hbo-master Accounting and Auditing Hogeschool Utrecht 6 april 2009 NVAO Toets Nieuwe Opleiding



Vergelijkbare documenten
hbo-master Accounting and Auditing Hogeschool Rotterdam 6 april 2009 NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Hbo-master Accounting and Auditing Fontys Hogescholen. April NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017

Implementatie - en overgangsregeling CEA eindtermen Inleiding

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

BROCHURE POSTBACHELOR OPLEIDING ACCOUNTANT- ADMINISTRATIECONSULENT

Beoordelen in het HBO

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

BROCHURE POSTBACHELOR OPLEIDING ACCOUNTANT- ADMINISTRATIECONSULENT

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Naar een nieuw opleidingsmodel voor de Bachelor Accountancy

Management & Organisatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Associate degree Deeltijd

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Onderbouwing Arbeidsmarktrelevantie Ad-opleidingen Een kader voor de uitwerking

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

OPLEIDINGSMANAGER MARKETING, SALES & TRADE

Bijlage A Competenties van de opleiding

Op weg naar een competentiegericht curriculum

Verordening op de praktijkstage

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Kwaliteit van toetsing

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Reglement aanwijzing opleiding door de CEA

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Hbo-master Agribusiness Development Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten. 24 juni NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

Hbo-bachelor Bedrijfskunde Hogeschool ISBW. Juni NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

Scenario s en samenwerkingsvormen curriculum herontwerp:

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Programma van toetsing

: 9 mei 2017 : 28 juni 2017

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Post HBO Accountant- Administratieconsulent. HBO Accountancy. Associate degree Accountancy. (met WVA) PDB

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage

Competenties en Gedragsindicatoren

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de Breederode Hogeschool

( X r f) NVAO. Dossiernummer september

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Professionalisering van docenten. Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort

Transcriptie:

hbo-master Accounting and Auditing Hogeschool Utrecht 6 april 2009 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies

Inhoud Inhoud 2 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording 6 2.1 Werkwijze panel 6 2.2 Opbouw paneladvies 7 3 Beschrijving van de opleiding 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Profiel instelling 8 3.3 Profiel opleiding 8 4 Beoordeling per onderwerp 10 4.1 Doelstellingen opleiding 10 4.2 Programma 17 4.3 Inzet personeel 26 4.4 Voorzieningen 30 4.5 Interne kwaliteitszorg 33 4.6 Continuïteit 35 5 Overzicht advies 37 Bijlage 1: Samenstelling panel 38 Bijlage 2: Programma 39 Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 40 Bijlage 4: Lijst met afkortingen 41 pagina 2

1 Samenvattend advies De nieuwe hbo-masteropleiding Accounting and Auditing (2,5 jaar, deeltijd) werd na een marktonderzoek door de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA ) in samenwerking met zes hogescholen waaronder de Hogeschool Utrecht (HU) ontwikkeld. Gelijktijdig met Utrecht hebben ook de Hogeschool Rotterdam, Fontys Hogescholen en Avans Hogeschool voor deze opleiding een aanvraag toets nieuwe opleiding bij de NVAO ingediend. Vanwege de gezamenlijke ontwikkeling komen ook de aanvraagdossiers van deze vier genoemde hogescholen grotendeels met elkaar overeen. Alle hogescholen bieden hetzelfde programma aan en hebben overeenkomstige doelstellingen. De concrete invulling van het programma, personeel, kwaliteitszorg, voorzieningen/faciliteiten en condities voor continuïteit verschillen echter onderling. Volgens de NOvAA blijft er beperkte ruimte waarin de samenwerkende hogescholen eigen accenten kunnen leggen. Het panel merkt op dat het hier om een herziene aanvraag van de vier hogescholen gaat. Een eerdere aanvraag is ingetrokken. De meeste bevindingen en documentatie van die eerste aanvraag zullen in dit nieuwe advies worden meegenomen. Tevens wordt nu ook rekening gehouden met de eindtermen van de CEA (Commissie Eindtermen Accountantsopleiding), zoals beschreven in het rapport Eindtermen theoretische Accountantsopleiding 2008, november 2007, versie 2008/1.0, die ten tijde van de eerste aanvraag nog niet bekend waren. Om redenen van expertise en efficiency is een lid namens de CEA aan het NVAO-panel toegevoegd. Hierbij moet worden benadrukt dat het panel dankbaar van deze CEA-expertise gebruik gemaakt heeft, maar dat de beoordeling van beide trajecten (CEA en NVAO) separaat en onafhankelijk plaats zal vinden. De CEA zal voor de aanwijzing nog afzonderlijk een toetsing uitvoeren volgens eigen regels en criteria. De opleiding staat ten aanzien van die beoordeling dus nog in de wacht. De HU zal de opleiding gaan aanbieden in Utrecht. Studenten zullen gemiddeld één lesdag per week onderwijs krijgen. De studiebelasting gedurende de hele opleiding zal gemiddeld 27 uur per week bedragen. Kandidaten kunnen instromen na een succesvolle hbo-opleiding Bachelor of Economics richting Accountancy of in enkele gevallen via een EVC-procedure (Erkenning van Verworven Competenties). Ze moeten minimaal een half jaar werkervaring hebben in de beroepspraktijk van de Accountant-Administratieconsulent, die als wettelijk controleur gekwalificeerd is. Daarnaast moet de eigen werkomgeving voldoende mogelijkheden bieden om de praktijkopdrachten uit te voeren en de competenties te ontwikkelen die bij het vereiste eindniveau van de hbo-master Accounting and Auditing horen. Het panel heeft waardering voor de goede toelatingsprocedure en selectie van de opleiding. Hierdoor zullen uitval en vertraging zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Het deeltijdprogramma is zwaar te noemen (90 ECTS in 2,5 jaar), maar moet door de goede samenhang en begeleiding voldoende studeerbaar worden geacht. Hierbij merkt het panel wel op dat er sprake zou kunnen zijn van verzwaring van het masterprogramma indien men wil men voldoen aan de nieuwe CEA-eindtermen. Daarmee zou tevens het niveauverschil ten opzichte van de bacheloropleiding (de knip tussen bachelor en master) kunnen toenemen. Tijdens de opleiding volgen studenten eveneens de 3 jarige praktijkstage die nodig is om gecertificeerd te worden als Accountant-Administratieconsulent door de NOvAA. In lijn met de binnen de kring van de NOvAA ontwikkelde gedachte meldt de HU dat deze praktijkstage geen onderdeel vormt van het masterprogramma. De door de HU in samenwerking met de NOvAA geformuleerde eindkwalificaties van de hbo-master in Accounting and Auditing bezitten volgens het panel en de NVAO-criteria in voldoende mate een hbo-oriëntatie en sluiten tevens voldoende aan bij de beroepspraktijk, de masterkwalificaties en de nieuwe eindtermen van de CEA. De NOvAA heeft de pagina 3

domeinspecifieke eisen van de opleiding vastgelegd in een beroepsprofiel dat mede gebaseerd is op de achtste EG-Richtlijn. Met betrekking tot positionering en karakter wordt aangegeven dat de Young Professionals van deze masteropleiding meer bieden dan alleen het uitvoeren van standaardwerkzaamheden en in de grotere en meer complexe organisaties binnen het MKB gaan functioneren. Zij zullen in staat zijn om nieuwe producten te ontwikkelen naar aanleiding van nieuwe wet- en regelgeving (productinnovatie), kunnen collega s en medewerkers de nieuwe wet- en regelgeving uitleggen en ondersteuning bieden bij de uitvoering daarvan (leidinggevende capaciteiten). De HU benadrukt dat er weliswaar sprake is van een gemeenschappelijk curriculum, maar dat met name in de vrije ruimte eigen accenten gelegd worden. Deze eigen invulling, het eigen gezicht, zal vooral tot uitdrukking komen via de onderzoeksactiviteiten binnen de opleiding en het lectoraat Financieel Economische Advisering bij innovatie. Bij het panel bestond enige zorg over de invulling en concretisering van het toegepaste wetenschappelijk onderzoek en interactie met de beroepspraktijk. De opleiding heeft echter door de uitleg tijdens de gesprekken en door de aanstelling van een waarnemend lector die zorg voor het grootste deel kunnen wegnemen. De lector zal een belangrijke rol gaan spelen bij de invulling van het toegepaste onderzoek en de begeleiding van studenten tijdens de masterthesis. Hierbij dient de opleiding er op toe te zien dat er voldoende aandacht wordt besteed aan diverse methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek. Het panel is van mening dat de HU in samenwerking met de NOvAA en de andere deelnemende hogescholen met de opzet en organisatie van de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing veel en goed werk heeft verricht. Men is duidelijk op de goede weg. Het programma staat voor alle vier de participerende opleidingen goed in de steigers, maar moet op een enkel onderdeel concreter worden ingevuld. De opleiding kon het ontbreken van readers en dergelijke verklaren door er onder meer op te wijzen dat het vanwege de behoefte aan actualiteit aan te raden is om die documentatie op zijn vroegst een half jaar voor de aanvang van een cursus samen te stellen. De opleiding heeft in samenwerking met de andere hogescholen en de NOvAA voor de toetsing van de drie kernvakken (Audit & Assurance, Externe Verslaggeving en Bestuurlijke Informatievoorziening) in het AC-scholenoverleg een landelijke toetsing opgezet. Hierbij is aansluiting gezocht bij de regeling landelijke examens post hbo Accountancy. De examens zullen door een, door de Programmaraad Master AA op te richten, Landelijke Commissie Examens worden voorbereid. De toetsing zal plaatsvinden onder een Raad van Toezicht waarin ook externe deskundigen uit de academische wereld zitting zullen hebben. HU verklaarde aan de CEA graag een plaats te geven in de toetsing. Het panel is van mening dat het programma in opzet gedegen is en door de verticale en horizontale structuur een goede inhoudelijke samenhang biedt met logische en consistente lijnen. Onder andere door de opbouw rondom thema s, die gebaseerd zijn op de levenscyclus van een bedrijf, wordt een goede rode draad verkregen. Wat de inzet van personeel betreft is het panel van mening dat de HU een docentencorps bezit dat zowel kwantitatief als kwalitatief voldoet. Er is sprake van een goede coördinatie, eenheid en coherentie. Dit team moet in staat zijn het masterniveau te realiseren en tevens een adequate verbinding te leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Door het deeltijdkarakter van de opleiding bevinden de studenten zich de meeste tijd op hun eigen werkplek of thuis en moet veel van de begeleiding en ondersteuning dus op afstand plaatsvinden. Het panel waardeert het feit dat de HU dit virtuele leren in een digitale omgeving op een goede wijze stimuleert en faciliteert. De kwaliteitszorg valt onder het integrale kwaliteitszorgsysteem van de HU. Het panel is van mening dat hiermee een adequaat systeem van interne kwaliteitszorg aanwezig is, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties pagina 4

verbetermaatregelen kunnen worden getroffen. Bij deze interne kwaliteitszorg worden alle relevante partijen actief en op een gestructureerde wijze betrokken. Samenvattend is het panel van oordeel dat de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing van de Hogeschool Utrecht voldoet aan de criteria van het Toetsingskader nieuwe opleiding hoger onderwijs. Den Haag, 6 april 2009 Namens het panel ter beoordeling van de nieuwe opleiding hbo-master Accounting and Auditing van de Hogeschool Utrecht Drs. V.I. Goedvolk (voorzitter) Drs. H.J.M.M. Tubbing (secretaris) pagina 5

2 Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel Informatie over de wijze waarop het paneladvies tot stand is gekomen (aanvraagdossier, voorbereidende bijeenkomst, site visit, afsluitende bijeenkomst, concept paneladvies, paneladvies, etc.). De Hogeschool Utrecht heeft op 25 juli 2008 bij de NVAO een aanvraag voor een toets nieuwe opleiding ingediend ten behoeve van de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing. Gelijktijdig hebben ook de Hogeschool Rotterdam, Fontys Hogescholen en Avans Hogeschool voor deze opleiding een aanvraag ingediend. Fontys Hogescholen biedt de opleiding aan in nauwe samenwerking met Avans Hogeschool. Een eerdere aanvraag voor deze opleiding (juni 2007) werd ingetrokken. In het kader van die eerdere aanvragen hadden al verschillende gesprekken met de aanvragers plaatsgevonden. De bevindingen van die gesprekken zijn in onderhavig rapport verwerkt. De NVAO heeft naar aanleiding van het verzoek een panel van deskundigen samengesteld bestaande uit drs. V.I. Goedvolk (voorzitter), em. prof. dr. E. De Lembre, drs. J.N. Leppink en drs. A.A.V.M. Otten AA (namens de Commissie Eindtermen Accountancy, CEA). J.W. Meijer van de NVAO fungeerde als procescoördinator, drs. H.J.M.M. Tubbing als secretaris (zie bijlage 1). Dit beoordelingspanel heeft als taak advies uit te brengen over de kwaliteit en het niveau van de beoogde nieuwe opleiding en weerspiegelt volgens de NVAO de vereiste deskundigheid in het vakgebied, het werkveld, onderwijskunde/didactiek en de praktijk en uitvoering van audits. Het panel volgt hierbij de criteria van het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs van de NVAO van 14 februari 2003 (hierna toetsingskader genoemd). Het aanvraagdossier van de HU heeft het panel zorgvuldig bestudeerd. Op 18 november 2008 werd een brief van de CEA naar de vier hogescholen gestuurd over de te volgen werkwijze op grond van de afspraken die met de NVAO waren gemaakt. In de brief is benadrukt dat de beoordeling van de beide trajecten (CEA en NVAO) separaat en onafhankelijk zou plaatsvinden. Op 19 november 2008 vond een overleg plaats tussen de procescoördinator van de NVAO (J.W. Meijer), de secretaris (drs. H.J.M.M. Tubbing) en J.P. Leerentveld RA RE (secretaris CEA). In dit overleg werd afgetast in welke mate en vorm de CEA (aanwijzing) en NVAO (accreditatie) ter wille van de effectiviteit een gezamenlijk deeltraject konden doorlopen. In samenspraak met de voorzitter werd hierop besloten om drs. A.A.V.M. Otten AA (namens de CEA) uit te nodigen zitting in het panel te nemen. Op 3 december 2008 vond een vooroverleg van het panel plaats te Den Haag (NVAO kantoor) met als voornaamste gesprekspunt de mogelijke afstemming tussen de CEA en de NVAO. Naar aanleiding van dit overleg werd een verklarende brief opgesteld met het verzoek aan de vier hogescholen om een verkorte vragenlijst van de CEA en twee extra vragen van het panel in te vullen en relevant cursusmateriaal voor 14 januari 2009 op te sturen. Op maandag 19 januari 2009 vond een tweede vooroverleg van het panel plaats te Breda waarin de antwoorden van de vier opleidingen werden bestudeerd. Tevens werd een schema opgesteld voor de gesprekken met vertegenwoordigers van de hogescholen. Op 6 februari 2009 heeft het panel in het kantoor van de NVAO te Den Haag met bestuurders en docenten/ontwikkelaars van de vier hogescholen in drie afzonderlijke zittingen van gedachten kunnen wisselen(zie bijlage 2). De belangrijkste gespreksonderwerpen betroffen de verschillende aanpassingen/verbeteringen van de opleidingen. Na afloop van deze gesprekken en op grond van alle eerdere informatie en documentatie heeft het panel de conclusies geformuleerd aan de hand van het toetsingskader. Per facet is een positief (voldoende) of negatief (onvoldoende) oordeel pagina 6

gegeven. Op basis van de oordelen per facet zijn de bijbehorende onderwerpen met voldoende of onvoldoende beoordeeld. Het panel heeft deze conclusies in volledige onafhankelijkheid kunnen vormen, waarna de secretaris een conceptrapport heeft opgesteld. De panelleden hebben dit conceptrapport beoordeeld en van commentaar voorzien. Hierna is een definitieve versie van het rapport opgesteld en ter verdere besluitvorming ter beschikking gesteld aan het bestuur van de NVAO. 2.2 Opbouw paneladvies Het eerste hoofdstuk van dit advies bevat een samenvatting. Hoofdstuk 2 vormt de inleiding tot en de verantwoording van dit advies. Het derde hoofdstuk beschrijft in hoofdlijnen de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing, de positie van de opleiding binnen de instelling en binnen het Nederlandse hoger onderwijsbestel. In het vierde hoofdstuk presenteert het panel zijn bevindingen en overwegingen. Bij elk van de zes onderwerpen worden de in het toetsingskader voorgeschreven facetten besproken en geeft het panel zijn bevindingen, zijn overwegingen en zijn oordeel. De bevindingen geven de feiten weer zoals het panel die heeft kunnen vaststellen op basis van het aanvraagdossier, de gegeven toelichtingen en de aanvullende informatie, alsmede de indrukken die zijn opgedaan tijdens het locatiebezoek. De overwegingen geven de subjectieve evaluatie van de bevindingen weer en het gewicht dat het panel daaraan toekent. Het zijn deze overwegingen waarop het oordeel van het panel is gegrond. Het panel besluit zijn advies in hoofdstuk 5 met een overzicht van de oordelen bij elk facet en elk onderwerp overzichtelijk bijeengebracht in tabelvorm. Aan het advies is een aantal bijlagen toegevoegd. pagina 7

3 Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Graad Locatie Variant Sector Nederland Hogeschool Utrecht Accounting and Auditing Master HBO Master Accounting and Auditing Utrecht Deeltijd Economie 3.2 Profiel instelling De hbo-masteropleiding Accounting and Auditing wordt aangeboden door de Faculteit Economie & Management (FEM) van de Hogeschool Utrecht (HU) die met circa 32.000 studenten en ruim 300 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige hboinstellingen in Nederland is (bijlage Studiegids Masteropleiding Accounting and Auditing bij het aanvraagdossier). De zes faculteiten bieden samen meer dan 70 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. Er zijn ook diverse masteropleidingen. De hbo-masteropleiding Accounting and Auditing maakt deel uit van het Kenniscentrum InnBus, Innovatie in Business, dat nauw samenwerkt met het Institute for Business Economics. De HU wil hoogwaardige professionals opleiden die een actieve bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving. Uitgangspunt voor het onderwijs is het inrichten van competentie- en vraaggerichte opleidingen binnen leeromgevingen. Het competentiegerichte onderwijs is erop gericht dat studenten op samenhangende wijze hun competenties verwerven, zodat ze in staat zijn professioneel te handelen in beroepssituaties met toenemende complexiteit. Dit gebeurt in nauw overleg met het werkveld. Studenten worden gestimuleerd om in toenemende mate de regisseur te worden van het eigen leerproces en moeten werken aan hun onderzoeksvaardigheid en het ontwikkelen van competenties in een internationale/multiculturele context. Het vraaggestuurde onderwijs houdt hierbij in dat het zich zowel richt op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Een sterke leeromgeving zal studenten inspireren en hen uitdagen om zich op de grens van het kunnen te begeven. Leren is werken en werken is leren. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis centraal vanuit realistische beroepstaken binnen in toenemende mate authentieke beroepssituaties. 3.3 Profiel opleiding De nieuwe hbo-masteropleiding Accounting and Auditing werd na een marktanalyse (Arbeidsrelevantie master AA) door de NOvAA in samenwerking met een zestal hogescholen waaronder de Hogeschool Utrecht ontwikkeld (aanvraagdossier pag. 3). De NOvAA acht het van groot belang dat er een opleiding op toegepast wetenschappelijk niveau tot stand komt die de kwalificaties biedt welke vereist zijn voor het beroep van Accountant-Administratieconsulent. Hiertoe heeft de NOvAA de eisen die zij stelt aan de titel Accountant-Administratieconsulent onder meer vertaald in een beroepsprofiel: De pagina 8

Accountant-Administratieconsulent 'en profil'. Dit beroepsprofiel en de daarin vastgelegde competenties en criteria zijn gehanteerd in de definiëring van de eindkwalificaties en het programma van de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing. Er is voor gekozen de master Accounting and Auditing als deeltijdopleiding te ontwikkelen: de opleiding vindt plaats naast de beroepspraktijk en moet een ontmoetings-, onderzoeks- en leerwerkplaats zijn voor toekomstige Accountants-Administratieconsulenten. Vanwege het gemeenschappelijke programma komen de doelstellingen van de hbomasteropleiding Accounting and Auditing van de participerende hogescholen overeen. De concrete invulling van het programma, personeel, kwaliteitszorg, voorzieningen/faciliteiten en condities voor continuïteit verschillen echter. De totale studieduur van deze deeltijdopleiding is 2,5 jaar met een studiebelasting van 90 ECTS (aanvraagdossier pag. 25-27). De opleiding sluit direct aan op de hbobacheloropleidingen Accountancy & Bedrijfseconomie en Economie. Studenten dienen echter reeds minimaal een half jaar op hbo-niveau in de beroepspraktijk van de Accountant- Administratieconsulent werkzaam te zijn voor ze met deze opleiding kunnen beginnen. De werkplek dient tevens voldoende mogelijkheden te bieden om beroepscompetenties te ontwikkelen en praktijkopdrachten en toegepast praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Het panel had met betrekking tot de aansluiting van bachelor op master enige zorg in verband met de nieuwe CEA-eindtermen. Deze zouden mogelijk kunnen leiden tot een verdere verzwaring van het masterprogramma waardoor het niveauverschil ten opzichte van de bacheloropleiding groter zou worden. Tijdens de gesprekken kon deze zorg echter in voldoende mate door de opleiding worden weggenomen. De aansluiting tussen bachelor en master krijgt de noodzakelijke aandacht ook bij verdere uitbouw van het programma. Gelijktijdig met de opleiding dienen studenten te voldoen aan de eis van een praktijkstage van drie jaar die nodig is om gecertificeerd te worden als Accountant-Administratieconsulent door de NOvAA (aanvraagdossier pag. 19). Nadrukkelijk wordt in het aanvraagdossier gesteld dat deze praktijkstage geen onderdeel vormt van het masterprogramma. De opleiding en de NOvAA doen er naar de mening van het panel goed aan de informatieverstrekking en voorlichting op deze punten te blijven volgen. Nieuwe opleiding voor Nederland Er wordt geen andere vergelijkbare opleiding in Accounting en Auditing elders aangeboden buiten de kring van met de NOvAA samenwerkende opleidingen. Nieuwe opleiding voor de instelling De opleiding is eveneens nieuw voor de Hogeschool Utrecht. Studieomvang De hbo-masteropleiding Accounting and Auditing betreft een 2,5 jarige deeltijdopleiding met als locatie Utrecht. De opleiding heeft een omvang van 90 ECTS (2528 studiebelastingsuren). pagina 9

4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen eveneens per facet een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1 Doelstellingen opleiding Voor de beschrijving van de algemene doelstellingen, profiel van de instelling en opleiding en onderwijskundige visie wordt onder andere verwezen naar hoofdstuk 3. 4.1.1 Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) heeft sinds 2004 met een aantal hogescholen, waaronder de Hogeschool Utrecht, een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor de ontwikkeling van een professional masteropleiding voor Accountants-Administratieconsulenten. Hiertoe zijn twee overlegorganen in het leven geroepen: de landelijke Stuurgroep en de landelijke Programmaraad Master Accounting and Auditing. Ze bestaan uit vertegenwoordigers van de hogescholen en de NOvAA en behartigen de ontwikkeling en aanbieding van de hbomasteropleiding Accounting and Auditing. De titel Accountant-Administratieconsulent is beschermd, geeft certificeringbevoegdheid en mag alleen worden gevoerd indien wordt voldaan aan de wettelijke eisen van de NOvAA (aanvraagdossier pag. 3). De vraag naar een dergelijke opleiding is onderzocht met behulp van het kwantitatieve beleidsonderzoek Dijk 12 (Arbeidsmarktrelevantie Master A&A) en in gesprekken met accountantsorganisaties, het MKB en hogescholen (aanvraagdossier pag. 3 en mondeling overleg van het panel met de NOvAA op 30 okt. 2007). Vooral voor de bovenkant van het MKB bleek behoefte aan een adequate gesprekspartner voor ondernemer en personeel: administratieve ondersteuning, samenstelling en beoordeling van de jaarrekening, afgifte van een verklaring, advisering in bedrijfseconomische, fiscale en juridische zaken en op het gebied van de automatisering. De hbo-master moet een kritische, onafhankelijke professional zijn, die in staat is innovatieve oplossingen in zijn beroepspraktijk, de MKB-omgeving, toe te passen. De NOvAA heeft de domeinspecifieke eisen die zij stelt aan de masteropleiding Accountant- Administratieconsulent vastgelegd in een beroepsprofiel dat mede gebaseerd is op de achtste EG-Richtlijn (aanvraagdossier pag. 5-6). In dit beroepsprofiel worden de vijf eindkwalificaties voor de masteropleiding, bestaande uit een beschrijving van kritische situaties en daaraan gekoppelde competenties en het niveau van functioneren, beschreven (aanvraagdossier pag. 6-9): Situaties van assurance-opdrachten Situaties van assurance verwante opdrachten Situaties van administratieve en fiscale dienstverlening Situaties van advies Situatie van kantoororganisatie pagina 10

In het beroepsprofiel worden nog zes houdingsaspecten genoemd: integriteit, objectiviteit, geheimhouding, deskundigheid & zorgvuldigheid, onafhankelijkheid en professioneel gedrag. De masteropleiding wil een expliciete bijdrage leveren aan de ontwikkeling van deze houdingsaspecten en heeft daartoe negen persoonsgebonden competenties gedefinieerd. Deze negen competenties geven richting aan de portfoliowerkzaamheden van de student, terwijl de eraan gekoppelde indicatoren sturend zijn voor de beoordeling van de professionele attitude van de student middels een assessment (aanvraagdossier pag. 9-11): Kritische analyse Innovatieve probleemoplossing Doelgericht en planmatig handelen Omgevingsgericht handelen Besluitvaardigheid en oordeelsvorming Communiceren Samenwerken Klantgericht handelen Lerend vermogen Overwegingen Het panel heeft in eerste instantie de NOvAA de vraag voorgelegd wat de positionering en het karakter van deze nieuwe hbo-master Accounting and Auditing zal gaan worden. Uit het antwoord blijkt dat de Young Professionals van deze masteropleiding meer bieden dan alleen het uitvoeren van standaardwerkzaamheden en in de bovenposities van het MKB gaan functioneren. Zij zijn in staat om nieuwe producten te ontwikkelen naar aanleiding van nieuwe wet- en regelgeving (productinnovatie), kunnen collega s en medewerkers de nieuwe wet- en regelgeving uitleggen en ondersteuning bieden bij de uitvoering daarvan (leidinggevende capaciteiten). De kennissamenleving noodzaakt tevens om (internationale) kennis op hoog niveau binnen de beroepsomgeving aan te bieden aan beginnende professionals. Aangegeven werd dat de Postbacheloropleiding en de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing twee verschillende opleidingstrajecten zijn. Bij de Postbacheloropleiding ligt de nadruk op standaardwerkzaamheden (controle en samenstelopdrachten e.d.). De masteropleiding biedt meer op terreinen als productinnovatie, internationalisering, zelfreflectie, ontwikkeling leidinggevende capaciteiten enz. Dit blijkt onder andere uit de gekozen literatuur en de onderzoekscomponent. In de opleiding staan de beroepsproducten centraal waarbij onderzoek kan leiden tot productvernieuwing en kennisvermeerdering. De hbo-master positioneert zich daarmee aan de bovenkant van de MKB-markt en heeft daarin vooral een adviserende functie (bijvoorbeeld fiscaal advies). De Hogeschool Utrecht (HU) gaf in de gesprekken aan dat door de participerende hogescholen en de NOvAA gekozen is voor een gemeenschappelijk curriculum aangezien de opleiding aan een aantal eisen moet voldoen teneinde daadwerkelijk de status van een master te kunnen verkrijgen. Zaken die in dat kader vaststaan zijn: eindtermen, Dublin descriptoren en het beroepsprofiel. Elke hogeschool kan met name in de vrije ruimte zijn eigen accenten en lokale kleuring inbrengen. Er bestaat een afspraak over wat wordt aangeboden, terwijl iedere hogeschool zelf bepaalt hoe de opleiding wordt aangeboden. Bij de HU gebeurt dat onder andere doordat vorm en inhoud van de onderzoeksactiviteiten geleid worden door het lectoraat Financieel Economische Advisering bij innovatie. Er is dan ook sprake van een nauwe relatie tussen de 5 onderzoeksleerlijnen en innovatie. Hierbij zal ook het bacheloronderwijs betrokken worden. Ten opzichte van de bachelor zal de master echter een aanzienlijke verdieping en verbreding bieden. De couleur locale wordt eveneens bepaald door een sterke koppeling tussen werken en leren: de student brengt zijn eigen casuïstiek in welke gecombineerd wordt met onderzoeksvragen vanuit het lectoraat. pagina 11

Het management merkte op dat met name de regionale markt aangeeft dat er sprake is van een beroepsverandering in de richting van internationalisering en innovatie. De HU wil met zijn masteropleiding daarbij aansluiten en heeft de ambitie daar een vooraanstaande rol in te spelen. Met betrekking tot de positionering ten opzichte van een RA of een master Financial Controller merkt de aanvrager desgevraagd op dat de drie opleidingen overeenkomsten vertonen, maar dat ze verschillen in de wijze waarop de afgestudeerden binnen een organisatie functioneren. De universitair geschoolde RA is in dienst van accountantskantoren die zich richten op het grootbedrijf, terwijl de hbo-master Accounting and Auditing zich richt op het MKB. De (Financial) controller is een interne functie binnen een organisatie, terwijl de accountant er geen deel van uitmaakt. De accountant richt zich op alle sectoren en branches. De Accountant-Administratieconsulent (AA) is in het algemeen meer allround op het gebied van fiscaliteit, administratie, jaarrekening en financiering. In de Wet Toezicht Accountantsorganisaties (WTA) wordt geen onderscheid gemaakt tussen AA en RA. De HU verwacht wel dat genoemde posities binnen organisaties zullen verschuiven, maar in welke richting is nog moeilijk in te schatten. Veranderingen in het werkveld zullen tijdens het mastertraject gemonitord worden en waar nodig zullen veranderingen in het curriculum aangebracht worden. Het panel is van mening dat de aanvrager zich voldoende heeft georiënteerd op de arbeidsmarkt en het werkveld via verkennende studies, overleg met accountantsorganisaties, MKB Nederland, hogescholen, NOvAA en universitaire vakgenoten. De hiermee door de opleiding geformuleerde beoogde eindkwalificaties sluiten volgens het panel voldoende aan bij het beroepsprofiel en de domeinspecifieke eisen die in de beroepspraktijk gesteld worden aan een hbo-master in Accounting and Auditing. Het panel merkt hierbij op dat de Hogeschool Utrecht in samenwerking met de NOvAA rekening gehouden heeft met de nieuwe eindtermen van de CEA (Commissie Eindtermen Accountantsopleiding). De beoogde eindkwalificaties sluiten hierbij voldoende aan voor wat betreft de NVAO-criteria (accreditatie). De CEA zal echter voor de aanwijzing nog apart een toetsing uitvoeren volgens eigen regels en criteria (zie paragraaf 2.1). Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 Domeinspecifieke eisen als voldoende. 4.1.2 Master (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Bevindingen De opleiding heeft de competenties, die het eindniveau van de opleiding bepalen, getoetst aan het hbo-masterniveau van de Dublin descriptoren (aanvraagdossier pag. 11-14, 16). Kennis en inzicht (o.a.): Assurance-opdrachten: kwalificatie van administratieve verslaglegging, oordeelsvorming, verantwoording, toetsing Assurance verwante opdrachten: objectiviteit, verantwoording, toetsing aan Wet en Regelgeving Administratieve en fiscale dienstverlening: ondersteuning jaarrekening, gegevensanalyse Advies: signalering, formulering, actief luisteren, beeld huidige situatie, data verzamelen Kritische analyse: complexe situaties, (causale) verbanden, conclusies pagina 12

Toepassen kennis en inzicht (o.a.): Assurance-opdrachten: verklaringsstelsel, richtlijnen accountantscontrole Assurance verwante opdrachten: (financiële-) administratie, jaarrekening, belastingaangifte, salarisadministratie Advies: eindresultaten vastleggen, traject plannen, ondersteuning invoering Kantoororganisatie: bedrijfs- procesvoering van teams, instructies Innovatieve probleemoplossing Doelgericht en planmatig handelen Oordeelsvorming (o.a.): Assurance-opdrachten: doelmatig handelen, afwegingen onvolkomenheden, accountantsverklaring, Wet en Regelgeving Assurance verwante opdrachten: deugdelijke grondslag, Wet en Regelgeving Administratieve en fiscale dienstverlening: belastingaangifte, Wet en Regelgeving Kantoororganisatie: werkomgeving teams, kwaliteitsbeheersing Besluitvaardigheid en oordeelsvorming: beslissen, uitspreken, acties ondernemen Samenwerken Klantgericht handelen Communicatie (o.a.): Assurance-opdrachten: hiaten administratieve bedrijfsvoering, rapportage Assurance verwante opdrachten: vertrouwen scheppen, rapportage, gezag Administratieve en fiscale dienstverlening: ondersteuning administratie Advies: inzichtelijk/begrijpelijk maken, bespreken, reflecteren Kantoororganisatie (teams): beheren van relaties, contacten onderhouden, klankbord, acquisitie en behouden van cliënten Mondeling en schriftelijk meningen en ideeën aan anderen duidelijk maken Leervaardigheden (o.a.): Kantoororganisatie (teams): zelfbeeld, grenzen, plannen en delegeren, netwerken Omgevingsgericht handelen: verplaatsen in anderen, maatschappelijke ontwikkelingen Lerend vermogen Het beoogde niveau is een verbreding èn verdieping van het bachelorniveau. Bij het functioneren op masterniveau wordt van de Accountant-Administratieconsulent (AA) verwacht dat deze zelfstandig innovaties kan realiseren in het beroep zelf, in de organisatie van het werk en in nieuwe en verbeterde oplossingen voor de cliënt, gebaseerd op ervaring en wetenschappelijke inzichten (gebaseerd op het NOvAA- beroepsprofiel: De Accountant- Administratieconsulent 'en profil'). Overwegingen Het panel constateert na bestudering van het aanvraagdossier en op grond van de gesprekken met de NOvAA en vertegenwoordigers van de opleiding, dat de HU er in slaagt de geformuleerde eindkwalificaties aan te laten sluiten bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master (de Dublin descriptoren). De Dublin descriptoren zijn duidelijk herkenbaar. De combinatie van de theorie met een onderzoeks- en toepassingsgerichte benadering van de beroepspraktijk past bij het gewenste profiel. Het panel heeft aan de NOvAA de vraag gesteld in hoeverre docenten van de verschillende hogescholen nog wel voldoende uitgedaagd zullen worden door de toch vrij strakke voorschriften en discipline van het programma. De NOvAA antwoordde dat de ontwikkeling van theoretische kennis meer is dan het uitleggen van hetgeen in het curriculum staat. In het model worden docenten uitgedaagd om samen met de studenten te onderzoeken of de verkregen kennis gebruikt kan worden in de praktijk (en omgekeerd). De (nieuwe) pagina 13

bevindingen worden in samenspraak met studenten, werkgevers en lectoren, besproken en beschreven. Kennis en inzicht worden dus verbonden met de praktijk. De resultaten zullen worden opgenomen in publicaties en jaarlijks worden gepresenteerd aan de kantoren en het opleidingsveld. De opleiding gaf voorafgaand aan dat ze de rol van de NOvAA op verschillende terreinen als zeer essentieel beschouwt: werving van docenten, afstemming van praktijkopleiding, aandragen leden landelijke Adviesraad en veranderingen in de regelgeving die gevolgen kunnen hebben voor de inrichting van het programma. Het management stelde dat de samenwerking zeker niet als een keurslijf ervaren wordt. De hogescholen hebben een gemeenschappelijke basis, maar zullen zich ieder afzonderlijk verder ontwikkelen. De programmacoördinatoren merkten op dat er binnen de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing van de HU met name accenten zullen worden gelegd op financieel economische advisering en innovatie, ICT-ontwikkelingen met betrekking tot de financieel administratieve dienstverlening en internationalisering bij het MKB. De lector wordt vanuit het kenniscentrum samen met de opleidingsmanager en de course leader verantwoordelijk voor de inhoud van het curriculum. Zijn inbreng zal ook gericht zijn op de ontwikkeling van een onderzoeksprogramma. Hierbij zullen via de kenniskring ook docenten van de Hogeschool betrokken worden. Het panel is van mening dat de opleiding door de voortdurende inbreng vanuit de eigen beroepspraktijk van studenten sterk gericht is op de praktijk en op zelfwerkzaamheid. Juist vanwege de vaak unieke werksituaties en doordat tijdens de opleiding de nodige aandacht zal worden besteed aan persoonlijke ontwikkeling, discussiëren, presenteren en verantwoorden kan een vruchtbare en actuele uitwisseling plaatsvinden tussen studenten onderling, studenten en docenten en tussen opleiding en werkveld. Het panel vindt dat de opleiding mede daardoor op een goede manier bij zal kunnen dragen aan nieuwe ontwikkelingen in beroep en toegepast wetenschappelijk onderzoek. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 Master als voldoende. 4.1.3 Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een master in hbo: De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepencompetenties. Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van een zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen In het beroepsprofiel van de Accountant-Administratieconsulent (AA, zie het NOvAArapport: De Accountant-Administratieconsulent en profil ),wordt een onderscheid gemaakt tussen drie niveaus. Niveau A geeft aan dat de aankomende Accountant- Administratieconsulent kan functioneren in een eenvoudige context en volgens de regels zijn werk kan uitoefenen. Op niveau B kan de Accountant-Administratieconsulent functioneren in een complexe veranderlijke context en putten uit een breed scala van ervaringen. Bij het hoogste niveau C van de professionele master staat de vernieuwing van patronen in de context van het werk centraal. Dit niveau is een verbreding en verdieping van het bachelorniveau. De niveaudefiniëringen zijn in termen van het beroepenveld geformuleerd en door de beroepsvereniging NOvAA gevalideerd. Het rapport De pagina 14

Arbeidsmarktrelevantie Master AA van de NOvAA geeft aan dat het perspectief van afgestudeerde masters Accounting and Auditing gunstig is. Binnen de AA-accountancy wordt een aantal ontwikkelingen gesignaleerd die hierop aansluiten: upgrading en internationalisering werkzaamheden MKB-bedrijven, verhoogde kwaliteitseisen en (fiscale wetgeving) en schaalvergroting accountancykantoren. De eisen waaraan accountants moeten voldoen worden derhalve steeds zwaarder en complexer (aanvraagdossier pag. 15-16). De hbo-master Accountant-Administratieconsulent moet dan ook met name innovaties kunnen realiseren in het beroep zelf, in de organisatie van het werk en in nieuwe type oplossingen voor de cliënt (niveau C). Voorbeelden zijn nieuwe procedures en instrumenten om de kwaliteit en/of efficiëntie te verbeteren en het anticiperen op ontwikkelingen in de omgeving (cliënt en wet- en regelgeving) met analyses gebaseerd op ervaring en wetenschappelijke inzichten. De persoonsgebonden competenties kritische analyse, innovatieve probleemoplossing, omgevingsgericht handelen en lerend vermogen moeten bijdragen aan de ontwikkeling van een innovatieve attitude. De overige persoonsgebonden competenties zijn vooral van belang voor het leveren van gedegen en goed vakmanschap. Het niveau van functioneren is door de NOvAA in het beroepsprofiel als volgt in de vijf eindkwalificaties omschreven (aanvraagdossier pag. 15-16): Situaties van assurance-opdrachten: Het ontwikkelen van het ontwerp en de routine van assurance-opdrachten, door het conceptualiseren en reflecteren op de kwaliteit van een afgeleverd product ten behoeve van cliënten en het kantoorrepertoire Situaties van assurance verwante opdrachten: Het ontwikkelen van het ontwerp en de procedures (werkprogramma s, instrumenten, leidraden) van aan assurance verwante opdrachten, door het conceptualiseren en reflecteren op de kwaliteit van een afgeleverd product en het kantoorrepertoire Situaties van administratieve en fiscale dienstverlening: Het zelfstandig nemen van beslissingen in vernieuwingssituaties, door zicht op de te ontwerpen technologieën Situaties van advies: Het articuleren van (latente) complexe adviesbehoeften en deze vertalen in aanbod van producten, door kritische reflectie op vernieuwingsopgaven in systeemverband Situatie van kantoororganisatie: Het vernieuwen van het werken van teams en kantoor, door kritisch beschouwen van bestuur en organisatie van acquisitie, kwaliteitsborging, automatisering en ontwikkeling van repertoire Overwegingen Het panel heeft de beoogde vijf eindkwalificaties (situaties) en daaraan gekoppelde competenties en niveaus van functioneren van een hbo-master Accounting and Auditing zorgvuldig bestudeerd en is van mening dat het niveau van de opleiding gericht is op het zelfstandig kunnen functioneren binnen een complexe multidisciplinaire omgeving en/of met complexe problematiek. De eindkwalificaties zijn in samenspraak met het relevante beroepenveld (beroepsorganisaties, MKB, universitaire contacten) ontwikkeld. De opleiding en de NOvAA hebben in samenspraak met de overige deelnemende hogescholen op basis van het CEA-rapport het curriculum zodanig aangepast dat ook de nieuwe CEA-eindtermen goed worden afgedekt. Met name via het lectoraat zullen professionals (gastdocenten) vanuit het werk- en onderzoeksveld bij de ontwikkeling van het onderwijs en het toegepaste wetenschappelijke onderzoek betrokken kunnen worden (zie facet 1.1 Domeinspecifieke eisen). De opleiding gaf voorafgaand aan de site visit aan dat de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing een afgeleide is van het beroepsprofiel van de Accountant- Administratieconsulent opgesteld door de NOvAA. Het management merkte tijdens de site pagina 15

visit op dat de samenwerking met de NOvAA en de andere hogescholen absoluut aan de verwachtingen heeft voldaan. Vooral de connectie met het beroepenveld die de NOvAA kan bieden wordt belangrijk gevonden. Er is een inhoudelijke afstemming van het programma, maar de hogescholen bepalen de couleur locale zelf en blijven eindverantwoordelijk. Met betrekking tot het beroepsprofiel heeft het panel eveneens de vraag gesteld waarom middelgrote non-profit organisaties en zorginstellingen buiten beschouwing zijn gebleven. De aanvrager gaf hierop als antwoord dat studenten niet worden opgeleid ten behoeve van een specifiek marktsegment. De non-profit organisaties kunnen eveneens onderdeel uitmaken van de doelgroep. Verwacht wordt dat de afgestudeerde hbo-master Accounting and Auditing voldoende opgeleid is om te werken in zowel de profit als de non- profit branche. Concluderend is het panel van mening dat de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing in voldoende mate aan de doelstellingseisen Oriëntatie hbo, die aan een hbo-master worden gesteld, voldoet. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 Oriëntatie hbo als voldoende. 4.1.4 Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de facetten Domeinspecifieke eisen, Master en Oriëntatie HBO van het onderwerp Doelstellingen Opleiding als voldoende. Daarmee is het samenvattend oordeel met betrekking tot het onderwerp positief. pagina 16

4.2 Programma Voor de algemene beschrijving van de opleiding wordt verwezen naar hoofdstuk 3. 4.2.1 Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen De opleiding wordt in deeltijd aangeboden waardoor het een ontmoetings-, onderzoeks- en leerwerkplaats is voor toekomstige Accountants-Administratieconsulenten (aanvraagdossier pag. 17). De opleiding vraagt actief en innovatief (door)denken en reflecterend handelen. Studenten dragen zelf aan de eigen beroepspraktijk ontleende casuïstiek aan die via opdrachten en actuele wetenschappelijke vakliteratuur verkend en geanalyseerd wordt. Ze maken aldus kennis met concepten, theorieën en modellen die ten grondslag liggen aan het handelen in de beroepspraktijk. Werkmethoden, persoonlijke effectiviteit en instrumentarium worden hierdoor verder ontwikkeld. Het programma is opgebouwd rond vier thema s die toenemen in complexiteit en alle betrekking hebben op een onderdeel uit de levenscyclus van een bedrijf: 1. de startende onderneming, 2. de groeiende of grote(re) onderneming, 3. overname of verkoop van de onderneming, 4. staking van de onderneming (aanvraagdossier pag. 18). Ieder thema kent steeds twee opdrachten waarvan één zich richt op communiceren met en adviseren van de klant, terwijl de andere zich richt op het methodisch verantwoord opzetten en uitvoeren van toegepast praktijkonderzoek. Daarnaast wordt met behulp van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en een portfolio gewerkt aan persoonsgebonden competentieontwikkeling waarbij zes houdingsaspecten worden onderscheiden (zie facet 1.1 Domeinspecifieke eisen). Alle leerlijnen komen in het laatste half jaar van het opleidingsprogramma tezamen in de masterthesis (aanvraagdossier pag. 17-18). De actualiteit van het programma wordt geborgd door samenwerking met de NOvAA (commissie onderwijs) en een werkveldcommissie waarin naast de NOvAA tevens beroepsbeoefenaren en vertegenwoordigers van het MKB zitting hebben. Het programma wordt eveneens geborgd doordat de opleiding ook de eindtermen van de CEA geïncorporeerd heeft (aanvraagdossier pag. 19 en bijlage 1 van dat dossier). Er is binnen de vier samenwerkende hogescholen een aanvang gemaakt met het opzetten van enkele lectoraten die sterk gerelateerd zijn aan het beroep van Accountant- Administratieconsulent. De lectoren zullen een actieve rol gaan spelen met betrekking tot kennisuitwisseling en kennisvalorisatie (aanvraagdossier pag. 28 en facet 3.1 Inzet personeel, eisen hbo). Voor de Faculteit Economie en Management van de HU is het lectoraat Financieel Economische Advisering en Innovatie van start gegaan op 1 september 2008 (aanvraagdossier pag. 29). Thans is een waarnemend lector Organisatie van Innovatie aangesteld. Studenten van de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing zullen tegelijkertijd de wettelijk verplichte praktijkstage (ook wel praktijkopleiding genoemd) van drie jaar doorlopen. Deze praktijkstage vormt echter geen onderdeel van het masterprogramma (zie ook de opmerkingen hierover bij paragraaf 3.3 Profiel opleiding). pagina 17

Overwegingen Het panel is na bestudering van het aanvraagdossier en de gesprekken met de NOvAA en de opleiding van mening dat het programma voldoende consistentie en samenhang biedt. De relatie met de Dublin descriptoren is duidelijk herkenbaar en de samenhang van het programma wordt door de rode draad van de levenscyclus van een bedrijf en de horizontale en verticale relaties van de drie leerlijnen voldoende geborgd. De toepassing van de CEAeindtermen zal eveneens bijdragen aan de programmakwaliteit. Vanuit het lectoraat kan een goede inbreng komen met betrekking tot het toegepaste wetenschappelijk onderzoek, de actualiteit en de theoretische ontwikkeling van het vakgebied. Er zal tevens een voortdurende en actuele interactie kunnen plaatsvinden met de (eigen) beroepspraktijk door de praktijkopdrachten en cases, de inbreng van (gast)docenten/lectoren en uiteindelijk het toegepaste onderzoek tijdens de masterthesis. Hierdoor zullen beroepsvaardigheden ontwikkeld kunnen worden en zijn er tevens aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het panel vroeg zich met betrekking tot de hoeveelheid aangeboden literatuur af of het doorwerken en beheersen ervan wel haalbaar is in 2,5 studiejaar. Het leek goed om hierin een keuze van onderwerpen te maken (capita selecta). De opleiding gaf hierop aan dat in de themawijzers een onderscheid gemaakt wordt in verplichte en aanbevolen literatuur. De verplichte literatuur wordt door de docenten bepaald. De aanbevolen literatuur wordt in overleg met docenten en afhankelijk van opdracht en toegepast praktijkonderzoek vastgesteld. Een deel van de onderwerpen van het onderwijsprogramma is reeds in de bachelor in meer of mindere mate aan de orde gekomen. De aspecten toegepast wetenschappelijk onderzoek en interactie met de beroepspraktijk zijn erg belangrijk voor het niveau van de hbo-master. De opleiding merkte hierover op dat in de modules (twee per thema) verschillende werkmodellen en concepten van beroepsproducten worden geanalyseerd en getoetst aan de achterliggende theorieën. Theoretische kennis op masterniveau wordt aldus verdiept en verbreed in relatie met de beroepspraktijk van de accountant. Elke module kent tevens één onderzoeksopdracht in de eigen beroepspraktijk waaraan vanuit verschillende gezichtspunten de problematiek van het betreffende thema kan worden gerelateerd. De masterthesis is het afsluitende meesterstuk waarin de student laat zien in staat te zijn zelfstandig literatuuronderzoek en toegepast wetenschappelijk onderzoek te kunnen verrichten en de resultaten te kunnen plaatsen in een breder perspectief. De begeleiding hiervan zal plaatsvinden vanuit het lectoraat dat met de aanstelling van de nieuwe (waarnemend) lector een concretere invulling heeft gekregen. Kwantitatieve resultaten worden statistisch verwerkt bijvoorbeeld met SPSS. De student dient in heldere bewoordingen aanbevelingen te doen ter verrijking van de beroepspraktijk en de theorie. De lector speelt met betrekking tot het toegepaste onderzoek een belangrijke rol door het signaleren van wetenschappelijke ontwikkelingen, het begeleiden van de docenten en studenten en het bewaken van het wetenschappelijk gehalte van de opleiding. Door deze uitleg kon de zorg van het panel met betrekking tot het toegepaste onderzoek en de beroepspraktijk in voldoende mate worden weggenomen. Samenvattend kan gesteld worden dat het programma van de hbo-masteropleiding Accounting and Auditing, rekening houdend met de nieuwe CEA-eindtermen, in voldoende mate voldoet aan de hbo-eisen en op de concrete, actuele beroepspraktijk is afgestemd. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 Eisen hbo als voldoende. pagina 18

4.2.2 Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen Het didactisch principe van de opleiding is gebaseerd op een constructivistische leeromgeving (aanvraagdossier pag. 20-22). Het programma is opgedeeld in vier onderwijsblokken (de thema s) die de levenscyclus van een onderneming weerspiegelen. Hieraan worden telkens eindkwalificaties en competenties gekoppeld (aanvraagdossier pag. 22-23). Door deze opbouw wordt aansluiting gevonden bij de beroepspraktijk van de Accountant-Administratieconsulent en is er tevens sprake van een toenemende complexiteit. Het programma wordt afgesloten met een thesis: een half jaar toegepast wetenschappelijk onderzoek in de beroepspraktijk. Door alle blokken heen lopen drie leerlijnen: een expertiselijn communicatie en advies (1 opdracht per blok), een expertiselijn toegepast praktijkonderzoek (1 opdracht per blok) en een persoonlijke competentielijn. De opbouw van de expertise gebeurt vanuit twee invalshoeken: enerzijds vanuit het maken, produceren en toepassen in de beroepspraktijk en anderzijds vanuit het analyseren, vergelijken en confronteren van theorieën, modellen en bestaande beroepspraktijken. De opdrachten worden afgesloten door een casusaanpak, een onderzoeksrapport of een paper welke summatief beoordeeld worden (aanvraagdossier pag. 24). De expertiseontwikkeling wordt ondersteund door colleges, (gast)docenten, input van medestudenten, werkgroepen en collegiale consultatie onder leiding van een domeindeskundige docent. De persoonlijke competenties en indicatoren (beroepshouding) zijn gebaseerd op zes houdingsaspecten (zie facet 1.1 Domeinspecifieke eisen). Ze worden gevolgd met behulp van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een portfolio (formatieve assessments). De belangrijkste kenmerken van het curriculum zijn (aanvraagdossier pag. 21-22): authentieke opdrachten: levenscyclus van een bedrijf beroepsgerelateerde werk- en leerprocessen: eigen beroepspraktijk student methodologisch verantwoord onderzoek: 'nieuwe' toegepaste kennis, kennisvalorisatie competentiegericht en constructivistisch: integrale beoordeling en toetsing (assessments), beroepsstandaard, (wettelijke) eisen, masterthesis Gedurende de hele opleiding wordt zowel formatief als summatief getoetst aan de hand van beoordelingscriteria, afgeleid van het beroepsprofiel (aanvraagdossier pag. 22-24). De formatieve toetsvormen sluiten aan bij het streven om van elkaar te leren: feedback van experts en van collega-studenten. Bij het eindassessment rond de masterthesis, wordt de competentieontwikkeling ten aanzien van kennis, vaardigheden, onderzoek en beroepsattitude integraal getoetst en mede beoordeeld door geschoolde (NOvAA-) assessoren. De borging van de beoordelingsprocedure wordt jaarlijks besproken via de overkoepelende landelijke Programmaraad met de betrokken beoordelaars (aanvraagdossier pag. 24). Overwegingen Het panel is van mening dat het didactische concept van het constructivisme, het probleemgestuurde onderwijs (cases) en de verschillende werkvormen voldoende de te bereiken eindkwalificaties schragen. De eindkwalificaties worden in de verschillende onderdelen van het programma aantoonbaar vertaald in competenties en niveaus van functioneren. pagina 19

De HU heeft opgegeven dat de hbo-master Accounting and Auditing plaats zal vinden in het gebouw van de Faculteit Economie & Management te Utrecht op een nader te bepalen avond en op vrijdagen (overdag). De algemene beschrijving van het onderwijs en randvoorwaarden worden in de studiegids gegeven (bijlage Studiegids 2008 Masteropleiding Accounting and Auditing). Per thema wordt een themawijzer opgesteld met daarin informatie over: doelstellingen, studiebelasting, vrijstellingsmogelijkheden, competenties en beroepsproducten, onderwijs- en begeleiding, docenten, toetsing en beoordeling, literatuur en evaluatie (bijlage 2 en 3 van het aanvraagdossier: Themawijzer thema 1: De startende onderneming en Themawijzer Thema 2 De groeiende of grote(re) onderneming). De opleiding heeft het rooster op hoofdlijnen grotendeels weten in te vullen, zodat duidelijk wordt welke docent welk vak geeft op welk moment (Bijlage 4 van het aanvraagdossier: Rooster Master AA 2008-2010). Binnen het eerste semester wordt een start gemaakt met praktijkgericht onderzoek waarin de basiselementen van onderzoek (methodologie, wetenschappelijk denken, wetenschapsleer en -filosofie, statistische basiskennis) zijn opgenomen. In de eerste twee semesters zal hieraan vooral in groepen gewerkt worden. Dit wordt in de loop van de studie afgebouwd, omdat studenten in staat moeten zijn de masterthesis individueel te voltooien. Het panel heeft tijdens de ontmoeting met vertegenwoordigers van de opleiding (6 februari 2009) met interesse kennis kunnen nemen van de ideeën van de waarnemend lector die een belangrijke rol zal gaan spelen bij de invulling van het toegepaste onderzoek en de begeleiding van studenten tijdens de masterthesis. Aangezien het echter om een waarnemend lector gaat blijft de kwaliteit van een eventuele opvolger een belangrijk aandachtspunt. De hbo-master Accounting and Auditing is een deeltijdopleiding en de docenten komen uit de beroepspraktijk of zijn daarin werkzaam geweest. Enkele van hen hebben al ervaring met het begeleiden van studenten. De docenten wezen erop dat de toetsing van competenties een subjectieve zaak is en blijft. Getoetst wordt onder andere door middel van schriftelijke en mondelinge presentaties. De toetsing van de persoonlijke competentieontwikkeling zal plaatsvinden door een assessment waarbij ook de werkgever/begeleider van de student betrokken zal worden. Het panel heeft waardering voor de uitwerking van het programma, maar acht op enkele onderdelen een concretere invulling gewenst. Het programma staat voor alle vier de participerende opleidingen goed in de steigers, maar readers ontbreken bijvoorbeeld nog. Het panel heeft de indruk dat de opleiding pas definitief zal doorstomen na een positieve accreditatie van de NVAO. De opleiding verklaarde het ontbreken van een gedetailleerd programma door erop te wijzen dat daar bewust voor gekozen is. Het is vanwege de actualiteit en de investering in tijd en energie verstandig te wachten met het in detail invullen van readers en literatuurlijst tot een kwartaal voor de opleiding echt van start gaat. In het OER (Onderwijs- en Examenregeling) van de HU wordt de inhoud van het programma voor 1 jaar vastgelegd. Toetsing is met name belangrijk voor de nieuwe algemeen geldende CEA-eindtermen, aansluiting met de universitaire master (bv RA) en de certificeringsbevoegdheid. De HU en de drie andere hogescholen die de hbo-master Accounting and Auditing willen aanbieden hebben voor de toetsing van de drie kernvakken (Audit & Assurance, Externe Verslaggeving en Bestuurlijke Informatievoorziening) in het AC-scholenoverleg een landelijke toetsing opgezet. Hierbij is aansluiting gezocht bij de regeling landelijke examens post hbo Accountancy. De examens zullen door een, door de Programmaraad Master AA op te richten, Landelijke Commissie Examens worden voorbereid. De toetsing zal gebeuren door een Raad van Toezicht waarin ook externe deskundigen uit de academische wereld zitting zullen hebben. Het panel heeft waardering voor deze objectieve landelijke kennistoetsing van de drie kernvakken waardoor opleidingen qua niveau straks ook onderling beter met elkaar vergeleken kunnen worden. Tevens wordt geconstateerd dat het oorspronkelijke doel van pagina 20