Ruimere belastingvoordelen voor steun aan starters

Vergelijkbare documenten
KB van 1 april 2016 tot wijziging van het KB/WIB 92, inzake de belastingvermindering voor de verwerving van

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

De bewijsregeling inzake de Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen: thans verder uitgewerkt ( 1 )

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Openbare startersfondsen en private startersprivaks: startschot gegeven

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde startersvennootschappen

HANDLEIDING START-UP PLAN

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting)

Tax shelter voor startende ondernemingen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

We bespreken hieronder deze nieuwe regeling die vanaf aanslagjaar 2019 (dus investeringen in 2018) in werking treedt.

We bespreken hieronder deze nieuwe regeling die, als alles goed gaat bij de parlementaire besprekingen, vanaf 2018 van toepassing zal zijn.

De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd.

Verlaagde vennootschapsbelastingen vanaf 1 januari 2018!

HANDLEIDING START-UP PLAN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/XX De boekhoudkundige verwerking van crowdfunding. Ontwerpadvies van 11 juli 2018


In het ontwerp van programmawet werden een aantal maatregelen opgenomen die het starten van een onderneming moeten aanmoedigen.

Is er een evolutie op komst in de reglementering op het vlak van AICB s?

I. INLEIDING.

Meester Birgitta Van Itterbeek Advocaat-vennoot Monard Law. 27 april 2017

Belastbare inkomsten in de vennootschap, de meerwaarden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

CROWDFUNDING JURIDISCHE EN FISCALE ASPECTEN. Georg Szabo - Advocaat gebruik toegestaan mits vermelding bron

De private privak: nieuwe impuls dankzij versoepeling van de regelgeving?

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Nieuw regelgevend kader inzake crowdfunding

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

Incorporatie van reserves aan 10% Vers KMO kapitaal. 14 november 2013

De private privak: nieuwe impuls dankzij versoepelde regelgeving?

Home > FAQ Tax shelter voor startende ondernemingen (vennootschappen) - Versie van toepassing op aandelen u...

PATRIMONIALE ACTUALITEIT

ArtikeL 269. De tekst van art. 269, 1,

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de aan roerende inkomsten overschreden wordt?

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde starters in de Programmawet 2015

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

Fiscaliteit van beleggingen door een vennootschap. Jobert Van In 05/12/2013

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde starters in de Programmawet 2015

FSMA_2014_04 dd. 26 juni 2014 (update 27 oktober 2016)

FSMA_2017_17 dd. 28 september

EERSTE AANVULLING OP PROSPECTUS LUM.INVEST. Lum.Invest BVBA Hof Ter Mere Gent Ondernemingsnummer:

RV-vrijstelling geconformeerd aan EU-recht en geactualiseerd maar niet volledig

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde starters in de Programmawet 2015

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN


DE COMPATIBILITEIT VAN DE AUDIOVISUELE TAX SHELTER MET ANDERE FISCALE STIMULANSEN

Startende ondernemingen : tax shelter voor investeringen in aandelen. Startende ondernemingen : tax shelter voor investeringen in aandelen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Crowdfunding in België - een stand van zaken

Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd?

4 juni 2019 AANVULLING OP HET PROSPECTUS. Belga Films Fund Naamloze Vennootschap 14, avenue du Japon 1420 Eigenbrakel Ondernemingsnummer

o jaaromzet: excl. btw; o balanstotaal: ; o gemiddeld personeelsbestand: 50.

Seminarie bij de start van het nieuwe fiscale werkjaar

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar DE TAX SHELTER VOOR INVESTEERDERS EN START-UPS

Inhoud. Inleiding 15 I ROERENDE VOORHEFFING Bepaling van de belastbare grondslag van de R.V Tarief van de R.V. 24

2. Wat is het fiscale voordeel?

GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN OP BEPAALDE EFFECTEN

FAQ: UBO-REGISTER EN STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd

De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%.

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Instelling. Onderwerp. Datum

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

15.10 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Wetgeving inzake het Diamant Stelsel (gecoördineerde wettekst)

BELGISCHE BIJLAGE BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS SAINT-HONORE INDE

Infosessie 12/09/2013

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT

INFORMATIEDOCUMENT MET BETREKKING TOT HET KEUZEDIVIDEND KEUZEPERIODE VAN 11 JUNI TOT EN MET 5 JULI :00 UUR (CET)

Obligatiefondsen zonder EU-paspoort vallen nu ook onder artikel l9bis : ziet

De inkomsten uit de deeleconomie

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement

PERSNOTA. Het fiscaal resultaat zal worden vastgesteld op basis van een percentage (0,55%) op de omzet die werd behaald uit de diamanthandel.

Nieuw gespecialiseerd vastgoed beleg - gings fonds met fiscaal gunststatuut

INHOUD. Deel I Overdracht van ondernemingen

BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AANGAANDE DE INBRENG IN NATURA IN HET KADER VAN EEN KEUZEDIVIDEND (ARTIKEL 602 W.VENN.)

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

10 april 2018 AANVULLING OP HET PROSPECTUS

Technische fiche startende ondernemingen Art , WIB 92

Uiteenzetting van de winst

De nieuwe minimumbezoldiging van : cijfervoorbeelden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

CARE PROPERTY INVEST Naamloze Vennootschap. Openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht

Transcriptie:

Nieuwsbrieven en tijdschriften - Fiscale Actualiteit Ruimere belastingvoordelen voor steun aan starters Crowdfunding Fiscale actualiteit nr. 2017/03, pag. 6-11, 19-25 januari 2017 Sinds 2015 bestaat er een fiscaal kader voor crowdfunding (zie Fisc. Act. 2015, 16/1 en 23/7). Meer bepaald kwam er een gunstregime voor particulieren die (risico)kapitaal verstrekken aan startende ondernemers. Het gunstregime hield in een aantal situaties in dat de financiering via een erkend crowdfundingplatform moest verlopen. De wet van 18 december 2016 (BS 20 december 2016) formaliseert nu de regels die de platformen moeten respecteren (zie p. 14). En het gunstregime zelf wordt vanaf aj. 2017 uitgebreid tot financieringen via financieringsvehikels en als het gaat om investeringen in aandelen private startersprivaks. Op één punt wordt het gunstregime echter ook ingeperkt. Financiële crowdfunding De financiering van starters die sinds 2015 fiscaal gestimuleerd wordt, kan twee vormen aannemen: een lening of een deelname in het kapitaal. In het eerste geval wordt de investeerder beloond met een vrijstelling van roerende voorheffing (art. 21 13 WIB 92), in het tweede geval met een belastingvermindering (art. 145/26 WIB 92). Dat laatste fiscale voordeel wordt ook bedacht met de naam tax shelter voor startende ondernemingen. Beide vormen van steun vallen onder de noemer van crowdfunding: de starter zoekt financiering bij het grote publiek, de crowd. Om de crowd gemakkelijk te bereiken, wordt doorgaans een beroep gedaan op een online crowdfundingplatform. De vrijstelling van de RV-vijstelling voor leningen aan startende ondernemingen, is gekoppeld aan de vereiste dat de lening via zo n platform wordt afgesloten. Het toepassingsgebied van de fiscale gunstmaatregel voor investeringen in aandelen, is daarentegen ruimer dan crowdfunding in de strikte zin van het woord. Ook investeringen die niet via een crowdfundingplatform verlopen ( onderhandse investeringen) komen immers in aanmerking voor de gunstmaatregel. Dat geldt ook voor onrechtstreekse investeringen via een startersfonds of sinds de wet van 18 december 2016 een private privak. Wanneer we in wat volgt de term financiële of equity crowdfunding hanteren, doelen we ook op die laatste vormen van financiering. art. 21 13 WIB 92 art. 145/26 WIB 92 Welk voordeel? Hoe? vrijstelling roerende voorheffing voor leningen alleen via crowdfundingplatform belastingvermindering voor aankoop aandelen ( tax shelter voor starters) - directe participatie, al dan niet via crowdfundingplatform - indirecte participatie via fonds of privak Er bestaan twee categorieën van crowdfunding: (i) niet-financiële crowdfunding, waartoe donations en rewards behoren (de financier doet aan liefdadigheid of verwacht een voordeel in natura), en (ii) financiële crowdfunding, dat crowdlending (leningen) en equity crowdfunding (aandelen) omvat (waarbij de financier zijn bijdrage dus als een investering beschouwt en een financieel rendement verwacht). Met de programmawet van 10 augustus 2015 (BS 18 augustus 2015) werd een fiscaal gunstregime uitgewerkt voor financiële crowdfunding. De wet van 18 december 2016 ( tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën, BS 20 december 2016) breidt het fiscale gunstregime niet verder uit naar niet-financiële crowdfunding. Er is wel een wetsvoorstel in die zin ingediend (Parl. St. Kamer 2015-16, nr. 54-1552/1, 4), maar de regering is niet van plan het gunstregime tot die vorm van crowdfunding uit te breiden (Vr. nr. 632 Vanden Burre, 5 november 2015, Vr. en Antw Kamer 2015-16, afl. 62, 304). 1/6

In de oorspronkelijke versie stond al expliciet in de wet dat voor equity crowdfunding enkel een inbreng in geld recht geeft op de belastingvermindering (art. 145/26 1 lid 1 a WIB 92). De wetgever specificeert nu verder dat quasi-inbrengen (zoals bedoeld in art. 220, 396, 445 en 657 W.Venn.) uitgesloten zijn. Alleen zuivere inbrengen in geld leveren dus een fiscaal voordeel op (nieuw art. 145/26 3 lid 3 4 ). Prospectuswet De wet van 18 december 2016 verduidelijkt voorts dat crowdlending en equity crowdfunding [Uitgifte van leningen, aandelen en beleggingsinstrumenten via een crowdfundingplatform.] onder de noemer van beleggingsinstrument vallen (in de zin van de prospectuswet wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt) (zie ook de memorie van toelichting Parl. St. Kamer 2015-16, nr. 54-2072/1, 5-6). Die financieelrechtelijke kwalificatie heeft ook fiscale gevolgen (zie verder). Een ondernemer die een beroep doet op financiële crowdfunding, wordt nu gedefinieerd als een ondernemeremittent: een emittent van beleggingsinstrumenten wiens kernactiviteit een commerciële, artisanale, liberale, vastgoed- of industriële activiteit is. Daarbij wordt verduidelijkt dat de uitgifte van die beleggingsinstrumenten de ondernemer in staat moet stellen zijn activiteit te financieren. Kwalificerende interesten die worden verkregen in het kader van crowdlending, worden niet aangemerkt als roerende inkomsten (art. 21 13 WIB 92) en zijn dus niet belastbaar. Dat gold oorspronkelijk zowel voor interest op een lening aan een (kleine) vennootschap als voor interest op een lening aan een natuurlijke persoon (die overeenkomstig voldoet aan de criteria van art. 15 1 tot 6 W.Venn.). Maar de wet van 18 december 2016 sluit de vrijstelling van artikel 21, 13 WIB 92 voortaan (met ingang van aanslagjaar 2017) uit voor leningen aan ondernemers die hun activiteiten niet via een vennootschap uitoefenen. Die uitsluiting wordt verantwoord door het feit dat natuurlijke personen op grond van de financiële wetgeving (de prospectuswet) geen schuldinstrumenten mogen uitvaardigen. Door de verwijzing naar natuurlijke personen te schrappen in artikel 21, 13, wordt de fiscale wetgeving dan ook afgestemd op de financieelrechtelijke bepalingen. Merk op dat toepassing van artikel 21, 13 WIB 92 van in het begin gekoppeld was aan de vereiste dat de lening via een erkend crowdfundingplatform wordt afgesloten. Omdat het wettelijk kader voor dergelijke platformen nu pas is geformaliseerd, met de wet van 18 december 2016, kwamen leningen aan zelfstandigen de facto nooit in aanmerking voor het fiscaal gunstregime. Voor de belastingvermindering (kapitaaldeelnames) waren zelfstandigen van in het begin logischerwijze uitgesloten, dus daarvoor verandert er op dat punt niets. Op een ander punt wordt het toepassingsgebied echter juist uitgebreid. Die nieuwigheid betreft wél beide belastingvoordelen: de belastingvermindering en de RV-vrijstelling. Financieringsvehikels De eigenheid van crowdfunding bestaat erin dat de ondernemer geld ophaalt bij een breed publiek, waarbij typisch veel investeerders een klein bedrag financieren. Het gevolg is dat hij te maken krijgt met een sterk versnipperde aandeelhoudersstructuur of talrijke schuldeisers. Dat kan vermeden worden door een tussenschakel in te lassen tussen de crowdfunders en de ondernemer. In die tussenschakel worden de bijdragen van de crowdfunders gecentraliseerd. Vervolgens kan die schakel als één aandeelhouder of één schuldeiser optreden in de relatie met de ondernemer. Maar op grond van de programmawet van 10 augustus 2015 bleven investeringen die via zo n tussenschakel verlopen, uitgesloten van het toepassingsgebied van zowel artikel 145/26 (belastingvermindering bij equity crowdfunding) als artikel 21, 13 WIB 92 (vrijstelling van interest bij crowdlending). De wet van 18 december 2016 breidt het fiscale gunstregime nu uit tot crowdfunding die onder de koepel van zo n tussenschakel wordt opgezet zowel voor equity crowdfunding (nieuw art. 145/26 1 lid 1 b WIB 92) als voor crowdlending (nieuw art. 21 13 f WIB 92). De wetgever noemt de tussenschakel een financieringsvehikel. 2/6

Zo n financieringsvehikel verschilt van een beleggingsvennootschap (zoals een openbaar startersfonds of private startersprivak, zie verder) doordat de middelen die het vehikel inzamelt, niet discretionair beheerd mogen worden. Het vehikel mag het opgehaalde geld immers uitsluitend gebruiken om aandelen te kopen of geld uit te lenen aan de door de belegger gekozen ondernemer-emittent. Een financieringsvehikel is dus een zogenaamd one-to-one -vehikel. Er zijn wel twee categorieën: een financieringsvehikel kan (i) een ad-hoc-vehikel zijn, dat uitsluitend bestemd is voor belegging in één welbepaalde ondernemer-emittent, ofwel (ii) een vehikel waarmee in verschillende afzonderlijke ondernemers-emittenten kan worden belegd. In die laatste hypothese moet binnen het vehikel wel een compartimentenstructuur opgezet worden, om de one-to-one-verhouding althans op compartimentniveau te waarborgen (memorie van toelichting, nr. 54-2072/1, 15). Het financieringsvehikel biedt geen bijkomende waarborgen voor de achterliggende investeerders. De terugbetalingsverplichting die het vehikel heeft, blijft immers beperkt tot de middelen die het zelf terugkrijgt van de ondernemer. Het financieringsvehikel is met andere woorden niet blootgesteld aan het risico dat de ondernemersemittenten lopen. Dat risico wordt doorgeschoven naar de achterliggende crowdfunders. Ook het rendement dat die achterliggende investeerders behalen, hangt uitsluitend af van het rendement dat de ondernemer-emittent biedt voor de door het vehikel genomen deelneming of verstrekte lening. De wet van 18 december 2016 stelt voorts emittenten van certificaten van aandelen gelijk met financieringsvehikels (nieuw art. 145/26 1 lid 1 b in fine WIB 92). Certificering kan daarbij omschreven worden als een overeenkomst waarbij een rechtspersoon (de emittent) ermee instemt om alle inkomsten of opbrengsten uit aandelen van een bedrijf, waarvan de emittent eigenaar is, te betalen aan een andere persoon (de certificaathouder). De emittent van de (in aandelen omzetbare) certificaten blijft alle rechten uitoefenen die verbonden zijn aan de effecten waarop het certificaat betrekking heeft, ook het stemrecht. De certificaathouder verwerft enkel een recht van schuldvordering ten aanzien van de emittent en is schuldeiser van de door de emittent verschuldigde bedragen. De wetgever sluit zich met de keuze om ook een belastingvermindering toe te kennen voor certificaten aan bij het standpunt van de rulingdienst (ruling nr. 2015.601, 24 november 2015). Het fiscaal voordeel voor investeringen in financieringsvehikels is voorbehouden aan investeerders die een starter via een crowdfundingplatform financieren. Voor crowdlending is die voorwaarde algemeen: zij geldt immers ook bij rechtstreekse investeringen. Voor equity crowdfunding wordt die voorwaarde voor investeringen in financieringsvehikels nu expliciet in de wet ingeschreven (art. 145/26 1 lid 1 b WIB 92). Omdat certificering voortaan geldt als een investering via een financieringsvehikel, komen certificaten slechts in aanmerking voor de belastingvermindering van artikel 145/26 WIB 92 indien de investering via een erkend platform verloopt. Op dat punt weerlegt de wetgever de stelling van de rulingdienst, die investeringen in certificaten gelijkstelde met een rechtstreekse investering in aandelen, waardoor het fiscaal voordeel ook bij een onderhandse investering zonder tussenkomst van een platform genoten kon worden (ruling nr. 2015.601, 24 november 2015). Onrechtstreekse investeringen: startersfondsen én private privaks Een volgende uitbreiding van het toepassingsgebied betreft alleen de belastingvermindering (niet de RV-vrijstelling). Tot nu toe waren er drie categorieën steun die recht geven op de belastingvermindering: (i) onderhandse investeringen, rechtstreeks in het kapitaal van de startende onderneming, (ii) rechtstreekse investeringen via een crowdfundingplatform (beide in art. 145/26 1 lid 1 a WIB 92) en (iii) onrechtstreekse investeringen via een startersfonds (oud lid 1 b). Die laatste categorie wordt uitgebreid met de private startersprivak (nu lid 1 c) en er komt 3/6

een nieuwe categorie bij, voor financieringsvehikels (nieuw lid 1 b zie hoger). Het toepassingsgebied van de tax shelter voor starters omvatte dus van in het begin zowel rechtstreekse investeringen in het kapitaal van de starter (onderhands, dan wel via de tussenkomst van een platform) als onrechtstreekse investeringen via een startersfonds. Met zo n startersfonds wordt een openbare beleggingsvennootschap met een vast aantal rechten van deelneming bedoeld. De FSMA zal een lijst publiceren van de openbare startersfondsen (art. 145/26 2 lid 1 WIB 92). De wet van 18 december 2016 breidt de mogelijkheid om (binnen het gunstregime) onrechtstreeks te investeren, verder uit. Niet enkel komen investeringen in financieringsvehikels voortaan in aanmerking (zie hoger), ook investeringen in private startersprivaks worden binnen de scope van het gunstregime gebracht (nieuw art. 145/26 1 lid 1 c WIB 92). Een private startersprivak is een beleggingsvennootschap met een vast aantal rechten van deelneming. Het uitsluitende doel van een private privak bestaat in het collectief beleggen in financiële instrumenten die zijn uitgegeven door niet-genoteerde vennootschappen. Een privak is in tegenstelling tot een openbaar startersfonds niet openbaar. Hij trekt zijn financiële middelen immers uitsluitend aan bij private beleggers die voor eigen rekening handelen en bij andere beleggers onder de bij KB vastgestelde voorwaarden. De fiscus zal de lijst publiceren van private startersprivaks (art. 145/26 2 lid 1). Merk op dat er al een gunstregeling bestaat voor titularissen van rechten van deelneming van Belgische privaks in het algemeen: dividenden van privaks zijn vrijgesteld van roerende voorheffing in de mate dat ze geput worden uit meerwaarden op aandelen die de privak realiseert (art. 106 9 KB/WIB 92). Voorwaarde is wel dat de grondslag van het dividend gedetailleerd wordt uitgesplitst. Daarbij moet duidelijk het onderscheid blijken tussen het gedeelte van het dividend dat geput wordt uit meerwaarden op aandelen, en de resterende grondslag van het dividend. Wie investeert in private startersprivaks, krijgt dus een dubbel fiscaal voordeel: (i) een belastingvermindering voor de investering zelf én afhankelijk van de omstandigheden (ii) een gereduceerde belastbare grondslag bij dividenduitkeringen. Het fiscale voordeel voor onrechtstreekse investeringen via een private startersprivak, is aan enkele voorwaarden gekoppeld. Die zijn analoog aan de voorwaarden waaraan onrechtstreekse investeringen via een openbaar startersfonds moeten voldoen. Zij betreffen zowel de beleggingsvennootschap zelf als haar beleggingspolitiek (zie ook Fisc. Act. 2015, 23/7). Zo moet de vennootschap op compartimentniveau te beoordelen (nieuw art. 145/26 2 lid 4 WIB 92) minstens 80 % van de netto-inbrengen (na aftrek van eventuele vergoedingen voor haar intermediaire rol art. 145/26 3 lid 5) rechtstreeks investeren in nieuwe aandelen van startende ondernemers. De wet omvat nu ook enkele herbeleggingsregels waaraan de beleggingsvennootschap (openbaar startersfonds of private startersprivak) moet voldoen als zij aandelen van starters waarin zij geïnvesteerd heeft, zou vervreemden. Die regels moeten gerespecteerd worden gedurende 48 maanden na het belastbare tijdperk waarvoor een belastingvermindering wordt toegekend (art. 145/26 2 lid 6 WIB 92). Een inbreuk op de regels binnen die termijn wordt net als een inbreuk op de loyaliteitsvereiste (zie verder p. 11) bestraft met een belastingvermeerdering. De regels zijn: als de beleggingsvennootschap participaties in starters vervreemdt (sluiting van de vereffening, tenzij bij een faillissement, wordt ook als vervreemding beschouwd), dan moet zij: i. ii. iii. indien de opbrengst van de vervreemding lager is dan 70 % van het bedrag van de oorspronkelijke investering: de opbrengst niet opnieuw investeren; indien de opbrengst tussen 70 % en 100 % van de oorspronkelijke investering ligt: de opbrengst volledig opnieuw investeren in nieuwe startersaandelen; indien de opbrengst van de vervreemding hoger is dan het bedrag van de oorspronkelijke investering: een bedrag dat gelijk is aan de oorspronkelijke investering opnieuw investeren in nieuwe startersaandelen. De herbelegging moet gebeuren binnen zes maanden na de vervreemding van de aandelen. Die wederbeleggingsverplichting valt echter weg als de termijn van zes maanden afloopt na het verstrijken van de termijn van 48 maanden waarin de herbeleggingsverplichting geldt (art. 145/26 2 lid 8 WIB 92) [Voorbeeld: er gebeurt een investering in een beleggingsvennootschap in de loop van 2017 (aj. 2018). Het fiscale voordeel wordt voor dat aanslagjaar verleend. Als de beleggingsvennootschap participaties verkoopt, moet zij de herbeleggingsregels respecteren voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2021 (om te vermijden dat de belastingvermindering 4/6

in hoofde van de investeerder gedeeltelijk verloren gaat). Stel dat de beleggingsvennootschap een participatie met een meerwaarde verkoopt op 30 oktober 2021. In principe moet zij dan een bedrag gelijk aan de oorspronkelijke investering herbeleggen. Zij heeft daarvoor zes maanden, dus tot 29 april 2022. Maar omdat die deadline (29 april 2022) later valt dan de periode waarin de herbeleggingsregels moeten worden gerespecteerd (tot 31 december 2021), is de herbeleggingsverplichting in deze situatie niet van toepassing.]. Als de beleggingsvennootschap de herbeleggingsverplichting niet correct naleeft, moet de investeerder daarvoor boeten, met voor het belastbare tijdperk waarin de inbreuk wordt vastgesteld een belastingvermeerdering gelijk aan zoveel keer 1/48 als er volle maanden overblijven vanaf het begin van de regularisatietermijn van zes maanden tot het einde van de 48 maanden (art. 145/26 5 lid 7 WIB 92). Investeringen in openbare startersfondsen en private startersprivaks, komen net als investeringen in financieringsvehikels slechts voor hun nettobedrag in aanmerking voor een belastingvermindering. Vergoedingen voor tussenpersonen en eventuele daaraan verbonden kosten, horen dus niet tot de berekeningsbasis van de belastingvermindering (art. 145/26 3 lid 5 WIB 92). Volgens de memorie van toelichting bij de wet van 18 december 2016 kan de belastingvermindering 30 % of 45 % bedragen (nr. 54-2072/1, 43) [ De belastingvermindering is gelijk aan 30 pct. (desgevallend verhoogd tot 45 pct.) van het in aanmerking te nemen bedrag, na aftrek van de vergoedingen voor de tussenpersonen in het kader van hun intermediaire rol, en eventuele andere verbonden kosten. ]. Maar artikel 145/26, 3, lid 6 WIB 92 blijft onveranderd stipuleren dat het percentage van 45 % slechts van toepassing is voor rechtstreekse investeringen (onderhandse investeringen, of investeringen via een crowdfundingplatform (lid 1 a)). Investeringen in financieringsvehikels (lid 1 b) en openbare startersfondsen of private startersprivaks (lid 1 c) lijken op basis van een letterlijke lezing van de wet dus niet in aanmerking te komen voor het verhoogd percentage. De vraag kan gesteld worden of het wel de bedoeling was van de wetgever om investeringen in financieringsvehikels uit te sluiten van de verhoogde belastingvermindering. Want een financieringsvehikel centraliseert slechts de financiële middelen van de achterliggende crowdfunders. Oorspronkelijk konden rechten van deelneming in een startersfonds slechts tot een fiscaal voordeel leiden wanneer op 31 december van een jaar volgend op het jaar waarin de belastingplichtige zijn inbreng in dat fonds had betaald, bleek dat de door de erkende beleggingsvennootschap opgehaalde sommen zijn geïnvesteerd in nieuwe aandelen binnen de wettelijke grenzen (oud art. 145/26 2 lid 4 WIB 92). Als gevolg daarvan kreeg de investeerder zijn belastingvermindering ten vroegste voor het aanslagjaar na het aanslagjaar waarin hij investeerde (zie Fisc. Act. 2015, 23/7). Bijvoorbeeld: betaling in 2015, controle van het vervullen van de voorwaarden eind 2016, aanvraag van het voordeel in 2017 (in de aangifte voor aj. 2017). De formulering in de wet wordt aangepast (nu art. 145/26 2 lid 5): voortaan wordt de belastingvermindering toegekend voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbaar tijdperk waarin de datum van 31 december valt waarop aan de investeringsvoorwaarde voldaan is (zie verder). Als die investeringsvoorwaarde al vervuld is op 31 december van het jaar waarin de belastingplichtige geïnvesteerd heeft in de beleggingsvennootschap (openbaar startersfonds of private startersprivak), kan hij dus voor het daaraan gekoppelde aanslagjaar onmiddellijk al de belastingvermindering krijgen. De vertraagde toekenning van het fiscaal voordeel bij onrechtstreekse investeringen wordt bijgevolg uit de wet geschrapt. Net als bij rechtstreekse investeringen, is de definitieve verwerving van de belastingvermindering ook bij onrechtstreekse investeringen gekoppeld aan een loyaliteitstermijn van 48 maanden: de rechten van deelneming moeten minstens zolang behouden blijven (zie ook verder niet te verwarren met de hogergenoemde herbeleggingstermijn). De startdatum van die loyaliteitstermijn viel oorspronkelijk samen met de inbreng in de beleggingsvennootschap door de investeerder. Er werd geen rekening gehouden met het ogenblik waarop hij de belastingvermindering kreeg (dat kan pas veel later zijn, als de beleggingsvennootschap niet onmiddellijk investeert). In theorie was het dus mogelijk dat de loyaliteitstermijn al bijna voorbij was op het moment dat hij het fiscale voordeel kreeg. Met de wet van 18 december 2016 wordt die logica herzien. Voortaan moet de loyaliteitsvereiste gerespecteerd worden gedurende 48 maanden na het einde van het belastbaar tijdperk waarvoor de belastingvermindering wordt toegekend. Het gevolg is dus wel dat een belastingplichtige die opteert voor een onrechtstreekse investering, het geld voor een substantieel langere periode ter beschikking kan moeten stellen, wil hij de belastingvermindering niet gedeeltelijk verloren zien gaan. Dat is met name het geval als de beleggingsvennootschap op 31 december van het jaar waarin de belastingplichtige geld verschaft, nog niet aan de investeringsvoorwaarde voldoet (waardoor hij voor dat jaar nog geen recht heeft op de belastingvermindering). Zelfs als de investeringsvoorwaarde op 31 december wel voldaan is, zal de loyaliteitstermijn bij onrechtstreekse 5/6

investeringen via beleggingsvennootschapen de facto langer zijn dan bij rechtstreekse investeringen (onderhandse investeringen, dan wel investeringen via een crowdfundingplatform) of investeringen via een financieringsvehikel. In die laatste gevallen vormt de datum van aanschaf (van de aandelen van de starter of de beleggingsinstrumenten van het financieringsvehikel) immers het begin van de houdperiode van 48 maanden (art. 145/26 5 lid 2 WIB 92), terwijl die periode bij onrechtstreekse investeringen via beleggingsvennootschappen pas start op de eerste dag van het jaar na het jaar waarvoor de belastingvermindering wordt toegekend (art. 145/26 5 lid 3). Loyaliteitsvoorwaarde Het voordeel van artikel 145/26 is dus gekoppeld aan een loyaliteitsvereiste: de belastingplichtige moet de aandelen, beleggingsinstrumenten of rechten van deelneming 48 maanden aanhouden. Een overdracht binnen die houdperiode wordt bestraft met een proportioneel verlies van de belastingvermindering (onder de vorm van een belastingvermeerdering) in functie van het aantal resterende volle maanden tot het einde van de 48 maanden (art. 145/26 5 lid 2 en 3 WIB 92). Ook als de belastingplichtige de aandelen, beleggingsinstrumenten of rechten van deelneming niet langer in bezit heeft wegens het feit dat de vennootschap, het financieringsvehikel, het startersfonds of de startersprivak waarin hij investeerde, vereffend werd, gaat het fiscale voordeel proportioneel verloren (nieuw art. 145/26 5 lid 4). Er is één uitzondering: als de vereffening te maken heeft met het faillissement van de vennootschap (nieuw art. 145/26 5 lid 5). De regering wil geen terugname van de belastingvermindering opleggen in een situatie waarin de belastingplichtige meestal zijn volledige investering kwijt raakt (nr. 2072/1, 44). Procedure Ook enkele misverstanden inzake bewijsregeling worden uit de weg geruimd. Daar waar de bewijslast oorspronkelijk op de belastingplichtige leek te rusten, wordt de positieve bijdrageplicht van de betrokken vennootschappen, financieringsvehikels, startersfondsen en privaks nu in de wet ingeschreven. Er staat nu dat de vennootschap, het financieringsvehikel (art. 145/26 4 lid 1 WIB 92), het startersfonds of de private startersprivak (art. 145/26 4 lid 2) de belastingplichtige het bewijs moet verstrekken dat hij nodig heeft voor zijn aangifte. Ook voor het behoud van de belastingvermindering moeten die entiteiten de bewijzen bezorgen aan de belastingplichtige (art. 145/26 5 lid 1). De concrete bewijsregeling staat in artikel 6312/1 KB/WIB 92. mnma12733659 Anne Mieke VANDEKERKHOVE tax manager Deloitte Fiduciaire, assistent KUL 6/6