Leerstoflijnen en leerlijnen - Ontwikkelingsvolgmodel Jonge kinderen Seminarium voor Orthopedagogiek



Vergelijkbare documenten
Ontwikkelingsvolgmodel Jonge Kinderen. Leerstoflijnen en Leerlijnen

Hoepels: experimenteren, rollen, springen over, stappen door, van de een in de andere hoepel

Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Het bepalen van niveaus

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN:

leerlijnen Bewegingsonderwijs

zit met handen voor zich op grond, staat en springt met vasthouden van beide handen

werkblad Basisopstelling 2 Vak 1 Glijden en klimmen Vak 2 Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal

Graag breng ik u op de hoogte van de (on)vermogens van Elise op het gebeid van spel en bewegen.

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Vzw Homerun Stukkenstraat Heusden-Zolder Coördinator Johnny Clerckx

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Handelingsplan Bewegen en spelen School

Basisopstelling 8 Groep 1 & 2 in de gymzaal

OVERZICHTSLIJST VAN DE OEFENINGEN

Inhoud. Basisinventarislijst voor het Speellokaal, volgens KVLO / commissie Zandstra.

17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden. Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs!

Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand

De stippelspelen.

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) - versie mei Naam leerling. Motoriek Grote motoriek. Grote motoriek-stap 1

Leerlingvolgsysteem bewegen en spelen. Hans Stroes & Wim van Gelder

Introductie en kennismaking. Kleuters zijn gewoon kleine mensjes Kleuters mogen stuiteren. Orde, structuur en regelmaat

Informatie spelmateriaal PLAYgrounds

Oud Hollandse buitenspelen spelen voor teams of voor in een spelcircuit

Bijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling

IEDEREEN. Probeer zo goed mogelijk je evenwicht te bewaren.

14.5. Impressie / Plattegrond

bij kniegerelateerde

Les 3. GROEP: 3 t/m 8 Doelspelen, springen, balanceren

Jeugdhappening VSB 16/04/2011. Yannick Germeau

Groep 5/6 - De leerling kent de basisregels, nu worden de regels verder uitgebreid. Ook deze moet de leerling kunnen toepassen.

Basislessen Bewegingsonderwijs in de speelzaal LES 1

- De leerling kan een medeleerling veilig heen en weer laten zwaaien.

Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5. Materiaal Materiaal 1.24

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe!

Beweeg B Verbeter je resultaten!

Mozarthof school voor ZML Leerlijn Bewegingsonderwijs dd /14

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Uitbreidings of veranderingsmogelijkheden

Bewegen en sport. Bron: 1. Bewegen en sport

Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan.

Bewegingsonderwijs Nutsschool Zorgvliet. [Company Name]

Blok 1 les 1. Groep 3,4 HUIS

wat komt er kijken bij een warming up?

Spelactiviteiten voor groep 1-2: Vertelspel tafel: Spelactiviteiten:

LES 32. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Tikspelen, Balanceren.

BO 3 voor (elektrische) rolstoelers

Bal in de hoepel gooien

Fit-o-meter initiatielessen Sportdienst Brecht Kim Van Hofstraeten - Jef Van Dyck

Leerlijnen bewegingsonderwijs Bron: Basisdocument Bewegingsonderwijs, SLO in samenwerking met KVLO

2 Functies van spel en spelvormen. 3 Spel voor de lichamelijke ontwikkeling. 4 Spel voor de verstandelijke ontwikkeling

Verdieping BO 8 Thema Sinterklaas

Blok 1 les 7 Groep 3,4

Trainingsopbouw na knieblessures

9. De Lessen: Gymnastiek

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Motoriek Grote motoriek

Roof to roof. Bobbelbaan. Palm spin. Overgaan Touwtje springen. Catjump. Speed vault. Touw zwaaien. Wandrek klimmen

Beste ouders/verzorgers, Hieronder vindt u informatie over de werkwijze in de kleutergroepen.

Uitbreidings of veranderingsmogelijkheden

OVERZICHT PLANNING LICHAMELIJKE OPVOEDING

Hieronder de onverkorte beschrijving van dit gebied met de praktijkvoorbeelden.

LES 30. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Klimmen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

INHOUD Intro Ondergedompeld in de peuterwereld Theoretische achtergrond vanuit de ontwikkelingspsychologie Typisch gedrag en spelsuggesties

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Basisinventarislijst voor. Gymzaal basisonderwijs

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Acties / Werkwoorden

Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden

Angsten in bewegingssituaties

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

graait naar een speeltje dat in het gezichtsveld wordt gehouden pakt speeltjes aan met beide handen en kijkt ernaar

Algemene informatie kleuterklassen

Pedagogische werkwijze

Cultuureducatie met Kwaliteit Nijmegen - Vaardigheidslijn Dans -

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Springen, tikspelen, jongleren. DOELSTELLINGEN:

Vier beweegtuinen met kleuters

IBRT Den Haag Zorg voor beweging. Leerlingvolgsysteem. Kinderen bewegen en spelen (eindeloos) in voor hen uitdagende situaties

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

Spelontwikkeling bij kinderen

Leerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens

Voorbeeld les uit het boek: Bewegingsexpressie met kleuters. 1 Inleiding: Duur Didactische werkvormen Organisatie Materiaal

Naar het eerste leerjaar

Doelen groep 1 augustus tot januari

Als je sterker wilt worden!

Tussendoelen en leerlijnen Bewegingsonderwijs. Overzicht en registratie tussendoelen en leerlijnen Bewegingsonderwijs

De inhoud van dit thema: 2 Vergelijking oude en nieuwe kerndoelen. 3 Doelen van het gymnastiekonderwijs. 4 Algemene principes bij gymnastiek

2. Basketbal 2: lummelen Nodig: 2 basketballen 3 (5 banken) 2 lintjes voor de lummels

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN:

Twintig keer fijne motoriek in de gymzaal

Keepers Training. De basisvaardigheden 1-9

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

Leerlijn Zwemmen en Buitenspelen (pleinactiviteiten)

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, jongleren, doelspelen. DOELSTELLINGEN:

MULTIMOVE ALS OPSTART VOOR KLIMTRAINING AAN 5-6 JARIGEN

Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken

Transcriptie:

Leerlijn 3.1 Grote motoriek Beschrijving ontwikkelingslijn: 3 4 5 6 7 Ontleent gevoelens van competentie aan bewegingservaringen. Heeft behoefte aan spelletjes met bewegings- en lichamelijke ervaringen. Beheerst basale bewegingen (rennen, lopen) en balans. Totaal bewegen. Beheerst globale Alternerende Beheerst grote bewegingen en symmetrische Beheerst fijnere bewegingen, weinig mee Beheerst fijne bewegingen; maakt verschillende bewegingen achter elkaar (weinig totaalbewegingen). Beheerst soepele bewegingen met evenwicht; kan verschillende bewegingen tegelijk uitvoeren. Maakt passende, soepele bewegingen die geautomatiseerd zijn. Beschrijving tussendoelen: Ontwijken van Bij afspringen een stilstaande zich afzetten met hindernis. beide voeten. grote, lichte voorwerpen. Vangen met twee gestrekte, gespreide armen, waarbij het voorwerp wordt geraakt. Fietsen op een driewieler. Schoppen tegen een bal. Van bank Klimmen en dalen met bijtrekpas. Controleren van de werprichting. Zich verplaatsen op een breed steunvlak. Over iets Op toestellen klimmen. Maken van enkele sprongetjes. Zich afzetten voor een sprong. Lopen in ritme. Alternerend klimmen. Klauteren op hoge en schuine toestellen. Werpen vanuit de schouder. grote, lichte voorwerpen met gestrekte armen. Op soepele wijze hardlopen. Aanloop nemen alvorens te Huppelen. Gevarieerd springen (kikker). Gooien met een bovenhandse worp, een been naar voren. Vangen met beide handen. bewaren tijdens het uitvoeren van Krachtig zwaaien met de armen bij lopen. Snelheid van het lopen opvoeren. Met beide voeten samen afzetten, springen en landen. Hinkelen (enkele sprongen). Alternerend dalen. een grote, stuiterende bal met beide handen. Ontwijken van bewegende hindernissen tijdens het hardlopen. Huppelen (enkele passen). Hinkelen over een langere afstand. Aanpassen van de sprongkracht aan de te overbruggen afstand. Een aanloop nemen en dan Voetje voor voetje over een lijn lopen. Over een langere afstand huppelen of hinkelen. kleine bal vanuit een stuit met beide handen. Vangen door zich te verplaatsen volgens de vlucht van de bal. Zwaaien aan een rekstok. Beheersing Twee bewegingen tegelijk doen (b.v. lopen en klappen). Doelgericht werpen. kleine voorwerpen met een snelle vlucht. Zich beheerst verplaatsen op een licht labiel steunvlak Touwtje Lichaamsbeheersi 3.1-1

Evenwichtsoefenin gen. Symmetrische houdingen nabootsen. Drie tellen op een been staan bewaren op licht labiele steunvlakken. Bal vangen met beide handen. Gericht schoppen tegen een bal. Fietsen op een fiets met zijwielen. handelingen met weinig bij Achterwaarts lopen, springen oefenen. Moeilijke standen, spreidstand, spreidzit etc. uitvoeren en verwoorden. Vijf tellen op een been staan. bewaren op een smal, licht labiel steunvlak. Snel kunnen stoppen (lichaamsbeheersi ng). Klimmen en dalen (gekruiste coördinatie). Mikken op een doel. Bal overspelen naar ander kind Vangen met één hand (dominante hand). Schommelen zonder hulp. Fietsen zonder zijwielen. stoppen, versnellen, afremmen etc. Zich ontspannen. Timen van bewegingen (b.v. tien tellen stilstaan en dan rennen). ng: onmiddellijk stoppen, balanceren met voorwerpen etc. Springen met een ritme (touwtje springen)/ Reactiesnelheid opvoeren. Overspelen naar andere kinderen. Op een doel mikken. 3.1-2

methodiek Methodiek Pedagogisch handelen: creëren van een rustige, voorspelbare speel- en leeromgeving aandacht geven, nabij zijn aandacht uitstellen inspelen op en aansluiten bij het kind bemoedigen, bevestigen, vertrouwen geven reguleren voorbeeld zijn stimuleren verwoorden zelf laten doen, zelf laten oplossen uitleggen, verduidelijken, instrueren, verlengde instructie (na)bespreken, evalueren Moeilijker maken Transfer naar andere situaties Didactisch handelen: het kind laten: doen, manipuleren waarnemen: voelen, zien, horen, proeven, ruiken verkennen, exploreren experimenteren vergelijken voorstructureren, orderenen oefenen, trainingen automatiseren imiteren herhalen reflecteren, evalueren luisteren, vragen, verwoorden, (na)vertellen samen spelen, samen werken verbeelden, uitbeelden, tekenen gebruiken in andere situaties (transfer) probleem oplossen, (na)denken schrijven, lezen, (be)rekenen Vrije activiteiten: het voorbereiden en organiseren van een betekenisvolle en uitdagende speel leeromgeving. het volgen van het verloop van de activiteiten. zorgdragen voor veilige situaties. helpen bij het oplossen van conflicten. stimuleren. belangstelling tonen. meespelen. spelsuggesties aandragen. observeren. controleren. corrigeren of ingrijpen. Begeleide activiteiten: naast het gebruikelijke materiaal nieuw materiaal toevoegen. het materiaalaanbod te beperken, bijv. alleen het rijdende materiaal aan te bieden, of alleen klimen klautermateriaal etc. keuzes maken die gericht zijn op het oefenen van bepaalde vaardigheden: samenspelen, afspraken maken, oplossen van conflicten etc. keuzes maken die gericht zijn op het oefenen van behendigheden, zoals werpen en vangen, springen en kruipen etc. zelf meespelen. helpen en stimuleren, aanmoedigen. aandacht voor eigen prestaties van kinderen. uiten van zorg en aandacht voor elkaar. Geleide activiteiten: de leerkracht is spelleider en geeft kinderen die meespelen, aanwijzingen. aanleren van een spel. structureren van een spel. voordoen, voorzingen. verwoorden van handelingen, ideeën. refereren aan spelregels. aanwijzingen geven. gebruiken van muziekinstrumenten. corrigeren en ingrijpen. stimuleren. 3.1-3

activiteiten, werkvormen Activiteiten, werkvormen persoonlijkheidsvormende activiteit: b.v. zelfreflecteren, aanpassen, zich (zelf) vertrouwen sociale activiteit: b.v. samen spelen, werken, praten (ver)zorgende activiteit: b.v. opruimen, anderen helpen Speelactiviteit: b.v. geleid-, begeleid- en vrij spel Expressieve, verbeeldende activiteit Muzikale activiteit Bewegingsactiviteit Waarnemingsactiviteit: b.v. voelen, ruiken, kijken, horen Gespreks-, luister- en taalactiviteit Verkennende activiteit: b.v. onderzoeken, experimenteren Constructieve activiteit: b.v. bouwen (na)denkactiviteit: b.v. doordenken, problemen oplossen, onthouden Oefenactiviteit: b.v. trainingen, geheugenoefening Lees- en schrijfactiviteit Reken- en wiskunde activiteit Gebruik van de techniek: b.v. computergebruik Rijden. Rollen. Werpen en vangen. Bouwen en construeren. Zang- en dansspelletjes. Tikspelen. Stoeispelen. Doelspelen. Verstop- en zoekspelen. Bewegen en rollenspel. Bewegen op muziek. Het klaslokaal of de gang: Speelhoek. Bouw- en constructiehoek. Timmerhoek. 3.1-4

materialen, leermiddelen Klimrek, klimboom, klimnet, klimtouw, planken, glijbaan etc. Schommels, touwladder. Wipwap. Duw- en trekkarren, kruiwagens, driewielers, steppen, fietsen, poppenwagens, tractor etc. Duikelstangen. Kisten, planken, kleden, gordijnen, touwen, ronde buizen, trapezium etc. Grote en kleine scheppen, emmers, vormen, zeven, planken, plastic bekers, potten, pannen, teiltjes etc. Een buitenkraan of waterbak, teiltjes, gieters, emmers, slangen, trechters, lege plastic flessen; sop met bellenblaasdingen etc. Harken, zeven, gieten, scheppen, filteren. Grote en kleine ballen, zachte en harde ballen, kegels, een korf, een mand; badmintonrackets en shuttles of zachte ballen; stelten, hoepels, rolschaatsen, springtouwen; knikkers; stoepkrijt etc. Kleden, verkleedkleren, potten en pannen, poppen, enz. Autobanden, tunnels, buizen, etc. Lange en korte springtouwen, hoepels, hinkelbanen etc. Vliegers. Allerlei passende kleding en attributen. Allerlei passende attributen. Wandrek, klimnet, klimtouw, ladders, glijbaan etc. Schommels, touwladders, touwen. Wipwap. Springkast, wandrek, trampoline, skippybal, zwiepplank, bank. sbalk, bank. Dikke matten, trapezium. Karren, fietsen, driewielers, poppenwagens, planken op wielen. Tonnen, grote en kleine, harde en zachte ballen. Grote en kleine, harde en zachte ballen, pittenzakken, ringen. Met blokken, kisten, planken, kleden, matten, ronde buizen, touwen, verkleedkleren, grote dozen etc. Allerlei passende kleding en attributen. Allerlei passende attributen, materiaal voor vrijplaatsen. Dikke matten, grote bal. Ballen, pittenzakken, ringwerpspel, materiaal om iets in of tegen aan te werpen. Materiaal om te verstoppen en op te zoeken. Allerlei passende attributen, verkleedkleren etc. Muziekcassettes, cd s, allerlei passende attributen, verkleedkleren, muziekinstrumenten. Matten, paalkoppen, tonnen etc. Grote houten blokken, groot constructiemateriaal. Planken, latten, diverse soorten hout en houtboard, spijkers, hamers, zagen, etc. 3.1-5