Expertmeeting Taskforce Aanpak Georganiseerde Hennepteelt 30 januari 2013

Vergelijkbare documenten
Aanpak Vastgoedfraude

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Toezicht op uw verhuurde (bedrijfs)pand. Contact

Onderwerp: Notitie over convenanten hypotheekfraude van de gemeente Rotterdam

25 oktober 2016 GEMEENTE. Aan de fractie van D66 T.a.v. de heer Molenkamp en mevrouw Renders. E.Wagemakers/ P.Verhoeven/M.

Een korte introductie

Infographic. Jaarverslag Werkgroep Hennep Twente. Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC)

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Samenvatting Integrale Handhaving

RIEC - LIEC Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit

Datum Ons kenmerk Onderwerp Wetgeving Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Het integraal appèl. Van speculeren naar inzicht. Ondermijning Ondermijnen

Ondermijnende Criminaliteit. Jan Hanssen Landelijk Expertise en Informatiecentrum

Aanpak ondermijnende criminaliteit

Workshop. hypotheekfraude te voorkomen. Stan Commissaris en Jack de Raad, KMPG

NO DRUGS. Plan van aanpak drugsproblematiek

Vraag: Welke risico's brengt deze verstrekking met zich mee?

Corporate brochure RIEC-LIEC

Het bedrijfsleven en ondermijning. Zaltbommel, 12 juni 2017

Samenvatting criminele families

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

WELKOM. RIEC Zeeland West-Brabant. Alumni Integrale Veiligheid RIEC Zeeland West Brabant 0osterhout 27

Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

RIEC Zuid-West NL. Wim Gerritsen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Januari Aan Raadsleden gemeenten Heerhugowaard, Koggenland, Hollands Kroon, Langedijk. Onderwerp Aanpak hennepcriminaliteit

Raadsvoorstel en besluitnota

Dag van de Ondermijning ONDERMIJNING. Paul Depla Burgemeester Breda

Raadsinformatiebrief Nr. :

Rapport. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/102

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

gemeente Eindhoven Raadsvragen van het raadslid Van den Broek (VVD) over patsercontroles Geacht college,

Visie RIEC Midden Nederland

P LIT E. Korps landelijke politiediensten. Bestu urlijke rapportage growshops. Dienst Nationale Recherche

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hart voor de samenleving, hard tegen ondermijning. bamen tegen georganiseerde criminaliteit JAARVERSLAG. RIEC Zeeland West-Brabant en Oost-Brabant

Rapportage Transportcriminaliteit 3 e kwartaal 2015

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

2. Wat is nodig om te voorkomen dat Den Haag de belangen van de regio s, zoals Brabant, niet langer negeert?

FIOD. Aansprekend opsporen

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN

Provincie Noord-Holland

Offensief tegen georganiseerde misdaad

Bestuurlijke Rapportage

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2018

JAARPLAN 2011 FINANCIEEL EXPERTISE CENTRUM

Weerbaarheidsnieuws. Thema: duurzame inzetbaarheid. Nr. 17 NIEUWSBRIEF. Inhoudsopgave: Weerbaarheidsnieuws

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Integrale aanpak uitbuiting. Integrale (programmatische) aanpak van mensenhandel in NoordHolland Noord

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Checklist beleggen in vastgoed

Meer grip op vakantieparken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Rapportage Transportcriminaliteit 2e kwartaal 2016

Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal. Eindverantwoording Screening en matching vergunninghouders 2018

Checklist beleggen in vastgoed

Rapportage Transportcriminaliteit 3e kwartaal 2016

Training samenwerking van veiligheidspartners

Bestuurlijke Signalen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

DRAAIBOEK INTEGRALE ONTMANTELING HENNEPKWEKERIJEN

NVM kring Midden Brabant en VBO Makelaar, zijnde de makelaarsverenigingen in de regio Tilburg

3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur)

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Dit voorstel geeft invulling aan de wettelijke verplichting genoemd onder punt 2.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toetsingskader. Toetsingskader. bij het onderzoek: De rol van RIEC s in de bestuurlijke en geïntegreerde aanpak van ondermijnende criminaliteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

CONCLUSIES & AANBEVELINGEN

Beïnvloeding Samen sta je sterker

BABVI/U Lbr. 09/118

Knelpunten Hieronder worden de 10 belangrijkste knelpunten bij de vormgeving van de regierol op het gebied van integrale veiligheid samengevat.

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek

Workshop: VOORt methodiek en alcoholmatigingprojecten

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

De ondergetekenden, Zijn het volgende overeengekomen: Er is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Naar een landelijk dekkend stelsel van informatieknooppunten. Advies inzake informatie-uitwisseling met betrekking tot cybersecurity en cybercrime

Horizontaal toezicht. Samenwerken vanuit vertrouwen

gemeente Eindhoven InitiatiefvoorstelHoorzitting woningsplitsing en kamerbewoning

Dialoog veehouderij Venray

De aanpak Vechtscheidingen

INHOUDSOPGAVE 2. UITVOERING VAN COMPLEXE ILLEGALE ACTIVITEITEN...35

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Er heeft een oriëntatie met en in het veld plaatsgevonden rondom de aanpak van loverboyproblematiek.

Veiligheid(sbeeld) gemeente Goirle

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Fraude opsporen in het buitenland?

Transcriptie:

Verslag Expertmeeting Taskforce Aanpak Georganiseerde Hennepteelt Datum: 30 januari 2013 Locatie: OM vergadercentrum, Utrecht Deelnemers: Zie deelnemerslijst met contactgegevens in de bijlage Inleiding Tijdens de expertmeeting van de Taskforce Aanpak Georganiseerde Hennepteelt zijn drie hoofdthema s besproken: doorrechercheren, export en faciliteerders. Na een welkomstwoord door Gerrit van den Burg (hoofdofficier bij het Landelijk Parket en voorzitter van de Taskforce) heeft Kees Zagers (politie Midden-West Brabant) een casus gepresenteerd waarin de drie hoofdthema s terugkwamen. Vervolgens zijn de deelnemers over drie werkgroepen verdeeld, en hebben deze werkgroepen ieder op een hoofdthema drie ideeën geformuleerd voor concrete vervolgacties. Doorrechercheren Aandachtspunten Klassiek doorrechercheren door politie/justitie werkt in de praktijk onvoldoende De werkgroep doorrechercheren constateerde dat in het verleden altijd naar de politie werd gekeken om meer zaken op te sporen en uit te lopen. In de praktijk blijkt echter dat de politie altijd aanloopt tegen capaciteitsproblemen. Een overvallenhausse, stijging in aantallen TGO s of andere actualiteiten zorgen er voor dat de hennepzaken blijven liggen. Het klassieke doorrechercheren door de politie/justitie na het aantreffen van een kwekerij om op die manier de organisatie erachter aan te pakken, blijkt in de praktijk niet of onvoldoende te werken. Het strafrecht is niet altijd de beste en enige oplossing. Pleidooi voor een integrale aanpak De werkgroep pleit derhalve voor een integrale aanpak waardoor de druk om hennepzaken op te pakken wordt verdeeld en waardoor niet voornamelijk een beslag gelegd wordt op de schaarse politiecapaciteit. Door een integrale aanpak wordt ook capaciteit gevraagd bij andere partners. Hierdoor worden de henneptelers die nu niet door de politie worden aangepakt, wel door anderen aangepakt. Een andere dan strafrechtelijk aanpak is soms bovendien effectiever dan iemand dagvaarden. De integrale aanpak waarbij partners aan tafel zitten en een bepaald CSV van verschillende kanten (door belastingdienst, sociale zaken, bestuur, politie en justitie) wordt aangepakt, wordt dan ook door de werkgroep toegejuicht. Voorrechercheren in plaats van doorrechercheren De werkgroep pleit echter voor verdergaande integrale aanpak waarbij in een eerder stadium gezamenlijke plannen worden gemaakt. Hierdoor kan gesproken worden van voorrechercheren in plaats het klassieke doorrechercheren. Op dit moment worden door de verschillende partners diverse afzonderlijke analyses opgemaakt. Zo is er een tactische analyse van IPOL, bestuurlijk analyse enz. Bij een aantal partners worden individuele top x lijsten of waarschuwingslijsten opgemaakt. Politie en justitie hebben een eigen top x, Eneco heeft een eigen zwarte lijst, de woningcoöperatie heeft wellicht weer een andere. Meer publiciteit De werkgroep adviseert in zijn algemeenheid dat de Taskforce, naar voorbeeld van de B5, meer de publiciteit op zoekt. Ook de private partners kunnen en willen meer ruchtbaarheid geven aan het feit dat criminelen die zich bezig houden met hennep bij hen aan het verkeerde adres zijn. Dit zal bijdragen aan de het doorbreken van het normaliseringsproces en awareness bevorderend werken. Nakomen van afspraken Ook pleit de werkgroep in zijn algemeenheid dat gemaakte afspraken worden nagekomen en dat iedere partner hier een eigen verantwoordelijkheid voor draagt en hier ook op aangesproken kan en moet worden. In het verleden zijn goede 1

afspraken gemaakt maar blijken ze in de praktijk niet altijd nageleefd te worden. Het aangaan van een integrale samenwerking heeft alleen succes als er over en weer vertrouwen is dat men de afspraken nakomt en beloofde acties uitvoert. De Taskforce heeft hierin een belangrijk rol. Drie aanbevelingen 1. Eén integrale analyse De werkgroep stelt voor één integrale analyse te laten maken. Vooraf wordt alle informatie van de verschillende partners op tafel gelegd waarna één analyse (inclusief één top-x) wordt opgemaakt. Iedere partner wordt gecommitteerd aan deze gezamenlijke analyse. Dit heeft dus ook tot consequentie dat men wellicht niet alle subjecten van de eigen top-x zal kunnen aanpakken maar eenieder zich committeert aan een gezamenlijke aanpak en lijst. Er is hierdoor sprake van één georganiseerde overheid (inclusief private partners) versus de georganiseerde hennepteelt. 2. Verkennen mogelijkheden samenwerking private partners Daarnaast adviseert de werkgroep om van de private partners duidelijk in beeld te krijgen welke informatie zij te bieden hebben en omgekeerd te inventariseren welke informatie zij nodig hebben om van hun kant een bepaalde klant/groep aan te pakken. De werkgroep constateert dat er bij de private partners veel bereidwilligheid is om commerciële belangen te laten varen ten behoeve van het weren van criminelen doch er onderling weinig zicht op en kennis van de informatie is die bij de verschillende partners aanwezig is dan wel welke informatie men graag zou willen verkrijgen. Ook voor het weerbaar maken van de private partners is informatie vergaring en overleg wenselijk. 3. Ontwikkeling standaard aanpakken Het derde voorstel van de werkgroep betreft het opstellen/uitwerken van een aantal standaard aanpakken. Als er bijvoorbeeld vijf kant en klare aanpakken liggen waarbij verschillende partners het voortouw nemen, hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden en weet men over en weer wat er van elkaar verwacht wordt. Hiermee kan het keuzeproces versneld en vergemakkelijkt worden, en daarnaast kan capaciteit zo effectief mogelijk worden ingezet. Export Aandachtspunten Transport per (huur)auto Het transport per (huur)auto vindt vooral plaats richting het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De werkgroep concludeert dat autoverhuurbedrijven binnen de exportproblematiek een centrale rol spelen, en dat haar aanbevelingen aan de Taskforce zich daarom vooral op deze branche zullen richten. Daarbij moet er wel onderscheid worden gemaakt tussen bonafide en malafide verhuurbedrijven: - Bonafide autoverhuurbedrijven Een aantal autoverhuurbedrijven heeft zelf al actie ondernomen om misbruik te voorkomen. Zo nemen zij geen cash geld meer aan, is betaling alleen mogelijk met een creditcard en stellen zij een leeftijdsgrens van 21 jaar. Om de goedwillende bedrijven te ondersteunen zou contact gezocht moeten worden met de branchevereniging van autoverhuurders. De kernboodschap is: accepteer geen kopieën van identiteitsbewijzen of cash geld, en controleer de echtheid van getoonde identiteitsbewijzen. Na voorlichting zou met behulp van pseudo-huur kunnen worden bezien of dit 2

effect heeft gesorteerd. Eerder heeft de branchevereniging zelf al aangegeven een waarschuwingssysteem te willen opzetten, op basis waarvan dubieuze klanten in de toekomst geweerd kunnen worden. - Malafide autoverhuurbedrijven Veelal hebben deze bewuste faciliteerders niet de beschikking over een eigen wagenpark, opsporingsdiensten kunnen dit als indicator beschouwen. De Belastingdienst zou de omzet van het bedrijf kunnen afzetten tegen de grootte van het wagenpark. Verder zou er een grote handhavingsactie kunnen worden opgezet om een duidelijk voorbeeld te stellen. Het ANPRsysteem zou hier mogelijk bij kunnen worden ingezet. Transport per vrachtwagen Branchevereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN) hanteert toetredingscriteria, waaronder ook betrouwbaarheid. Daarnaast doet TLN, in samenwerking met de ondernemersorganisatie voor logistiek en transport (EVO), veel aan voorlichting. Expediteurs vallen hier buiten, dus daar zit een zwakke plek. Specifieke aandachtspunten die worden besproken zijn: - Meldpunt voor chauffeurs Er is behoefte aan een meldpunt voor chauffeurs die plotseling met een verdachte lading worden geconfronteerd, de gebruikelijke meldpunten (politie of stichting M) zijn gezien de aard van de situatie minder geschikt omdat er meestal niet op hele korte termijn ondersteuning geboden kan worden. Snel handelen is echter essentieel, omdat er gezien de bederfelijkheid van ladingen bij vertraging sprake kan zijn van grote financiële schade. - Informatie-uitwisseling De informatie-uitwisseling met relevante partners zou beter geïnstitutionaliseerd moeten worden. Zo geeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILN) aan dat er onder meer behoefte is aan informatie van de opsporingsdiensten over chauffeurs die zijn aangehouden, zodat zij daar bij haar toezichthoudende activiteiten rekening mee kan houden. - Informatiepositie Westland Tot slot centreert de problematiek zich voor een groot deel in het Westland. Er is onvoldoende zicht op wat zich afspeelt bij de (bloem)veilingen, dus er moet geïnvesteerd worden om onze informatiepositie te verbeteren. Overleg met het management van de veiling is daarbij het startpunt. Transport per binnenvaart In verschillende onderzoeken wordt gesproken over de mogelijke rol die de binnenvaart speelt bij de export van verdovende middelen, waaronder cannabis. Politie en Rijkswaterstaat zijn in principe verantwoordelijk voor de controles, maar er is weinig concrete informatie beschikbaar om te bepalen of de binnenvaart een risico vormt. Wel is het waar dat containers moeilijk gecontroleerd kunnen worden, en dat er vele laad- en losplaatsen zijn. Er zou gesproken kunnen worden met de branchevereniging voor binnenschippers. Ook kan informatie uit het buitenland (Duitsland) nuttig zijn om de mogelijke problematiek in kaart te brengen. Distributiepanden Distributiepanden vormen een belangrijke schakel in het proces. Veelal betreft het kleine, gehuurde panden op een afgelegen industrieterrein. Voor meldingen van verdachte activiteiten moet dan vooral een beroep gedaan worden op de verenigingen van dergelijke bedrijfsterreinen. Informatie uit het buitenland Er is weinig bekend over de daadwerkelijke omvang van de export van cannabis vanuit Nederland. Informatie van buitenlandse partners kan een nuttig instrument zijn om deze omvang beter in te kunnen schatten. Daarbij kan gedacht worden aan informatie uit rechtshulpverzoeken, maar ook aan informatie die DLIO, de Douane, het LIEC en het Platform Internationaal Recht kunnen opvragen. Europol 3

zou nu al over uitgebreide analyses beschikken die ons hierbij van dienst kunnen zijn. Drie aanbevelingen 1. Opsporingsonderzoek malafide autoverhuurbedrijf Om een duidelijk voorbeeld te stellen kan een opsporingsonderzoek worden gestart naar een van de malafide autoverhuurbedrijven. Hierbij zou breed de publiciteit moeten worden gezocht, voor de gewenste afschrikwekkende werking. Ook moeten de geldstromen duidelijk in kaart worden gebracht, om deze kennis vervolgens te kunnen toepassen bij volgende onderzoeken. 2. Dialoog met branchevereniging autoverhuurbedrijven Er kan contact worden gelegd met de branchevereniging van autoverhuurbedrijven. Het gaat om de al eerder genoemde kernboodschap: accepteer geen kopieën van identiteitsbewijzen of cash geld, en controleer de echtheid van getoonde identiteitsbewijzen. Na voorlichting zou met behulp van pseudo-huur kunnen worden bezien of dit effect heeft gesorteerd. Ook zou de branchevereniging geassisteerd kunnen worden bij het opstellen van een zwarte lijst van clandestiene huurders. 3. In kaart brengen buitenlandse informatie Er kan een overleg gepland worden tussen verschillende partners die beschikken of kunnen beschikken over relevante buitenlandse informatie die tot meer inzicht kan leiden in de export van cannabis vanuit Nederland. Daarbij kan gedacht worden aan IRCs, het LIEC, de douane, DLIO, het Platform Internationaal Recht, Europol en Eurojust. Faciliteerders Aandachtspunten Grote verscheidenheid faciliteerders De deelnemers aan de werkgroep hebben zeer diverse achtergronden en krijgen dan ook te maken met een grote verscheidenheid aan faciliteerders. Er wordt onder meer gesproken over transportondernemingen, verhuurders en verhuurbemiddelaars, het notariaat, makelaars, elektriciens, installateurs, growshops, aannemers ( hokkenbouwers ) en financiële faciliteerders waaronder banken. Vastgoed De werkgroep benadrukt dat de problematiek rondom vastgoed een belangrijk aanknopingspunt kan zijn voor toekomstige acties. Daarbij gaat het vooral om plantages in door banken gefinancierde woningen die al dan niet tijdelijk verhuurd zijn. De financiële schade is in deze gevallen aanzienlijk, zowel vanwege de waardevermindering aan de woning als door het feit dat hypotheeknemers stoppen met het aflossen van de hypotheek. Twee aspecten van deze problematiek worden meer uitgebreid besproken: - In kaart brengen patronen Om toekomstige gevallen van fraude te voorkomen, stelt de werkgroep dat het noodzakelijk is om de patronen in kaart te brengen: Wie was de hypotheeknemer? Wie was de makelaar? Wie was de bemiddelaar? Wie was de taxateur? Was er sprake van katvangers? Daarbij moet er ook aandacht zijn identiteitsfraude, loonstrookfraude en valse werkgeversverklaringen. - Zorgplicht eigenaren en bemiddelaars Vastgoedeigenaren en bemiddelaars moeten worden aangesproken op hun zorgplicht. Daarbij moet zowel worden ingezet op de bewustwording van deze faciliteerders als op het hen aanbieden van gereedschap voor 4

screening (bijv. controle op loonstroken en identiteitsbewijzen). Als voorbeeld wordt genoemd het Stoplichtconvenant tussen gemeente, politie en een makelaarsvereniging in Amsterdam, waarin partijen elkaars rol versterken, bijvoorbeeld door identiteitsbewijzen te laten checken door politie. Ook gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in het aanspreken van vastgoedeigenaren op hun zorgplicht, en daarmee wellicht ook de mogelijkheid creëren om de kosten van ontmanteling op de eigenaar/verhuurder te verhalen, i.p.v. op de huurder. Blinde vlekken De werkgroep signaleert een aantal (uiteenlopende) blinde vlekken. Zo is er nog niet genoeg zicht op de details rondom de faciliterende rol van transportondernemingen, waarmee de dossieropbouw wordt bemoeilijkt. Ook in het geval van financiële faciliteerders is er vaak niet genoeg zicht op hoe de processen precies in elkaar steken. Tot slot is er ook behoefte aan kennis over de mogelijkheden om de rol van bouwmarkten/tuincentra als faciliteerders terug te dringen. Kansen De verscheidenheid aan faciliteerders waarmee de deelnemers aan de werkgroep te maken krijgen, leidt ook tot een breed scala aan kansen die gezien worden voor toekomstige acties. Gedacht kan worden aan: - Het vergroten van de rol van brancheverenigingen; - Het breder en mogelijk wettelijk uitrollen van het eerder genoemde Stoplichtconvenant uit Amsterdam, waarbij het mogelijk wordt dat private partners controlefuncties kunnen (laten) uitvoeren op bijvoorbeeld identiteitsbewijzen. - Betere informatiedeling tussen publieke partners onderling en tussen publieke en private partners. Wellicht kunnen regionale/lokale convenanten op het gebied van informatie-uitwisseling vervangen worden door landelijke convenanten of wetgeving. Ook zou gekeken moeten worden naar de mogelijkheden voor private partners om informatie uit te wisselen met de RIECs. - Het breder inzetten van informatie dan alleen voor het strafrechtelijke proces. Dit kan in de vorm van een programmatische aanpak waarbinnen partners van tevoren afspraken maken over wie wat doet en waarbij de coördinatie niet bij de politie ligt. Dit gaat gepaard met een versteviging van de bestuurlijke aanpak, en het delen van de uitkomsten daarvan met private partners; - Meer afpakken door geld- en goederenstromen in kaart te brengen; - Het gebruik van cash geld ontmoedigen of onmogelijk maken; - Het vergroten van de meldingsbereidheid door de samenleving (zoals project Meld Misdaad Anoniem in Tilburg); - Het weerbaarder maken van ondernemers; - Het uitwisselen van best practices. Zo wordt in Tilburg een idee uitgewerkt i.s.m. Uneto-VNI om alleen gecertificeerde elektriciens in te zetten bij het herstellen van hennepwoningen (belonen voor schoon zijn). Drie aanbevelingen 1. Het gebruik van cash geld ontmoedigen of onmogelijk maken 2. Analyse van de mogelijkheden bij private partners Er zou een uitgebreide analyse moeten komen van wat private partners zelf kunnen, en hoe hun rol zo veel mogelijk versterkt kan worden. Zie bijvoorbeeld de interventiematrix van het RIEC. Deze zou uitgebreid moeten worden met de private partners (welke middelen kunnen zij inzetten, en welke informatie hebben zij daarvoor nodig). Daarbij kan onder meer gedacht worden aan screening en tuchtrecht. Op deze manier kan een doelgerichte 5

interventiestrategie worden bedacht, waarvoor ook een regisseur benoemd moet worden. Een mogelijkheid is dat gemeenten deze rol op zich nemen. 3. Met betrekking tot een betere informatiedeling tussen publieke en private partners heeft de werkgroep besproken dat er laagdrempelig gestart kan worden met een pilot in 1 gemeente. Binnen de pilot kunnen de beperkingen, randvoorwaarden en meerwaarde worden uitgewerkt, om vervolgens zorg te dragen voor landelijke borging en uitrol over andere gemeenten. Conclusies Aan het einde van de dag is onder leiding van de voorzitter van de voorbereidingsgroep van de Taskforce, Hans Abma (Veiligheid en Justitie), plenair besproken welke ideeën het meest kansrijk zijn en daarom als prioriteit zullen worden voorgelegd aan de Taskforce. Algemene conclusies Tijdens de plenaire discussie zijn een aantal algemene conclusies getrokken die van belang zijn voor het vervolgtraject op alle drie de hoofdthema s: Publiek-Private Samenwerking Een breed gedeelde conclusie is dat het van groot belang is om de publiek-private samenwerking te verdiepen. Daartoe moet duidelijk in kaart gebracht worden wat publieke en private partners kunnen en welke informatie al beschikbaar is. Hierbij gaat het niet alleen om handhavend optreden, private partners kunnen juist veel betekenen waar het gaat om preventie. Regisseur Nu meerdere, zowel publieke als private, partners (gaan) samenwerken is er behoefte aan een regisseur. Een aantal deelnemers geeft aan dat deze rol mogelijk door het bestuur kan worden opgepakt, omdat daar ook de verantwoordelijkheid ligt voor het (lokale) veiligheidsbeleid. Tegelijkertijd zijn er ook situaties denkbaar waarin het wenselijk is dat de opsporing of zelfs private partners (bijvoorbeeld middels het tuchtrecht) het voortouw nemen. Aanpak In lijn met het bovenstaande is het daarom wenselijk om een draaiboek te ontwikkelen voor verschillende situaties, waarin per situatie gekeken wordt welke publieke of private partner het best geëquipeerd is om de trekkersrol te vervullen. Rol Taskforce en werkgroepen De Taskforce zal, op basis van de aanbevelingen die aan haar worden voorgelegd, een sturende rol spelen bij het in de praktijk brengen van concrete acties die tijdens de expertmeeting zijn besproken. In de toekomst zullen per hoofdthema (ad hoc) werkgroepen worden opgericht, waarbij het mogelijk is dat er nogmaals een beroep gedaan wordt op de kennis en expertise van de deelnemers. Tot slot wordt nog gewezen op het belang van communicatie over de activiteiten van de Taskforce. 6

Aanbevelingen aan de Taskforce Op basis van bovenstaande algemene conclusies zijn er drie aanbevelingen te selecteren die als prioriteit kunnen worden voorgelegd aan de Taskforce: 1. Integrale analyse (aanbevelingen 1 en 2 van de werkgroep doorrechercheren, aanbeveling 2 van de werkgroep faciliteerders) Er is behoefte aan een integrale analyse van de informatie de bij de publieke en private partners beschikbaar is (en de doelgerichte interventies die private partners mede kunnen doen). Deze informatie kan uiteindelijk leiden tot het opstellen van een top-x, waarbij een ieder zich committeert aan een gezamenlijke aanpak van de subjecten op deze lijst. 7

2. Internationale informatie over export (aanbeveling 3 van de werkgroep export) In aanvulling op het in kaart brengen van de informatie die nationaal beschikbaar is (aanbeveling 1), is het nuttig om te achterhalen wat andere landen weten over de export vanuit Nederland. Daartoe kan een overleg gepland worden tussen verschillende partners die beschikken of kunnen beschikken over relevante buitenlandse informatie. 3. Ontwikkeling standaardmodellen (aanbeveling 3 van de werkgroep doorrechercheren) Nadat informatie op nationaal en internationaal niveau in kaart gebracht is, kan een aantal modellen worden ontwikkeld waarin een standaard aanpak beschreven staat voor terugkerende situaties. Het is daarbij denkbaar dat ieder model een andere trekker kent, variërend van opsporing en bestuur tot private partners. 8