Inhoudsopgave 1. HERKOMST 2 2. KENMERKEN EN BOUW 3 3. LEVENSLOOP 4 4. RUNDVEERASSEN 5 5. HUISVESTING 5 6. EEN JAAR UIT HET LEVEN VAN EEN KOE 6



Vergelijkbare documenten
3. Zinnen knippen: De woorden zijn allemaal aan elkaar geschreven. Zet een streepje tussen elk woord en lees de zin nog een keer.

Doelstellingen. De leerlingen weten hoe kaas wordt gemaakt.

MELK BESTAAT UIT: De melk die van de koe komt wordt ook wel de rauwe melk genoemd. Dit is een plaatje van wat er in de melk van de koe zit.

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

Op een melkveehouderij wordt melk gemaakt door de koeien in de wei. De koeien worden minimaal twee keer per dag gemolken.

Zuivel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

over DE KOE Een koe heeft grote oren die in alle richtingen kunnen draaien. Zo horen ze goed als er gevaar dreigt.

Waar ligt de Beemsterpolder?

Productinformatie: Melk en melkproducten. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Wat is melk?

Lees verder over kaas maken en de verschillende kaassoorten.

Rare jongens, die koeien? Enkele eigenaardigheden van de koe.

De koe. De geschiedenis van de koe. Kenmerken van de koe

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector

Krijgen die zwartwitte. voldoende eten? Van oerrund tot verschillende rundveetypes.

Ganzenbord: vraagjes & opdrachten

Rassen Het rund. Er zijn verschillende soorten vleeskoeien. Hieronder ga ik verschillende rassen kort benoemen. Aberdeen Angus

De Kaasmaakster. Schoolplaat De kaasbereiding (Copyright Wolters-Noordhoff bv)

o In zakken gemaakt uit de huid van de dieren. o In de magen van de dode dieren. o Door veel te roeren in de melk.

Melken: van krukje tot robot. innovators in agriculture

derde leerjaar

De ezel. Ezels worden gehouden als :... Van ezelinnenmelk maakt men :...

Duurzaam boeren. Van koe naar koelkast. De boer als producent van voedsel en natuur - INFORMATIEBLAD 1

Werkboek van: Den Haneker Educatie Streekonderwijs

Van melk tot iets voor elk

Weetje. Wie eet volgens de Schijf van Vijf krijgt voldoende en vooral niet te veel voedingsstoffen

Werkstuk Biologie Koeien

3C Voeding herkauwer

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector

Horeca&Commercie goes Dutch

FEITEN OVER BIOLOGISCHE GEITEN

vierde leerjaar

tweede leerjaar

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector

INFO OVER DE GEITENMELKSECTOR. Alles over productie, verwerking en afzet

Werkboekje op school. 1. Boerderijen in het Gooi en de Vechtstreek. Opdrachten: lezen, X aankruisen, invullen, doe-opdracht.

Bacteriën als hulpje. Yoghurt maken. Benodigdheden. Werkwijze

Productinformatie: Boter en boterproducten. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Kwaliteitskenmerken van boter

Instructie voor de begeleiders

Thuis op het werk. Maak of teken je eigen droomboerderij (tekening, maquette, legoblokjes).

Auditieve oefeningen. Boek van de week: 1; De boerderij 2; De koe die in het water viel 3; 4;

Op bezoek bij de schaapskudde. op landgoed Zuylestein

3 je handen wassen? dienen als omhulsel voor worst en zelfs het bloed gaat niet verloren. Dat wordt verwerkt in meststoffen.

Kaas maken (taakanalyse)

Productinformatie: Nederlandse kaas. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Bereiding van fabriekskaas in 9 stappen

eerste leerjaar

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

Het spreekt vanzelf dat vooral vrouwen op de hoogte zijn van de dialectbenamingen voor voeding. Ga dus te rade bij echtgenote of (groot)moeder.

Bio-industrie. Wat is de bio-industrie? Om hoeveel dieren gaat het eigenlijk. De legbatterij

naam:. nr: datum:.. Het gouden ei van de kinderboerderij. 1

Hoe maak ik een spreekbeurt?

MELK. Soorten melk. AA-melk UHT (ultra hoge temperatuur)

De familie schaap. Praat eens zoals een schaap Welke dierengeluiden ken je nog? Doe ze eens na?

Infoblad 1: oplossingen van de werkbladen 5 t.e.m. 9. Werkblad 5: rund, paard, varken en vleesvervangers

Bijlage 1. Brief Damisi groep 3

...maar hoe wordt het eigenlijk gemaakt?

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13

Kaas maken. Handleiding leskist

Voeding. Bevroren voedsel Pas op met wortelen en bieten. Bewaar ze vorstvrij want. Jonge paarden en krachtvoer

LEVEN VAN DE KOE DOCENTENHANDLEIDING

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Wist je dat. Bitter Zuur Zout Zoet. ... de bobbeltjes op je tong je smaakpapillen zijn. Hiermee proef je of iets bitter, zuur, zout of zoet is.

De bedoeling van deze opdracht is om aandacht te besteden op de luchtjes op de boerderij.

Dierenwelzijnslessen voor basisscholen. Koeien

Toemaatjes voor kids > Quiz je slim

5.2. Boekverslag door A woorden 18 mei keer beoordeeld. Melk is goed voor elk! (ook zure ) Biopracticum. Inleiding

Voedsel bewaren. Lesinfo Doelstelling Benodigdheden Inleiding

Circuitles. Thema: de biologische melkveehouderij Doelgroep: middenbouw Lesduur: maximaal een dagdeel Voorbereidingstijd: 1/2 uur

Werkblad. Eten: vroeger en nu. Materiaal. Hoe gaan we te werk? Leestekst. 5 de leerjaar. Schrijf- en tekengerief

Vlees. Waar gaat deze kaart over? Keuring. Wat wordt er van jou verwacht? Vlees eten hoeft niet. Algemeen. Inkopen van vlees

Productinformatie: Vlees. Waar gaat deze kaart over? De voedingswaarde van vlees. Wat wordt er van jou verwacht? De kwaliteit van vlees

SPREEKBEURT SCHAAP ZOOGDIEREN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Check je melkpak. Boerderij in de kijker. Zelf onderzoek doen op een melkveehouderij en een mening vormen. Wat levert een liter melk op?

Natuurlijk. Zuivel: cool én voedzaam Van koe tot kaas Loei lekker! Recepten met zuivelproducten. Sudokoe! En nog veel meer puzzels!

De koeien van de keizer

Paarden zijn hoefdieren: dieren met hoeven aan hun voeten. Een hoef is een hele dikke nagel die de poot beschermt.

Spreekbeurtpakket - dieren op de boerderij voor de leerling

De koe in de kringloop

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Ambachtelijk en authentiek

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

De filosofie van het voeren

Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree

Start: Welk dier hoort bij...?

Frisdrank - omschrijving

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Naam: Werken voor geld

Het paard. De geschiedenis van het paard

Werkboekje Boerderijles Groep 5/6. Naam..

Lente. groep 3, 4 en 5

NIEUWSBRIEF. Nieuwsbrief Boerderij De Bonte Parels. Op bezoek bij de boer

3D Voeding paard. 10 min bespreken opdracht 20 min lezen opdracht en maken zelftoets 45 min maken praktijkopdracht 15 min nabespreken opdracht

Lesdoelen 3 Organisatie 3 Inleiding 3 Kern 3 Afsluiting 4 Tips 4

Speurtocht door Midden-Delfland

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

H Voedingsadvies voor ouderen met (dreigende) ondervoeding

Bijlage VMBO-GL en TL

Confituur maken (oriëntatie)

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4

EEN LES OVER HET HOUDEN VAN VLEESKALVEREN IN NEDERLAND. Docentenhandleiding voor basisscholen

Transcriptie:

Inhoudsopgave I Info leerkracht 1. HERKOMST 2 2. KENMERKEN EN BOUW 3 a. De vacht b. De kop c. De poten d. De uier 3. LEVENSLOOP 4 a. Van kalf tot koe b. Van koe tot melk c. Van koe tot vlees 4. RUNDVEERASSEN 5 5. HUISVESTING 5 6. EEN JAAR UIT HET LEVEN VAN EEN KOE 6 7. HET RUND IS EEN HERKAUWER 6 8. VOEDING 7 9. NUT 8 10. DE WEG VAN DE MELK 9 a. Van koe tot fles b. Soorten melk 11. NUTTIGE LINKS 12 II Taken leerlingen TAKEN 1 E GRAAD 13 TAKEN 2 E GRAAD 17 TAKEN 3 E GRAAD 22 1

1. HERKOMST Het rund, zoals men het nu kent, stamt af van de oeros. Dit oerrund leefde vroeger in het wild in onze streken. Overdag verborg het zich in de bossen uit schrik voor zijn vijanden. s Nachts kwamen de kuddes uit de bossen te voorschijn om te grazen. Na een korte graasbeurt, trok de kudde weer in het woud om te herkauwen. De oeros stierf uit omstreeks 1627. Door eeuwenlange teelt zijn er veel rassen ontstaan. Deze zijn enerzijds aangepast aan klimaat en bodem, anderzijds aan speciaal door de mens gestelde eisen (melkvee, mestvee, trekdieren, vechtrunderen, ). De rassen verschillen in grootte, vorm, haarkleur, bouw van de horens, enz. 2. KENMERKEN EN BOUW A. De vacht: Het rund heeft kort en dicht haar. De vachtkleur verschilt van kleur naargelang het ras. De typische melkkoeien (ras: Holstein) zijn zwartbont of roodbont. Maar er bestaan ook rassen die volledig bruin of zwart zijn. De typische vleeskoeien of dikbillen (ras: Belgisch witblauw) zijn wit - blauw: wit met grijze vlekken. B. De kop: Het rund heeft een grote, massieve kop. Aan de hals zit er een losse huidplooi; het kossem of de halskwab. Op de kop van het dier staan horens. Deze kunnen gebruikt worden als verdedigingsmiddel. Daarom laten de meeste boeren de kalfjes onthoornen. De kop eindigt in een brede, onbehaarde snuit, die altijd nat is. Koeien hebben een goed ontwikkeld reukorgaan. Ze hebben ook een groot gezichtsveld, dankzij de 2 opzijstaande ogen. C. De poten: Een koe is een evenhoevig dier. Elke poot heeft twee hoeven. Het voordeel van die gespleten hoef is het grote steunvlak in drassige weiden. Koeien zijn namelijk hoefgangers (synoniem: teentopgangers). Ze lopen letterlijk op de toppen van hun tenen. Achteraan de poot hebben ze 2 bijhoeven, waarop ze niet lopen. 2

Bijhoef Hoef D. De uier: De uier van de koe bestaat uit vier delen, de kwartieren. Elk kwartier maakt zijn eigen melk en heeft zijn eigen speen (zie figuur). Melkblaasjes Melkkanaal Melkgang Melkboezem Tepel Vanuit de melkblaasjes boven in elk kwartier stroomt de melk in melkkanaaltjes en vervolgens door wijdere melkgangen naar de melkboezem. Deze ligt vlak boven de speen en dient als opslagplaats. De speen wordt onderaan afgesloten door een kringspier. Die voorkomt dat de melk zomaar uit de uier druppelt. Kringspier 3. LEVENSLOOP A. Van kalf tot koe: Pasgeboren kalveren wegen 40 tot 50 kilo. Na een jaar wordt een kalf een pink genoemd. Als een pink ongeveer anderhalf jaar oud is, wordt ze gedekt door een stier of bevrucht door kunstmatige inseminatie (afgekort K.I. ) en wordt ze een vaars genoemd. Wanneer de vaars een kalfje krijgt, wordt ze een koe. leeftijd benaming gewicht 0 tot 12maanden kalf 40 tot 350kg 12 tot 18 maanden Pink/stierkalf 350 tot 500 kg 18 tot 24 maanden Vaars/stierkalf 500 tot 700 kg Na 24 maanden Koe/stier/os 700 tot 1000 kg 3

B. Van koe tot melk: Wanneer een vaars gekalfd heeft, begint ze melk te geven. Zie ook de volgende link: http:// www.zuivelonline.nl/pagina/1022/leerkrachten_groep_5-6_waarom_geeft_koe_melk.html Melkkoeien blijven meestal op de boerderij tot ze 5 of 6 jaar oud zijn. Ze hebben dan 3 of 4 kalfjes gekregen. Een koe van 8 jaar is al een echte oma. Oude koeien worden naar het slachthuis gebracht. Soms worden koeien ook op jongere leeftijd geslacht, bijvoorbeeld koeien die manken, te weinig melk geven, niet drachtig worden, C. Van koe tot vlees: Kalfjes voor kalfsvlees worden geslacht als ze 6 tot 7 maanden oud zijn en ongeveer 200 kg wegen. Koeien en stieren slacht men na 24 maanden. Slachtrijpe koeien wegen ongeveer 400 kg, stieren wegen 600 tot 800 kilo. 1. Kop (tong) 2. Nek (stoofvlees, gehakt) 3. Dikke rib en schouder (gebraad) 4. Rib (biefstuk) 5. Lende (rundshaas, biefstuk) 6. Heupstuk (rosbief, biefstuk) 7. Staartstuk (soepvlees) 8. Borst (soepvlees, gehakt) 9. Schouder (rosbief, gepelde biefstuk) 10. Ribgedeelte (gehakt, hamburger) 11. Nootstuk (rosbief, biefstuk) 12. Platte bil met muis (rosbief, biefstuk) 13.Voorschenkel (soepvlees, gehakt) 14. Naborst (soepvlees, gepelde biefstuk) 15. Vang of Flank (soepvlees, gehakt) 16. Achterschenkel (soepvlees, gehakt) 17. Uier (streekspecialiteit) 4

4. RUNDVEERASSEN Er bestaan verschillende runderrasen. Sommige rassen worden gehouden voor melk, andere voor vlees. Tot slot zijn er ook rassen die men zowel voor melk als voor vlees houdt; de melk-vleesrassen (synoniem: dubbeldoelrassen). Voorbeelden melkrassen: Holstein (foto 1), Jersey Voorbeelden vleesrassen: Belgisch witblauw, synoniem dikbil (foto 2), Limousin, Charolais Voorbeelden dubbeldoelrassen: Oost - Vlaams witrood, West -Vlaams rood (foto 3) 5. HUISVESTING Sinds eeuwen bouwt men stallen om de dieren te beschermen tegen regen, koude en gure wind. De bouw en indeling van de stallen is door de jaren heen volledig veranderd. Vroeger hadden de meeste boeren een potstal of een bindstal. Tegenwoordig hebben de meeste melkveebedrijven een ligboxenloopstal (foto 1). De koeien lopen los rond en kunnen liggen in ligboxen. Ze lopen op roosters, zodat de uitwerpselen in een grote aalput onder de loopstal terechtkomen. Het melken gebeurt niet langer in de stal, maar in een aparte ruimte: de melkput (foto 2). 5

6. EEN JAAR UIT HET LEVEN VAN DE KOE Het jaar van de koe begint met de geboorte van haar kalf. Hierna geeft ze gedurende 10 maanden melk (= de lactatieperiode). Tijdens de lactatieperiode wordt de koe bevrucht en is ze drachtig. Negen maanden na de bevruchting wordt een kalfje geboren. De laatste 2 maanden van de dracht melkt de boer de koe niet meer. Ze wordt dan drooggezet. Samengevat ziet een jaar uit het leven van de koe er als volgt uit: 1. geboorte van een kalf 2. de koe geeft melk 3. de koe wordt bevrucht 4. de koe is drachtig 5. de koe wordt drooggezet 6. de koe geeft niet langer melk 7. de koe kalft opnieuw 7. HET RUND IS EEN HERKAUWER Dit betekent dat het rund 4 magen heeft om voedsel te verteren. Als een koe gras eet, slikt ze dit gewoon naar binnen en komt het gras in de pens terecht. De pens kan je vergelijken met een groot voorraadvat waarin het gras een eerste gisting ondergaat. Als de koe ongeveer 50 kilo gras heeft gegeten, is de pens gevuld en begint ze te herkauwen. Via de netmaag komt elke keer een mondvol gras in de muil, waar brede kiezen het gras grondig kauwen. Als ze het herkauwde gras weer inslikt, komt het in de boekmaag terecht. De boekmaag haalt het vocht uit het voedsel. Tot slot komt het eten in de eigenlijke verterende maag: de lebmaag. Daar worden grote hoeveelheden maagsap (leb) aan de voedselbrij toegevoegd. De lebmaag kan men vergelijken met de maag van een mens. A. slokdarm 1. pens 2. netmaag 3. boekmaag 4. lebmaag 6

8. VOEDING Runderen zijn herbivoren (synoniem: planteneters). Een rund krijgt van de boer 2 soorten voer: ruwvoer en krachtvoer. Men kan deze vergelijken met brood en snoep voor de mens. Ruwvoer is het belangrijkste voedermiddel. Het heeft een lage voedingswaarde en mag in grote hoeveelheden gegeven worden (zoals gras, hooi, kuilvoer). Krachtvoer daarentegen is rijk aan voedingsstoffen en wordt in beperkte mate gegeven. Het rantsoen van de koeien verschilt naargelang seizoen. In de lente en zomer eten de dieren vooral gras. In de herfst en de winter krijgen ze vooral kuilvoer. Dat is maïs of gras die bewaard wordt onder een grote hoop plastic. Zie ook de volgende link: http://www.zuivelonline.nl/?pageid=1025 Het maken van kuilvoer gebeurt als volgt: 1) Gras maaien 2) Het gras verspreiden en losschudden ( synoniem: keren) zodat het wat kan drogen 3) Gras oprapen met een opraapwagen 4) Het gras op een hoop leggen en er met de tractor verschillende keren over rijden (aandrukken) 5) en 6) De hoop afdekken met plastic en autobanden. Als een boer kuilvoer wil geven aan de dieren, snijdt hij met een machine een stukje uit de kuil. 7

9. NUT Runderen worden voornamelijk gehouden voor het vlees en voor de melk. A. Vlees Van een rund dat geslacht wordt voor rundsvlees gaat niet veel verloren. De huid wordt verwerkt tot leder. De ingewanden en het vlees dat wij niet lusten, wordt verwerkt in honden- of kattenvoer. B. Melk De melk kan als melk geconsumeerd worden. Men kan ze ook verwerken tot zuivelproducten zoals yoghurt, kaas, boter en karnemelk. Bereiding van yoghurt: Yoghurt wordt gemaakt door in de melk een bepaald soort melkzuurbacterie te laten groeien. Daardoor wordt de melk dik en krijgt ze een fris - zure smaak. Bereiding van kaas: Kaas wordt gemaakt van verse koeien-, geiten-, of schapenmelk. De melk wordt afgekoeld tot 29 C. Vervolgens wordt er zuursel en stremsel toegevoegd. Zuursel (een concentraat van melkzuurbacteriën) voorkomt de groei van slechte bacteriën. Stremsel (afkomstig uit de maag van het kalf) zorgt dat de eiwitten in de melk samenklonteren. Na een half uurtje is de melk gestremd tot een vaste, puddingachtige massa: de wrongel. Die wordt in stukjes gesneden met een wrongelmes. Het lichtgele vocht dat komt bovendrijven, de wei, wordt eraf geschept of van de wrongel gescheiden door het geheel door een kaasdoek te gieten. Het vaste gedeelte (de wrongel) kan als platte kaas geconsumeerd worden. Van de wei kun je lekkere drankjes bereiden. Om vastere kazen te maken, wordt de wrongel gespoeld en gedroogd. Vervolgens wordt hij in een kaasvat gedaan en onder de kaaspers gestopt. Hij blijft 1 tot 8 uren onder de pers. Na het persen krijgt de kaas een pekelbad (water en zout). Hierdoor wordt de kaas stevig en smakelijk en krijgt ze een korst. Na het pekelen moet de kaas enkele dagen drogen. Dan brengt men een plastic laagje aan. Dit voorkomt uitdroging en schimmel. Vervolgens laat men de kaas rijpen op een ongeverfde plank. De kazen worden regelmatig gekeerd. Het pekelen en het rijpen bepalen in sterke mate de smaak en het aroma van de kazen. De rijptijd van jonge kaas bedraagt 1 à 2 maanden, die van belegen kaas 4 tot 8 maanden oud. Oude kaas: is circa een jaar oud. Zie ook de volgende link: http://www.zuivelonline.nl/pagina/1028/leerkrachten_groep_5-6_hoe_komen_gaten_in_kaas.html 8

Bereiding van boter en karnemelk: Boter wordt verkregen uit de room van koemelk. Koemelk bestaat voor 30 tot 40 procent uit vet. Dit vet komt bovendrijven en zit dus in de bovenste laag van de melk (de room). Als men boter wil maken, schept men de room van de melk. Vervolgens voegt men er melkzuurbacteriën aan toe. De zure room gaat in de karnton, waarin ze ongeveer 30 minuten wordt gekarnd. Door deze klotsende beweging klonteren de vetdeeltjes in de room samen en komen ze als boterklontjes bovendrijven. De klontjes worden er afgeschept. De vloeistof die overblijft, is karnemelk. De boterklontjes worden met koud water verschillende keren gespoeld. Met behulp van houten spanen worden boterklompen gevormd. Die worden vervolgens gewogen, verpakt en verkocht. A. Van koe tot fles 10. DE WEG VAN DE MELK Vanaf het moment dat de koe gekalfd heeft, wordt ze tweemaal per dag gemolken. Vroeger gebeurde dat met de hand in de stal of in de weide. In 2 uur tijd kon men zo een 12 tot 15 koeien melken. Tegenwoordig melkt men de koeien machinaal. Zo kan één boer wel honderd koeien melken in twee uur tijd. Het melken gebeurt in de melkstal. Meestal is er plaats voor een tiental koeien tegelijk (soms meer). De melker staat in een put tussen de koeien, de melkput. Vooraleer men begint te melken worden de spenen gereinigd met een natte doek. Vervolgens worden de zuignappen op de spenen van de koe aangebracht. Via een leiding stroomt de melk in de koeltank. Deze is opgesteld in een aparte ruimte, het melklokaal. In de tank wordt de melk afgekoeld tot 4 C, zodat de bacteriën in de melk zich niet meer kunnen vermenigvuldigen. Na het melken worden de spenen ontsmet en wordt de melkapparatuur extra schoongemaakt. 9

Naast de methode van behandelen verschilt de melk ook naargelang het vetgehalte. Zo onderscheiden we: Volle melk: melk die minstens 3,5% vet bevat. Halfvolle melk: melk die tenminste 1,5% en ten hoogste 1,8% vet bevat. Magere melk: melk die maximaal 0,3% vet bevat. Tegenwoordig staat er op veel bussen het logo AA melk. Dit is een kwaliteitslabel. Het betekent dat de melk van bedrijven komt die zeer hygiënisch te werk gaan en onder voortdurende controle staan van de Nationale Zuiveldienst. Alleen hoevemelk of volle melk, die gepasteuriseerd of U.H.T. behandeld zijn, kunnen het AA-label krijgen. 10

Als de koeltank vol is komt de tankwagen de melk ophalen. De hoeveelheid melk wordt gemeten en er wordt een monster genomen. Dat monster wordt in een laboratorium onderzocht op vetgehalte en reinheid. Deze twee bepalen de prijs die de boer voor zijn melk ontvangt. De tankwagen brengt de melk naar de zuivelfabriek. B. Soorten melk In de zuivelfabriek wordt de aangevoerde melk, van de verschillende melkveehouderijen, verwerkt. Een deel van de melk wordt verkocht als hoevemelk. Dit is verse melk (synoniem: rauwe melk) die enkel gefilterd en gekoeld is. Ze is niet lang houdbaar en moet voor gebruik gekookt worden. Het overgrote deel van de rauwe melk die toekomt, wordt behandeld zodat ze langer houdbaar blijft. Hiervoor bestaan er verschillende methoden: Pasteuriseren: De rauwe melk wordt 15 à 20 seconden verhit op ongeveer 70 C. De vitamines blijven hierdoor bewaard, maar de melkzuurbacteriën worden niet gedood. Gepasteuriseerde melk moet snel geconsumeerd worden. Steriliseren: Het verhitten verloopt in twee fasen en gebeurt bij hogere temperatuur (110 tot 140 C). Gesteriliseerde melk is langer houdbaar, maar heeft een lager vitaminegehalte en de smaak is licht gewijzigd. Ultra hoge temperatuurbehandeling (U.H.T.): Het verhitten en het afkoelen gebeurt zeer snel (± 1 sec.) aan 140 C. Door deze korte hitteschok blijft de smaak bijna onaangetast. Deze methode wordt tegenwoordig het meest toegepast. 11

18. NUTTIGE LINKS Op de volgende websites staat veel lesmateriaal (lespakketten, werkbladen, foto s, filmpjes). www.grasspriet.be www. plattelandsklassen.be www.hetkleineloo.nl www.onthaalopdeboerderij.be/landbouweducatie www.zuivelonline.nl www.boerinbeeld.be 12

Taken 1 e graad A. Ken jij dit dier? Dit dier is een. Haar jong noemt een. Het jong drinkt bij de moeder. De melk zit in de. Ik tel spenen aan de uier. Een uier heeft.. spenen. Er zijn er dus verstopt. Ik tel poten bij de koe. Eén poot heeft hoeven. De koe heeft een staart. Ze verjaagt er de mee. Aan de kop zie ik. In de zomer eet de koe vooral. In de winter eet ze. Kies uit: uier vliegen gras koe melk lange hooi horens kalf - 2-4 13

B. De koe wordt gemolken Taken 1e graad Vroeger De boerin melkt de koe met de. Ze zit op een klein stoeltje, dit noemt men een. Nu Nu doet een het werk voor de boer. Zo melkt de boer soms 10 koeien ineens. De koeien worden in de gemolken. De machine zuigt de leeg. De melk gaat langs buizen naar de. Een komt de melk ophalen en voert ze naar de fabriek. Kies uit: hand weide kruk melktank machine melkstal tankwagen uier 14

C. Geven deze dieren melk? Taken 1e graad Schrijf eerst hun naam. Van welke dieren drink ik melk?............... 15

D. De weg van de melk Taken 1e graad Schrijf bij iedere tekening een passende zin. 1 2.. 3.. 4.. 5.. 6.. 16

A. Ken je de koe en haar familie? Taken 2e graad Zet het juiste nummer bij elke pijl. 1. romp 2. speen 3. neus 4. oor 5. uier 6. horens 7. bijklauw 8. hoef 9. staartpluim Kleur het cirkeltje met het juiste antwoord. Een koe geeft dagelijks zo een 25 liter ( t kan ook iets meer of minder zijn) O melk O karnemelk O chocomelk O yoghurt De koe is een zwaar dier; ze weegt O 100kg O 800kg O 10 kg O 10 000kg Vroeger leefden de koeien in de vrije natuur in O groepen O zwermen O banken O kudden Om de ploeg of andere lasten te trekken gebruikte men vroeger een: O kalf O vaars O os O zeug Koeien geven melk en laten hun jongen zuigen. Ook andere dieren doen dat. Men noemt deze dieren zoogdieren. Ken jij nog andere dieren die melk geven? 1. 2. 3. 17

B. De melkveehouderij Taken 2e graad Een melkveehouder heeft dagelijks, winter en zomer, de handen vol. Zijn activiteiten bestaan uit 2 hoofdzaken: zorgen voor voedsel voor de dieren en het verzorgen en onderhouden van de dieren en hun verblijf. 1.Voedsel A. In de zomer gaat alles bijna vanzelf. Dan bevindt de koe zich immers op de. Daar kan ze. De koe eet enorme hoeveelheden gras en dat vindt iedereen een doodgewone zaak. Maar gras is erg moeilijk te verteren. Zonder een ingewikkeld spijsverteringsstelsel en langdurig kauwen zouden runderen er niet in slagen om van gras, rundvlees en melk te maken. Runderen zijn en hebben dus 4 magen. B. In de winter is er meer werk voor de boeg! Dan bevindt de koe zich natuurlijk niet meer op de wei maar wel in de. Tijdens de zomer verbouwde de melkveehouder, heel wat voedsel voor het melkvee zoals en. Dit kan hij drogen en in een schuur bewaren of inkuilen. Om zijn runderen in een goede conditie te houden, geeft hij ze ook nog Vul in en kies hieruit: krachtvoer maïs weide grazen stal herkauwers gras. 18

2.Huisvesting Taken 2e graad Vroeger kon de boer ongeveer een 10-tal koeien houden. Die werden gemolken met de hand. In de winter verbleven deze dieren in de. De koeien werden op een vaste standplaats gebonden. Ze hadden weinig ruimte om te bewegen. Het voedsel lag voor hen in een bak. Nu heeft de boer een modern melkveebedrijf. Hij houdt wel 60 tot 100 koeien. De dieren staan op. Zo kan de mest gemakkelijk uit de stal verwijderd worden. Het melken gebeurt in een melkput. Zo kan de boer gemakkelijk werken. Hij moet zich niet bukken. Het melken gebeurt machinaal en de melk wordt naar een in het geleid. De van de komt regelmatig de melk ophalen. Het en de zuiverheid van de melk bepalen de prijs die de boer krijgt. Dit wordt dan ook bij elke ophaalbeurt gecontroleerd. Kies uit en vul in: melkput koeltank tankwagen melkhuis zuivelfabriek vetgehalte roosters - bindstal. 19

C. Zo maak je kaas Taken 2e graad De zinnen in het vak onderaan staan niet in de juiste volgorde. Schrijf de juiste zin bij elke prent..................... De kaas pekelen en laten rijpen. De kaas persen. De wrongel snijden. Zuursel en stremsel toevoegen. De melk in een kaastobbe gieten. De wrongel en de wei scheiden. 20

A. De bouw van de koe Taken 3 e graad Kan jij bij onderstaande foto het passende nummer op de juiste plaats zetten? 1. de kwaststaart 2. de uier 3. de gespleten hoef 4. de horens 5. de schoft 6. de tepels 7. de snuit 8. de ruglijn 9. de halskwab of het kossem B. De koe is een zoogdier 1. Runderen behoren tot de zoogdieren. Zoek in je woordenboek de term zoogdier op:. Geef twee kenmerken die bij alle zoogdieren gelijk zijn: 2. Zoogdieren en niet- zoogdieren Schrijf in onderstaande tabel 4 zoogdieren en 4 niet- zoogdieren die je op de boerderij kan tegenkomen. zoogdieren niet - zoogdieren naam klasse 21

C. Een ingewikkeld spijsverteringsstelsel Taken 3e graad Runderen eten de hele dag door. In de zomer grazen ze op de weide. Gras is echter moeilijk te verteren. Daarom beschikken runderen over een aangepast spijsverteringsstelsel. Kan jij aan de hand van onderstaande tekening de passende namen bij elk cijfer plaatsen? kies uit: de slokdarm de lebmaag de boekmaag de netmaag de pens A. 1. 2 3 4 Wat doen de 4 magen? vul onderstaande tabel in: naam functie 22

D. De levenscyclus van een koe Taken 3e graad Lees eerst de tekst in de kader. Maak daarna de oefening onder de kader. Dat een mannelijk rund een stier is en een vrouwelijk rund koe genoemd wordt, is waarschijnlijk oud nieuws. Dat men het jong een kalf noemt weet je waarschijnlijk ook nog wel. Maar ken je ook de betekenis van woorden zoals pink, vaars en os? Gedurende zijn eerste twee levensjaren verandert ons rund nogal eens van naam. Bij de geboorte noemt men het een kalf. Eens het een jaar oud is spreekt men van een pink of jaarling. Raakt de pink drachtig noemt men het een vaars. Eénmaal het kalf geboren is, wordt de vaars een koe. Een onvruchtbaar gemaakte stier noemt men dan weer een os. Wat bedoelt men met : 1. kalf : 2. pink : 3. vaars : 4. koe : 5. stier : 6. os : E. Van de koe gaat niets verloren Bekijk de prent (blz.24) en vul in. De lijm die ik gebruik in de klas is gemaakt uit de b van de koe. Uit sommige klieren van de koe maakt me zelfs g Om kaarsen en margarine te maken, maakt men gebruik van het v van de koe. Op mijn zusje haar kamer staat een lamp met een zeer mooie l gemaakt van de blaas van de koe. Katten- en hondenvoer maakt men van het, de en de. van de koe. Kies uit : maag beenderen vet hart lampenkap geneesmiddelen longen 23

24

C. Zo maak je kaas Taken 2e graad 25

C. Zo maak je kaas Taken 2e graad Bekijk de tekeningen goed en nummer de tekst in de juiste volgorde. Kaas wordt gemaakt van onverhitte koemelk. In de kaasmakerij staan een kaastobbe, kaasvaten en een kaaspers. Koeien worden tweemaal daags gemolken. De avondmelk komt in de koeltank. De ochtendmelk, die nog warm is en vers van de koe komt, gaat in de tobbe. Met een aanhaalband maakt de boerin porties wrongel. De kaas drijft enkele dagen in een pekelbad. Zout uit de pekel trekt in de kaas en maakt deze stevig en smakelijk. Na het pekelen moet de kaas enkele dagen drogen. Daarna wordt een plastic laagje aangebracht. Dit voorkomt uitdroging en schimmel. In de opslagruimte ontstaat jonge, belegen of oude kaas. De wrongel wordt in een net geschept en in het kaasvat gelegd. Een rek van messen snijdt de wrongel in stukjes. De wei stroomt nu sneller uit de wrongel. Na een uur persen wordt de kaas in het kaasvat omgekeerd. Door bijmengen van koude melk van de vorige avond koelt de melk in de tobbe af tot 29 graden Celsius. In de dichte warme tobbe moet de wrongel ruim een kwartier rijpen. De kaas ligt uren onder de pers. Tussentijds wordt de druk op de kaas verhoogd. Na het persen moet de kaas acht uur rijpen in een vat zonder deksel. Na toevoegen van stremsel ontstaan dikke wrongel en waterige wei. Toevoegen van zuursel aan de melk maakt de kaas langer houdbaar en smakelijk. Op de wrongel in het kaasvat komt het kaasmerk te liggen. De wei wordt afgetapt. Met warm water wordt de laatste wei uit de wrongel gespoeld. 26

G. Melk is meer dan melk Taken 3e graad Zoek uit wat men verstaat onder deze soorten melk. Gebruik eventueel lege verpakkingen of je woordenboek. Volle melk: Halfvolle melk: Magere melk: AA melk: Karnemelk: Chocolademelk: Gepasteuriseerde melk: Gesteriliseerde melk: U.H.T. melk: 27

H. Zoek het melkproduct! Taken 3e graad Gebruik de begrippenbibliotheek op bladzijden 29, 30 en 31 als hulpmiddel. 1. Melkproduct ontstaan door toevoeging van een melkzuurbacterie die afgeleid is van het yoghurtplantje. 2. Verse kaas, platte kaas. 3. Vaste massa die ontstaat bij het karnen van room. 4. Bacteriën toevoegen die de melksuiker omzetten in melkzuur. 5.Geraspte en gesmolten kaas. 6. De kaasdeeltjes in de melk laten samenklonteren. 7. Kaas onderdompelen in een zoutbad. 8. Melk langer houdbaar maken door ze in twee stappen, gedurende een langere tijd, te verhitten. 9. Lucht in de melk slaan zodat de vetbolletjes samenklonteren. 28

I. Zegswijzen en spreekwoorden Taken 3e graad Ken je de volgende zegswijzen of spreekwoorden? De put dempen als het kalf verdronken is. De koe bij de horens vatten. Een waarheid als een koe. Zij laat de kaas niet van haar brood halen. Over koetjes en kalfjes praten. Hij heeft zijn koetjes op het droge. Oude koeien uit de sloot halen. Het is al boter aan de galg. Er is een haartje in de boter. Boter bij de vis. Van de os op de ezel springen. Welke 2 spreekwoorden werden hier door elkaar gehaald? Er is een haartje op het droge. Hij heeft zijn koetjes in de boter. Zij laat de kaas niet bij de horens vatten. De koe van haar brood halen.. Welk spreekwoord wordt afgebeeld door deze rebus? - n. 29

30

31

32