Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, paragraaf 4 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 paragraaf 1 tm 5, 7

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 politiek

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Paragraaf 1: Democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen 5 paragrafen

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Samenvatting Maatschappijleer Politiek (hoofdstuk 1)

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Maatschappijleer par. 1!

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H1

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

1. Politiek, staat en dictatuur

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie - par 1t/m 6

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting Begrippen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming h2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer Thema 3 Hoofdstuk 1-6 en 8

DEMOCRATIE EN RECHTSSTAAT

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Samenvatting Maatschappijleer Kiezen en delen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Antwoorden Maatschappijleer Politieke besluitvorming H 1 + 2

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

7,5. Paragraaf 1. Samenvatting door een scholier 2232 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia, politiek en beleid

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting door een scholier 3431 woorden 22 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

6,8. Samenvatting door een scholier 2639 woorden 16 januari keer beoordeeld

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

Paragraaf 1: Democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Module 2: Staatsinrichting van Nederland

7,9. Samenvatting door een scholier 2095 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Bij een maatschappelijk probleem zijn altijd meerdere personen betrokken. Bij een maatschappelijk probleem gaat het dus altijd om een probleem:

Parlementaire democratie!

Politieke Besluitvorming 1.

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

1Nederland als democratie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

Samenvatting Maatschappijleer H3: Hoe worden in de Nederlandse parlementaire democratie besluiten genomen?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Wie bestuurt het land?

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming) Samenvatting door een scholier 2059 woorden 28 maart 2007 9 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappij, H2 Politieke Besluitvorming: 1 Democratie: 1.1 Wetten en staat: Een staat heeft drie kenmerken: 1e: Er is een precies afgebakend grondgebied. 2e: Binnen dat gebied woont een bevolking. 3e: De staat ook wel de overheid genoemd, heeft binnen dat gebied het hoogste gezag. We spreken van gezag als de overheid over de beschikte macht eerlijk gebruik maakt en als die macht juist en redelijk wordt aanvaard. 1.2 Belangen, conflicten, politiek en beleid. De rechter kan na enige tijd stakingen verbieden als hij de schade voor andere mensen te groot vindt. (bijv. Spoorwegstakingen). Politiek: Hiermee bedoelen we alles wat te maken heeft met de overheid.(hoe komen besluiten en wetten tot stand? Wie heeft de meeste invloed? Etc.) Beleid voeren: proberen een bepaald doel te bereiken door doelgericht gebruik, van bepaalde middelen. (overheid en andere organisaties voeren een beleid). 1.3 Democratie en dictatuur. Dictatuur: Een persoon meestal een man of een kleine groep mensen heeft de macht in handen. Hierbij hebben de inwoners weinig rechten, voornamelijk plichten. Ze zijn onderdanen, ondergeschikt a/d staat. Democratie: De burgers mogen hun meningen uiten. Het volk heerst (Inwoners kunnen verder wel invloed hebben op de besluiten v/d overheid). Nederland: Algemeen kiesrecht. In 1917 voor mannen, in 1919 voor vrouwen. (behalve tijdens de Duitse bezetting in 1940-1945). 1.4 Kenmerken v/d democratie: Indirecte Democratie = vertegenwoordigende / representatieve democratie. Het volk heerst niet rechtstreeks, maar via Dit in een land met miljoenen inwoners.ßvertegenwoordigers. Directe Dit isßdemocratie: Hierbij praten en beslissen alle burgers rechtsreeks mee. alleen bij kleine aantallen mensen mogelijk. Pagina 1 van 6

In een democratie staat gelijkheid en vrijheid centraal. Gelijkheid: Alle burgers hebben gelijke rechten en er mag niet worden gediscrimineerd. Vrijheid: Burgers moeten hun leven kunnen inrichten zoals zij dat willen. Kenmerken Vertegenwoordigende Democratie: - Algemeen kiesrecht - Regelmatige verkiezingen - Vrijheid v. Meningsuiting - Vrijheid v. Vereniging en vergadering - Machtenscheiding. - Algemeen kiesrecht: Alle volwassen mannen & vrouwen mogen stemmen. - Regelmatige verkiezingen: om de 4 jaar kiezen de burgers leden van een parlement. Parlement = volksvertegenwoordiging. Het parlement neemt besluiten over wetten en controleert de regering. Regering: Het dagelijks bestuur van het land en kan alleen blijven regeren zolang zij het vertrouwen heeft v/d meerderheid van het parlement. - Vrijheid van meningsuiting: Mening uiten over bepaalde zaken via bijvoorbeeld: kranten, radio, tv, internet. - Vrijheid v. Vereniging en vergadering: iedereen mag een vereniging oprichten van mensen met dezelfde ideeën of belangen. - Machtscheidingen: 2.1 Rechtsstaat: Belangrijke rechten van alle burgers zijn gegarandeerd en iedereen moet zich aan daarom is een goede democratie ßde wetten houden, inclusief de overheid. tegelijkertijd een rechtsstaat. 1.5 Sociale voorwaarden voor democratie: De kans dat het goed gaat met een democratie, is groot, als: 1: Er sprake is van gunstige sociaal-economische ontwikkeling. 2: Er een zekere mate van sociaaleconomische gelijkheid bestaat. 3: Er sprake is van een democratisch politieke cultuur. 4: Burgers zich hebben verenigd in organisaties op grond van ideeën of belangen. 5: Militairen geen invloed hebben op de politiek. 6: De staat goed functioneert. 7: Er geen hevige conflicten zijn tussen etnische groepen of mensen van verschillende godsdiensten. 1: sociaal-economische ontwikkeling : De lonen + winsten gaan omhoog, er is werk voor vrijwel iedereen. 2: sociaal-economische gelijkheid : Mensen met lage inkomens hebben minder mogelijkheden dan rijkere mensen. Ze kunnen veel minder invloed uitoefenen op de besluiten. Veel keren zich af v/d politiek omdat ze niet serieus worden genomen. 3: democratisch politieke cultuur : Tolerantie is van belang. Conflicten worden beslecht door verkiezingen, gesprekken, onderhandelingen en andere niet-gewelddadige middelen. 4: Verenigde organisaties van burgers op grond van ideeën of belangen : Bijvoorbeeld kerken, vakbonden, organisaties v. Werkgevers. Hiermee kunnen de burgers ook invloed uitoefenen op de politiek buiten de verkiezingen. 5: Militairen geen invloed op de politiek : Militairen kunnen geweld gebruiken om hun zin te krijgen door bepaalde regelingen in landen is het allemaal netjes geregeld. 6: De staat moet goed functioneren : de staat moet goede diensten verlenen. O.a: wegen, scholen, ziekenhuizen en veiligheid. De staat moet zijn eigen wetten uitvoeren en tegelijkertijd ruimte laten voor Pagina 2 van 6

kritiek. 7: geen conflicten tussen bepaalde groepen : Door zulke conflicten wordt de vrijheid van andere mensen aangetast. Er wordt geweld gebruikt en militairen kunnen betrokken raken. 2 Rechtsstaat: 2.1 Kenmerken van de rechtsstaat: - Alle burgers hebben gelijke rechten. - Overheid moet zich houden a/d wetten. - Er bestaat een machtenscheding: 1. De wetgevende macht: Die de wetten maakt. (parlement met de regering) 2. De uitvoerende macht: Die zorgt dat de wetten worden uitgevoerd. (De regering en de ambtenaren). 3. De rechterlijke macht: Die treedt op als de wetten worden overtreden. (Rechters). 2.2 Mensenrechten: Klassieke (Individuele) grondrechten: - Vrijheid van godsdienst. - Vrijheid van meningsuiting - Onantastbaarheid v/h lichaam. Sociale mensenrechten: - Recht op eten - Recht op onderdak - Werk, onderwijs 3 Politieke stromingen & partijen: 3.1 Belangen, ideologieën, partijen: Algemeen belang: Welvaart, veilighied, onderwijs en gezondheidszorg. Opvattingen over hoe de maatschappij functioneert en hoe het in de toekomst moet functioneren heet: Ideologie. Mensen met dezelfde ideologie vormen een politieke stroming. Politieke partij: Dit is een georganiseerde groep mensen die: 1. ideeën heeft over alle beleidsterreinen. (Alle ideeen samen worden het programma genoemd). 2. Kandidaten stelt bij verkiezingen. 3 Belangrijke stromingen in de Nederlandse politiek zijn: Liberalisme, Socialisme, & Christen-democratie. Links: Linkse partijen willen dat de overheid actief ingrijpt om de sociale ongelijkheid te verminderen. (Links hecht sterk aan gelijke kansen). Rechts: Rechts vreest dat de vrijheid van de mensen in gevaar komt als de overheid zich te veel met de sociaal-economische zaken bemoeit. (Ze vinden dat het beter aan de mensen zelf en aan de markt moet worden overgelaten). 3.2 Liberalisme: Het Liberalisme hecht sterk aan vrijheid. (Ieder individu moet zoveel mogelijk zijn eigen leven kunnen inrichten en is daarvoor zelf verantwoordelijk). Liberalen menen dat mensen goed weten wat hun eigen belangen zijn. Als iedereen die nastreeft, zonder daarbij de wetten te overtreden, zal dat uiteindelijk het beste zijn voor iedereen VVD & D66 zijn liberale partijen. VVD: Volkspartije voor vrijheid en democratie. D66: Democraten 66. D66 is sterkt te onderscheiden van de VVD, want in praktijk zijn ze wat meer voor Pagina 3 van 6

overheidsbemoeinis en wil deze partij (D66) de kiezer meer rechtstreekse invloed geven door een referendum (volksstemming). 3.3 Socialisme (sociaal-democratie) Het socialisme is ontstaan als een reactie op het liberalisme. (Volgens socialisten leidde de economische vrijheid tot uitbuiting van de arbeiders: lange werktijden, lage lonen, slechte werkomstandigheden en een armoedige oude dag). Socialisme = Links. Herverdeling van het inkomen is een overheidstaak: mensen met hoge inkomens moet meer belasting betalen. Grootste partij in de socialisme is PvdA = Partij van de Arbeid. Verder is er nog: Groen Links: Veel aandacht voor milieuproblemen SP=socialistische partij, : Komt op voor arbeiders en uitkeringsgerechtigden. 3.4 Christen-democratie Deze confessionele partijen benadrukken dat het functioneren van de maatschappij een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van iedereen. Sociale partners: Werkgevers & werknemers CDA is de grote partije in deze groep; Christen-Democratisch Appèl Ontstaan in 1980 uit 1 katholieke partij en 2 protestantse partijen. Andere partijen zijn biiv. GPV & SGP 3.5 Andere stromingen en partijen: One-issuepartijen Deze partijen richten zich vooral op 1 punt. Bijvoorbeeld de CD: Centrum Democraten. Deze partij keert zich vooral tegen de in Nederland wonende allochtonen. Zij geven allochtonen de schuld voor: werkloosheid, woningnood, criminaliteit, ze zijn extreem-rechts en racistisch beschouwd. 4 Regering & Parlement: 4.1 Constitutionele monarchie: De koningin heeft vooral een symbolische en ceremoniële functie. Voor alles wat zij zegt, zijn de ministers verantwoordelijk, kritiek op haar uitspraken moet zich niet op de koningin richten maar op de ministers. Zijn is volgens de wet onschendbaar. 4.2 Verkiezingen: Om de 4 jaar kan er rechtstreeks gestemd worden voor: - De 2e kamer - Provinviale staten - De gemeenteraad - Het Europees parlement - Deelgemeenteraden De 1e De leden van de provinciale staten bepalen dieàkamer wordt indirect gekozen. in de Eerste Kamer komt. Provinciale staten: De volksvertegenwoordiging in elk van de 12 provincies. Pagina 4 van 6

Actief kiesrecht: Bij deze verkiezingen kunnen alle Nederlanders van 18 jaar en ouder hun stem uitbrengen. Passief kiesrecht: Deze mensen kunnen worden gekozen als lid van de 2e Kamer en de andere vertegenwoordigende lichamen. De 2e Kamer telt 150 leden oftwerwijl er zijn 150 zetels (stoelen), te verdelen. Om 1 dit is een voorbeeldßzetel te winnen heb je 1/150 = 0.68% van de stemmen nodig. van een evenredige vertegenwoordiging. 4.3 Regering: Informateur: De informateur bekijkt wat voor soort regering mogelijk is. (Welke partijenß kunnen het eens worden over het programma en steunen op de meerderheid). Stelt een nieuwe regering samen en kijktßformateur: hoeveel ministers iedere partij krijgt en wie ministers gaan worden. Regeerakkoord: Hierin staan de belangrijkste plannen voor vier jaar. Coalitie: een regering die bestaat uit verschillende partijen. Regering: staat voor de 15 ministers en de koningin gezamelijk. Ministerraad: staat voor de 15 ministers. Kabinet: staat voor de 15 ministers en 14 staatssecretarissen (onderministers). 4.4 Parlement: Staten-Generaal: volksvertegenwoordiging + parlement + Eerste & Tweede Kamer samen. Het gaat om de 150 direct gekozen leden v/d 2e kamer en 75 indirect gekozen leden v/d 1e kamer. Fractie: de leden van 1 partij in de 2e kamer. 2 belangrijke taken van het parlement: 1e: Wetgeving 2e: Controleren v/d regering 4.5 Wetgeving: Hierbij heeft het parlement een aantal rechten: 1e: Begrotingsrecht 2e: Het recht van Amendement 3e: Het recht van Initiatief. 4.6 Controle: Om de regering te controleren beschikken de Tweede Kamer en Eerste Kamer over de volgende middelen: 1e: Het stellen van mondelinge en schriftelijke vragen a/d regering 2e: Het houden van een spoeddebat (interpelatie) over een belangrijk onderwerp. 3: Enquete instellen. (als er iets veel mis is gegaan). Dit kunnen kamerleden indienen als zeß Motie van wantrouwen vinden dat een minister, staatssecretaris of het hele kabinet grote fouten heeft gemaakt. Zo n motie maakt alleen kans op de een meerderheid als ook parlementsleden van regeringsfracties voor stemmen. Kabinetscrisis: de minister of het hele kabinet moet aftreden, vervolgens komen er dan nieuwe, vervroegde verkiezingen. 5 Proces van besluitvorming: 5.3 Wie hebben invloed en waarom?: Ambtenaren worden aangeduid als een bureaucratie of vierde macht ( naast de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht). Pressiegroep(en): burgers die zich organiseren in groepen en druk proberen uit te oefenen op de overheid. Zij komen voor een groot deel op voor werkgevers, werknemers, boeren etc. Pressiegroepen zijn Pagina 5 van 6

belangengroepen. Pressiegroepen verschillen op twee punten van politieke partijen: 1e: Pressiegroepen richten zich op een deel van het overheidsbeleid(bijv. Economie milieu etc.) 2e: Pressiegroepen doen niet mee aan verkiezingen voor vertegenwoordigende lichamen, partijen wel. Lobbyen: het regelmatig praten met ministers, kamerleden en ambtenaren over hun wensen. (Sommige groepen voeren actie op straat). Massamedia: - Proberen de politiek kritisch te volgen en fouten van politici en ambtenaren aan het licht te brengen. - Ze kunnen zoveel aandacht besteden aan bepaalde zaken dat politici zich gedwongen voelen om zich ermee bezig te houden. 6 Burgers: Alternatief planàactiegroep & Gedeeltelijk succes.àblokkadeàbezwaaarschrift Burgerlijke ongehoorzaamheid: Burgers overtreden dan bewust de wet, omdat zij vinden dat het doel dat zij nastreven in dit geval belangrijker is. Om succes te hebben heb je de volgende zaken nodig: 1e: Doorzettingsvermogen 2e: Organisatie 3e: Kennis van zaken 6.2 Referendum: Representatieve democratie:ànld Een regering die een coalitie is van 2 of meer partijen. (Hierdoor kunnen burgers nooit rechtsreeks een beslissing nemen over een belangrijke kwestie). Correctief referendum: Dwz dat burgers binnen een bepaalde tijd groot aantal handtekeningen moet verzamelen om een wet die wijzigen die al door het parlement is aangenomen. Tegenstanders v/e referendum: Vinden dat de meeste burgers te weinig kennis hebben om een ingewikkelde omstreden zaak te beoordelen. Daarnaast zullen velen zich laten meeslepen door emoties etc. Voorstanders v/e referendum: Zij hebben er vertrouwen in dat de burgers zich zullen verdiepen in de kwestie. ( iedereen wordt wel eens meegesleept door emoties). Pagina 6 van 6