Januari 2016 Jaargang 6, nr. 3 Nieuwsbrief In dit nummer: Medewerker CJG 1 Veilige schoolomgeving 2 Cito toetsen 3 Vragen stellen 4 Interessante informatie: Vrijdag 5 februari viering Carnaval. Voorjaarsvakantie 8 12 februari. Medewerker CJG bereikbaar op school Als het goed is weten jullie inmiddels wel wie ik ben; die mevrouw (Wendy) van de GGD/CJG. Ik zit regelmatig op school om vragen te beantwoorden, of om gewoon even mee in gesprek te kunnen gaan. Het komend half jaar ben ik er zeker ook weer. En wel op de volgende datums en tijden: 29 januari 26 februari 18 maart 8 april 13 mei 3 juni 8 juli Mocht je een keer willen sparren of iets willen vragen over opvoeding, de lichamelijke ontwikkeling, pestgedrag, het niet lekker in zijn/haar vel zitten, eten, slapen, puberteit, huiswerk, voeding en beweging, scheiding, zorgen die je hebt, van alles, loop dan zeker een keertje bij me binnen! Bij deze zijn jullie dus van harte uitgenodigd! Mocht je nu niet op die ochtenden kunnen, maar wel graag eens iets willen bespreken, kan dat altijd. Mijn e-mail is w.peeters@ggdwestbrabant.nl. Bellen of app-en kan ook op 06-51966856. Tot spreeks! Vrijdag 4 maart alle leerlingen vrij. Maandag 14 maart 2e rapport mee 21 en 22 maart oudergesprekken Met vriendelijke groet, Wendy Peeters Jeugdverpleegkundige GGD West Brabant Medewerker Centrum Jeugd & Gezin (CJG) Woensdrecht Trainer GGD Academy Mail: w.peeters@ggdwestbrabant.nl Tel: 06-51966856 bereikbaar op di t/m vr 1
Veilige schoolomgeving: Verkeersveiligheid is een belangrijk onderdeel van een veilige school. We zien graag dat de omgeving van de school overzichtelijk en veilig is. Als de verkeerssituatie rondom de school rustig en overzichtelijk is, kunnen kinderen ervaring opdoen in het verkeer; belangrijk voor nu èn voor later. Toch worden schoolomgevingen vaak als onveilig ervaren. Er is veel verkeer, auto s staan geparkeerd waar dat niet hoort en fietsers rijden over de stoep. Op school krijgen de kinderen verkeersles via de methode Let s go. Hier krijgen ze informatie over bijvoorbeeld veilig spelen, oversteken en hoe je goed zichtbaar bent in het verkeer. Daarnaast zijn er een aantal lessen op het schoolplein waarbij we met de kinderen de theorie van het oversteken in de praktijk brengen. Lopen en fietsen naar school is belangrijk voor de verkeerservaring van kinderen. Een kind in de auto neemt niet zelf deel aan het verkeer, maar heeft deze ervaring wel hard nodig voor later. Daarnaast is het beter voor het milieu én kinderen krijgen beweging, wat weer ten goede komt aan de gezondheid. En hoe minder auto s bij school, hoe veiliger de schoolomgeving wordt. 2
Cito toetsen In januari zijn alle Citotoetsen weer afgenomen. In groep 3 tot en met groep 8 op het gebied van technisch lezen, spelling en rekenen. In de groepen 1 en 2 op het gebied van rekenen. De uitslagen van de Citotoetsen worden weergegeven op de rapporten. Deze scores geven we weer met een I, II, III, IV of V. Hierboven staat een tabel waar de score in wordt uitgelegd. Dit is een tabel waarin het landelijk gemiddelde wordt weergegeven. Wanneer een kind een I haalt voor een cito betekent dit dat hij/zij bij de 20% hoogst scorende leerlingen hoort. Haalt een kind een II score dan betekent dit dat hij/zij bij de 20% leerlingen zit die boven het landelijk gemiddelde scoren en zo verder. Wanneer de citotoetsen gemaakt en geanalyseerd zijn zou het kunnen dat er binnen de groep een verschuiving plaatsvindt in de ABC groep waarin we les geven. Bijvoorbeeld wanneer een leerling zijn/haar instructie bij de B groep kreeg en goed mee kan in de klas en een I op de cito heeft gehaald zou het kunnen dat deze leerling naar de A groep gaat en een aangepaste instructie op niveau krijgt. Deze verschuiving van de instructiegroepen gebeurt regelmatig, ook n.a.v. de methode toetsen. Voor de leerlingen dus niet vreemd. Mocht het nodig zijn om u voor de rapportgesprekken al in te lichten over de citoscores dan neemt de leerkracht contact met u op. 3
Vragen stellen: Kinderen zijn nieuwsgierig en leergierig. Ze kunnen als geen ander creatief denken en stellen veel vragen. Om deze houding van kinderen te blijven stimuleren zijn we in ons onderwijs met divergentie bezig. Het stellen van vragen vergroot je mogelijkheid om te leren waarbij open vragen zoals waarom-vragen kunnen leiden tot kritisch en creatief denken. Kinderen die vragen stellen willen iets leren en zijn betrokken. Maar hoe stimuleer je kinderen om vragen te stellen, kritisch te laten denken en creatief te zijn? Een voorbeeld uit de praktijk in groep 3b: De klas zit in een kring. In het midden van de kring ligt iets dat is ingepakt. Dit roept direct reacties op van de kinderen. Hé, een cadeautje! Ja, een cadeautje! Er ligt hier een cadeautje! Direct is de hele klas betrokken. Er wordt meteen geraden wat er allemaal in het cadeautje zou kunnen zitten. Omdat de kinderen in voorwerpen blijven hangen en er nog geen vragen worden gesteld, stelt de leerkracht de vraag of iemand er een vraag over kan stellen. Er komen direct ontzettend veel vragen zoals: Wat is dat? Is het een Kun je ermee Welke kleur is het papiertje? Zit er een.in? Omdat er zoveel vragen komen zet de leerkracht de type vragen die gesteld worden op het bord en zegt: Wat kunnen we veel soorten vragen stellen over dit pakje. Vrijwel direct gaan er weer vingers de lucht in. Daar komt hij: - Waarom is het ingepakt? - Waarom zit er plakband om? - Waarom heeft het papier geen verschillende kleuren? - Waarom mogen we het niet open maken? - Waarom mogen we het niet aanraken? We hebben het er kort over gehad waarom het ingepakt is en waarom we het niet mogen open maken. Ook heeft de leerkracht de vraag gesteld: Waarom zou je het willen aanraken? De leerkracht geeft hierbij geen antwoorden op de vragen. Ook zegt de leerkracht niet of de vraag goed of fout is. Het gaat hier om de manier van denken en de betrokkenheid van de kinderen zonder dat de leerkracht hier een uitleg geeft, of veel aan het woord is. De les wordt door de kinderen gevormd. De kinderen gaven aan het super spannend te vinden en heel nieuwsgierig te zijn naar wat er in zit! Er zijn kinderen die zeggen te weten wat er in zit. Weet je het of denk je het te weten? Ze weten het. Het pakje zit nog steeds dicht. Blijft het dicht..of maken we het open.. 4
5