Beantwoording van de schríftelijke vragen van het raadslid Q. Velter (SP) over Wateropgave Agniesebuurt.

Vergelijkbare documenten
Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

Welkom! Wateravond Noord. 27 juni 2017

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

PvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1

Voorstel afdoening motie Prioriteit aan funderingsrisicogebieden, ingediend door de raadsleden Velter (SP) en Verheij (WD).

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat.

Stromingsbeeld Rotterdam

INDELING INLEIDING (AANLEIDING?) GRONDWATERBEHEER IN DELEN DE WATERWET OVERLAST EN ONDERLAST: DE PROBLEMEN VERBONDEN.

Inhoudelijke voortgangsrapportage van het project afronding onderzoek verhoging grondwaterstand (periode november 2014 t/m juni 2015)

Nieuwe riolering in uw straat

Grondwateroverlast. Den Haag

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Bewonersbrief Wijziging start uitvoering voor werkzaamheden in uw buurt

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Het waterschap en Grondwater. Bewonersavond 24 maart 2016

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Afdeling: Beleid Leiderdorp, Onderwerp:

Plan van aanpak grondwater en funderingen

RAADSVOORSTEL NR: mei Onderwerp: Rioolvervanging en herinrichting Engboogerd. Aan de raad,

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord

GOUDA STEVIGE STAD AANPAK OVERLAST BODEMDALING BINNENSTAD

Afkoppelen hemelwater. Oude Pastoriebuurt. Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen

Bemiddeling patstelling grondwateroverlast Vogelwijk

Droogte in de stad Geohydrologie, civiele techniek en bouwkunde verbonden

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Reconstructie wijk Engboogerd. Aan de raad, Onderwerp Reconstructie wijk Engboogerd

Antwoorden bij de casus wateroverlast

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Water en de Irenebuurt

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

Onderzoek voorkomende wateroverlast Gemeente Mill en Sint Hubert

MEMO. Datum : 28 januari Aan. Van. Afschrift. : Stedelijke commissie. : Hans van Agteren

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof

Informatiebijeenkomst Berlagestraat/ Kramerstraat 12 mei 2011

Nieuwsbrief Klimaat maatregelen Nieuwe Uitleg in Bakel

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Afweging: het ontwerp Voor het ontwerp van de openbare inrichting hebben de onderstaande zaken als basis gediend:

Meest gestelde vragen & antwoorden versie december 2015

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure)

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

IMPRESSIE VASTSTELLING GRP 2016 OP 17 DEC 2016, VERANKERING ZORGPLICHT GRONDWATER

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Water en vocht in of rond uw huis?

Welkom. Grondwaterproblematiek Krimpenerwaard. Erwin Heeringa(Nederlek)

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

Digitale stad. Toenemende polarisatie in de samenleving. Exponentiële technologische ontwikkeling. Vergrijzing en ontgroening. Klimaat verandering

Module C2500 Grondwateronderzoek. Inhoud

IMPRESSIE INSPREKEN VASTSTELLING KEUR HHSK, NOVEMBER 2015

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

VOORTGANGSRAPPORTAGE JANUARI 2016

Informatieavond Bouwkavels Molenbeek

Aan de leden van de verenigde vergadering

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

Verslag bewonersavond 24 november 2016

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Van Waterplan naar Watervisie

Beter omgaan met hemelwater

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Leefomgeving DSB/ RIS juni Grondwater. Geachte voorzitter,

Herinrichting Baarskampstraat

Bergpolder Zuid, Rotterdam

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

Hoe kom ik van grondwaterproblemen af?

Waterbewustzijn Molenhoek. Rogér Derksen

Onderwerp Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage

Duurzame daken Groen of Blauw

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

Effectieve aanpak wateroverlast in woningen bij zomerse buien in IJsselstein

Programma Water en klimaatveranderingen

Grondwater en de fundering van uw huis

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Geen water op straat maar eronder

F. Buijserd burgemeester

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over riooloverstorten.

Raadsstuk. 1. Inleiding. 2. Voorstel aan de raad. 3. Beoogd resultaat. 4. Argumenten en kaders

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Grondwater onder de Oude en de Nieuwe Delf. Jelle Buma

Transcriptie:

Rotterdam, 6 juli 2017. 17bb4340 Onderwerp: Beantwoording van de schríftelijke vragen van het raadslid Q. Velter (SP) over Wateropgave Agniesebuurt. Aan de Gemeenteraad. Op 11 mei 2017 stelde Q. Velter (SP) ons schríftelijke vragen over Wateropgave Agniesebuurt. Inleidend wordt gesteld: In februari jl. heeft de SP-fractie een actualiteit aangevraagd over het waterbeheer in de Agniesebuurt (17bb1256). Dit naar aanleiding van zorgen van wijkbewoners, verenigd in de Actiegroep Droge Voeten Agniese en Oude Noorden, over de experimentele aanpak van hun wijk, die samen zou vallen met de noodzakelijke vervanging van het riool. De grootste zorg voor bewoners hierbij is de beoogde stijging van het grondwaterpeil. Zij vrezen voor natte kelders/souterrains en gevolgen voor de binnentuinen en bomen. Daarnaast was de grote vraag waarom pas kort voor de start (eind 2016, men wilde in april 2017 beginnen) bewoners en ondernemers voor het eerst geïnformeerd zijn over het project, en een groot deel van de aanpak al in beton gegoten leek. Al vanaf 2015 is de gemeente bezig met voorbereidend werk voor de noodzakelijke rioolvervanging in de Agniesebuurt, in 2016 kwam daar ook het pilotproject voor een klimaat-bestendige wijkl bij. Deze aanpak behelst het afkoppelen van de hemelwaterafvoer, infiltreren en vasthouden van regenwater in de grond en vergroening van de wijk. Samen met andere partijen, waaronder het Hoogheemraadschap, is hiervoor Europese subsidie aangewend via Interreg2seas voor een pilotproject 'Sponge 2020'. Afgelopen maand hebben er in de wijk inloopbijeenkomsten plaatsgevonden en heeft de dienst Stadsbeheer meerdere overleggen gevoerd met de bewoners, verenigd in de Actiegroep. Ook is de gebiedscommissie aangehaakt en heeft het initiatief genomen om te ondersteunen bij de participatie in de wijk. De SP is blij dat de aanpak in de Agniesebuurt nu veel aandacht krijgt en de gemeente met bewoners in gesprek is, maar er blijven helaas vragen onbeantwoord en de zorgen van bewoners zijn nog niet weggenomen. Vooropgesteld dat wij (net als vele bewoners) positief staan ten opzichte van de doelstellingen van de aanpak: de wijk vergroenen en beter bestand maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarom willen we juist graag dat het project slaagt, maar wel met betrokkenheid van de wijk en met zo min mogelijk negatieve consequenties voor de bewoners en de flora Įl Portefeuillehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar: D. van Eijck-Nilwik pagina 1

in de binnenterreinen. Aangezien de gemeente voornemens is om 1 juni te starten met de aanpak, wil de SP dat er op korte termijn duidelijkheid ontstaat over een aantal zaken. in de omschrijving van 'Sponge 2020' valt te lezen 'Met de subsidie van Interreg2seas wordt gewerkt aan het stimuleren van huurders, eigenaren, corporaties, architecten, belangenverenigingen om samen na te denken over het klimaatadaptief maken van de wijk en deze maatregelen daadwerkelijk uit te i/oeren'. Tot nu toe lijkt slechts een deel van de wijk betrokken is bij de aanoak, en blijkt de informatie van de gemeente niet alle gewenste bewoners te hebben bereikt. Zoals aan de Schiekade en Bergweg, waar de huizen net buiten, maar tuinen net binnen het projectgebied vallen. Terwijl tijdens het debat in februari de wethouder aangaf dat men 'deur voor deur' langs de tuinen zou gaan om te kijken wat er specifiek mogelijk is. Gemeente en Hoogheemraadschap geven aan dat na vervanging van de (vermoedelijk lekkende) riolen het grondwaterpeil moet sujgen naar singelpeil: van -2,60m N.A.P. naar -2,40 N.A.P. Hier bovenop komt een stijging door de klimaatbestendige maatregelen. De drainage is beoogd op -2,15 m N.A.P, wat betekent dat het grondwater tot deze hoogte kan stijgen, zo'n 45 centimeter in totaal' Het niveau van de binnenterreinen wisselt echter sterkt van hoogte, tussen -1,00 N.A.P (Schiekade) en -1,80 N.A.P. En volgens bewoners worden er grondwaterstanden gemeten in de binnentuinen die een stuk noger liggen dan de reguliere grondwaterstand, namelijk -2,00m N.A.P. In stukken2 uit 2015 valt te lezen dat als na rioolvervanging het maaiveld niet wordt verhoogd dit, naar verwachting in ten minste een deel van het onderzoeksgebied leidt tot een te kleine ontwateringsdiepte (ofwei een te klein verschil tussen maaivela en grondwater.) Hiervoor moet een dompelpomp worden geplaatst om dit te voorkomen. Het nsico voor bomen en bebouwing moest nog worden bepaald. Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording: Vraag 1: Kan het college aangeven wanneer en door wie is besloten om in de Agniesebuurt, naast de al eerder geplande rioolvervanging, het pilotproject te starten voor het infiltreren en opslaan van hemelwater in de wijk: 'Sponge 2020'? Door het college is begin 2013 de Rotterdamse adaptatiestrategie vastgesteld, waarin de koers s uitgezet waarlangs Rotterdam zich wil aanpassen aan de veranderingen van het klimaat. Centraal in het hoe' van de uitvoering staan het meebewegen met geplande projecten, een gebiedsgerichte aanpak via aansluiting op de gebiedsplannen, het creëren van meerwaarde en een gezamenlijke aanpak met alle belanghebbenden De wijk Zomerhofkwartier/Agniesebuurt is de perfecte piíot locatie voor de implementatie van de Rotterdamse Adaptatiestrategie op wijkniveau, omdat hier een grootschalige riooivervangingsopgave op de planning staat en omdat hier helaas ervaring is met hemelwateroverlast, zoals vaak in oude stadswijken. Om dit specifiek voor het Zomerhofkwartier en de Agniesebuurt uit te voeren, zijn twee Europese subsidies aangevraagd, namelijk LIFE Climate Change Adaptation respectievelijk Sponge 2020 - Portefeu.llehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar' 0 van Eijck-Nilwik pagi a 2

Het integrale onderhouds- en adaptatie project heet: Aanpak Buitenruimte Agniesebuurt. Vraag 2: Hoe verhoudt de pilot zich tot het reguliere plan voor rioolvervanging waarbij 'slechts' een gescheiden rioolsysteem (hemelwater richting Noordsingel) werd beoogd: wordt dit benaderd als onderdeel van de reguliere vervangingsopgave of gezien als een apart project? Het project is onderdeel van de reguliere rioolvervanging, waarbij de strategie wordt gebruikt die in het Waterplan Rotterdam en het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is vastgesteld. De strategie gaat er vanuit dat bij werkzaamheden zoveel mogelijk werk met werk wordt gemaakt om Rotterdam klimaatbestendig te maken. In het GRP staat op meerdere plekken beschreven dat we gezien klimaatverandering maatregelen moeten nemen en hoe we dit willen doen. Normaal gesproken is het basisprincipe daarbij: het scheiden van de regen- en afvalwaterstroom. Voor de Agniesebuurt zijn diverse studies gedaan naar hoe we tot een klimaatbestendige inrichting van de wijk kunnen komen. Alle huidig voorgestelde oplossingen om het water te bergen zijn bewezen technieken en op diverse locaties in Rotterdam aanwezig. Er wordt dus geen pilot uitgevoerd met technieken en oplossingsrichtingen. Alleen het schaalniveau, niet meer een aanpak van een enkele straat, maar nu de gebiedsgerichte aanpak voor een hele wijk, maken dit tot pilot. Daardoor kwamen wij in aanmerking voor Europese subsidie. Vraag 3: Wat is de meerwaarde van het vasthouden en infiltreren van hemelwater in de wijk, ten opzichte van gescheiden afvoeren naar de singel? Wat zijn de meerkosten van de huidige aanpak en binnen welke begroting(en) zijn deze geraamd? Oude stadswijken, zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en met relatief weinig open water en groen zijn kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering zoals extreme neerslag. Gezien de ligging van Rotterdam beneden de zeespiegel, moet iedere regendruppel die valt op de stad worden afgevoerd of vastgehouden. Ten aanzien van het afvoeren lopen we nu tegen onze maximale capaciteit aan. Verdere vergroting van de buizen en gemalen is niet mogelijk, dus moeten we het zoeken in andere oplossingen. Ook de afvoer van het extra aanbod aan hemelwater op het oppervlaktewater is niet zondermeer mogelijk De meerkosten van het vasthouden van het regenwater in de wijk worden grotendeels gefinancierd door bijdrages vanuit beide Europese subsidies en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Het klimaatadaptief inrichting van de buitenruimte, de informatie daaromtrent en de participatie van bewoners leiden bovendien tot meer bewustwording over anders omgaan met regenwater en meer groen in de straat. ļ-,, Portefeuillehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar: D. van Eijck-Nilwik pagina 3

Vraag 4: Voor welk deel van de aanpak Agniesebuurt is Europese subsidie beschikbaar gesteld volgens het college en welk bedrag is hiervoor beschikbaar? Kan het college het specifieke plan dat ten grondslag ligt aan deze subsidie met de raad delen? Zo nee, waarom niet? Sponge2020, een Europese Interreg-subsidie voor de periode 2017-2021 is door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard aangevraagd voor de Agniesebuurt en wordt tussen nu en 2019/2020 aangewend in de deelprojecten Vrouw Jannestraat e.o. en Banierstraat e.o. HHSK is de lead-partner en gemeente Rotterdam deelpartner. De bijdragen zijn te besteden aan de kosten van de projecturen, de internationale samenwerking, externe advisering en de investering aan de innovatieve maatregelen zelf. Sponge is een complexe internationale samenwerking van tien partners met zeven voorbeeldprojecten. Binnen die constellatie wisselen we kennis en ervaringen uit voor andere en nieuwe klimaatprojecten. De subsidieaanvraag en het besluit kunnen zonder problemen gedeeld worden, zie bijlagen. Vraag 5: Op welke wijze worden de diverse bovengenoemde partijen op dit moment betrokken om samen na te denken? Worden bijvoorbeeld ondernemers en pandeigenaren (niet woonachtig in de wijk) niet vergeten? En welke belangenverenigingen zijn benaderd? Welke rol speelt Havensteder in het project, en hoe betrekt zij op haar beurt haar huurders? Het uitvoeringsproject Aanpak Buitenruimte Agniesebuurt is voor het eerst bekend gemaakt tijdens een informatiemarkt voor de hele wijk in juni 2016. Zowel de bewoners als de eigenaren zijn uitgenodigd. Daarna is verder gewerkt aan de voorbereiding van en de communicatie over de deelprojecten. ZOHO Citizens is als belangenvereniging van ZOHO nauw bij het project betrokken. Verder is de Actiegroep betrokken en voor de avond van 19 april uitgenodigd om een eigen informatiestand te bemannen. Tijdens de verschillende informatiemarkten en -bijeenkomsten zijn lokale ondernemers. Havensteder en Hoogheemraadschap betrokken en aanwezig geweest. Havensteder informeert haar huurders over maatregelen in achtertuinen en de mogelijkheid voor geveltuinen als daar een aanleiding toe is. Met Havensteder spreken we regelmatig over kansen om onze ambities met de onderhoudsagenda van Havensteder te koppelen. Havensteder werkt daarnaast met Stichting Tussentuinen aan het klimaat adaptief herinrichten van enkele tussentuinen. Vraag 6: Kan het college aangeven hoe het staat met het 'langs de deuren gaan' en hoe dit zich verhoudt tot de startdatum van het project op 1 juni? ** V' Registratienummer dienst: 170704 -» Portefeuillehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar: D van Eijck-Nilwik pagina 4

De startdatum van het deelproject Vrouw Jannestraat e.o. is inmiddels verder opgeschoven en is nu gepland op 14 augustus 2017. In december 2016 is gestart met het bezoeken van binnentuinen. Besloten is per binnentuin een peilbuis te plaatsen waarbij het maaiveld is gemeten, het bodempakket in beeld is gebracht en een sensor in de peilbuis is geplaatst waarmee de grondwaterstand wordt gemonitord. In het deelproject Vrouw Jannestraat e.o. is dat nu in elke binnentuin gebeurd. Voor de volgende deelprojecten wordt dat nog verder uitgerold. Vraag 7: Wat is de planning van de aanpak voor de komende periode en de daarbij behorende participatie? De start van het deelproject Vrouw Jannestraat e.o. is nu gepland op 14 augustus 2017. Een schematische weergave van de communicatie- en participatiemomenten is te vinden in 20170512 planning communicatiejoarticipatie 2017 0.2. Het communicatieplan wordt de aankomende tijd verder uitgewerkt. Vraag 8: Kan het college uitleggen hoe men tot het grondwaterpeil van -2,40 N.A.P. is gekomen voor het gebied? Is hierover een (peil)besluit genomen? Het peil van NAP -2.40 m is gerelateerd aan het oppervlaktewaterpeil van de singel, omdat vanouds een relatie bestaat tussen de ontwateringsdiepte (het grondwaterpeil op een bepaalde locatie) en het waterpeil in de singels. Het oppervlaktewaterpeil wordt bepaald door het waterschap op basis van de aanwezige functies in een gebied. De grondwaterstanden in stedelijk gebied worden beïnvloed door vele factoren, zoals bodemopbouw, bouwhistorie, afstand tot het oppervlaktewater, waardoor een sterk wisselend beeld ontstaat in plaats en tijd. Peilbeheer van het grondwater is daarom een onmogelijke opgave in de stad. De gemeente Rotterdam doet niet aan actief grondwaterpeilbeheer, maar streeft naar een grondwaterstand gelijk aan singelpeil, omdat daarmee het beste alle aanwezige belangen/functies in stedelijk gebied worden gediend. Houten funderingen kunnen daar baat bij hebben. Lagergelegen tuinen (die relatief steeds lager liggen door verzakking) en kelders en souterrains die niet waterdicht zijn, kunnen daar last van hebben. Vraag 9: Is de hoogte van het grondwaterpeil en de drainage -2,15 N.A.P. een afgewogen keuze die volgens het college de risico's zo veel mogelijk verkleint? Welke afwegingen liggen hieraan ten grondslag, m.b.t. funderingen, binnentuinen en eventuele schade/overlast aan kelders/souterrains? De huidige grondwaterstand wordt bepaald door de oude (drainerende) riolering en is daardoor lager dan het singelpeil. Na de rioolvervanging zal de grondwaterstand langzaam teruggaan naar een niveau rond het singelpeil, d.w.z. circa NAP -2,40 m. Registratienummer dienst: 170704 ĴK v Portefeuillehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar: D. van Eijck-Nilwik pagina 5

Echter is dit een inschatting en dus geen keuze; dit grondwaterpeil zal dan ook niet actief worden beheerd. Het basisprincipe voor de wijk wordt het vasthouden van de regenwaterdruppel op de plek waar deze valt. Om pieken als gevolg van neerslag af te vangen en een minimale ontwateringsdiepte van 0,80 m op openbaar terrein te garanderen, wordt op een hoogte van NAP -2,15 m een drainage gerealiseerd. Voorde meeste buien zal er genoeg berging gecreëerd zijn in de ondergrond, de drainage is bedoeld als reservesysteem. Zodra het water het drainageniveau bereikt, zal er lozing gaan plaatsvinden naar het oppervlaktewater. Dit is een tijdelijke situatie, waarna de grondwaterstand weer terug gaat naar een peil rond de NAP -2,40 m. Vraag 10: Heeft de gemeente de wisselende hoogtes in de verschillende binnenterreinen en de hoge grondwaterstand in de tuinen in kaart gebracht? En de inrichting (bomen etc.) van de binnenterreinen? Zo ja, kan het college aangeven wat haar bevindingen zijn? De gemeente heeft in de binnenterreinen voor de eerste twee uitvoeringsfases een inventarisatie uitgevoerd naar de maaiveldhoogtes en heeft in elk binnenterrein één peilbuis geplaatst om de grondwaterstand te monitoren. De bevindingen zijn verwerkt in de notitie factsheets binnentuinen Agniesebuurt en gedeeld met de actiegroep, zie de bijlage. Wij spannen ons tot het uiterste in op openbaar gebied en nemen extra maatregelen om zo min mogelijk overlast te ondervinden op particulier terrein. Daarbij houden wij het singelpeil aan als richtlijn, omdat dat een afgewogen peil is voor alle functies. Op particulier terrein is de eigenaar verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen tegen eventuele overlast. Vraag 11: Is het risico voor bomen en bebouwing (ook kelders en souterrains) inmiddels onderzocht? Zo ja, wat zijn hier de uitkomsten van? Op basis van ons digitale informatiesysteem is in kaart gebracht waar ondergrondse bouwlagen zoals kelders en souterrains zijn gesitueerd. Echter de data van onze informatiesystemen zijn niet compleet, omdat de pandeigenaar niet verplicht is om deze data aan te leveren. We zijn afhankelijk van bouw- en omgevingsvergunningen. Het verhogen van de grondwaterstand kan gevolgen hebben voor niet-waterdichte souterrains en kelders. De staat van onderhoud en de waterdichtheid van souterrains en kelders kan door de gemeente niet worden onderzocht. Ondergrondse gebruiksruimtes van panden, zoals een kelder of een souterrain, moeten volgens de bouwregelgeving waterdicht zijn. Als dit niet het geval is, is er sprake van een bouwkundig probleem waarvoor de eigenaar zelf verantwoordelijk is. Een bomenonderzoek voor de openbare ruimte heeft plaatsgevonden en de bevindingen voor het eerste deelproject, Vrouw Jannestraat, zijn met de Bomenridders gedeeld. De kapvergunning is aangevraagd. De gemeente heeft de actiegroep aangeboden om per binnentuin een algemeen advies te geven. We hebben begrepen dat de actiegroep in de tussentijd zelf met de Bomenridders een locatiebezoek heeft Portefeuillehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar: D. van Eijck-Nilwik pagina 6

gebracht. Als de verkregen informatie wordt uitgewisseld, wordt besproken wat de aanvullende inzet vanuit de gemeente kan zijn. Vraag 12 Is er een inventarisatie gemaakt van eventuele vervuiling (o.a. lood) van de grond in het gebied, in het bijzonder de binnenterreinen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn hiervan de uitkomsten? Als er sprake is van verontreinigde grond, wat zijn dan de (gezondheids)risico's als het grondwater 20 tot 45 cm stijgt? Momenteel is de Gemeente Rotterdam bezig met een inventarisatie naar loodwaarden in de Rotterdamse bodem. Dit onderzoek richt zich op het zogenoemde gevoelig gebruik (tuinen, speellocaties, gewasteeltlocaties). De Agniesebuurt is in dit kader ook meegenomen. De onderzoeksresultaten worden in de loop de zomer 2017 bekend, waarna indien van toepassing een uitvoeringsfase zal beginnen. De precieze vorm van dit uitvoeringsprogramma is nog in ontwikkeling. Met betrekking tot de (gezondheids)risico s als gevolg van grondwaterstijging: Uit reeds uitgevoerd bodemonderzoek blijkt dat binnen dit gebied sprake is van een reguliere grondwaterkwaliteit. Er bestaat derhalve geen aanleiding om als gevolg van een hogere grondwaterstand gezondheidsrisico s te verwachten. Bij uiterst uitzonderlijke situaties (hoge of lage ph-waarde) kan er wel een effect optreden, maar een dergelijke situatie wordt niet verwacht in dit gebied. Vraag 13: In de stukken uit 2015 komt ook de funderingen in het gebied ter sprake. Hierbij wordt het advies gegeven om verder onderzoek te doen naar de funderingstypes, alsmede een visuele inspectie naar de staat van de funderingen. Is dit gebeurd, zo ja wat zijn de uitkomsten? Via het digitale systeem, dat gevoed is door bouw- en omgevingsvergunningen, kan worden geïnventariseerd waar sprake is van kelders/soutterrains en houten funderingen. Dat is reeds gebeurd voor Vrouw Jannestraat e o, waarvan de resultaten zijn verwerkt in de notitie factsheets binnentuinen Agniesebuurt, en wordt voor de andere deelprojecten op eenzelfde manier in beeld gebracht. Voor het eerste deelproject is bekend geworden dat enkele panden wat ondiep gefundeerd zijn en aan één pand herstel is uitgevoerd. Er is in het kader van dit project voor deze fase nog geen aanleiding voor aanvullend fysiek funderingsonderzoek. Vraag 14: Welke maatregelen worden er in het huidige plan genomen om een te kleine (of te grote) ontwateringsdiepte te voorkomen? Is het college bereid de hoogte van de drainagebuizen te heroverwegen als blijkt dat de risico's op wateroverlast hierdoor te groot zijn? De gemeente Rotterdam heeft in het Gemeentelijk Rioleringsplan 4 voor de openbare ruimte een minimaal gewenste ontwateringsdiepte vastgesteld van 0,80 meter voor straten, pleinen en trottoirs en 0,50 meter voor openbaar groen. De grondwaterstand 1į-l Portefeuillehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar: D. van Eijck-Nilwik pagina 7

wordt daarbij afgemeten ten opzichte van het uitgiftepeíl van de openbare ruimte en niet ten opzichte van de actuele hoogte van het maaiveld. Om deze minimale ontwateringsdiepte te garanderen is de drainage ontworpen. De gemeente zorgt ervoor dat de openbare ruimte op reguliere onderhoudsbasis terug wordt gebracht naar uitgiftepeil. Voor het op hoogte houden van particulier terrein is de eigenaar verantwoordelijk. Het niet op hoogte brengen van het particulier terrein is vooralsnog geen reden om in de publieke ruimte een suboptimale drainagehoogte aan te brengen. Vraag 15: Kan het college uitleggen hoe zij tegen haar verantwoordelijkheid voor het grondwater (zorgplicht) aankijkt, ten opzichte van eventuele schade aan tuinen, bomen en bebouwing bij stijging van het grondwater? Op grond van de wettelijke gemeentelijke zorgplicht voor het grondwater (Waterwet artikel 3.6) spant de gemeente Rotterdam zich in om, voor zover op doelmatige wijze mogelijk, maatregelen te treffen in het openbare gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aanwezige functies zoveel mogelijk te voorkomen ofte beperken. Echter, problemen met grondwater zijn in veel gevallen niet zo zeer te wijten aan een te hoge grondwaterstand, maar aan achterstallig onderhoud, zoals een te laag (verzakt) maaiveld of niet waterdichte panden. De gemeente treft dus alleen maatregelen in het openbare gebied. Voor maatregelen op particulier terrein zijn de betreffende terreineigenaren zelf verantwoordelijk (dit geldt ook voor de hemelwi :orgplicht, art. 3.5 Waterwet). Burgemeester en Wethouders van Rotterdam, De burgemeester, i. Aboutaleb Ķv Portefeuillehouder: weth. B.J. Eerdmans ^ Behandelaar: D. van Eijck-Nilwik pagina 8