdienst oord-holland Noord VERZONDEN 0 6 JULI 2017 Besluit Overwegingen Postbus EB Hoorn

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

RUD de heer J. van der Veldt Wnb Vergunning artikel 2.7, tweede lid Jisperdijk, Wormerland

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan CL UTRECHT

Wet natuurbescherming ONTHEFFING BESCHERMDE SOORTEN

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Netwerk Groene Bureaus J.P.M. Burger Zeisterweg NL ODIJK. Datum 24 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Van: Verzonden: maandag 21 maart :10. Onderwerp: Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Gemarkeerd. Categorieën: Geachte heer/mevrouw

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

RUD Mevrouw EJ.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Osdorpplein , gemeente Amsterdam

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Uitvoeringsdienst ro o r d - H o 11 a n d Noord Archief WBE Wieringermeer T.a.v. dhr. G. Viersen Wagenpad 31 1771 RM WIERINGERWERF VERZONDEN t V NUT 2019 Hoorn, 14 maart 2019 Zaaknummer Behandelaar Betreft Locatie : RUD.259294 : mevrouw M.A. van Leeuwen-Schouten : Wnb besluit 27 (2018); beheer vossen Wieringermeerdijk : Wieringermeerdijk, Hollands Kroon Geachte heer Viersen, U heeft namens de WBE Wieringermeer een ontheffing aangevraagd op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor het doden van vossen en vernielen van verblijfplaatsen van vossen (Vulpes vulpes) aan de Wieringermeerdijk tussen Medemblik en Den Oever. De ontheffing wordt aangevraagd in het belang van de openbare veiligheid en volksgezondheid. Deze aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RUD.259294. Wij hebben in eerste instantie een aanvraag van de WBE Wieringermeer ontvangen op 26 juli 2018. Op 8 oktober 2018 is om aanvullingen op de aanvraag verzocht. Aanvullende gegevens hebben wij ontvangen per email van 10 en 16 oktober 2018. Op 22 november 2018 is de aanvraag wederom ingediend, namens de WBE Wieringermeer, met nieuwe contactgegevens en een aantal gewijzigde onderdelen. Op 5 februari 2019 hebben wij nog aanvullende gegevens ontvangen. Alle genoemde stukken zijn meegewogen in de totstandkoming van dit besluit. Besluit Wij besluiten om u ontheffing te verlenen voor het doden van vossen en vernielen van verblijfplaatsen van vossen aan de Wieringermeerdijk met gebruik van het geweer voor zonsopgang en na zonsondergang, met gebruik van aardhonden, met gebruik van kunstmatige lichtbronnen, restlichtversterkers, warmtebeeldcamera's en met gebruik van hoogzit en lokvoer, in het kader van de volksgezondheid en openbare veiligheid. U krijgt de ontheffing onder voorschriften tot 31 augustus 2021. Hieronder motiveren wij ons besluit. Wettelijk kader De vos is opgenomen in de bijlage, onderdeel A van de Wnb. Op grond van artikel 3.10 van de Wnb is het verboden: in het wild levende dieren van de soorten, genoemd in de bijlage, onderdeel A, van de Wnb, opzettelijk te doden of te vangen (3.10, onderdeel a); de vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in onderdeel a opzettelijk te beschadigen ofte vernielen (3.10, onderdeel b). Op grond van artikel 3.8 van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van verboden als bedoeld in artikel 3.10. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, dat er niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is verleend, dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van Postbus 2095 62o EB Hoorn www.rudnhn.nl Pagina 1 van 9 Zaaknummer; RUD.259294

instandhouding te laten voortbestaan, en zij nodig is op grond van een in de wet genoemd belang. Te weten: in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats; ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom; in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten; voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten, of om het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te hebben. In aanvulling op de redenen, genoemd in artikel 3.8, vijfde lid, onderdeel b, kan krachtens artikel 3.10, tweede lid, de noodzaak voor de ontheffing of vrijstelling ook verband houden met handelingen: in het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daarop volgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied; ter voorkoming van schade of overlast, met inbegrip van schade aan sportvelden, schietterreinen, industrieterreinen, kazernes, of begraafplaatsen; ter beperking van de omvang van de populatie van dieren, in verband met door deze dieren ter plaatse en in het omringende gebied veelvuldig veroorzaakte schade of in verband met de maximale draagkracht van het gebied waarin de dieren zich bevinden; ter voorkoming of bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren; in het kader van bestendig beheer of onderhoud in de landbouw of bosbouw; in het kader van bestendig beheer of onderhoud aan vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, vliegvelden, wegen, spoorwegen of bermen, of in het kader van natuurbeheer; in het kader van bestendig beheer of onderhoud van de landschappelijke kwaliteiten van een bepaald gebied, of in het algemeen belang. Aanvraag Er wordt ontheffing aangevraagd voor het doden van vossen en vernielen van verblijfplaatsen van vossen (Vulpes vulpes) aan de Wieringermeerdijk tussen Medemblik en Den Oever. Er is sprake van ondergravingen (vossenburchten, vossenholen en gangenstelsels) op meerdere plekken in de waterkeringen van de Wieringermeerdijk tussen Den Oever en Medemblik over een lengte van ongeveer 25 kilometer, waardoor de stabiliteit en veiligheid van de waterkering in gevaar komt en er schade kan ontstaan aan de wegen. Dit kan leiden tot ernstige verzakkingen en (uiteindelijk) tot overstromingen met grote (economische) gevolgen voor het achterland. U wenst dit tegen te gaan door het vernielen van de vossenbouwen en het doden van vossen met gebruik van het geweer buiten de daglichtperiode, met gebruik van kunstmatige lichtbronnen, restlichtversterkers, warmtebeeldcamera's, met gebruik van hoogzit en lokvoer en aardhonden. U vraagt de ontheffing aan voor een periode tot 1 januari 2024. Vrijstellingen en overige besluiten Landelijke vrijstelling schade Op grond van artikel 3.15, eerste lid van de Wnb zijn soorten aangewezen die niet in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, en die in het gehele land schade veroorzaken. Met deze aanwijzing wordt het mogelijk af te wijken van de verbodsbepalingen ter voorkoming van schade aan de in artikel 3.15, lid 6 Wnb genoemde belangen. Voordat een ontheffing verleend kan worden dient eerst te worden bezien of een vrijstelling is verleend. Artikel 3.1 van het Besluit natuurbescherming (hierna: Bnb) benoemt de landelijk Pagina 2 van 9

vrijgestelde soorten, waaronder de vos. Hiermee is het toegestaan jaarrond de vos te doden en te vangen, en vaste rust- en voortplantingsplaatsen opzettelijk te vernielen en/of beschadigen. De door u gevraagde middelen en methoden kunnen echter niet op grond van de landelijke vrijstelling worden toegepast. De landelijke vrijstelling voorziet dan ook niet in de door u aangevraagde handelingen. Provinciale vrijstelling Artikel 3.15, derde lid van de Wnb biedt Provinciale Staten de mogelijkheid om bij verordening soorten aan te wijzen die niet reeds landelijk zijn aangewezen, niet in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, en die in hun provincie schade veroorzaken. In artikel 2 en 3 van de Verordening Vrijstellingen soorten IMoord-Holland is benoemd van welke verbodsbepalingen mag worden afgeweken, voor de in bijlage 1 en 2 van de verordening opgenomen soorten. De vos behoort niet tot de provinciaal vrijgestelde soorten. Besluit 17 (2014j Op grond van het Faunabeheerplan Algemene Soorten 2014-2019 is ontheffing 17 (2014) verleend voor beheer en schadebestrijding van vossen, ter voorkoming van schade aan fauna. Het besluit maakt het in specifieke gebieden in en rondom o.a. weidevogelleefgebieden mogelijk de vos te doden met het geweer, tussen zonsondergang en zonsopkomst en met gebruik van kunstmatige lichtbronnen. Ontheffing 17 (2014) ziet echter op een ander belang en uitvoeringsgebied dan uw aanvraag. Ontheffing 17 (2014) kan dan ook niet worden gebruikt ter behartiging van het door u aangehaalde belang op genoemde locatie. Nu het op grond van de landelijke vrijstelling, de provinciale vrijstelling en overige besluiten niet mogelijk is om de door u aangevraagde handelingen inclusief de gevraagde middelen en methoden uit te voeren dient er ontheffing te worden verleend. Provinciaal beleid U vraagt de ontheffing aan in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid. In de Beleidsregel natuurbescherming (d.d. 6 september 2016) van de Provincie Noord- Holland, artikel 6, lid 1 is uitgewerkt wat wordt verstaan onder de reikwijdte van het genoemde wettelijke belang. Voorgaand besluit Eerder is besluit 6 (2016) d.d. 6 juni 2016 (kenmerk 784841-810228) verleend voor dezelfde handelingen als nu aangevraagd. Er is geen gebruik gemaakt van deze ontheffing omdat de (ontwikkeling van) de schade aldus het Hoogheemraadschap leek mee te vallen. Nieuwe inspecties hebben opgeleverd dat de schade ernstiger is dan verondersteld, waardoor een ontheffing alsnog noodzakelijk blijkt. Inspectie ter plaatse Voor het voorgaande besluit 6 (2016) hebben de inspecteurs van de Provincie Noord-Holland de schadelocatie bezocht. Er is gekeken naar de schadesituatie en mogelijke andere oplossingen. Op meerdere locaties werden vossenbouwen geconstateerd. Bij uitbreiding van die bouwen door de vos ontstonden meerdere gangen waardoor het risico bestaat dat de dijk aan stevigheid verliest. Een vossenwerend raster zou een structurele oplossing kunnen vormen, maar gezien de lengte van de dijk en de noodzaak tot toegang en beheer van de dijk kan dit niet als haalbare oplossing worden gezien. Wel werd geadviseerd de ontheffing in eerste instantie voor een periode van een jaar te verlenen, zodat het Hoogheemraadschap in overleg kan treden met de grondgebruikers om de opstaande randen tussen de akkers en de dijk zoveel mogelijk af te vlakken waarmee het voor de vossen onaantrekkelijker wordt om in de dijk te graven. Na deze periode konden de uitgevoerde maatregelen dan geëvalueerd worden. De toezichthouders van de RUDNHN zijn thans bekend met de schadelocaties en hebben geen aanleiding gezien om nogmaals de schadelocaties ter plekke te inspecteren. Deze is evident. Pagina 3 van 9 nmsr. RUD.259294

onder andere aan de hand van de foto's zoals bijgevoegd in de aanvraag. We nemen daarom de aanbevelingen van de voorgaande inspectie mee in onze overwegingen. Dat betekent dat de ontheffing voor een beperkte duur wordt verleend (in dit geval 2 voortplantingsseizoenen), waarna geëvalueerd kan worden welke maatregelen eventueel voortgezet kunnen worden door middel van eventuele verlenging van het besluit. Overwegingen Zoals in de artikelen 3.8 en 3.10 van de Wnb staat omschreven moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan voordat een ontheffing van de eerder genoemde verbodsartikelen kan worden afgegeven. Hieronder zullen de verschillende afwegingen beschreven worden. Schade aan wettelijk belang Om een ontheffing te kunnen verlenen moet er sprake zijn van het in het geding zijn van een in de Wnb genoemd belang. U vraagt een ontheffing van de Wnb aan op grond van artikel 3.8, lid 5, sub b onder 3 ; in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten. Er is sprake van ondergravingen (vossenburchten, vossenholen en gangenstelsels) op meerdere plekken in de waterkeringen van de Wieringermeerdijk tussen Den Oever en Medemblik over een lengte van ongeveer 25 kilometer, waardoor de stabiliteit en veiligheid van de waterkering in gevaar komt en er schade kan ontstaan aan de wegen. Dit kan leiden tot ernstige verzakkingen en (uiteindelijk) tot overstromingen met grote (economische) gevolgen voor het achterland. Op basis van de door u ingediende aanvraag en de daarbij behorende gegevens achten wij voldoende aangetoond dat er sprake is van het in het geding zijn van het wettelijk belang genoemd in artikel 3.8, lid 5, sub b onder 3 van de Wnb, meer in het bijzonder de onderdelen volksgezondheid en openbare veiligheid. Andere bevredigende oplossing In de artikelen 3.8 en 3.10 van de Wnb is verankerd dat een ontheffing uitsluitend wordt verleend, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat. De Wieringermeerdijk tussen Medemblik en Den Oever is zo'n 25 kilometer lang. Hoewel ondergravingen (deels) voorkomen kunnen worden dooreen vossenwerend raster te plaatsen is het niet mogelijk een dergelijk raster over de gehele lengte van de dijk te plaatsen. Enerzijds betreft dit een kostenaspect, anderzijds levert dit ook problemen op voor het beheer en onderhoud van de dijk en toegankelijkheid voor aanwonenden. Een vossenwerend raster kan dan ook redelijkerwijs niet worden verlangd. Het is wel wenselijk de dijk zo min mogelijk aantrekkelijk te maken voor ondergraving en vestiging door vossen. Het verwijderen van schuilmogelijkheden door het verwijderen van opgaande begroeiing kan daaraan bijdragen. Omdat de situatie thans problematisch is met grote schade dient er voor nu wel eerst te worden ingegrepen in de lokale populatie. Tegelijkertijd dient er door het HHNK echter ook te worden ingezet op passend beheer. Om eventuele andere maatregelen te kunnen evalueren wordt de ontheffing daarom nu voor 2 voortplantingsseizoenen verstrekt. Na afloop van deze periode kan worden bekeken welke andere maatregelen eventueel hebben bijgedragen/kunnen bijdragen aan het voorkomen van de schade, ter evaluatie van een eventuele verlenging van deze ontheffing. Op basis van de door u ingediende aanvraag en de daarbij behorende gegevens achten wij voldoende aangetoond dat er voor de korte termijn geen andere bevredigende oplossing bestaat. Voor een eventuele verlenging dient inzichtelijk te worden gemaakt dat andere maatregelen op termijn onvoldoende bijdragen. Pagina 4 van 9

Staat van instandhouding Bij het verlenen van een ontheffing op grond van de artikelen 3.8 en 3.10 van de Wnb mag er geen afbreuk worden gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijk verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. De vos is in Nederland een inheemse, niet bedreigde diersoort. Ondanks het bestaan van een landelijke vrijstelling en aanvullende besluiten is de populatie al jaren stabiel. Beheer en schadebestrijding resulteert dan ook niet in populatiebeheer, enkel lokale schadebestrijding. Met deze ontheffing zal slechts op beperkte schaal worden ingegrepen in de gehele populatie. Hierbij hoeft niet gevreesd te worden voor de gunstige staat van instandhouding. Middelen en methoden Gebruik geweer tussen zonsondergang en zonsopkomst U heeft een ontheffing aangevraagd voor het gebruik van het geweer tussen zonsondergang en zonsopkomst. Op basis van artikel 3.16, lid 1, sub a van het Bnb is het verboden het geweer te gebruiken voor zonsopkomst en na zonsondergang. Op grond van artikel 3.26, lid 3 van de Wnb is het mogelijk om ontheffing te verlenen van het verbod op het gebruik van het geweer voor zonsopgang en na zonsondergang. We verwijzen terug naar het advies van het Faunafonds zoals gegeven naar aanleiding van uw aanvraag in 2016: "Het Faunafonds concludeert dat het praktisch bijna niet mogelijk is om gedurende de dag waarop vossenbeheer open is, een vos aan te treffen en te schieten. Er is bovendien getracht de vossen te vangen met een kunstbouw en een vangkooi hetgeen ook zonder resultaat is". De mogelijkheden die u tot uw beschikking heeft op grond van de landelijke vrijstelling voldoen dus in uw geval niet. Het gebruik van het geweer gedurende de nacht is dan ook een noodzakelijk aanvulling. Wij verlenen u daarom ontheffing voor het gebruik van het geweer tussen zonsondergang en zonsopkomst. Kunstmatige lichtbronnen, warmtebeeldcamera's en restlichtversterkers U heeft een ontheffing aangevraagd voor het gebruik van kunstmatige lichtbronnen, warmtebeeldcamera's en restlichtversterkers. Op basis van artikel 3.13, lid 4 van het Bnb is het verboden om o.a. kunstmatige lichtbronnen, warmtebeeldcamera's en restlichtversterkers te gebruiken om in de nacht te schieten. Op grond van artikel 3.26, lid 3 van de Wnb is het mogelijk om ontheffing te verlenen van dit verbod. Uitvoering overdag is onvoldoende gebleken om het probleem te verhelpen. Uitvoering in de nacht, wanneer vossen actiever zijn, is effectiever. Om de vossen te kunnen lokaliseren zijn kunstmatige lichtbronnen, warmtebeeldcamera's en restlichtversterkers noodzakelijk. Wij verlenen u daarom ontheffing van het verbod van het gebruik van een geweer met behulp van kunstmatige lichtbronnen, warmtebeeldcamera's en restlichtversterkers. Gebruik van aardhonden U heeft een ontheffing gevraagd voor het gebruik van aardhonden buiten de op grond van de landelijke vrijstelling toegestane periode van 1 september tot 1 maart. Artikel 3.4, lid 1, sub b van de Regeling natuurbescherming (hierna: Rnb) verbiedt het gebruik van aardhonden voor het vangen of doden van vossen in holen in de periode van 1 maart tot en met 31 augustus. Het is echter gewenst om juist gebruik te kunnen maken van aardhonden in de periode van 1 maart tot en met 31 augustus, omdat het uitvoeren van afschot en het dichtmaken van vossenbouwen juist dan effectief is. Ter voorkoming van het insluiten van (jonge) vossen is het dan belangrijk om aardhonden in te kunnen zetten om onnodig lijden door insluiten te kunnen voorkomen. We staan daarom het gebruik van aardhonden in de periode van 1 maart tot 31 augustus toe en verbinden hierbij tevens de verplichting aan deze ontheffing om de vossenbouwen te controleren op achtergebleven vossen alvorens deze te mogen dichtmaken. Gebruik van het geweer vanuit een rijdend (motorjvoertuia U heeft ontheffing gevraagd voor het gebruik van het geweer in een rijdend voertuig zoals bedoeld in artikel 3.16, lid 1 van het Bnb. Navraag heeft echter opgeleverd dat er geen schoten gelost gaan worden vanuit een rijdend voertuig. Het voertuig beweegt zich met de kunstmatige lichtbron om vossen te lokaliseren, waarna het voertuig wordt stilgezet om daadwerkelijk het Pagina 5 van 9 Zaaknummer. RUD.259294

schot te kunnen lossen. Er is dus geen sprake van overtreding van het verbod zoals bedoeld in artikel 3.16 van het Bnb. Het gebruik van het geweer vanuit een bewegend voertuig wordt dan ook buiten beschouwing gelaten in ons besluit. Aanzitten vanaf hooazit bii voerout In uw aanvraag heeft u tevens aangegeven gebruik te willen maken van een hoogzit bij een voerput. Er zijn geen verboden die het gebruik van een hoogzit beperken. U heeft hier geen ontheffing voor nodig. Ook de inzet van lokvoer is niet ontheffingsplichtig. Het gebruik van een hoogzit en lokvoer dient wel te worden aangewezen conform het bepaalde in artikel 3.25, lid 1, Wnb. Uitvoeringsperiode Vossen vormen territoriums doorgaans vanaf 1 februari. Pas dan is duidelijk welke vossen daadwerkelijk gebruik maken van territoriums in en rondom de Wieringermeerdijk en wordt het gevraagde beheer effectief. Vanaf september verlaten de jongen (eventueel) het territorium. Omdat het hier een probleem met vossenbouwen en dus de voortplantingsplaats betreft is de gebruiksperiode van deze voortplantingsplaats leidend voor het benodigd beheer. Beheer in de vorm van nachtelijk afschot buiten deze periode zal minder tot niet effectief zijn omdat er dan voornamelijk zwervende vossen geschoten zullen worden. De uitvoeringsperiode van de ontheffing wordt dan ook beperkt tot de periode van 1 februari tot en met 31 augustus. Daarbuiten kan zo nodig alsnog de landelijke vrijstelling worden ingezet voor het dichten van vossenbouwen en het gebruik van aardhonden voor achtergebleven vossen. Uitvoeringsgebied De ontheffing is aangevraagd voor de Wieringermeerdijk tussen Medemblik en Den Oever, van het gemaal Lely tot aan de Oom Keesweg, met een inlandse buffer van 250 meter vanaf de Zuiderdijkweg en Noorderdijkweg. De bufferzone is noodzakelijk om daadwerkelijk gebruik te kunnen maken van het wegennet om de kunstmatige lichtbron toe te kunnen passen, en beheer van uittredende vossen mogelijk te maken. Wij verlenen de ontheffing dan ook voor het gevraagde uitvoeringsgebied. Het gebied waarin deze ontheffing kan worden gebruikt is aangetekend op de kaart welke als bijlage bij deze ontheffing gaat en daarvan onderdeel is. Overige regelgeving Onderhavige ontheffing toetst aan en heeft enkel betrekking op de verbodsbepalingen zoals opgenomen onder Hoofdstuk 3 'Soorten' van de Wnb. Overige wetgeving is mogelijk van toepassing. Wij wijzen u in het bijzonder op Hoofdstuk 2 'Natura 2000-gebieden' van de Wnb indien het uitvoering in een Natura 2000-gebied betreft. Tevens willen wij u wijzen op andere, algemene wet- en regelgeving voor het gebruik van het geweer. De gebruiker van deze opdracht is zelf verantwoordelijk voor de afstemming in relatie tot overige wetgeving. Conclusie Wij beoordelen uw aanvraag van 22 november 2018 vooreen ontheffing als deugdelijk gemotiveerd. Naar ons oordeel zijn er ter voorkoming van schade aan de Wieringermeerdijk geen andere bevredigende oplossingen voorhanden. Wij verlenen u daarom de gevraagde ontheffing voor het doden van vossen en vernielen van verblijfplaatsen van vossen aan de Wieringermeerdijk met gebruik van het geweer voor zonsopgang en na zonsondergang, met gebruik van aardhonden, met gebruik van kunstmatige lichtbronnen, restlichtversterkers, warmtebeeldcamera's en met gebruik van hoogzit en lokvoer, in het kader van de volksgezondheid en openbare veiligheid. U krijgt de ontheffing onder voorschriften tot 31 augustus 2021. Voorschriften en intrekking ontheffing Aan dit besluit zijn op grond van artikel 5.3 Wnb voorschriften en een geldigheidsduur verbonden. Op grond van artikel 5.4 Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict. Postbus 2095 1620 EB Hoorn www.rudnhn.nl Pagina 6 van 9

Besluit Nummer 27 (2018) Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Gelezen De aanvraag van de heer G. Viersen te Wieringerwerf namens de WBE Wieringermeer d.d. 27 november 2018 om een ontheffing van de Wet natuurbescherming te verkrijgen voor beheer van vossen (Vulpes vulpes) in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten zoals genoemd in artikel 3.8, lid 5 sub b onder 3 juncto artikel 3.10, lid 2 van de Wnb, op en langs de Wieringermeerdijk, in de gemeente Hollands Kroon. Gelet op de Wet natuurbescherming: o artikelen 3.8, 3.10 o artikel 3.15 o artikelen 3.24, 3.25 en 3.26 Besluit natuurbescherming o artikel 3.1 o artikel 3.16 Overwegende dat de landelijke vrijstelling voor beheer en schadebestrijding van vossen het mogelijk maakt om de vos jaarrond te doden en vaste rust- en voortplantingsplaatsen opzettelijk te beschadigen of vernielen; de landelijke vrijstelling niet ziet op de door u aangevraagde middelen en methoden; er in dit geval geen andere bevredigende oplossing bestaat; geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Besluiten 1. aan de Wildbeheereenheid Wieringermeer te Wieringerwerf op grond van de artikelen 3.8, lid 1 en 3.10 leden 1 en 2 juncto artikel 3.26 lid 3 van de Wet natuurbescherming ontheffing te verlenen van: het verbod van artikel 3.10, lid 1, sub a en b van de Wet natuurbescherming om vossen opzettelijk te doden en hun vaste voortplantingsplaatsen en rustplaatsen opzettelijk te vernielen; het verbod van artikel 3.13, lid 4 van het Besluit natuurbescherming om het geweer te gebruiken met behulp van kunstmatige lichtbronnen, restlichtversterkers en warmtebeeldcamera's om in de nacht te schieten; het verbod van artikel 3.16, lid 1 onder a van het Besluit natuurbescherming om het geweer te gebruiken tussen zonsondergang en zonsopkomst, om vossen {Vulpes vulpes) te doden op en langs de Wieringermeerdijk tussen Medemblik en Den Oever. 2. bij de uitvoering van handelingen zoals genoemd onder besluitpunt 1 de volgende middelen/methoden aan te wijzen; gebruik van kunstmatige lichtbronnen, restlichtversterkers en warmtebeeldcamera's; gebruik van het geweer tussen zonsondergang en zonsopgang; gebruik van aardhonden in de periode van 1 maart tot en met 31 augustus; gebruik van hoogzit en lokvoer. 3. op grond van artikel 5.3 van de wet Natuurbescherming aan dit besluit de navolgende voorschriften en beperkingen te verbinden. Pagina 7 van 9 Zaaknummer: RUD.259294

Voorschriften en beperkingen: 1. Van de ontheffing mag gebruik worden gemaakt door de uitvoerders zoals genoemd in bijlage 1. 2. De uitvoerders zoals genoemd onder voorschrift 1 mogen zich ieder afzonderlijk laten bijstaan door maximaal 2 personen ten behoeve van het besturen van het voertuig en/of het hanteren van de kunstmatige lichtbron. 3. De houder van de ontheffing blijft verantwoordelijk voor het naleven van de bepalingen en voorschriften die aan deze ontheffing zijn verbonden. 4. Het gebruik van de ontheffing mag niet eerder plaatsvinden dan nadat de ontheffinghouder hiervan elektronisch melding heeft gemaakt bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord- Holland Noord middels het digitale meldformulier op onze website. I. Deze melding dient voor het gebruik van aardhonden uiterlijk 24 uur voorafgaand aan uitvoering te worden gedaan en is enkel geldig voor de gemelde actie. Nieuwe acties dienen opnieuw gemeld te worden. II. Deze melding dient voor handelingen waarbij gebruik wordt gemaakt van kunstmatige lichtbronnen vóór 12:00 's middags te worden gedaan op de dag/daaropvolgende nacht dat van de ontheffing gebruik wordt gemaakt. De melding is enkel geldig voor de gemelde actie. Nieuwe acties dienen opnieuw gemeld te worden. 5. Op de naleving van het in of krachtens de wet gestelde wordt toezicht gehouden door de toezichthouders en opsporingsambtenaren van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord- Holland Noord. De ontheffinghouder moet op of nabij het veld hij gerechtigd is tot uitvoering ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de ontheffing strekt, aan genoemde toezichthouders en opsporingsambtenaren op eerste aanvrage (een kopie van) de ontheffing, en een grondgebruikersverklaring tonen. Genoemde documenten mogen langs elektronische weg, leesbaar worden getoond. 6. Afwijking van gemelde voornemens (bijvoorbeeld verandering van het tijdstip of het annuleren van de uitvoering) moeten door de ontheffinghouder telefonisch worden doorgegeven aan de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord op 088-102 13 00. 7. De ontheffinghouder is verplicht binnen vier weken na het verstrijken van de expiratiedatum van deze ontheffing een verslag uit te brengen aan de provincie Noord- Holland over de wijze waarop er van de ontheffing gebruik is gemaakt met daarin opgenomen het aantal gedode dieren, het aantal gedempte vossenbouwen en de effectiviteit van de genomen maatregelen. Dit verslag dient digitaal te worden opgestuurd naar meldenffw@rudnhn.nl of per post naar de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN), Postbus 2095, 1620 EB Hoorn. Een kopie van dit verslag dient te worden gezonden aan de Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland, Spaarne 17, 2011 CD HAARLEM. 8. Gedode dieren dienen ter voorkoming van de verspreiding van ziekten zo spoedig mogelijk uit het veld te worden verwijderd. Geldigheid De ontheffing geldt vanaf de datum van ontvangst tot 31 augustus 2021. De ontheffing mag daarbij jaarlijks worden gebruikt in de periode van 1 februari tot en met 31 augustus (gebruik geweer gedurende de nacht met gebruik van middelen om in de nacht te kunnen schieten) dan wel 1 maart tot en met 31 augustus (inzet aardhonden). Uitvoeringsgebied De ontheffing mag worden gebruikt vanaf de Noorder- en Zuiderdijkweg in de oranje omlijnde zones zoals aangegeven op de kaart in bijlage 2. Deze kaart maakt deel uit van deze ontheffing. Dierenwelzijn Wellicht ten overvloede wijzen wij u op de zorgplichtartikelen zoals deze zijn geregeld in de Wet natuurbescherming en in het bijzonder artikel 3.24, lid 1 van de wet, welke luidt: "Een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt voorkomt dat het dier onnodig lijdt". Nadrukkelijk wijzen wij er nogmaals op dat er verzekert dient te worden dat vossenbouwen leeg zijn alvorens deze af te sluiten. Pagina 8 van 9

Kennisgeving Van dit besluit zal kennis worden gegeven middels publicatie op de website van de RUD Noord- Holland-Noord. Meer informatie Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) via 088-10 21 300. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten vjan Noord-Hollanc namens dezen, mw. drs. I.A.M.J. gwéep Afdelingsmanager RMulering Leefomgeving Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) Binnenkort verandert onze naam in Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN). Voor meer informatie zie www.rudnhn.nl Bijlage(n): 1. Lijst van uitvoerders 2. Uitvoeringsgebied Kopie aan: Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland Afdeling Toezicht en Handhaving RUD NHN Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Rechtsbescherming Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 123, 2000 MD HAARLEM. Voor meer informatie kunt u www.noordholland.nl bezoeken. Het indienen van een bezwaarschrift schorst dit besluit niet. Indien onverwijlde spoed dat vereist kunt u de voorzitter van de rechtbank Noord-Holland verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek kunt u indienen bij de voorzitter van de rechtbank Noord- Holland, Postbus 1621, 2003 BR HAARLEM. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Noord-Holland op (023) 8884444. Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan. tbus 2095 1620 EB Hoorn www.rudnhn.nl Pagina 9 van 9