BABBELAARS. Een spel vol gevoelens SPELUITLEG. 3-6 jaar. Spelend leren op school. In de therapie en thuis. 2 spelers tot hele groep

Vergelijkbare documenten
Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Prikkelmijders+en+Prikkelzoekers+

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

junior Een onmisbaar spel voor muzische vorming. Spelenderwijs inzicht krijgen in sociale en verbale vaardigheden voor kinderen van 4 tot 6 jaar.

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Onderwijskundige doelen

Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Tuin van Heden kleuters (4- en 5-jarigen) Werken met kunst in de paasperiode

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Versterk spelenderwijs je emo-zelfbeeld en je omgang met anderen.

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Afgewezen en erbij horen

Zippy s Vrienden Partnership for Children. All rights reserved. proefpakket

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

7-15 jaar. Ontwikkeld en uitgegeven door

Tijdens het ontbijt kan mijn mama de klastitularis al een beetje leren kennen nog voor dat ze naar het oudercontact komt.

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Werkboek Het is mijn leven

Jaarthema-activiteit Door dik en dun Het grote geluksonderzoek

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Rouw en verlies Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 8-12 jaar

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten

BETREK JE KIND Een kind heeft het recht om te weten

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

OPGELUCHT STAAT NETJES

BROKKENKAARTEN IN DE KLAS

Tuin van Heden kleuters (4-jarigen en 5-jarigen) Werken met kunst in de kerstperiode

Activiteit 8. Taal Kringgesprek Ik ben bang... Doelen. Materiaal. Voortaak

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Verbindingsactietraining

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Hoogbegaafd en gevoelig

LOPKE OVERZICHT ALGEMENE FICHES, VERHALEN EN ACTIVITEITENFICHES DERDE KLEUTERKLAS. ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs

ÇA VA?! Jaarthemabivakspel. Een spel om te spelen op kamp - voor alle afdelingen.

leven met een chronische ziekte

Lesbrief bij De vader van

Egeltje, blijf trouw aan dat hart van jou

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.

SPELVARIANTEN. Je ontdekt meer in een uur spelen dan in een jaar converseren Plato

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Woordenschat blok 05 gr4 Les1 Bedroefd: een ander woord voor verdrietig. De angst: als je angst voelt, ben je bang. De bangerik: iemand die snel

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen)

Wie ben jij? HANDLEIDING

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Week van de opvoeding

Dit zijn Yara en haar moeder Suzan

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

Kijk maar naar enkele reacties van leerlingen en ouders.

Lesbrief. Introductie

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Spelonderdelen. Wonderkaarten, Wonderschriften en Wonderpaspoorten

Inhoudsopgave VOORWOORD 3

E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES. kinderen en Emoties 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Ik mis je in alle kleuren

Mijn rechten in de jeugdhulp. Mevrouwtje recht en haar familie

Sociale weerbaarheidstraining CoOl KiDs Bijeenkomst 6

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Preborden BASISONDERWIJS. Doelgroep. Ontwikkelingsdoelen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

SPELVARIANTEN. Heb je vragen, feedback of wil je op weg geholpen worden, neem contact met ons op.

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Kinderen op bezoek op de intensive care (IC) Informatie voor ouders/verzorgers

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Verhaal voorlezen aan de hand van de prenten Dit verhaal is NIET het verhaal van de voorstelling. Maak de kleuters hier zeker attent op!

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.

OEFENINGEN: NEEM UW GEDACHTEN ONDER DE LOEP

Wat goed dat je geïnteresseerd bent in de stage '' Leer ze 'n Lesje "voor jouw MaS bij Amnesty International!

NIEUWSBRIEF Jaargang 25, extra aflevering 22 juni

Jaarthema-activiteit Door dik en dun Over de streep

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

Therapieën op een rijtje

MAMA MIA! FLYNN IS AL GROOT. * 1. Flynn en zijn broers Gil en Kato Dit is Flynn. Hij is vier jaar.

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Uitgeverij Schoolsupport ww.schoolsupport.nl

PAD informatie voor ouders

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Antwerpen. Leren luisteren

Behandelde onderwerpen Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (eventueel: verbanden tussen kinderrechten)

Transcriptie:

Een spel vol gevoelens 3-6 jaar 2 spelers tot hele groep BABBELAARS Een babbelspel over gevoelens voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Sarah De Backer met illustraties van Frieda Van Raevels Uitgegeven door www.baert.com SPELUITLEG Spelend leren op school. In de therapie en thuis. 1

Art. Ref.: LJ2865 De Babbelaars is een uitave van Baert NV - Essenstraat 16-1740 Ternat www.baert.com Copyright Baert NV Alle rechten voorbehouden Opgepast! Niet geschikt voor kinderen onder de 3 jaar. Bevat kleine onderdelen die ingeslikt kunnen worden. Product bestemd voor educatief gebruik in scholen of andere pedagogische omgeving onder begeleiding van een volwassene. 2

OPBOUW VAN DE SPELDOOS Leren omgaan met gevoelens speelt een belangrijke rol bij het welbevinden van kinderen en het op een positieve manier omgaan met anderen. Een kind dat leert omgaan met zijn gevoelens en die van anderen, leert eerst gevoelens herkennen. Vooral jonge kinderen verwarren gevoelens van bijvoorbeeld teleurstelling, boosheid en verdriet nog wel eens met elkaar. In Het spel vol gevoelens zijn 6 verschillende spellen opgenomen die stap voor stap werken rond gevoelens bij jonge kinderen. De kinderen vertrekken kort bij zichzelf, leren gevoelens herkennen om er dan over te praten. Hallo! Wij zijn de Babbelaars. En wie ben jij? SPEL 1 EN 2 gaan dieper in op het leren kennen van de Babbelaars en van elkaar. Als kinderen elkaar beter kennen, stimuleer je hun empatisch vermogen en schep je een veilige context om te spelen, te leren, samen te leven. Ik leer praten over gevoelens. Zo voel ik mij vandaag. Hoe voel jij je? SPEL 2 EN 3 leggen de focus op het leren herkennen en benoemen van gevoelens. Als je de spellen speelt met jonge kinderen, beperk je je best tot het aanbrengen van de basisgevoelens bang, boos, blij en verdrietig. Bij oudere kinderen kun je de uitbreidingsset op de basisgevoelens gebruiken. SPEL 4 EN 5 zoomen dieper in op de relatie tussen context, gebeurtenissen en gevoelens. De kinderen gaan met de Babbelaars aan de slag door bijvoorbeeld een situatie op de kijkplaten na te spelen met de popjes. 3

SPELMATERIALEN Liam is blij Liam is blij Bo is boos Roos is bang Mila is verdrietig Roos is bang Bo is boos Mila is verlegen Roos is verbaasd Bo is trots jaloers Liam is is verdrietig Mila Draaischijf Basisgevoelens Draaischijf uitbreiding van de Basisgevoelens Een spel vol gevoelens BABBELAARSBELAARS Een spel vol gevoelens BABBELAARS Een spel vol gevoelens BABBELAARS Een spel vol gevoelens Een spel vol gevoelens BABBELAARS Roos en haar familie BABBELAARS 4 x 4 paspoortkaartjes van de babbelaars 50 situatiekaarten 10 per kijkplaat 4 8 popjes

Een spel vol gevoelens BABBELAARS Dromen met de Babbelaars 5 kijkplaten 5

ONTWIKKELINGSDOELEN Mens - Ik en mezelf De kinderen 1.1. kunnen bij zichzelf onderkennen wanneer zij bang, blij, boos of verdrietig zijn en kunnen dit op een eenvoudige wijze uitdrukken. 1.2. kunnen in een eenvoudige taal een recent gebeurde situatie waarbij zij betrokken waren in dialoog met een volwassene, beschrijven en vertellen hoe ze zich daarbij voelen. Mens - Ik en de anderen De kinderen 1.4. kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten. 1.5. kunnen bij anderen gevoelens van bang, boos en verdrietig herkennen en kunnen meeleven in dit gevoel. 1.6. weten dat mensen eenzelfde situatie op een verschillende wijze kunnen ervaren en er verschillend op kunnen reageren. Ik en de anderen: in groep De kinderen 1.9. kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zij voor het samenleven in een groep. 1.11. kunnen bij een activiteit of een spel in een kleine groep, controleren of de anderen zich aan de regels houden. 6

HALLO! WIJ ZIJN DE BABBELAARS. EN WIE BEN JIJ? Als je het spel voor het eerst speelt met de kinderen, neem dan even de tijd om de Babbelaars voor te stellen. Maak hiervoor gebruik van de popjes en de paspoortkaartjes van de Babbelaars. Spel 1 en 2 kunnen op elk moment gespeeld worden, maar tijdens kennismakingsmomenten bij het begin van het schooljaar of bij aanvang van een therapie geeft het structuur aan dit moment. SPEL 1 Wij zijn de Babbelaars. Doelstelling Materiaal Opstelling Spelverloop De kinderen leren de Babbelaars kennen opdat ze zich tijdens het spel makkelijker kunnen inleven. Paspoortkaartjes en popjes In de kring Oudste kinderen kunnen nadien in kleine groepjes het spel opnieuw spelen. Stel elke babbelaar kort voor aan de hand van de paspoortjes en de popjes. Laat de popjes aan het woord, toon en beschrijf daarbij de bijhorende kaartjes: Dit is mijn familie... Ik hou van... Ik droom ervan om... Ik ben goed in... Verdeel nadien de popjes onder de kinderen en geef ze de bijhorende paspoortkaartjes. Nu is het hun beurt om de Babbelaars aan de klas voor te stellen. Tenslotte kun je afsluiten door een aantal kinderen zichzelf te laten voorstellen op dezelfde manier. 7

SPEL 2 Wie ben jij? Doelstelling Materiaal Opstelling Spelverloop De kinderen leren zichzelf en hun vriendjes beter kennen, ze vertellen over zichzelf en luisteren naar de anderen op basis van de paspoortkaartjes. Paspoortkaartjes In de kring Leg de paspoortkaartjes van de Babbelaars door elkaar in het midden van de kring. Laat elk kind één kaartje kiezen. Laat enkele kinderen in groep vertellen waarom ze het kaartje hebben gekozen of laat de kinderen dat vertellen tegen het vriendje dat naast hen zit. Variant: elke kleuter kiest één kaart op basis van jouw vraag. (Op) welk kaartje staat iets wat je (niet) leuk vindt? staat iets waar jij van droomt? staat iets waar jij goed in bent? Laat ook nu enkele kinderen kort over hun keuze vertellen. Tip: Laat de kinderen hun eigen paspoort tekenen van hun familie, wat ze graag doen, waar ze van dromen, waar ze goed in zijn. 8

DE BABBELAARS De Babbelaars zijn vier kinderen die samen in de klas zitten: Liam, Bo, Roos en Milan. Onderstaande beschrijvingen geven je wat meer context bij de paspoortkaartjes. Het staat je uiteraard vrij om deze naar gelang de situatie aan te passen. Liam Liam is van Indonesische afkomst, hij woont samen met zijn ouders net buiten de stad. Zijn vader heeft een eigen IT bedrijf, zijn moeder werkt halftijds als telefoniste. Liam heeft nog een broer en een zus. Hij spreekt 3 talen: Nederlands, Engels en Indonesisch. Hij houdt van computerspelletjes. Als het te druk wordt, zoekt hij vaak ergens een rustig plekje op. Zijn beste vriend is Bo. Paspoortkaartjes Liam en zijn familie Liam houdt van gamen op een rustig plekje Liam droomt ervan om piloot te worden Liam is goed in het bouwen van huizen Bo Bo woont samen met zijn mama in een appartement in de stad. In het weekend gaat hij op bezoek bij zijn papa. Papa woont buiten de stad samen met zijn plusmama en haar twee zoontjes. Bo houdt van voetballen. Elk weekend gaat hij voetballen met zijn papa en plusbroertjes. Soms maken ze lange boswandelingen. Dan gaat hij op zoek naar mooie stenen voor zijn verzameling. De beste vriend van Bo is Liam. Bo is graag in alles de eerste en houdt al helemaal niet van verliezen Paspoortkaartjes Bo en zijn familie Bo houdt van boswandelingen Bo droomt ervan om profvoetballer te worden Bo is goed in kampen bouwen 9

Roos Roos woont samen met haar mama en papa buiten de stad. Haar ouders hebben een drukke baan en weinig tijd. Gelukkig is er oma waarmee ze knotsgekke dingen doet en die haar elke avond de meest fantastische verhalen voorleest, Paspoortkaartjes Roos en haar familie Roos houdt van verhalen Roos droomt ervan om juf te worden Roos is goed in hinkelen Mila Mila woont samen met haar papa in een loft in een oude fabriek. Haar mama stierf toen ze 2 jaar was. In de fabriek wonen nog gezinnen met kinderen waaronder haar beste vriendin Kato. Haar papa is kunstenaar, meestal zit hij in zijn atelier te werken. Mila houdt van de geur van verf Paspoortkaartjes Mila en haar familie Mila houdt van schilderen Mila droomt ervan om bovenop een regenboog te zitten Mila is goed in het zwembad 10

ZO VOEL IK MIJ VANDAAG? HOE VOEL JIJ JE? SPEL 3 Ik toon een gevoel Doelstelling Materiaal Opstelling Spelverloop De kinderen leren de verschillende gevoelens kennen De kinderen kunnen gevoelens uitbeelden. Jongste kinderen: draaischijf basisgevoelens bang, boos, blij, verdrietig Oudste kinderen: draaischijf met uitbreiding van de basisgevoelens Klassikaal of in kleine groepjes Begeleider - kind Eén kleuter of de begeleider draait aan de draaischijf. De andere kinderen beelden het gevoel uit. SPEL 4 Ik zie, ik zie wat jij voelt Doelstelling Materiaal De kinderen leren bij zichzelf gevoelens herkennen. De kinderen kunnen bij anderen gevoelens herkennen en kunnen meeleven met dit gevoel. Situatiekaartjes: maak een willekeurige of meer gerichte selectie uit de verschillende situatiekaartjes. Hou hierbij rekening met de leeftijd van de kinderen. Voorzie per kind maximum 4 kaartjes. Jongste kinderen: draaischijf basisgevoelens Oudste kinderen: draaischijf met uitbreiding van basisgevoelens Opstelling Klassikaal of de oudste kinderen in kleine groepjes (max. 4) Begeleider - kind Spelverloop Leg de draaischijf en de situatiekaartjes op een stapel in het midden. Elk kind neemt één kaartje. Draai aan de schijf. Welk gevoel zien de kinderen? Past het kaartje in hun hand bij dit gevoel? Indien ja, laat hen dan kort vertellen wat ze op het kaartje zien en waarom het gevoel erbij past. 11

IK LEER PRATEN OVER GEVOELENS 5 kijkplaten die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen De kijkplaten geven je als begeleider de kans om heel gericht te kiezen en te focussen. Niet alleen wat de gevoelens betreft, maar ook de thematiek. Hieronder vind je per kijkplaat een aantal situaties waarbij je deze kijkplaat gericht kunt inzetten individueel, in kleine groep of klassikaal en vanuit de spellen hieronder beschreven. Kijkplaat 1: Soms zijn ook de Babbelaars en hun vrienden bang, boos, blij of verdrietig Deze kijkplaat zoomt in op de basisgevoelens en is uitermate geschikt om verder te verkennen met de jongste kinderen. Het spel van de kleuter vormt het uitgangspunt van de kijkplaat. Op die manier kunnen kinderen de basisgevoelens bij anderen leren herkennen en staan ze stil bij hoe zij zich zouden voelen. Kijkplaat 2: De babbelaars op school Met deze kijkplaat kun je het dagelijks leven in de klas bespreekbaar maken. Dit kan bijvoorbeeld bij het begin van het schooljaar om over de eigen manier van werken te praten, afspraken te maken, Maar ook om in gesprek te gaan met kinderen die het net iets moeilijker hebben op school of moeilijk afscheid kunnen nemen. Ga samen met hen op zoek naar de momenten en activiteiten die ze leuk vinden, waar ze verdrietig of boos van worden. Het bespreekbaar maken hiervan is vaak het begin van de oplossing! 12

Kijkplaat 3: Bij de Babbelaars thuis Naast de schoolomgeving is de thuiscontext een belangrijke omgeving voor kinderen. De school- en thuiscontext zijn geen van elkaar losstaande omgevingen, beide hebben een impact op het welbevinden en gevoelsleven van een kind. Deze kijkplaat kun je gericht inzetten om kinderen te laten vertellen over hoe ze thuis de dingen doen, wat hen blij of verdrietig maakt. Kijkplaat 4: De Babbelaars op stap Gaandeweg breidt de wereld van de kinderen zich uit en gaan ze hierin op ontdekking. Soms brengt deze wereld hen wel eens in de war. Deze kijkplaat biedt handvaten om verschillende contexten waarin kinderen terechtkomen te bespreken: hoe gedragen ze zich? Hoe voelen ze zich? Wat als ze mama kwijt zijn? Wat als ze een ijsje willen maar geen krijgen?... Kijkplaat 5: Dromen met de Babbelaars Kinderen hebben vaak een rijke fantasiewereld. Het stimuleren van verbeelding heeft een invloed op de manier waarop kinderen met hun eigen gevoelens leren omgaan en de ontwikkeling van hun empatisch vermogen enerzijds. Anderzijds leidt de fantasiewereld vaak tot uiteenlopende gevoelens van bang zijn, trots zijn, blij zijn, 13

ZO VOEL IK MIJ VANDAAG? HOE VOEL JIJ JE? SPEL 5 Ik weet waarom jij je zo voelt. Doelstelling Materiaal Opstelling Spelverloop Spelvariant De kinderen kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten. De kinderen kunnen bij anderen gevoelens herkennen en beschrijven. Kijkplaat naar keuze en bijhorende situatiekaarten Spelvariant: draaischijf en popjes 2 tot 4 kinderen Begeleider - kind Leg de kijkplaat in het midden. Geef elk kind een situatiekaartje die bij de kijkplaat hoort. Ze tonen dit kaartje niet aan de anderen. Elk kind vertelt op zijn beurt wat er op het kaartje staat en hoe dit kind zich zou voelen. De andere kinderen gaan op de kijkplaat op zoek naar de beschreven situatie. Leg de kijkplaat in het midden. Laat de kinderen vertellen wat ze op de kijkplaat zien. Verdeel de popjes onder de kinderen. Een kind of de spelbegeleider draait aan de draaischijf. Welke babbelaar voelt zich...? Het kind met het vingerpopje dat overeenkomt met het gevoel op de kijkplaat, vertelt waarom deze babbelaar zich zo voelt en wat er gebeurd is. Hoe zou het kind zich voelen mocht het in de plaats van de Babbelaar zijn? 14

SPEL 6 Fantaseren over gevoelens Doelstelling Materiaal Opstelling Spelverloop de kinderen leren dat mensen eenzelfde situatie op een verschillende wijze kunnen ervaren en er verschillend op kunnen reageren. Kijkplaat Popjes 2 tot 4 kinderen Begeleider - kind Leg de kijkplaat in het midden. Laat de kinderen vertellen wat ze op de kijkplaat zien. Elk kind kiest een vingerpopje van de Babbelaars. Ze spelen de situatie na op de kijkplaat. Als begeleider heb je bij dit spel de kans om op een specifieke situatie in te spelen en bespreekbaar te maken. Bijvoorbeeld een kind dat vaak alleen staat, een kind dat vaak boos wordt, een kind dat s morgens moeilijk afscheid kan nemen, Maar vooral: hoe zou de Babbelaar anders kunnen reageren? Hoe zou jij reageren? Hoe zou de Babbelaar zich voelen? Hoe zou jij je voelen? 15