Syntheserapport stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen in Nederland



Vergelijkbare documenten
Stakeholderconsultatie voor een kwalitatieve evaluatie van beleidsmaatregelen duurzame warmte en koude

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Het Energieakkoord: wat gaat het betekenen? Opzet, werkwijze Hoofdlijnen van de doorrekening Hernieuwbare energie Marc Londo Den Haag, 2 oktober

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Synthesis report on stakeholder consultation on RES-H/C targets in the Netherlands

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Monitor energie en emissies Drenthe

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

De energietransitie: kansen grijpen kansen creëren

Welke hernieuwbare energie in 2020?

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Vermijden van verliezen bij het gebruik van industriële restwarmte

Bruto elektriciteitsproductie en inzet energiedragers,

Bruto elektriciteitsproductie en inzet energiedragers,

Betekenis Energieakkoord voor Duurzame Groei voor de Installatiebranche. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel 3 februari 2014 / VSK beurs

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

5 Energiescenario s Nederland in 2050

Verbruik van duurzame energie,

VisieDuurzame Warmte/Koude

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030

Restwarmtebenutting in de vleesverwerkende industrie. Case. A.(Fons)M.G. Pennartz Ir. Manager team Energie KWA Bedrijfsadviseurs B.V.

Workshop 1 of 3 renwable heating and cooling in the Netherlands

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG

Onderverdeeld naar sector bedraagt het energieverbruik procentueel: 32% 18%

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

Les Biomassa. Werkblad

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Impact van de voorgestelde projecten van de Thematafel Biomassa van het Gelders Energieakkoord

Biomassa. in het klimaatakkoord en de energietransitie

1 Aanleiding. Notitie TNO PUBLIEK

Het energieverbruik 0v warmte afgeleid eid uit de Energiebalans

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Effecten en kosten van een kolenexit versus schone kolencentrales Bezinningsgroep energie 28 juni 2016

Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttigegroenewarmte-installaties

Individuele energievoorziening

Fysieke energiestroom rekeningen

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

Conferentie duurzame warmte en koude in Nederland

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM

Verbruik van duurzame energie,

Kentallen warmtevraag woningen

Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

ROL VAN INSTALLATIETECHNIEKEN EN IMPACT OP UW ONTWERP. Dirk Saelens. Afdeling Bouwfysica, Departement Burgerlijke Bouwkunde, K.U.

Workshop 1 van 3 duurzame warmte en koude in Nederland

WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012

1. Gebouwen en installaties in De toekomst begint nu 3. Benoveren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hernieuwbare elektriciteit,

Geothermie in de gebouwde omgeving

Energieverbruik per energiedrager,

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Hernieuwbare elektriciteit,

Warmte(levering) van de toekomst. Jeroen Roos (BuildDesk, business unit Gebiedsontwikkeling) Jeroen Roos Utrecht, 21 september 2010

Efficiency Duurzaam. Warmte en koude in Nederland. Energiebesparing. Kennis Industrie. Energie Financiering. instrumenten.

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

Dirk Vanhoudt. Onderzoeker. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek)

Collectieve warmte naar lage temperatuur Een verkenning van mogelijkheden en routes Edwin van Vliet

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

Local Energy Solutions

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

Van het aardgas af, maar hoe dan? Een kijkje in Oostvoorne

Gijs de Man 12 oktober 2010

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen

Totale uitstoot in 2010: kiloton CO 2

Net voor de toekomst. Frans Rooijers directeur CE Delft

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Hernieuwbare elektriciteit,

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

Energierapport Gemeente Lingewaard. Genereerdatum:

De snelste route naar aardgasvrije wijken

Energieverbruik per energiedrager,

Nota van de Vlaamse Regering

Uitkomsten Landbouwtelling en vergelijking met informatiebronnen uit de statistiek Hernieuwbare energie

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Duurzame elektriciteit,

Transcriptie:

Syntheserapport stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen in Nederland D7 van WP3 van het RES-H Policy project Dit rapport is uitgebracht in het kader van het IEE project "Policy development for improving RES-H/C penetration in European Member States (RES-H Policy)" oktober 2009 Geschreven door Luuk Beurskens Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) Supported by

Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen RES-H Policy Het project "Policy development for improving RES-H/C penetration in European Member States (RES-H Policy)" wordt ondersteund door de Europese Commissie in het IEE-programma (contractnummer IEE/07/692/SI2.499579). De enige verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit verslag ligt bij de auteur. Het rapport geeft niet bij de mening van de Europese Gemeenschappen weer. De Europese Commissie is niet verantwoordelijk voor het gebruiken van de beschreven informatie. Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), oktober 2009

RES-H Policy Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen Inhoud 1 Introductie...5 1.1 Het RES-H Policy project...5 1.2 Dit rapport...5 2 Kader van de stakeholder consultatie over RES-H/C potentiëlen...6 2.1 Doelstelling...6 2.2 De vragenlijst...6 2.3 Doelgroep en reacties...7 3 Kwalitatieve uitkomsten...8 4 Samenvatting...10 5 Vragenlijst...11 3

RES-H Policy Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen 1 Introductie 1.1 Het RES-H Policy project Het project wil regeringen van de Europese lidstaten bijstaan bij de voorbereiding van de uitvoering van de nieuwe richtlijn inzake hernieuwbare energiebronnen (2009/28/EC) voor het deel hernieuwbare warmte en koude (RES-H/C). De bedoeling is om lidstaten te ondersteunen bij het opzetten van nationale sectorspecifieke 2020/2030 RES-H/C-doelstellingen. Bovendien worden nationale processen opgezet waarin beleidsopties kwalitatief en kwantitatief worden beoordeeld. Op grond van deze evaluatie zal het project beleidskeuzes en aanbevelingen formuleren voor het beste ontwerp om de penetratie van RES-H/C in de nationale energiehuishouding te bevorderen. In het project worden Oostenrijk, Griekenland, Litouwen, Nederland, Polen en het Verenigd Koninkrijk nader beschouwd. Op Europees niveau wil het project bijdragen aan de coördinatie en harmonisatie van de beleidsvorming. De bedoeling is dat dit resulteert in gemeenschappelijke ontwerpcriteria voor een algemeen EU-kader voor RES- H/C-beleid en een overzicht van kosten en baten van verschillende geharmoniseerde strategieën. 1.2 Dit rapport Eén van de hoofddoelen van het RES-H Policy project is het faciliteren van het proces om in een aantal Europese lidstaten om te komen tot nationale sector-specifieke doelstellingen voor duurzame warmte en koude (RES-H/C). Daartoe is op basis van bestaande literatuur een overzicht gemaakt van realiseerbare potentiëlen. De bandbreedtes die hieruit voortvloeien zijn in een vragenlijst voorgelegd aan stakeholders. Dit rapport geeft een toelichting op de vragenlijst en vat tevens de belangrijkste feedback samen. De vragenlijst is van grote waarde gebleken bij de Nederlandse workshop, die op 15 september 2009 heeft plaatsgevonden. 5

Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen RES-H Policy 2 Kader van de stakeholder consultatie over RES-H/C potentiëlen Dit hoofdstuk beschrijft de stakeholder consultatie en hoe deze van nut is geweest bij de workshop. 2.1 Doelstelling Hoofddoel van de consultatie is het verschaffen van een helder beeld van de opvattigen van de stakeholders over RES-H/C doelstellingen voor Nederland voor de jaren 2020 en 2030. Niet zozeer zijn de kwantitatieve uitkomsten van belang, maar vooral de volgende drie aspecten hebben de aandacht gehad: Ten eerste het in contact komen met de stakeholders en een discussie starten, Ten tweede zou de vragenlijst de discussie tijdens de workshop moeten faciliteren, en Ten derde zouden algemene overeenkomsten en verschillen volgens de stakeholders aan het daglicht moeten komen over de sectorale potentiëlen en de techniekdoelstellingen. Met de vragenlijst zijn alle drie de bovengenoemde aspecten succesvol geadresseerd. 2.2 De vragenlijst Het standaardformaat van de vragenlijst is voor het Nederlandse publiek aangepast en uitgebreid. De vragenlijst (12 pagina s) is in z n geheel afgebeeld in hoofdstuk 4 van dit rapport. Diverse onderdelen kunnen onderscheiden worden: Inleiding en doel (pagina 1) Communicerende vaten RES-E, RES-H/C en RES-T (pagina s 2-3) Aandeel duurzaam per eindverbruikerssector elektriciteit, warmte en transport (pagina 4) Techniekvoorkeuren (pagina 5) Bandbreedtes per type techniek: biomassa, omgevings- en zonnewarmte (pagina 6) Biomassa-specifieke voorkeuren (pagina 7) Omgevingswarmte-specifieke voorkeuren (pagina 8) Zonnewarmte-specifieke voorkeuren (pagina 9) Bandbreedtes per eindverbruikerssector huishoudens, industrie en diensten (pagina 10) Open vragen over literatuurbronnen en suggesties voor beleid (pagina 11) Profiel en contactgegevens (pagina 12) Erg belangrijk, en van grote waarde tijdens de discussie in de workshop, is het deel over de communicerende vaten RES-E, RES-H/C and RES-T gebleken. Het is namelijk moeilijk om iets te zeggen over opties voor duurzame warmte en koude zonder iets te weten over de bijdragen van de andere duurzame energiedragers. Nederland blijkt een groot deel van de duurzame energiedoelstelling te willen realiseren met hernieuwbare elektriciteit. 6

RES-H Policy Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen Ook het gedeelte waarin per type energievraag aangeduid is hoe het aandeel binnen elke eindverbruikerssector (elektriciteit, warmte, transport) bleek van nut in de discussie. Om de jaarlijkse groei in perspectief te plaatsen is voor elke bandbreedte van het potentieel aangegeven hoeveel verdubbelingen ten opzichte van vandaag nodig zouden zijn. Deze grootheid helpt bij het interpreteren van de benodigde inspanning voor de installatie van de duurzame opties. Zo zou bijvoorbeeld het realiseren van het doel voor zonthermie in 2020 ongeveer drie verdubbelingen van de huidige capaciteit behelzen, een grote uitdaging. Tevens zijn de bandbreedtes uitgesplitst per eindverbruikerssector (huishoudens, industrie, diensten) en bovendien is ter ondersteuning van de doelgroep berekend wat hiermee het aandeel duurzame warmte binnen deze sectoren zou bedragen. Dit bleek ook van nut. 2.3 Doelgroep en reacties De vragenlijst is naar ongeveer 25 stakeholders gestuurd. Dit betrof dezelfde groep die was uitgenodigd voor de workshop, waarvan uiteindelijk 16 personen de workshop bijgewoond hebben. De groep is zeer representatief voor de Nederlandse wereld van duurzame warmte/energie: aanwezig waren beleidsmakers, afgevaardigden van de industrie, de installatiebranche, en vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties. De vragenlijst werd digitaal ter beschikking gesteld, in een gangbaar bestandsformaat dat (beperkt) bewerken toestond. Dit voor het gemak van de doelgroep. De mensen was gevraagd om de ingevulde vragenlijst ofwel naar ECN te sturen vóór de workshop, ofwel de ingevulde vragenlijst er naar toe mee te nemen. De meeste aanwezigen hadden gekozen voor de laatstgenoemde optie, geen enkele stakeholder heeft de vragenlijst per post of e- mail gestuurd, hoewel de inleverdatum tot twee weken na afloop van de workshop open was. De vragenlijsten zijn niet verzameld na afloop van de workshop, omdat alle deelnemers hun ideeën en aandachtspunten al tijdens de discussie geuit hadden. De vragenlijst werd gezien als erg bruikbaar in de discussie tijdens de workshop. De resultaten van de discussie worden genoemd in het volgende hoofdstuk. 7

Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen RES-H Policy 3 Kwalitatieve uitkomsten De resultaten van de discussie tijdens de workshop, die was gebaseerd op de vragenlijst die de doelgroep tevoren ontvangen had, zijn vastgelegd in de notulen (deliverable D8 van het RES-H Policy project). De belangrijkste opmerkingen en suggesties betreffende de potentiëlen hieruit worden in dit hoofdstuk herhaald, omdaqt het zeer bruikbare input is voor het project. De paragrafen hieronder zijn een selectie van commentaren die tijdens de workshop op 15 september 2010 geuit zijn. Zie deliverable D8 voor het complete overzicht. Al tijdens de presentaties was er discussie en waren er kritische opmerkingen. Eén van de beoogde doelstellingen, het krijgen van feedback over de voorgestelde ranges voor realiseerbare doelen per duurzame warmteoptie, is niet gehaald. De aanwezigen vinden het moeilijk om zich uit te spreken over de ranges voor de duurzame opties, omdat men de onderliggende aannames niet kent. Het maximum voor zonneboilers en warmtepompen is af te schatten door te kijken naar ketelvervangingen. Ook lukt het niet om een uitspraak te doen per optie, maar wel wordt geconcludeerd dat een maximum van 200 PJ in 2020 haalbaar is. ( ) Over de huidige regeling Duurzame Warmte van SenterNovem: het subsidiebudget is weliswaar niet helemaal op schema als je kijkt naar het aantal jaren dat nog te gaan is, maar dat is te verklaren: deels worden particulieren beoogd, en intekenen is conform verwachting. Maar de intekening door woningbouwcoöperaties blijft achter, omdat Meer met Minder niet op schema ligt. Daarnaast klopt het genoemde bedrag niet. Het correcte bedrag is 66 miljoen. Het advies van de Taskforce WKO over de vereenvoudiging van de vergunningsverlening is niet van toepassing op diepe geothermie omdat daar de mijnbouwwet van kracht is. Het beoogde garantiefonds voor de verzekering van diepe geothermieboringen ligt momenteel ter goedkeuring in Brussel. Het fonds is dus nog niet beschikbaar. Bij biomassa-installaties heeft de keuze wel of geen restwarmte leveren een extra investering tot gevolg, indien gekozen wordt voor warmtelevering. Het is dus de vraag of het wel voorkomt dat installaties contracten voor warmteafzet in de planningsfase niet op orde hebben. Als warmteafzet gewenst is, moet het in de planningsfase geregeld worden. Bestaande kolencentrales hebben nog MEP-beschikkingen voor het meestoken van biomassa tot 2015. Over het aandeel duurzame warmte in de geactualiseerde referentieraming van begin 2009: voor 2020 is geen EPC-aanscherping meegenomen en de regeling duurzame warmte is niet gecontinueerd na 2011. Warmtepompen in Nederlandse statistiek: de toename van 2006 naar 2008 is vooral toe te rekenen aan eens statistische aanpassing, omdat sinds kort luchtwarmtepompen meegenomen worden. 8

RES-H Policy Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen De verwachting is dat de hybride ketel snel een succes wordt. Daar zitten grote buitenlandse bedrijven achter. Bij nieuwe kolencentrales is warmtelevering geen goed idee: a) vanwege de grote afstanden en b) vanwege de lage temperatuur van de restwarmte: 25 tot 40 C. Biomassa meestook: de 0.7 PJ warmte in de statistiek is afkomstig van kolencentrale Geertruidenberg. Omdat dit slechts één installatie betreft lijkt het gepaster om bilaterale afspraken te maken in plaats van generiek beleid voor alle kolencentrales t.a.v. duurzame warmte. Het succes van zonthermische installaties in Oostenrijk is mede te verklaren door de energiemix in dat land: huisbrandolie en hout. Uitgaande van goedkoper aardgas zoals in Nederland zijn de kansen minder goed. ( ) Bij de verdeling van de EU doelstelling van 14% moet een verdeling worden gemaakt van de bijdrage van duurzame elektriciteit biobrandstoffen en duurzame warmte. De afweging daartussen kan o.a. op basis van kosteneffectiviteit gebeuren. Maar dan moet worden gekeken naar de kosten voor stimulering door de overheid (bijv. subsidies) en moeten verwachte kostendalingen worden meegenomen. De gebruikte bron voor duurzame warmtepotentiëlen (Harmsen 2007) veronderstelde onmiddellijke implementatie. Daarvan zijn nu al twee jaar verloren. In de utiliteitsbouw is de nieuwbouw nu al 40% duurzaam. Dit volgt uit een rapport dat EZ in bezit heeft. Het is standaard om een elektrische warmtepomp te installeren, eventueel met warmteopslag. Een snelle optie is om bij vervangingsinvesteringen voor bestaande stadsverwarmingsnetten een bio-wkk of diepe geothermie in te zetten. WKO zonder warmtepompen telt niet mee in de Europese doelstellingen. Voor Nederland zou het een mooie kans bieden als exportproduct of in ieder geval voor het exporteren van kennis, en dus is het interessant om te proberen of het er wellicht toch onder zou kunnen vallen. Check de EU-wijze van berekening voor de bijdrage door warmtepompen. Het zou wel eens om meer dan 4 PJ kunnen gaan. De Taskforce WKO noemt 100 PJ als potentieel (maar dit zou slechts voor 50% meetellen in de definitie) Doorbraken zijn nodig in de bestaande bouw, want alleen nieuwbouw leidt niet tot voldoende groei. Biomassa is minder beschikbaar door de inzet voor groene grondstoffen (die buiten de Europese doelstelling vallen). ( ) 9

Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen RES-H Policy 4 Samenvatting Een erg belangrijke opmerking uit het publiek betrof de literatuurbron die werd gebruikt voor het bepalen van de potentiëlen voor duurzame warmte. De gebruikte bron dateert van 2007 en veronderstelt onmiddellijke implementatie van de duurzame technieken. Toen de workshop gehouden werd waren daarvan al twee jaar verloren, wat er op duidt dat over het algemeen alle potentiëlen overschattingen zijn. In het RES-H Policy D6 report (nog te verschijnen) wordt hierop verder doorgegaan en zullen aangepaste potentiëlen vastgesteld worden. 10

RES-H Policy Stakeholder consultatie RES-H/C potentiëlen 5 Vragenlijst Op de volgende pagina s is de vragenlijst weergegeven. 11

Vragenlijst Ter voorbereiding op de RES-H Policy workshop Den Haag, dinsdagmiddag 15 september 2009 Realiseerbare potentiëlen voor duurzame warmte- en koudeopties www.res-h-policy.eu Het project Policy development for improving RES-H/C penetration in European Member States (RES-H Policy) heeft als doel om regeringen van de Europese lidstaten bij te staan bij de voorbereiding van de uitvoering van de nieuwe richtlijn inzake hernieuwbare energiebronnen (2009/28/EC) voor het deel hernieuwbare warmte en koude (RES-H/C). De bedoeling is om lidstaten te ondersteunen bij het opzetten van nationale RES-H/Cdoelstellingen voor de zichtjaren 2020 en 2030. Deze vragenlijst is bedoeld om de grenswaarden vast te stellen voor de mogelijke bijdrage van duurzame warmte en koude op de genoemde termijn. Deze grenswaarden zullen dan in een volgend stadium gebruikt worden bij het evalueren van beleidsopties om tot de betreffende realisaties te komen. Op grond van deze evaluatie zal het project beleidskeuzes en aanbevelingen formuleren voor het beste beleidsinstrumentarium om de penetratie van RES-H/C in de nationale energiehuishouding te bevorderen. De cijfers die genoemd worden op de volgende pagina s zijn bedoeld om een idee te geven van de mogelijkheden en zijn vooral bedoeld om de discussie te faciliteren. Het gaat niet zozeer om de precieze cijfers, wel om de ordegroottes. Het is niet nodig om te reageren voor alle typen van duurzame energie. U kunt zich beperken tot de opties waarvan u de meeste kennis hebt. Merk op dat de gegevens zijn weergegeven op een vrij hoog aggregatieniveau. Het is dus vaak niet eenvoudig om na te gaan wat de bijdrage kan zijn van een individuele techniek. Dit is met opzet gedaan, omdat het hier gaat om een inschatting van de ordegrootte van het realiseerbare potentieel. Indien u meer detail wenst aan te geven voor een specifieke techniek dan kan dat. Gebruik hiervoor de open commentaarvelden. De gepresenteerde cijfers zijn weergegeven als productie van de hoeveelheid nuttig opgewekte warmte, kortweg aangeduid als warmteproductie. Dat betekent voor bijvoorbeeld biomassa dat er een grotere hoeveelheid energiedragers nodig geweest is voor de opwekking ervan (de verliezen zijn buiten de cijfers gehouden). U kunt het ingevulde formulier e-mailen naar Luuk Beurskens, l.beurskens@ecn.nl, uitprinten en meenemen naar de workshop of per post retourneren aan ECN (bij voorkeur vóór 14 september 2009, zie adres op de laatste pagina). Bedankt voor uw tijd! Luuk Beurskens, Marijke Menkveld Telefoon 0224 564789, l.beurskens@ecn.nl RES-H Policy project Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) Unit Beleidsstudies. 1

Algemeen Deze vragenlijst neemt de Europese definitie en doelstelling als uitgangspunt. Dat betekent: 1. Het aandeel duurzaam wordt uitgedrukt als een percentage van het bruto finale energieverbruik (omzettingsverliezen en verbruik als grondstof blijven buiten beschouwing, netverliezen evenwel niet); 2. Het aandeel duurzame energie dat in het jaar 2020 bereikt moet zijn bedraagt 14%. Dit betreft dus de som van elektriciteit, warmte en biobrandstoffen. Uit scenario-analyses die Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft uitgevoerd (Daniëls 2009) blijkt dat het bruto finaal energieverbruik in het jaar 2020 rond 2500 PJ zou kunnen liggen. Dit wordt voor het gemak hier als uitgangspunt genomen. Ter vergelijking: in het jaar 2005 bedroeg dit ongeveer 2200 PJ (1 PJ = 1 Pètajoule = 10 15 Joule = 23.88 ktoe). De bovengenoemde 14% zou dan betekenen dat in het jaar 2020 in totaal 350 PJ uit hernieuwbare bronnen afkomstig zou moeten zijn. De eerste vraag is welk aandeel respectievelijk elektriciteit, warmte en biobrandstoffen voor hun rekening nemen om de 350 PJ in te vullen. Een eerste inschatting is afgebeeld in onderstaande figuur (refererend aan het jaar 2020): Onderverdeling van de Europese doelstelling van 14% per type hernieuwbare energiedrager (samen 100%) 24% 23% Warmte Elektriciteit Transport 53% Geef in hieronder uw reactie en eventueel uw alternatieve suggesties (kruis aan wat van toepassing is). De verdeling is conform mijn verwachting Volgens mij is het waarschijnlijk anders (samen 100%): Hernieuwbare warmte: % Hernieuwbare elektriciteit: % Hernieuwbare transportbrandstoffen: % Commentaar en opmerkingen: 2

Uitgedrukt in procentpunten levert dit het volgende beeld voor het jaar 2020: Bijdrage aan de Europese doelstelling van 14% per type hernieuwbare energiedrager 86.0% 14.0% 7.4% 3.3% 3.3% Warmte Elektriciteit Transport Niet-hernieuwbare energiedragers Geef hieronder uw reactie en eventueel uw alternatieve suggesties. De verdeling is conform mijn verwachting Volgens mij is het waarschijnlijk anders (samen 14%): Hernieuwbare warmte: % Hernieuwbare elektriciteit: % Hernieuwbare transportbrandstoffen: % Commentaar en opmerkingen: 3

Het is ook mogelijk om per type energiedrager (elektriciteit, warmte en biobrandstoffen) te kijken welk aandeel van de vraag door hernieuwbare bronnen zou worden ingevuld, op basis van bovenstaande onderverdeling. Dit levert het volgende beeld voor het jaar 2020: Aandeel hernieuwbaar per type energievraag 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Warmte Elektriciteit Transport Hernieuwbaar Niet-hernieuwbaar Geef hieronder uw reactie en eventueel uw alternatieve suggesties. De verdeling is conform mijn verwachting Volgens mij is het waarschijnlijk anders: Hernieuwbare warmte als aandeel van de totale warmtevraag: % Hernieuwbare elektriciteit als aandeel van de totale elektriciteitsvraag: % Hernieuwbare transportbrandstoffen als aandeel van de totale transportbrandstoffenvraag: % Commentaar en opmerkingen: 4

De technieken De vragen hierna hebben betrekking op de technieken die ingezet kunnen worden voor de opwekking van duurzame warmte en koude. Eerst volgen twee open vragen, daarna leggen we u enkele schattingen voor. Van welke technieken voor de opwekking van hernieuwbare warmte en koude verwacht u een belangrijke bijdrage voor het jaar 2020? Van welke technieken voor de opwekking van hernieuwbare warmte en koude verwacht u een belangrijke bijdrage voor het jaar 2030? 5

De mogelijke rol van duurzame warmtetechnieken in de jaren 2020 en 2030 (maximaal realiseerbare potentiëlen) Hieronder wordt voor drie technieken (biomassa, warmtepompen (lucht/bodem) en diepe geothermie en zonnewarmte) een range gegeven voor de hoeveelheden energie die in de jaren 2020 en 2030 opgewekt zou kunnen worden. Ter referentie staat in onder de kolomnaam wat bij benadering de huidige realisatie is. In het onderste gedeelte van de tabel kunt u aangeven of deze cijfers - volgens u - te hoog of te laag zijn. Mogelijke realisatie (PJ) in een zeer gunstig geval: het maximaal realiseerbaar potentieel. Omdat de cijferrange soms lastig te interpreteren is, wordt in deze rij weergegeven hoeveel verdubbelingen ten opzicht van vandaag dit zou betekenen. Een andere maat om te kunnen beoordelen of de datarange in de bovenste rij reëel is, is door aan te geven welke constante jaarlijkse groei hiervoor nodig zou zijn. Dat wordt hier aangegegeven. Warmteproductie uit biomassa (finaal) Warmtepompen (lucht/bodem) Zonnewarmte (productie finaal) (Huidige realisatie: ±18 PJ) en diepe geothermie (productie finaal) (Huidige realisatie: ±0.7 PJ) (Huidige realisatie: ±4 PJ) (alleen actieve, geen passieve sytemen) 2020 2030 2020 2030 2020 2030 58-73 68-112 103-138 115-183 7-12 7-25 1.7-2.0 1.9-2.6 3.8-4.1 3.9-4.5 2.9-3.6 2.9-4.6 9% - 11% 6% - 8% 26% - 29% 27% - 31% 22% - 27% 11% - 18% Geef hieronder aan hoe de schatting volgens u zou moeten zijn. Minder dan de genoemde range In het onderste gedeelte van de range De range is precies goed In het bovenste gedeelte van de range Meer dan de genoemde range Geen idee 2020 2030 2020 2030 2020 2030 6

Technieken die ingezet zouden kunnen worden De figuren hieronder geven voor de drie zichtjaren (vandaag - 2020-2030) aan hoe deze bij benadering opgebouwd zouden zijn. Voor de ranges in bovengenoemde tabellen zijn in de figuren gemiddelde waarden genomen. In het commentaarveld onder de figuren kunt u aangeven wat u vindt van de onderverdeling. Biomassa In onderstaande figuur staat de afkorting bio-sng voor substitute natural gas uit biomassa, ook wel groen gas genoemd. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2007 2020 2030 Kachels, heat-only WKK Biogas en bio-sng Commentaar en opmerkingen: 7

Warmtepompen en diepe geothermie 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2006 2020 2030 Warmtepomp voor warm tapwater (lucht/bodem) Combinatie warmtepomp en HR-ketel (lucht) Warmtepomp voor ruimteverwarming (lucht/bodem) Diepe geothermie Commentaar en opmerkingen: 8

Thermische zonne-energie 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2008 2020 2030 Onafgedekte systemen Afgedekte systemen met oppervlak > 6 m² Afgedekte systemen met oppervlak 6 m² Commentaar en opmerkingen: 9

Het belang van hernieuwbare warmte in de gebruikssectoren in de jaren 2020 en 2030 (maximaal realiseerbare potentiëlen) Het huidige aandeel van hernieuwbare warmte en koude in de finale vraag bedraagt ongeveer 2% (ruim 22 PJ). De totale nuttige warmteproductie in 2008 bedroeg 1093 PJ. Huishoudens Industrie Dienstensector 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Mogelijke realisatie (PJ) 78-101 80-136 42-56 51-91 48-66 59-93 Het aandeel duurzame warmte in de betreffende sector bedraagt dan ongeveer 20% - 26% 20% - 35% 7% - 9% 8% - 15% 11% - 15% 13% - 21% Geef hieronder aan hoe de schatting volgens u zou moeten zijn. Minder dan de genoemde range In het onderste gedeelte van de range De range is precies goed In het bovenste gedeelte van de range Meer dan de genoemde range Geen idee 2020 2030 2020 2030 2020 2030 In de grafieken is voor de twee zichtjaren (2020 en 2030) te zien hoe voor drie sector de inzet van verschillende technieken zou kunnen zijn, uitgaande van de inzet van het totale realiseerbare potentieel. De landbouwsector en de transportsector worden hier niet getoond. Voor de ranges in bovengenoemde tabellen zijn in de figuren gemiddelde genomen. In het commentaarveld onder de figuren kunt u aangeven wat u vindt van de onderverdeling. 100% 80% 60% 40% 20% 0% Huishoudens Industrie Dienstensector 100% 100% 80% 80% 60% 60% 40% 40% 20% 20% 0% 0% 2020 2030 2020 2030 2020 2030 Biomassa Zonnewarmte Warmtepompen Diepe geothermie Biomassa Zonnewarmte Warmtepompen Diepe geothermie Biomassa Zonnewarmte Warmtepompen Diepe geothermie Commentaar en opmerkingen: 10

Kent u rapporten over potentieelschattingen voor Nederland van individuele technieken, die zeker meegenomen zouden moeten worden in het RES-H Policy project? Geef dat dan hieronder aan. Hebt u suggesties over efficiënt en effectief beleid voor duurzame warmte en koude in Nederland? Vaak wordt gezegd en geschreven dat informatiebeschikbaarheid een belangrijke bottleneck is voor het succes van duurzame warmte- en koudeopties. Dit betreft informatie naar consumenten, maar ook naar installateurs, woningbouwcoöperaties en architecten. In Nederland is veel informatie slechts decentraal te vinden, en alleen wanneer je weet wat je zoekt. Hoe kijkt u aan tegen het idee om met vertegenwoordigers van alle opties voor duurzame warmte en koude een internetplatform op te richten, met het doel om de informatieoverdracht naar stakeholders te vereenvoudigen? Referenties Centraal Bureau voor de Statistiek (CSB), Duurzame energie in Nederland 2008, ISBN: 978-90-357-2048-0, Den Haag/Heerlen, 2009 Daniëls et al., Referentieramingen (2009, nog te verschijnen) PRIMES Baseline Scenario (2007) R. Harmsen, M. Harmelink et al., Duurzame warmte en koude 2008-2020: potentiëlen, barrières en beleid, Ecofys, juli 2007 11

Profiel Bij het evalueren van de resultaten is het belangrijk om het profiel te kennen van degenen die de vragenlijst ingevuld hebben. Kunt u hieronder aankruisen wat het meest op u van toepassing is? Bij voorbaat dank. Alle antwoorden worden geanonimiseerd. Organisatie Overheid Agentschap Onderzoek Industrie NGO Anders, namelijk: Meeste kennis en ervaring in (meerdere antwoorden mogelijk): Biomassa grootschalig Biomassa kleinschalig Diepe geothermie Thermische zonne-energie Warmtepompen Warmte-koudeopslag Interessegebieden voor duurzame warmte en koude: Energiebeleid Financieel-economische aspecten Sociaaleconomische aspecten Technieken Anders, namelijk: Contactgegevens (optioneel) Naam : Organisatie : E-mail : Telefoon : U kunt het ingevulde formulier e-mailen naar Luuk Beurskens, l.beurskens@ecn.nl, uitprinten en meenemen naar de workshop of per post (bij voorkeur vóór 14 september, maar uiterlijk 30 september 2009) sturen aan: Luuk Beurskens ECN Beleidsstudies Postbus 1 1755 ZG Petten 12