27 september 2011 PRMER-0589-RL

Vergelijkbare documenten
Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding pluimveebedrijf Segers Dirk (Arendonk) tot braadkippen.

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een mestvarkensbedrijf te Rijkevorsel, De heer Gustaaf Hendrikx, Gansheideweg 4, 2310 Rijkevorsel

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen milieueffectrapportage

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het slachtkuikenbedrijf Coninx

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding en hervergunning Inbev Belgium NV te Leuven

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

/11/2015

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning van TAMINCO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

De Berghoeve bvba Zoutleeuw

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Renogen biomassa-wkk te Ham

Varkensbedrijf Snels te Hoogstraten

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Electrabel NV Verdere exploitatie van de elektriciteitscentrale Langerbrugge

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand veeteeltbedrijf te Lochristi

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot varkens in Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inrichting van een bedrijventerrein : Eiland Zwijnaarde te Gent

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Uitbreiding van de kopersmelter

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

The Brussels Airport Company Pier A-West

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Hervergunning grondwaterwinning Arendonk.

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Milieueffectrapport voor een pluimveehouderij met mestkuikens te Zonnebeke (Lagrou Patrick)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Project-MER-Verslag. Project: MER N42-N42b: Vak Zottegem-Geraardsbergen. Initiatiefnemer:

Richtlijnen milieueffectrapportage

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Ruimtelijke. Ordening Planning. Ordening en Stedenbouw Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke ordening Provincieplein Leuven

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Uitbreiding van een retailpark te Zemst.

Richtlijnen project-milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot legkippen en 550 mestvarkens in Maaseik

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Capaciteitsuitbreiding van de productie van formaldehyde, ureumformaldehyde en afgeleide harsen bij Dynea NV te Gent

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Realisatie Stadsvernieuwingsproject Vrijdagmarkt te Gent.

Milieueffectrapport voor een varkensbedrijf met varkensplaatsen in de toekomstige situatie te Heuvelland

Richtlijnen milieueffectrapportage

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van de varkenshouderij PPS bvba tot varkens te Hoogstraten

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Herinrichting toegangscomplex N44, N37 en N409 te Aalter.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van de vergunning voor een varkensbedrijf: Desmedt Wim te Hooglede

Eurostadium Brussels

Pluimveehouderij met stalruimte voor stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning

Transcriptie:

Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot 176000 vleeskippen : bedrijf Van Dijk te Hamont-Achel. 27 september 2011 PRMER-0589-RL

1 Inleiding De pluimveehouderij van Pieter-Jan Van Dijk te Hamont-Achel is vergund voor het houden van 83.797 vleeskippen. Voor dit bedrijf wordt een uitbreiding van de vergunning aangevraagd tot 176.000 vleeskippen. De initiatiefnemer voor dit MER is Pieter-Jan Van Dijk, Ruiterstraat 110 te 3930 Hamont- Achel. Het project is MER-plichtig volgens bijlagen I en II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, omwille van : Bijlage I, rubriek 21a : Installaties voor intensieve pluimveehouderij met meer dan 85000 plaatsen voor mesthoenders (ander gevogelte dan legkippen). Het kennisgevingsdossier is door de Dienst Mer van de afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 24 juni 2011. De terinzagelegging liep in Hamont-Achel (van 13 juli 2011 tot 11 augustus 2011). Parallel aan de terinzagelegging werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. Aangezien de kennisgeving melding maakte van mogelijke grensoverschrijdende effecten, werden ook de bevoegde instanties uit Nederland (de gemeente Craenendonck en de provincie Noord-Brabant) om advies gevraagd. De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de kennisgeving voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-mer en beide gebundeld in te dienen als één document. In deze bijzondere richtlijnen, opgesteld door de dienst Mer, worden dan ook zowel methodologische aandachtspunten en vereisten opgenomen als opmerkingen met betrekking tot de concrete uitwerking van de door de initiatiefnemer voorgestelde methodologie. Beide aspecten samen bakenen de inhoud af van het uiteindelijke MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen werden in deze bijzondere richtlijnen verwerkt. 2 Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Dienst Mer om: recent kaartmateriaal te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende; aandacht te besteden aan de overeenstemming tussen figuur en legende; de bron van de gebruikte basiskaarten te vermelden; een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst, lijst van figuren, lijst van tabellen en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; in de tekst verwijzen naar de correcte figuren; Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 2/10

figuren die momenteel onduidelijk of te klein weergegeven zijn in de kennisgeving, groter op te nemen in het MER; Specifiek voor dit dossier : geen 3 Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Art. 4. 3. 7. 1, 1, a en b Het project betreft de uitbreiding voor een bestaand bedrijf. De pluimveehouderij van Pieter-Jan Van Dijk te Hamont-Achel is vergund voor het houden van 83.797 vleeskippen. Deze dieren worden gehouden in drie stallen. Voor dit bedrijf wordt een uitbreiding van de vergunning aangevraagd tot 176.000 vleeskippen. Om deze uitbreiding mogelijk te maken, zullen er twee stallen worden bijgebouwd. Daarnaast zal nog een noodstroomgenerator voorzien worden, wordt de opslag van petroleum uitgebreid en zal de grondwatervergunning worden uitgebreid. Een overzicht van de huidige en de gewenste vergunningssituatie voor de inrichting wordt gegeven in 2.2., Tabel 3 van de kennisgeving. Er wordt een hernieuwing en een uitbreiding van de milieuvergunning aangevraagd. De goedgekeurde MER zal bijgevolg deel uitmaken van de aanvraag tot uitbreiding en hernieuwing van de activiteiten van pluimveehouderij van Pieter-Jan Van Dijk te Hamont- Achel. 4 Juridische en beleidsmatige context Art. 4. 3. 7. 1, 1, f De kennisgeving heeft opgave gedaan van het juridisch/ beleidsmatig kader dat voor dit MER van belang is. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken van het beleid en de wetgeving op te volgen. Volgende relevante randvoorwaarden dienen in vergelijking met het kennisgevingsdossier bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: Zie 6 onder algemeen. 5 Voorgenomen projecten en alternatieven Art. 4. 3. 7. 1, 1, c, d en e In Hoofdstuk 3.2 van de kennisgeving wordt de bestaande inrichting beschreven. Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 3/10

Momenteel worden de kippen gehouden in een systeem van grondhuisvesting. De inrichting bestaat uit 3 stallen. In de meest recente stal (stal 3) is er een ammoniakemissie reducerende inrichting voorzien. Stallen 1 en 2 zijn traditionele stallen. In het kader van de uitbreiding worden twee nieuwe stallen gebouwd, evenwijdig aan stal 3. In het voorliggend project zullen geen gebouwen afgebroken worden. De inrichting beschikt over een eigen grondwaterwinning van 6.700 m³/j. De inrichting wenst de grondwatervergunning uit te breiden tot 15.200 m³/j. De dieren krijgen grondwater als drinkwater. Ook om te reinigen wordt grondwater gebruikt. De alternatieven worden beschreven in Hoofdstuk 4.1. Het nulalternatief is het scenario waarbij geen vergunning verleend wordt voor het m.e.r.- plichtige project. In dit scenario zal het bedrijf verder uitgebaat worden zoals het vergund is. De vergunning voor het bedrijf loopt nog tot 09/08/2027. Doelstellingsalternatieven (andere activiteiten) worden niet in beschouwing genomen. De inrichting is gespecialiseerd in het afmesten van vleeskippen en wenst de productie in de toekomst op gelijkaardige wijze verder te zetten. Locatiealternatieven worden niet onderzocht. Het bedrijf blijft op zijn huidige locatie. Verplaatsing is geen optie. De twee nieuw geplande stallen worden evenwijdig aan de bestaande gebouwd op het bedrijfseigen perceel, tussen bestaande veeteeltbedrijven. Daarvoor worden geen locatiealternatieven onderzocht. Onder uitvoeringsalternatieven wordt verstaan: technische ingrepen of maatregelen op het vlak van bedrijfsvoering. In het kader van het voorliggende project wenst de initiatiefnemer twee nieuwe stallen bij te bouwen. Normaal gezien dienen nieuwe stallen ammoniakemissiearm te worden gebouwd indien er voor de betreffende dierencategorie een techniek is opgenomen in de lijst van ammoniakemissiearme stallen, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister voor leefmilieu (lijst van de best beschikbare stalsystemen voor ammoniakreductie uit de pluimvee- en varkensstallen versie van 19 maart 2004). Voor braadkippen zijn er momenteel nog geen ammoniakarme stalsystemen opgenomen. In de huidige situatie wordt evenwel gebruik gemaakt van een ammoniakemissiereducerend systeem in de meest recent gebouwde stal 3. Gezien de exploitant in principe niet verplicht is om de nieuwe stallen ammoniakemissiearm uit te rusten, wenst hij dit in eerste instantie niet te doen. Er zullen in het MER dan ook drie scenario s bekeken worden, namelijk de vergunde situatie (3 traditionele stallen), de bestaande (2 traditionele en 1 met reductiesysteem) en de gewenste (4 traditionele en 1 met reductiesysteem). De impact van het project wordt dan afgeleid uit een evaluatie van de huidige en huidig vergunde situatie met de gewenste. Indien echter uit de effecten zou blijken dat het toepassen van ammoniakemissiereducerende systemen wenselijk is voor de nieuwe stallen, zal dit alternatief scenario onderzocht worden. In het MER zal, naast aandacht voor het type stalsysteem, eveneens ingegaan worden op andere mogelijke milderende maatregelen voor de beperking van de ammoniak- en geuremissie (o.a. wassers, meerfasenvoeding, biofilters,...). Indien enkele van deze Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 4/10

maatregelen technisch en economisch haalbaar zouden blijken, zal ernstig in overweging genomen worden of ze niet toegepast kunnen worden. M.a.w. een inschatting van de relevantie voor emissiereducerende toepassingen zal gemaakt worden, rekening houdend met de significantie van de in het MER bepaalde effecten en de geschiktheid van de maatregel als Best Beschikbare Techniek (BBT). Er zal eveneens een evaluatie gebeuren ten opzichte van de relevante passages uit de Lijst van Best Beschikbare Technieken (BBT) en de BREF-documenten. Dit is ook een vereiste voor het verlenen van een vergunning aan een GPBV-bedrijf. Dit wordt verder besproken in hoofdstuk 16 van de kennisgeving. 6 Methodologie Algemeen In de gewenste situatie voorziet men de bouw van twee nieuwe traditionele stallen. Op 08-07- 2011 werd echter een nieuw ministerieel besluit van kracht i.v.m. ammoniak-emissie-arme stalsystemen. Voor stallen voor het huisvesten van kippen werd de lijst uitgebreid. De aanvrager dient bijgevolg rekening te houden met deze nieuwe lijst. Door de Vlaamse Regering werd op 27-05-2011 het Milieubeleidsplan 2011-2015 goedgekeurd. Het MER dient bijgevolg rekening te houden met dit nieuwe milieubeleidsplan i.p.v. het Vlaams Milieubeleidsplan 2003-2010 (pag. 32). Keuze kleurencombinatie in tabellen (vanaf tabel 45). Het lijkt logischer om voor X<3% de kleur groen te gebruiken i.p.v. geel. Het groene geeft nu een indruk dat voor een bepaald vegetatietype alles in orde is. De Dienst Mer stelt een tegenspraak vast tussen de adviezen afkomstig van de Vlaamse instanties en die van de Nederlandse. De Vlaamse instanties komen over het algemeen tot het besluit dat op enkele specifiek genoemde punten na het onderzoek voldoende is uitgevoerd en dat de voorgestelde milderende maatregelen toereikend zijn. In de adviezen uit Nederland wordt daarentegen een indruk van onvolledigheid van het onderzoek gecreëerd. Vanuit Nederland wordt ook de indruk gewekt dat het grensoverschrijdend luik onvoldoende is uitgevoerd, daar waar er een afzonderlijk hoofdstuk (18) aan besteed is in het MER. De Dienst MER stelt vast dat veel van de door Nederland gevraagde informatie wel degelijk in de tekst te vinden is (inclusief het alternatievenonderzoek), zij het meestal in impliciete vorm. Waar nodig dienen uitspraken over grensoverschrijdende effecten explicieter te gebeuren. Lucht Het MER dient een korte omschrijving te geven van de foutenmarge van het gebruikte IFDMmodel inzake geurhinder. Er zal een grafische weergave (IFDM) van de twee alternatieve scenario s worden opgenomen. Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 5/10

7 Bestaande toestanden en milieueffecten Algemeen De dichtstbijzijnde woning op Nederlands grondgebied ligt volgens de tekst op 300 m van de inrichting (pag. 50, 7.1.4 en pag. 121, hfdst. 13). De ligging van de Nederlandse objecten is in beeld gebracht in Bijlage 13. Daaruit blijken er verschillende objecten te liggen binnen de 300 m contour. Op basis van de beschikbare gegevens kan niet worden geoordeeld wat de aard van deze objecten is. Op pag. 58 worden verschillende woningen genoemd binnen 300 m (Tabel 17). Deze tegenstrijdigheden in de informatie over woningen op Nederlands grondgebied moeten worden uitgeklaard. In tabel 76 (Hoofdstuk 16) dient correct te worden aangegeven in welke mate de ammoniakemissiereducerende technologie wordt toegepast binnen het bedrijf. Aangaande mogelijke medische klachten : epidemiologisch onderzoek behoort in principe niet tot de reikwijdte van een MER. Fauna en flora Vanuit Nederland wordt gevraagd waarom het effect op de Nederlandse Natura 2000 gebieden niet wordt onderzocht. De Dienst MER stelt vast dat in het ontwerp-mer een hoofdstuk grensoverschrijdende effecten is opgenomen (hfdst. 18), waarin dit impliciet is onderzocht. De deskundige zal een meer expliciete uitspraak doen over de impact van het project op de Natura-2000 gebieden in Nederland. Oppervlaktewater Inzake de lozing van huishoudelijk afvalwater dient een toetsing aan de zoneringsplannen te gebeuren. Grondwater Er is in 9.6.1.2.1 een tegenstrijdigheid tussen de opgegeven diepte van de grondwaterwinning van het bedrijf (80 m) en de dikte van de aquifer (68 m), wanneer de aquifer freatisch zou zijn zoals beschreven in het MER. Kaart bijlage 16 : indien relevant voor de effectbespreking dienen ook grondwaterwinningen op het Nederlandse grondgebied te worden getoond. De publicatie van MEYUS et al. (2004) opnemen in de literatuurlijst achteraan. Lucht De Nederlandse concentratiegebieden gelegen in of nabij het studiegebied dienen te worden aangegeven op een kaartje. Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 6/10

Het MER zal toelichten hoe de Agro Clima Unit de stofemissies reduceert. Het MER geeft aan (pag. 74 en 110) dat achter de uitlaten van de ventilatoren van stal 3 een muur werd geplaatst. Hierdoor zal een aanzienlijke stofreductie optreden. De aanzienlijkheid van deze reductie door deze muur, en door het bos (pag.74) dient te worden gekwantificeerd of gemotiveerd. Aanvullend aan de besluiten op pagina 74 : een duidelijker standpunt over het al dan niet noodzakelijk zijn van een luchtwasser toevoegen, en indien relevant, aangeven welke systemen in aanmerking komen. Het mest wordt na iedere ronde afgevoerd. Vermelden welke de effecten zijn mocht het mest om één of andere reden ter plaatse gehouden worden. Verduidelijken dat de Agro Clima Unit in feite ontworpen werd voor het beperken van energieverbruik in stallen. Bodem Effecten van vermesting en verzuring werden onderzocht voor fauna en flora. Er dient een onderzoek en een uitspraak te worden opgenomen over vermestende en verzurende depositie op bodem zelf, rekening houdend met de impact van andere bedrijven in de omgeving. 7 Leemten in de kennis Art. 4. 3. 7. 1, 4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in de kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt te worden tussen leemten met betrekking tot het project, met betrekking tot de inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten omgegaan is en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 8 Monitoring en evaluatie Art. 4. 3. 7. 1, 2, d In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering of vanuit de leemten in de kennis. 9 Integratie en eindsynthese Art. 4. 3. 7. 1, 2, e Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 7/10

In een afzonderlijk deel zal het rapport een discipline-overschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De elementen welke noodzakelijk zijn voor de "Watertoets" uit het Decreet Integraal Waterbeheer moeten hierin opgenomen worden. De eindsynthese dient een conclusie m.b.t. de haalbaarheid van het project te bevatten. 10 Niet-technische samenvatting Art. 4. 3. 7. 1, 5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor de gemiddelde lezer. Het relevant kaartmateriaal dient deel uit te maken van de niet- technische samenvatting doch als het kaartmateriaal als een afzonderlijke bundel deel uitmaakt van het MER, dan volstaat het om te verwijzen naar de relevante kaarten in de bundel. Een digitaal exemplaar dient bij de definitieve tekst gevoegd te worden. Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 8/10

Geraadpleegde instanties. LNE LNE LNE VMM Afdeling Milieuvergunningen Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Operationeel Waterbeheer VAC Koningin Astridlaan 50 bus 5 Dienst Hinder en Risicobeheer Dienst Lucht en Klimaat Graaf de Ferrarisgebouw Graaf de Ferrarisgebouw 7de verdieping 7de verdieping T.a.v. Bram Vogels Koning Albert II-laan 20 1000 Brussel ANB Buitendienst Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 bus 5 Agentschap Ruimte en Erfgoed VMM Departement Landbouw en Visserij Vlaamse Landmaatschappij R-O Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 bus 1 Afdeling Ecologisch Toezicht Duurzame Landbouwontwikkeling Limburg Gulden-Vlieslaan 72 T.a.v. Freddy Van den Bossche, milieureglementering A. Van de Maelestraat 96 9320 Aalst (Erembodegem) VAC Koningin Astridlaan 50 bus 6 1060 Brussel OVAM Stationstraat 110 2800 Mechelen Fluxys NV T.a.v. Infoworks Kunstlaan 31 1040 Brussel Gouverneur van de provincie Limburg Aan het college van burgemeester en schepenen van Hamont- Achel Instanties in Nederland Provinciehuis Universiteitslaan 1 Stadhuis Hamont-Achel Stad 40 3930 Hamont-Achel3930 Hamont-Achel Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck Provincie Noord-Brabant T.a.v. mevrouw Elly projectassistent Postbus 90151 Keller vergunningverlening VROM Postbus 20951 2500 EZ Den Haag NEDERLAND Afdeling Milieuzaken Postbus 2090 6020 AB Budel NEDERLAND 5200 MC 's- Hertogenbosch NEDERLAND Overzicht reacties Bekendmaking en terinzagelegging in Hamont-Achel. Inspraakreacties vanwege burgers : 1 (uit Nederland) Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 9/10

Lijst van administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die opmerkingen hadden op de kennisgeving: LNE VMM Afdeling Milieuvergunningen Afdeling Operationeel Waterbeheer VAC Koningin Astridlaan 50 bus 5 Koning Albert IIlaan 20 ANB Buitendienst Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 bus 5 VMM Departement Landbouw en Visserij Afdeling Ecologisch Toezicht Duurzame Landbouwontwikkeling Limburg VAC OVAM Stationstraat 110 2800 Mechelen A. Van de Maelestraat 96 Koningin Astridlaan 50 bus 1 1000 Brussel 9320 Aalst (Erembodegem) Het college van burgemeester Afdeling Milieuzaken Postbus 2090 6020 AB Budel NEDERLAND en wethouders van de gemeente Cranendonck Provincie Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC 's- Hertogenbosch NEDERLAND Brussel, 27 september 2011 Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB Richtlijnen milieueffectrapportage - PRMER-0589 10/10