4.1.1 CHECKLIST EVALUATIE BELEID AGRESSIE EN GEWELD OP ORGANISATIENIVEAU Onderdeel van de Arbocatalogus Agressie en Geweld 2.0, sector Gemeenten Doelgroep Inhoud Coördinatoren agressie en geweld, management, OR Checklist voor het evalueren van het beleid voor de aanpak van agressie en geweld op organisatieniveau. De checklist is tevens onderdeel van de RIE Gemeenten voor publieksagressie. Versie 3 december 2013 Evaluatie beleid agressie en geweld op organisatieniveau Onderwerp Toelichting Ja/nee/ deels 1 Heeft de gemeente beleid opgesteld voor de aanpak van agressie en geweld? Toelichting Gerelateerde webdocumenten op www.aeno.nl Arbocatalogus Agressie en Geweld 2.0 Good practices 2 Zijn het hoger management en het bestuur geïnformeerd over de aard en omvang van incidenten publieksagressie en de voortgang van de afhandeling hiervan? 3 Is in het beleid een visie vastgesteld op de aanpak van publieksagressie? Het management en het bestuur ontvangen periodiek informatie over de aard en omvang van agressie-incidenten op basis van werknemersenquêtes (zie digitale Enquêtemanager Gemeenten) in relatie tot de afhandeling van incidenten (GIR)*. Indien mogelijk wordt hierbij benchmarkinformatie gebruikt. Zie als voorbeeld Portalboekje Arbocatalogus Agressie en Geweld 2.0 De visie omvat onder meer: uitgangspunten: bescherming medewerkers en integriteit organisatienorm preventieve en proactieve aanpak dadergerichte aanpak 1.1 Enquêtemanager Gemeenten 1.2 Benchmark Publieksagressie Gemeenten 9.1 Melden, registreren en evalueren Arbocatalogus Agressie en Geweld 2.0 4.1.1 CHECKLIST EVALUATIE BELEID AGRESSIE EN GEWELD OP ORGANISATIENIVEAU 1
medewerkergerichte afhandeling wijze van betrekken medewerkers en direct leidinggevenden relatie met beleid dienstverlening en handhaving trainen op basis van leerdoelen 4 Wordt er een beleidscyclus toegepast? Beleidscyclus Willen: visie, intentie en doelstellingen Weten: enquêtes en GIR* Werken: uitvoering van beleid en maatregelen Waken: monitoring, evaluatie en rapportages voor management, bestuur en OR* 5 Zijn de taken en verantwoordelijkheden van lijn en staf vastgelegd? 6 Is in het beleid beschreven op welke wijze en binnen welke kaders de protocollen en maatregelen van diensten en afdelingen tot stand moeten komen? In een afdelingsprotocol moeten afspraken zijn opgenomen over het voorkomen van publieksagressie, het reageren op publieksagressie en het afhandelen van agressieincidenten.* Een afdelingsprotocol kan worden opgesteld aan de hand van een normstellend kader. Hierin komt aan de orde: 1 Visie op de aanpak van agressie 2 Kwaliteit van dienstverlening 3 Gewenste omgangsvormen en verwachtingen ten aanzien van medewerkers en burgers* 4 Meest voorkomende aanleidingen en risico s 5 Preventie 6 De organisatiegrens, teamgrens en individuele grens 7 Definitie en vormen van agressief gedrag 8 Reageren op agressie: uitgangspunten en maatregelen aanpak van agressie (training)* 9 De afhandeling van een agressie-incident (medewerker en dadergericht)* 10 Borgen, monitoren en evalueren* 4.3 Voorbeeld van taken en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van beleid tegen agressie en geweld 1.4.1 t/m 1.4.7 Normstellende kaders Publieksdiensten Werkpleinen Inspecteurs Bouw, Milieu, Water en Leerplicht Handhavers Openbare ruimte (BOA) Telefonische dienstverlening Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte Beheerders van accommodaties 1.5 Training agressie en geweld 1.5.1 t/m 1.5.7 Leerdoelwijzers Met behulp van een normstellend kader kan op een participatieve wijze met leidinggevende en medewerkers het afdelingsprotocol worden opgesteld. 4.1.1 CHECKLIST EVALUATIE BELEID AGRESSIE EN GEWELD OP ORGANISATIENIVEAU 2
7 Is de ondernemingsraad geïnformeerd en betrokken, en heeft de OR ingestemd met het beleid? 12.1 OR en publieksagressie 4.1.1 CHECKLIST EVALUATIE BELEID AGRESSIE EN GEWELD OP ORGANISATIENIVEAU 3
*Inspectiepunten I-SZW. Deze zijn: 1 Zijn de risico s op het gebied van agressie en geweld in kaart gebracht? 2 Is er een procedure om incidenten te melden, registreren en analyseren? 3 Krijgen de medewerkers voorlichting, instructie en training over agressie en geweld? 4 Is er in de organisatie een protocol voor agressie en geweld? 5 Zijn er huisregels opgesteld waaraan bezoekers en cliënten zich moeten houden? 6 Zijn er afdoende organisatorische en personele maatregelen getroffen? 7 Zijn er voldoende voorzieningen getroffen om agressie en geweld tegen te gaan? 8 Is er een goed werkend alarmsysteem met een adequate alarmprocedure? 9 Is er een regeling voor opvang, ondersteuning en nazorg na een incident? 10 Is er een regeling gericht op het aanpakken van de dader of daders? 11 Worden het beleid en maatregelen tegen agressie en geweld periodiek geëvalueerd? Deze punten komen grotendeels overeen met de acht punten van het programma Veilige Publieke Taak: 1 Laat externen weten wat uw organisatienorm van acceptabel gedrag is. 2 Stimuleer dat uw werknemers elk voorval van agressie en geweld melden. 3 Registreer alle voorvallen van agressie en geweld tegen uw werknemers. 4 Train uw werknemers in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld. 5 Reageer binnen 48 uur naar de dader die agressie of geweld heeft gebruikt tegen uw werknemers. 6 Bevorder het (laten) doen van aangifte van strafbare feiten. 7 Verhaal de schade op de dader. 8 Verleen nazorg aan werknemers die slachtoffer zijn van agressie en geweld. 4.1.1 CHECKLIST EVALUATIE BELEID AGRESSIE EN GEWELD OP ORGANISATIENIVEAU 4
Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 373 83 56 www.aeno.nl secretariaat@aeno.nl Uitgave Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Gemeenten, Den Haag 2013 Stichting A+O fonds Gemeenten bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aeno.nl. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend. 4.1.1 CHECKLIST EVALUATIE BELEID AGRESSIE EN GEWELD OP ORGANISATIENIVEAU 5