Monitor drugsincidenten

Vergelijkbare documenten
Monitor drugsincidenten

Monitor Drugsincidenten: ernstige ecstasy intoxicaties

Monitor drugsincidenten

Monitor. drugsincidenten. Factsheet 2013

Monitor. drugsincidenten. Factsheet 2013

Monitor drugsincidenten

Monitor drugsincidenten

EHBO & EDS Grootschalige publieksevenementen. Ronald van Litsenburg Directeur/Eigenaar Event Medical Service BV Ambulanceverpleegkundige

Monitor. drugsincidenten. Factsheet In het kort: Drugs Incidenten.nl

Monitor. drugsincidenten. Factsheet In het kort: Drugs Incidenten.nl

Monitor. drugsincidenten. Factsheet In het kort: Drugs Incidenten.nl

XTC. Speed. Manier van gebruik: Pillen Stofnaam: MDMA (methyleendioxymethamfetamine) Globaal effect: Stimulerend

Monitor. drugsincidenten. Factsheet In het kort: Drugs Incidenten.nl

versie EHbDu09T EHbDu Educare Trimbos 1

Presentatie DDu Ketencasus

Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) Indigo Haaglanden Tactus. Brijder. DIMS bureau Onderdeel van Trimbos-instituut.

Ecstasy: feiten en fabels.

XTC. Speed. Cocaïne. Smartshopproducten. Cannabis. Alcohol GHB

Leerdoelen EHBDu Presentatie

Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) Indigo Haaglanden Tactus. Brijder. DIMS bureau Onderdeel van Trimbos-instituut.

NIEUWSBRIEF Nummer 4, september 2010

versie EHBDu15a EHBDu Educare Trimbos

Trends in middelengebruik bij jongeren

DDu Ketencasus. Jan Krul MSc adviseur en onderzoeker. Presentatie. Mass Gathering Medicine Substance-related Emergencies

Monitor. alcohol en middelen

Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) Indigo Haaglanden Tactus. Brijder. DIMS bureau Onderdeel van Trimbos-instituut.

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

Uitgaan, Alcohol & Drugs. Charles Dorpmans Senior preventie Coördinator DIMS Noord-Brabant

Inspiratiedag studenten

Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) Tactus. Parnassia Bavo Groep. Brijder. DIMS bureau Onderdeel van Trimbos-instituut.

1 Alcoholvergiftigingen

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol

Voorlichting EHBO 28 februari 2011 Rode Kruis Alkmaar. Ton Leenders Afdeling PREVENTIE Brijder Verslavingszorg

PMMA. King Han Gan, arts Afdeling Forensische Geneeskunde

Tendens: Trends in Wonen, Werken en Middelengebruik : een update

De Nederlandse drugsmarkt in 2012

Uitkomsten kwantitatieve meting drugs onder jongeren

Zin en onzin van drugsanalyses SNELTESTEN

Charles Dorpmans Senior preventiewerker Coördinator Dims Noord-Brabant

Thema-avond Alcohol en Drugs in het uitgaanscircuit. *Welkom. Roy Helgering

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Jaaroverzicht 2018 Alcohol- en drugsvergiftigingen onder jongeren

Intoxicaties met drugs Presentatie voor Minisymposium drugsgerelateerde incidenten Trimbos

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) 1

Rapport 681. Ongevallen met hoverboards

EducareGroningen.nl. Uitgaansdrugs en lessen EH. Dr. J. Krul. Spreker. Onderzoek Educatie Consultatie. Oranje Kruis, Nieuwegein, 1 november 2014

Gemeente Oss. Jaarverantwoording 2013

Middelenmisbruik en crisis

Gemeente Oss. Jaarverantwoording 2014

Feestmeter

Chapter Ten Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting)

ENQUETE OPIAAT BASECOKE GEBRUIKERS Bevindingen januari - november 2017

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 januari 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Nederlandse cannabisbeleid

Drugs Informatie en Monitoring Systeem

DIMS Nieuwsbrief Juli 2012

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Disclosure belangen spreker Bas Peeters

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Kerncijfers drugsgebruik 2014

Samenvatting. Per middel beschouwd zien we de volgende ontwikkelingen:

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. M.J. van Rijn

Fact sheet. Kerncijfers drugsgebruik 2014

Monitor. alcohol en middelen

DIMS Nieuwsbrief december 2013

Werkstuk Nederlands Drugs

Drugs Informatie en Monitoring Systeem

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

Drugs Informatie en Monitoring Systeem

Fietsongevallen en alcohol

GHB, van onschuldige partydrug tot gevaarlijke harddrug

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2014 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende het onderwerpen van 4-methylamfetamine aan controlemaatregelen

Antenne Gooi en Vechtstreek 2017

Alcoholhulpvraag in Nederland

Femke Gresnigt SEH-arts KNMG OLVG Amsterdam Lid sectie toxicologie NVSHA Bestuurslid NVSHA portefeuille Opleiding & Onderwijs

Samenvatting. Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, , VeiligheidNL; Continu LIS Vervolgonderzoek , VeiligheidNL

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland ( )

Onderwerp: Toenemend gebruik van harddrugs in Zoetermeer ( )

GHB hulpvraag in Nederland

Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg

NIEUWSBRIEF Nummer 11, september 2013

Het inschatten van agressie van patienten van de ggz crisisdienst

GHB: effecten en risico s intoxicatie en onthoudingssyndroom

Richtlijn Verwarde personen Inclusief GHB-onthoudingsdelier en Excited Delirium Syndroom (EDS)

Verslavingskunde.

Ouderen op de SEH: na een val in beeld

Thema Avond Bernrode. Ronald van Litsenburg Directeur/Eigenaar Dutch Safety Group Ambulanceverpleegkundige & OVD- G

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen?

Drank en Drugs in 2014

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

Transcriptie:

N. Vogels, PhD E.A. Croes, MD PhD Monitor drugsincidenten Tabellenboek 212

N. Vogels, PhD E.A. Croes, MD PhD MONITOR DRUGSINCIDENTEN TABELLENBOEK 212 DISCLAIMER De gegevens in dit tabellenboek beschrijven de drugsgerelateerde gezondheidsincidenten die zijn gemeld door de deelnemende instanties in de MDI peilstationregio's. Deze regio's zijn zodanig gekozen dat zij indicatief zijn voor de landelijke situatie. Het tabellenboek geeft geen overzicht van alle drugsgerelateerde gezondheidsincidenten in Nederland. Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs de informatie uit dit tabellenboek openbaar te maken, te kopiëren, te verspreiden of anderszins actie te ondernemen op basis van de informatie. Trimbos-instituut Utrecht 213

COLOFON Projectleiding Esther Croes Auteurs Neeltje Vogels en Esther Croes Met dank aan De medewerkers van alle deelnemende instanties DIMS Productie en omslagontwerp: Canon Nederland N.V. Artikelnummer AF125 Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 35 AS Utrecht T: 3-297 11 F: 3-297 11 11 213, Trimbos-instituut, Utrecht.

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Methoden 7 2.1 Peilstationsregio's 7 2.2 Verzamelde gegevens 8 2.3 Opmerkingen over interpretatie van de resultaten 8 2.4 Herkomst van de meldingen 9 3. Overzicht drugsincidenten 212 11 3.1 Overzicht 212 11 3.2 Mate van intoxicatie 15 4. Cannabis 19 4.1 Gebruik van cannabis in de algemene bevolking 19 4.2 Marktsituatie 19 4.3 Acute gezondheidsincidenten met cannabis, 29-212 2 5. Ecstasy 25 5.1 Gebruik van ecstasy in de algemene bevolking 25 5.2 Marktsituatie 25 5.3 Acute gezondheidsincidenten met ecstasy, 29-212 27 6. GHB 31 6.1 Gebruik van GHB in de algemene bevolking 31 6.2 Marktsituatie 31 6.3 Acute gezondheidsincidenten met GHB, 29-212 33 7. Cocaïne-HCL 37 7.1 Gebruik van cocaïne in de algemene bevolking 37 7.2 Marktsituatie 37 7.3 Acute gezondheidsincidenten met cocaïne, 29-212 39 8. Amfetamine 43 8.1 Gebruik van amfetamine in de algemene bevolking 43 8.2 Marktsituatie 43 8.3 Acute gezondheidsincidenten met amfetamine, 29-212 42 9. Opiaten 49 9.1 Gebruik van opiaten in de algemene bevolking 49 9.2 Marktsituatie 49 9.3 Acute gezondheidsincidenten met opiaten, 29-212 5 TRIMBOS-INSTITUUT Inhoudsopgave 3

1. Paddo s 55 1.1 Gebruik van paddo's in de algemene bevolking 55 1.2 Marktsituatie 55 1.3 Acute gezondheidsincidenten met paddo's, 29-212 56 11. Gecombineerd drugsgebruik 59 11.1 Gecombineerd drugsgebruik in de algemene bevolking 59 11.2 Acute gezondheidsincidenten met gecombineerd drugsgebruik, 29-212 6 Gebruikte literatuur 65 4 TRIMBOS-INSTITUUT

1 Inleiding Met enige regelmaat doen zich (ernstige) gezondheidsbedreigende incidenten voor met drugs, ook met 'recreatieve' middelen als ecstasy, GHB, paddo s, cannabis en cocaïne. Dit kunnen direct toxische gevolgen zijn van het gebruikte middel of een combinatie van middelen ('onwelwording'), dan wel (opzettelijke en onopzettelijke) ongelukken, in huiselijke kring, in het verkeer, en overige situaties die plaatsvinden terwijl de patiënt onder invloed van een middel is (ongevallen of trauma's). Sinds januari 29 houden verschillende medische instanties op gestandaardiseerde wijze gegevens bij over deze acute drugsgerelateerde gezondheidsverstoringen ('drugsincidenten') in Nederland. De gegevens worden verzameld met de Monitor DrugsIncidenten (MDI). Gebruik van alcohol wordt niet in kaart gebracht, behalve in de gevallen waar alcoholgebruik plaatsvond naast de consumptie van (illegale) drugs. De MDI brengt op continue basis aard en omvang van drugsincidenten in kaart om actief ingrijpen mogelijk te maken, direct via het opsporen van het betrokken middel en eventuele waarschuwingsacties, en indirect via beleidsmaatregelen. Rond de monitor bestaat een netwerk van medische diensten waarin op actuele basis gegevens over nieuwe drugs, mogelijke vervuilingen en gezondheidsverstoringen uitgewisseld kunnen worden. Omdat de gegevens afkomstig zijn uit diverse regio's in het land en worden verzameld door verschillende medische zorgverleningsinstanties (ambulancediensten, spoedeisende hulpafdelingen (SEH) van ziekenhuizen, politieartsen, EHBO-posten op grootschalige evenementen) ontstaat een indicatief beeld van de drugsincidenten die zich in Nederland voordoen. De monitor geeft geen overzicht van alle drugsincidenten die in Nederland plaatsvinden, maar is beperkt tot een aantal regio s en de daarbinnen participerende medische diensten. De MDI is een aanvulling op het Drugs Informatie en Monitorings Systeem (DIMS), dat sinds 1992 de chemische en toxicologische aspecten van drugs onderzoekt. De DIMS gegevens hebben de afgelopen jaren grote verschuivingen blootgelegd in de de samenstelling van ecstasy en amfetamine en hebben het signaleren van de opkomst van GHB en nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) als 4-fluoramfetamine (4-FA) mogelijk gemaakt. Tussen de MDI en het DIMS bestaat een intensieve samenwerking. De voortgang van de beide monitors wordt bewaakt door een begeleidingscommissie waarin onafhankelijke deskundigen uit het veld zitting hebben. In dit tabellenboek wordt een overzicht gegeven van de data die van 29-212 in het kader van de MDI zijn verzameld. De gemelde incidenten uit 212 zijn samengevat in hoofdstuk 3 en in de MDI Factsheet 212. TRIMBOS-INSTITUUT Inleiding 5

6 TRIMBOS-INSTITUUT

2 Methoden 2.1 Peilstationregio's De MDI verzamelt continu anonieme gegevens over drugsincidenten in een aantal peilstationregio's binnen Nederland (tabel 2.1). De peilstationregio s zijn zodanig gekozen dat zij een voor Nederland indicatief beeld opleveren. Tussen 29 en 212 is het aantal peilstationregio's uitgebreid van vier naar acht. Naast informatie uit de acht peilstationregio's worden ook gegevens aangeleverd door organisaties die door het hele land de EHBO-post bemannen op grootschalige evenementen. Binnen de peilstationregio's nemen verschillende medische instanties deel: de afdeling spoedeisende hulp (SEH) van een (stads)ziekenhuis, een ambulancedienst en in een aantal regio's de politieartsen. Deze verschillende bronnen zien over het algemeen andersoortige incidenten, waardoor een vollediger beeld van de drugsgerelateerde incidenten wordt verkregen. Tabel 2.1 Deelnemende instanties Regio Instanties Startjaar Amsterdam Onze Lieve Vrouwe Gasthuis RAV Agglomeratie Amsterdam 1 Forensisch artsen AGZ GGD Amsterdam Brabant Zuidoost Catharinaziekenhuis Eindhoven RAV Veiligheidsregio Brabant Zuidoost Forensisch artsen GGD Brabant Zuidoost Elkerliek Ziekenhuis Helmond Enschede Medisch Spectrum Twente Ambulance Oost Gelderland Midden Gelderse Vallei RAV Gelderland Midden Forensisch artsen GGD Gelderland Midden Gelderland Zuid UMC St. Radboud (vanaf 211) Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (tot 211) RAV Gelderland Zuid Groningen Universitair Medisch Centrum Groningen Ambulancezorg Groningen Purmerend/ regio Waterland Waterlandziekenhuis RAV Agglomeratie Amsterdam 1 Rotterdam Overige ziekenhuizen Niet regio-gebonden EHBO-posten op grootschalige evenementen Forensisch artsen AGZ GGD Amsterdam Ambulancezorg Rotterdam Rijnmond Forensisch artsen Rotterdam-Rijnmond (FARR) Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk Tergooiziekenhuizen Blaricum / Hilversum Educare (tot 212) Event Medical Service Stichting Emergency Team Limburg Stichting Total Medical Support KNV EHBO Arnhem-Presikhaaf Medic & Event Support Medevent 29 21 212 29 211 29 29 21 211 212 212 29 29 21 211 211 211 212 1 In tegenstelling tot de tabellenboeken van de voorgaande jaren worden in dit Tabellenboek geen gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend gepresenteerd omdat de dataverzameling over 212 daar nog niet is afgerond. Vanwege vergelijkbaarheid over de jaren zijn de incidenten uit voorgaande jaren van deze instanties hier evenmin opgenomen. TRIMBOS-INSTITUUT Methoden 7

2.2 Verzamelde gegevens Een drugsgerelateerd incident is in deze monitor gedefinieerd als: een acute gezondheidsverstoring waarvoor medische hulp wordt gezocht en waarbij de patiënt onder invloed is van drugs. De gezondheidsverstoring kan een lichamelijk of psychisch effect van de intoxicatie (of van onthouding) zijn, maar ook een trauma (lichamelijk letsel) dat is opgelopen terwijl de patiënt onder invloed van drugs verkeerde. Drugs zijn gedefinieerd als: illegale psychoactieve middelen die vanwege hun verdovende, stimulerende of hallucinogene werking voor recreatieve doeleinden worden gebruikt. Hoewel niet illegaal worden ook stimulerende energiedranken, of 'energizers', meegerekend. De behandelaar (spoedeisende hulp arts, ambulanceverpleegkundige, politiearts, geschoolde hulpverlener op de EHBO-post van een grootschalig evenement) zal de mate van intoxicatie inschatten aan de hand van de volgende definities: Licht: goed aanspreekbaar, gebruik merkbaar; Matig: onvoldoende aanspreekbaar, duidelijk onder invloed; Ernstig: niet aanspreekbaar wegens (sub)comateuze toestand of geagiteerd/ agressief gedrag, eventueel in combinatie met gestoorde vitale parameters (temperatuur, pols, bloeddruk). De mate van intoxicatie wordt in dit Tabellenboek alleen gegeven voor de incidenten waar slechts één drug is gebruikt (al dan niet met alcohol) en voor de niet nader uitgesplitste groep combinatiegebruik (meerdere drugs, eventueel ook met alcohol). Bij gebruik van meerdere drugs is de bijdrage van elke middel apart aan de mate van intoxicatie niet te bepalen. De deelnemende instanties verzamelen, naast een aantal persoonskenmerken (leeftijd, geslacht), informatie over de gebruikte drug(s), de eventuele combinatie met alcohol, de mate van intoxicatie, het type incident (intoxicatie of trauma), de setting waarin het incident plaatsvond en het vervolgtraject. De dataverzameling is gebaseerd op zelfrapportage door de patiënt of diens omgeving, en op de klinische blik van de behandelaar. Toxicologische confirmatie is geen vast onderdeel van de procedure, maar wordt wel sporadisch door de behandelaar verricht. Een beperking van zelfrapportage is dat de verkregen informatie, zeker in het geval van alcohol en drugs, zal leiden tot een zekere mate van onderrapportage. Alle afzonderlijke meldingen worden in één centrale database opgeslagen. De data in de database zijn anoniem. Dubbele meldingen (bijvoorbeeld wanneer een individu door de ambulance naar het ziekenhuis wordt gebracht) worden voor zover mogelijk opgespoord en geteld als één incident. 2.3 Opmerkingen over interpretatie van de resultaten Dit tabellenboek bevat cijfers over de periode 29-212. In 212 leverden 28 medische instanties uit 8 peilstationregio s informatie aan, een toename ten opzichte van de start in 29 (11 instanties uit 4 regio s). Geheel 212 ontbreken echter gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend omdat de dataverzameling daar nog niet is afgerond. Vanwege vergelijkbaarheid over de jaren zijn de incidenten uit voorgaande jaren van deze instanties hier evenmin opgenomen. Omdat de absolute aantallen niet over de jaren vergeleken kunnen worden, zijn de resultaten waar mogelijk in percentages weergegeven. Waar meer dan 95% van alle antwoorden bekend is worden 'valide percentages' gegeven (de percentages zijn hier berekend over deze bekende antwoorden). Wanneer minder dan 95% van de antwoorden bekend is, wordt ook de categorie 'overig/onbekend' gebruikt. 8 TRIMBOS-INSTITUUT

In de gemelde incidenten wordt een oorzakelijk verband tussen het gebruik van drugs en de gezondheidsverstoring (het incident) wel vermoed maar niet bewezen. Het vermoeden is sterker naarmate de intoxicatie ernstiger is. o Het kan echter worden betwijfeld of er een relatie bestaat tussen sommige (lichte) drugsintoxicaties en vaak voorkomende klachten als algehele malaise, misselijkheid, duizeligheid, desoriëntatie. De patiënt ervaart dit verband zelf vaak wel, en meldt zich bij de hulpverlenende instantie juist met het verhaal dat de gezondheidsverstoring is opgetreden na gebruik van een middel. o Bij de traumata wordt aangenomen dat gebruik van drugs indirect mee kan spelen in het oplopen van een lichamelijk trauma. Een gedragsverandering die resulteert uit het onder invloed zijn van drugs (verminderde alertheid, of juist prikkelbaarheid en toegenomen agressie) kan de kans op een ongeval vergroten. De monitor verzamelt uitsluitend gegevens over acute gezondheidsincidenten met drugs. Als er naast drugs ook alcoholgebruik wordt gemeld is deze informatie in een aparte variabele opgenomen. Incidenten met uitsluitend alcohol worden niet met deze monitor geregistreerd. 'Cocaïne' is onderverdeeld in basecoke (cocaïne base, of rookbare cocaïne, de vorm die met name wordt gebruikt door problematisch drugsgebruikers) en cocaïne hydrochloride (cocaïne- HCl of snuifcoke, geassocieerd met 'recreatief' drugsgebruik). In de praktijk zal een hulpverlener dit onderscheid niet altijd kunnen maken. De term 'paddo's' wordt gebruikt voor verschillende illegale paddenstoelen die de werking van het bewustzijn beïnvloeden. De legale alternatieven heten truffels, sclerotia of tripknollen. In de praktijk blijken hulpverleners het onderscheid moeilijk te kunnen maken, zodat al deze middelen hier in één categorie worden behandeld. De variabele 'vervolgtraject' geeft aan waarheen de patiënt is doorverwezen na eerste medische hulp. Het vervolgtraject 'behandeling ziekenhuis' loopt uiteen van beoordeling en geruststelling op de spoedeisende hulp (bijvoorbeeld na verwijzing door de ambulance of een EHBO-post op een evenement), opname op de spoedeisende hulp voor enkele uren observatie, tot meerdaagse opname en behandeling op een klinische afdeling of de intensive care. De variabele 'toerist' betreft buitenlanders die voor toeristische doeleinden naar Nederland zijn gekomen. Uit de verzamelde gegevens blijkt deze variabele een belangrijke verklaring te zijn voor de verschillen in incidenten tussen Amsterdam en andere peilstationregio's. Hiermee moet bij de interpretatie van de gegevens rekening worden gehouden. Dit tabellenboek geeft alleen cijfers en zal hier geen interpretatie aan koppelen. 2.4 Herkomst van de meldingen In 212 werden door de verschillende instanties tezamen 2.961 unieke drugsincidenten gemeld. In 29, het eerste jaar van de monitor, werden er in totaal 1.664 unieke incidenten gemeld, in 21 1.729 en in 211 2.37. Deze totale aantallen wijken af van de voorgaande tabellenboeken, omdat de gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend in dit Tabellenboek niet zijn opgenomen. De aantallen zijn niet met elkaar vergelijkbaar omdat het aantal deelnemende instanties in de loop van de jaren is toegenomen (zie tabel 2.1). Er bestaan tussen de regio's grote verschillen in het absolute aantal gemelde incidenten. De grootste bijdrage komt in 29 tot 211 uit Amsterdam. Tabel 2.2 toont dat tussen 29 en 212 de bijdrage van de overige regio s is toegenomen waardoor een evenwichtiger beeld ontstaat. In 212 komt de grootste bijdrage uit Rotterdam. De regio s verschillen onderling in de verdeling van gebruikte middelen. Dit kan een vertekening geven van de kenmerken die hier worden beschreven voor incidenten met de verschillende drugs. TRIMBOS-INSTITUUT Methoden 9

Tabel 2.2 Regionale verdeling drugsincidenten. Peiljaren 29-212 29 n=1664 21 n=1729 211 n=237 212 n=2961 Regio Amsterdam 38 21 15 12 Brabant-Zuidoost - 4 4 9 Enschede 5 6 2 6 Gelderland-Midden - 1 1 9 Gelderland-Zuid 9 6 5 5 Groningen 1 2 2 2 Purmerend -.5 1 1 Rotterdam - - 14 15 Overige ziekenhuizen - -.5.5 Niet regio-gebonden EHBO-posten grootschalige evenementen 47 59 47 43 Totaal 1 1 1 1 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 2.3 toont dat het aantal drugsincidenten dat door de verschillende diensten wordt gezien uiteenloopt. Omdat ook de aard van de incidenten verschilt tussen de medische diensten, ondermeer in ernst van de intoxicatie en type gebruikte drug, worden de resultaten, waar dat relevant is, uitgesplitst naar dienst. Tabel 2.3 Drugsincidenten per dienst. Peiljaren 29-212 29 n=1664 21 n=1729 211 n=237 212 n=2961 Dienst Ambulances 7 1 27 29 Ziekenhuizen 38 2 12 15 Politieartsen EHBO-posten grootschalige evenementen 7 47 1 59 14 47 12 45 Totaal 1 1 1 1 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 TRIMBOS-INSTITUUT

3 Overzicht drugsincidenten 212 3.1 Overzicht 212 Tabel 3.1 Geslacht Overzicht totaal aantal gemelde incidenten in de peilstationregio's, per dienst. Peiljaar 212 Man Vrouw Ambulances N=843 73 27 SEH ziekenhuizen N=44 77 23 Politieartsen N=417 9 1 EHBO feesten N=1261 64 36 Leeftijd -24 jaar 25+ jaar 4 6 45 55 26 74 63 37 Mate van intoxicatie Licht Matig Ernstig Onbekend 2 46 21 13 32 37 32 43 44 13 71 22 7 Type incident 1 Intoxicatie Trauma 96 4 86 14 91 9 1 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis Behandeling SEH Opname ziekenhuis Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 21 6 4 (1 patiënt) 15 67 1 18 (1 patiënt) 6 12 2 2 71 4 (17 patiënten) 8 97 1 (3 patiënten) (1 patiënt) 2 Combinatie van drugs Ja Nee 16 84 24 76 24 76 14 86 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 4 45 15 53 24 23 39 6 1 46 54 Toerist Ja Nee Onbekend 2 43 55 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >95%). 26 72 2 5 42 53 15 82 3 TRIMBOS-INSTITUUT Overzicht 212 11

Tabel 3.2 Gemelde incidenten naar gebruikte drug over alle diensten, 29-212 29 21 211 212 Totaal Cannabis 473 288 323 47 1491 Ecstasy 342 542 67 93 2457 GHB 253 235 353 472 1315 Cocaïne-HCl 97 99 159 242 597 Amfetamine 42 65 71 128 36 Opiaten 29 34 77 59 199 Basecoke 1 19 9 8 1 46 Paddo's/truffels 23 16 14 26 79 Ketamine 1 7 13 11 13 44 LSD 1 2 2 4 1 9 Andere/onbekende drug 78 96 2 188 562 Combinatie van drugs 299 328 417 512 1556 Totaal 1664 1729 237 2961 8661 In absolute aantallen. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 3.3 Percentage incidenten naar gebruikte drug, per dienst. Peiljaar 212 Ambulances N=843 SEH ziekenhuizen N=44 Politieartsen N=417 EHBO feesten N=1261 Cannabis 16,1 27,3 17, 6,3 Ecstasy 7,1 1,9 5,8 61,1 GHB 26, 17, 11,8 1,2 Cocaïne-HCl 11,6 6,1 21,1 2,3 Amfetamine 4,6 3,2 8,4 3,2 Opiaten 3,9,5 5,8, Basecoke 1,6,7,5, Paddo's/truffels,5 1,4 3,8, Ketamine 1,2,,,9 LSD 1,,2,, Andere/onbekende drug 13,2 8,6 1,4 2,6 Combinatie van drugs 16,1 24,1 24,5 13,3 Totaal 1 1 1 1 In percentages. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Vanwege kleine aantallen dienen gegeven percentages voor basecoke, ketamine en LSD voorzichtig geïnterpreteerd te worden. 12 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 3.4 Percentage incidenten naar gebruikte drug, per regio. Peiljaar 212 Amsterdam N=352 Brabant- Zuidoost N=257 Enschede N=176 Gelderland- Midden N=252 Gelderland- Zuid N=135 Groningen N=45 Purmerend Cannabis 33,5 7, 14,8 17,9 12,6 11,1 14,3 21,1 Ecstasy 8,8 6,2 4,5 8,3 11,1 22,2 9,5 5,6 GHB 5,7 33,9 29,5 31,3 22,2 24,4 19, 12,8 Cocaïne-HCl 11,1 13,2 1,8 7,1 6,7 8,9 9,5 19,5 Amfetamine 1,7 8,6 1,1 4,4 8,1 2,2 4,8 7,6 Opiaten 2,8,8 2,3 3,2,,, 7,8 Basecoke 1,,8,6 1,2 2,2,,,2 Paddo's/truffels 5,1,8,6, 2,9,,,2 Ketamine 1,,,,4,,,,2 LSD 1,3,,,,,,, Andere/onbekende drug 2,6 12,5 13,6 5,2 8,1 6,7 9,5 13,5 Combinatie van drugs 28,4 16,3 22,2 21, 25,9 24,4 33,3 11,4 N=21 Rotterdam N=446 Totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 In percentages. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 3.3. Vanwege uniformiteit met de andere regio s worden ook voor Groningen en Purmerend percentages gepresenteerd, al zijn de absolute aantallen beperkt.

Figuur 3.1 Leeftijdsverdeling gemelde incidenten, over alle drugs en alle diensten. Peiljaar 212.* % 35 3 25 2 15 1 5-14 15-19 2-24 25-29 3-34 35-39 4-44 45-49 5-54 55-59 6-64 65-69 7 Leeftijd (jaar) Figuur 3.2 Aantal meldingen per maand, over alle drugs en alle diensten. Peiljaar 212.* 4 35 3 25 2 15 1 5 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec *Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 14 TRIMBOS-INSTITUUT

3.2 Mate van intoxicatie Een opvallende ontwikkeling van de afgelopen jaren is een toename van de mate van intoxicatie van patiënten die zich voor hulp bij een medische dienst melden. Deze paragraaf richt zich op de ernstige intoxicaties die in 212 werden gemeld en de geobserveerde ontwikkelingen in de mate van intoxicatie vanaf 29. Van de 2961 geregistreerde incidenten in 212 was in 2841 gevallen (96%) bekend of het een lichte, matige of ernstige intoxicatie betrof. In ongeveer de helft (N=1378) van deze gevallen had de patiënt een lichte intoxicatie, 35% had een matige intoxicatie (N=998) en 16% (N=465) een ernstige intoxicatie. Van een ernstige intoxicatie is sprake wanneer een patiënt niet aanspreekbaar is wegens een (sub)comateuze toestand of geagiteerd/ agressief gedrag, eventueel in combinatie met gestoorde vitale parameters (temperatuur, pols, bloeddruk). Een derde van de patiënten met een ernstige intoxicatie in 212 had een combinatie van drugs ( 2 illegale middelen) gebruikt. Bijna een derde van de patiënten met een ernstige intoxicatie in 212 was onder invloed van GHB als enige drug, in 8% van de gevallen was alléén ecstasy gebruikt. In 7% van de gevallen was alléén cannabis of alléén cocaine-hcl gebruikt en in 4% van de gevallen was amfetamine als enige drug genomen. Ernstige intoxicaties onder invloed van GHB als enige drug zijn in nagenoeg alle gevallen patiënten die "out" zijn gegaan. Vaak zijn ze enige tijd (sub)comateus en komen weer bij als het middel is uitgewerkt. In sommige gevallen is een patiënt na ontwaken plotseling hevig geagiteerd. Een ernstig agitatiebeeld kan ook voorkomen bij GHB-onthouding. Bij twee meldingen leidde een overdosis GHB tot de dood. In twee andere gevallen van ernstige intoxicatie met GHB betrof het kleine kinderen (<4 jaar) die niet aanspreekbaar waren na het per ongeluk drinken van GHB. De ernstige intoxicaties onder invloed van ecstasy als enige drug laten vaak een beeld zien van motorisch onrust. Ook worden kaakklem, kramp, trekkingen en hartkloppingen regelmatig beschreven. In 212 werd ernstige opwinding (of het opwindingsdelier) in zes van de 39 ernstige ecstasy intoxicaties gerapporteerd. Tweemaal ging dit gepaard met hyperthermie. In drie gevallen werd alleen hyperthermie (zonder opwinding) gediagnosticeerd, wat één patiënt fataal werd. Bij de ernstige intoxicaties onder invloed van cannabis is opvallend vaak ook (veel) alcohol gebruikt (61%). Tweemaal werd melding gemaakt van space-cake. De symptomen die meerdere malen werden beschreven zijn: collaberen, ernstige verwardheid/angst, psychose, braken. Eén patient overleed na een ongelukkige val onder invloed van cannabis. Ook bij de ernstige intoxicaties onder invloed van cocaïne-hcl was vaker dan bij de andere drugs ook alcohol gebruikt. Agressie, ernstige onrust en opwinding zijn de meest beschreven symptomen, maar ook hartproblemen (pijn op de borst, hartkloppingen, hartaanval), hyperventilatie en psychose werden vaker genoemd. Vijf maal werd een overlijden gemeld, vier hiervan hoogstwaarschijnlijk ten gevolge van ernstige hartproblemen. Bij de ernstige intoxicaties onder invloed van amfetamine als enige drug werden de symptomen ernstige onrust, agressie, paranoïde psychose, hartproblemen, schuimbekken en epileptisch beeld het meest gemeld. In drie gevallen leidde een hoge dosering amfetamine tot een hartstilstand. Tussen 29 en 212 nam het aandeel matige en ernstige intoxicaties toe (figuur 3.3). Deze stijging is vooral te zien op de SEH-afdelingen van ziekenhuizen. Hier stegen de matige en ernstige intoxicaties van 45% in 29 naar 68% in 212. Ook op de EHBO-posten op grote evenementen was er een stijging van 17% naar 29%. Op de EHBO-posten komt deze stijging vooral door een toename in het aandeel (matige en ernstige) intoxicaties onder invloed van ecstasy. Op de SEH's speelt mee naast dat de stijging in het aandeel ecstasy incidenten er een afname was van het aandeel (doorgaans lichte) intoxicaties onder invloed van cannabis. Op de SEH's buiten Amsterdam steeg bovendien het aandeel matige en ernstige intoxicaties onder invloed van GHB. TRIMBOS-INSTITUUT Overzicht 212 15

Figuur 3.3 Mate van intoxicatie gemelde incidenten, over alle drugs en alle diensten. Peiljaar 29-212. 1% N=1663 N=1694 N=2224 N=2841 9% 8% 7% 6% 5% 4% ernstig matig licht 3% 2% 1% % 29 21 211 212 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 3.5 Mate van intoxicatie bij alle gemelde incidenten, per dienst. Peiljaar 29-212. 29 21 211 212 Ambulances Licht 19 16 18 23 Matig 47 47 59 52 Ernstig 35 37 23 25 (N=113*) (N=174) (N=67*) (N=733*) SEH ziekenhuizen Licht 55 54 35 32 Matig 26 27 33 37 Ernstig 18 19 32 32 (N=638) (N=35*) (N=27) (N=44*) Politieartsen Licht 5 14 37 43 Matig 3 55 47 44 Ernstig 2 31 16 13 (N=123) (N=177) (N=325*) (N=49) EHBO feesten Licht 83 81 78 71 Matig 13 16 17 22 Ernstig 4 3 5 7 (N=789) (N=993*) (N=122*) (N=1259*) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. 16 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 3.6 Mate van intoxicatie bij alle gemelde incidenten, per middel. Peiljaar 29-212. 29 21 211 212 Cannabis Licht 74 7 58 58 Matig 21 21 32 33 Ernstig 5 9 1 9 (N=473) (N=286*) (N=318*) (N=391*) Ecstasy Licht 88 9 84 73 Matig 9 9 13 23 Ernstig 3 1 4 4 (N=342) (N=524*) (N=645*) (N=898*) GHB Licht 49 32 22 25 Matig 27 42 46 41 Ernstig 24 26 32 35 (N=253) (N=232*) (N=327*) (N=43*) Cocaine-HCl Licht 52 4 33 38 Matig 38 46 51 49 Ernstig 1 14 17 13 (N=97) (N=99) (N=156*) (N=227*) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. Zie tabel X.5 in volgende hoofdstukken voor weergave van alle afzonderlijke middelen per dienst. Tabel 3.7 Combinatie met alcohol bij alle gemelde incidenten. Peiljaren 29-212. Alcohol gemeld 29 21 211 212 Licht 61 57 5 47 Matig Ernstig 24 15 (N=861) 28 15 (N=876*) 36 15 (N=199*) 37 16 (N=1257*) In percentages. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT Overzicht 212 17

18 TRIMBOS-INSTITUUT

4 Cannabis Cannabis is afkomstig van de plant Cannabis sativa. De belangrijkste verschijningsvormen van cannabis op de gebruikersmarkt zijn 'wiet' (of marihuana, de gedroogde vrouwelijke bloemtoppen van de plant) en 'hasj' (geperste en geconcentreerde vorm uit de hars van de bloemen en de bovenste bladeren). De sterkte van cannabis wordt bepaald door de hoeveelheid THC (delta-9- TetraHydroCannabinol). Daarnaast speelt waarschijnlijk de stof CBD (cannabidiol) een rol bij het gezondheidsrisico van cannabis. CBD beïnvloedt het effect van THC en werkt vermoedelijk beschermend tegen (acute) psychotische effecten (Niesink and Van Laar, 212). CBD is uit de Nederlandse wiet vrijwel geheel verdwenen, waardoor nederwiet riskanter kan zijn dan buitenlandse hasj. De acute ongewenste psychische effecten van cannabis zijn niet goed voorspelbaar en bestaan uit veranderingen in gevoel, perceptie, denkvermogen en psychomotorische functies. De acute fysiologische effecten zijn dosisafhankelijk en omvatten een verhoogde hartslag, hypotensie, tremoren, spierzwakte en bronchodilatatie. 4.1 Gebruik van cannabis in de algemene bevolking Het Nationaal Prevalentie Onderzoek van 29 levert de meest recente cijfers over het gebruik van cannabis in de algemene bevolking (van Rooij et al., 211). Het recente gebruik geeft het aantal mensen aan dat het afgelopen jaar wel eens heeft geblowd, het actuele gebruik is het aantal mensen dat de afgelopen maand blowde. In 29 lag het recente gebruik van cannabis onder mensen van 15-64 jaar in Nederland op 7,%; het actuele gebruik op 4,2%. Consumptie van cannabis was het hoogst onder jongeren en jongvolwassenen (15-24 jaar). Het recente gebruik in deze groep lag in 29 op 16,1% en het actuele gebruik op 8,3%. Meer mannen dan vrouwen gebruiken cannabis. 4.2 Marktsituatie De THC-monitor, ondergebracht bij het Trimbos-instituut, onderzoekt jaarlijks het THC-gehalte van de verschillende cannabisproducten die in Nederlandse coffeeshops worden verkocht (Rigter en Niesink, 213). In 212 daalde het gemiddelde THC-percentage in nederwiet van 15,5% naar 13,5%. In de jaren daarvoor lag het percentage tussen de 15-18% THC. Nederwiet is het meest gebruikte cannabisproduct in Nederland. Het THC gehalte van geïmporteerde wiet ligt een stuk lager en schommelde de afgelopen jaren tussen 5-1%. Hasj is een geconcentreerd product en bevat daarom gemiddeld hogere concentraties THC dan wiet (geïmporteerde hasj bevat gemiddeld 16.8% THC en nederhasj 29,%). In nederwiet zit vrijwel geen CBD (,3%); de in Nederland verkochte, geïmporteerde hasj bevat gemiddeld 7% CBD. TRIMBOS-INSTITUUT Cannabis 19

4.3 Acute gezondheidsincidenten met cannabis, 29-212 In 212 werd cannabisgebruik gemeld bij 517 van de 2961 geregistreerde incidenten. In 47 gevallen was cannabis de enige gebruikte drug. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 1491 incidenten waarin cannabis als enige drug is gebruikt. Incidenten na cannabisgebruik werden vooral gemeld door de deelnemende SEH-afdelingen van ziekenhuizen. Bij alle medische diensten, met uitzondering van de ambulance, is het aandeel incidenten met cannabis als enige drug tussen 29 en 212 afgenomen. Dat kan mede verklaard worden door de samenstelling van deze monitor, waarin de relatieve bijdrage van de regio Amsterdam, de regio met het grootste aantal cannabis-incidenten, is afgenomen. Incidenten na cannabisgebruik spelen zowel in absolute aantallen als relatief een grote rol in Amsterdam (44% van de incidenten in Amsterdam hangt samen met gebruik van cannabis als enige drug). Ook in Amsterdam nam de relatieve bijdrage van cannabisincidenten af. Het zijn in Amsterdam overwegend toeristen die problemen ervaren na gebruik van cannabis. In enkele regio s werd een lichte toename van incidenten na cannabisgebruik gezien (Brabant Zuidoost, Gelderland-Midden, Groningen, Rotterdam), maar het betreft overwegend kleine absolute aantallen. Cannabisincidenten zijn overwegend lichte intoxicaties, waarbij de symptomen variëren van misselijkheid, tot onwelwording en lichte angstklachten. Bij de ernstige cannabisintoxicaties was vaak ook (veel) alcohol gebruikt en was de patiënt niet aanspreekbaar, psychotisch of ernstig verward. Een cannabisintoxicatie is niet dodelijk. Wel zijn in 212 vier incidenten met een dodelijke afloop gemeld na gebruik van een combinatie van cannabis en één of meer andere drugs en één ongelukkige fatale val onder invloed van cannabis. 2 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 4.1 Aantal gemelde incidenten met cannabis per dienst, 29-212 Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten Cannabis totaal 335 851 288 392 Cannabis als enige drug 257 73 27 297 Cannabis in combinatie met andere drug(s) 78 121 81 95 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 4.2 Kenmerken gemelde incidenten met cannabis als enige drug per dienst, 29-212 Geslacht Man Vrouw Ambulances N=257 68 32 SEH ziekenhuizen N=73 72 28 Politieartsen N=27 87 13 EHBO feesten N=297 66 34 Leeftijd 1-24 jaar 25+ jaar 56 44 45 55 42 58 6 4 Mate van intoxicatie Licht Matig Ernstig Onbekend 5 37 6 7 66 24 1 4 46 14 9 7 1 1 Type incident Intoxicatie Trauma 95 5 76 24 89 11 95 5 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 44 39 2 17 82 15 3 (1 patiënt) 4 3 6 1 81 (1 patiënt) 4 12 98 (1 patiënt) 2 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 46 42 13 44 5 7 71 29 1 77 23 Toerist 5 Ja Nee Onbekend 5 (1) 43 (9) 53 63 (64) 36 (36) 1 1 (28) 26 (72) 64 2 (21) 74 (79) 6 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >95%). 2 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 4 Twee patiënten zijn overleden; het betreft een suïcide onder invloed van cannabis en een ongelukkige fatale val waarbij de patiënt onder invloed van cannabis verkeerde. 5 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. TRIMBOS-INSTITUUT Cannabis 21

Tabel 4.3 van incidenten met cannabis als enige drug op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut 16/114 17/174 88/623 136/843 14% 1% 14% 16% binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 345/638 161/352 12/27 12/44 54% 46% 38% 27% binnen dienst Politieartsen Absoluut 34/123 42/177 6/327 71/417 28% 24% 18% 17% binnen dienst EHBO feesten Absoluut 75/789 68/126 73/187 8/1261 1% 7% 7% 6% binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met cannabis als enige drug (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 4.4 van incidenten met cannabis als enige drug op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 345/624 157/355 119/344 118/352 55% 44% 35% 34% Brabant-Zuidoost Absoluut 1/71 4/12 18/257 1% 4% 7% Enschede Absoluut 23/89 35/11 13/45 26/176 26% 32% 29% 15% Gelderland-Midden Absoluut 36/22 45/252 16% 18% Gelderland-Zuid Absoluut 27/143 22/111 18/16 17/135 19% 2% 17% 13% Groningen Absoluut 1/19 2/31 4/5 5/45 5% 6% 8% 11% Purmerend Absoluut 1/6 3/14 3/21 17% 21% 14% Rotterdam Absoluut 48/33 94/446 15% 21% Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Voor de nietregiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 4.3. 22 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 4.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met cannabis als enige drug, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht 31 76 47 57 Matig 63 24 42 37 Ernstig 6 11 5 (N=16) (N=17) (N=88*) (N=136*) SEH ziekenhuizen Licht 71 78 55 48 Matig 22 14 32 36 Ernstig 6 8 13 4 (N=345) (N=153) (N=97) (N=12) Politieartsen Licht 68 1 42 44 Matig 29 6 47 46 Ernstig 3 31 12 1 (N=34) (N=42) (N=6) (N=136) EHBO feesten Licht 97 89 91 85 Matig 3 11 6 13 Ernstig 3 3 (N=75) (N=66*) (N=7*) (N=8) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT Cannabis 23

24 TRIMBOS-INSTITUUT

5 Ecstasy De werkzame stof in ecstasy (of XTC) is 3,4-methylenedioxymethamphetamine (MDMA). Naast, of in plaats van, MDMA worden soms ook andere, vaak op MDMA gelijkende stoffen, verwerkt in ecstasy. Ecstasy verschijnt op de markt vooral in tabletvorm ('pillen') en is daarnaast in omloop als capsule en poeder. Tabletten bestaan in zeer veel verschillende kleuren en vormen en zijn vaak voorzien van een logo. MDMA kent twee soorten effecten. Enerzijds werkt het entactogeen (verliefd, warm, euforisch gevoel), anderzijds stimulerend. MDMA is verwant aan amfetamine en heeft neurotoxische eigenschappen. De neurotoxiciteit wordt beïnvloed door de hoeveelheid en frequentie van gebruik. Onder de acute ongewenste psychische effecten van MDMA vallen ondermeer psychosen en paniekaanvallen. De acute fysiologische effecten zijn onder andere hyperthermie en hartritmestoornissen. Ecstasy kan een acute opwindingstoestand veroorzaken. 5.1 Gebruik van ecstasy in de algemene bevolking De meest recente cijfers over het gebruik van ecstasy in de algemene bevolking van 15-64 jaar zijn gemeten in het Nationaal Prevalentie Onderzoek van 29 (van Rooij et al., 211). Het recente gebruik geeft het aantal mensen aan dat het afgelopen jaar wel eens ecstasy heeft geslikt. Met actueel gebruik wordt het aantal mensen bedoeld dat de afgelopen maand ecstasy heeft gebruikt. In 29 lag het recente gebruik van ecstasy onder 15 64-jarigen in Nederland op 1,4%; het actuele gebruik was,4%. Meer mannen dan vrouwen gebruiken ecstasy. Ecstasy is een populaire drug in het uitgaanscircuit, met name in de dance-scene. 5.2 Marktsituatie Sinds 1992 onderzoekt het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) de samenstelling van ecstasy op de Nederlandse markt. Na een 'dip' in de ecstasymarkt in 28-29, waarin een relatief hoog percentage van de ecstasytabletten geen of andere psychoactieve stoffen dan MDMA bevatten, neemt sinds 21 het aandeel tabletten dat alleen MDMA bevat weer toe. Sinds 21 verschijnen er ook steeds vaker ecstasytabletten op de markt met hoge doseringen MDMA. In 27 bevatte een ecstasytablet gemiddeld rond de 8 mg MDMA, in 212 is dit gemiddelde gestegen naar 123 mg MDMA. In 212 bevatte bijna de helft van de als ecstasy verkochte tabletten >15 mg MDMA per tablet; bijna een vijfde bevatte zelfs meer dan 14 mg MDMA. De hoogst gemeten dosering in 212 was 244 mg per tablet. Bij een van de 2 bij de MDI gemelde incidenten met dodelijke afloop in 212 leidde de inname van één ecstasytablet tot een comateuze hyperthermie. Een maal werd van buiten het MDI netwerk een dodelijk incident gemeld waarbij het slachtoffer ecstasy had genomen. Sinds eind 21 wordt de levensgevaarlijke stof PMMA (para-methoxy-methamfetamine) aangetroffen in als ecstasy verkochte tabletten. De effecten van PMMA lijken op die van MDMA maar treden pas veel later op. Door deze vertraagde werking is de kans op overdosering groot, met symptomen zoals een verhoogde hartslag en extreem verhoogde lichaamstemperatuur. Dit was aanleiding voor een landelijke waarschuwingsactie in 21 door het DIMS en de MDI. In 212 zijn geen tabletten ingeleverd met een gevaarlijk hoge dosering PMMA. TRIMBOS-INSTITUUT Ecstasy 25

5.3 Acute gezondheidsincidenten met ecstasy, 29-212 In 212 werd ecstasygebruik gemeld bij 1142 van de 2961 geregistreerde drugsincidenten. In 93 gevallen was ecstasy de enige gebruikte drug. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 2457 incidenten waarin ecstasy als enige drug is gebruikt. Incidenten na ecstasygebruik zijn vooral gemeld door de deelnemende EHBO-posten op grootschalige evenementen. Het aandeel ecstasyincidenten binnen deze dienst is toegenomen van 39% in 29 naar 61% in 212. Een toename is ook te zien bij de SEH-afdelingen van ziekenhuizen (van 3 naar 11%). De gegevens van de ambulancediensten en de politieartsen suggereren een stijging vanaf 21, maar de absolute aantallen zijn klein. Hoewel op de EHBO-posten van feesten de mate van intoxicatie bij ecstasyincidenten overwegend (87%) licht is, heeft er een verschuiving plaatsgevonden naar meer matig en ernstige intoxicaties. In 29 viel 7% van de ecstasyincidenten onder de definitie matige of ernstige intoxicatie; in 212 was het bijna 2%. Ook de patiënten die bij de SEH-afdelingen van ziekenhuizen en bij de ambulance belanden hebben gemiddeld een ernstiger intoxicatiebeeld dan in 29. In 212 had ruim driekwart van hen een matige of ernstige intoxicatie. In 212 was ecstasy betrokken bij drie gemelde incidenten met een dodelijke afloop. Een maal leidde één tablet ecstasy tot een fatale hyperthermie. Bij de twee andere gevallen waren naast ecstasy nog andere stimulerende drugs genomen. Daarnaast werd er van buiten de peilstationsregio s van de MDI één dodelijk incident gemeld waarbij het slachtoffer ecstasy had genomen. 26 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 5.1 Aantal gemelde incidenten met ecstasy per dienst, 29-212 Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten Ecstasy totaal 184 182 11 2736 Ecstasy als enige drug 94 95 53 2215 Ecstasy in combinatie met andere drug(s) 9 87 48 521 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 5.2 Kenmerken gemelde incidenten met ecstasy als enige drug per dienst, 29-212 Geslacht Man Vrouw Ambulances N=94 64 36 SEH ziekenhuizen N=95 68 32 Politieartsen N=53 83 17 EHBO feesten N=2215 59 41 Leeftijd 1-24 jaar 25+ jaar 61 39 62 38 52 48 65 35 Mate van intoxicatie 1 Licht Matig Ernstig 18 6 22 23 48 28 55 4 6 87 11 1 Type incident Intoxicatie Trauma 98 2 88 12 98 2 97 3 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis 2 Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 19 7 2 11 68 31 3 1 4 8 77 11 98 1 (1 patient) 4 1 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 42 42 17 75 23 2 7 3 47 53 Toerist 5 Ja Nee Onbekend 5 (13) 37 (88) 57 12 (12) 86 (88) 2 () 23 (1) 77 12 (12) 85 (88) 3 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >95%). 2 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 4 Eén patiënt is overleden; het betreft een comateuze hyperthermie waarbij de patiënt onder invloed van ecstasy verkeerde. 5 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. TRIMBOS-INSTITUUT Ecstasy 27

Tabel 5.3 van incidenten met ecstasy als enige drug op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut 5/114 5/174 24/623 6/843 4% 3% 4% 7% binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 16/638 11/352 2/27 48/44 3% 3% 7% 11% binnen dienst Politieartsen Absoluut 9/123 4/177 16/327 24/417 7% 2% 5% 6% binnen dienst EHBO feesten Absoluut 311/789 522/126 61/187 771/1261 39% 51% 56% 61% binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met ecstasy als enige drug (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 5.4 van incidenten met ecstasy als enige drug op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 18/624 8/355 17/344 31/352 3% 2% 5% 9% Brabant-Zuidoost Absoluut 5/71 3/12 16/257 7% 3% 6% Enschede Absoluut 3/89 4/11 4/45 8/176 3% 4% 4% 5% Gelderland-Midden Absoluut 6/22 21/252 3% 8% Gelderland-Zuid Absoluut 7/143 1/111 6/16 15/135 5% 1% 6% 11% Groningen Absoluut 2/19 2/31 6/5 1/45 11% 7% 12% 22% Purmerend Absoluut /6 2/14 2/21 % 14% 1% Rotterdam Absoluut 16/33 25/446 5% 6% Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 5.3. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 28 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 5.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met ecstasy als enige drug, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht 4 4 13 16 Matig 4 2 63 64 Ernstig 2 4 25 2 (N=5) (N=5) (N=24) (N=55*) SEH ziekenhuizen Licht 27 55 2 17 Matig 53 27 4 56 Ernstig 2 18 4 27 (N=15) (N=11) (N=2) (N=48) Politieartsen Licht 56 63 58 Matig 22 1 31 42 Ernstig 22 6 (N=9) (N=4) (N=16) (N=24) EHBO feesten Licht 93 92 89 81 Matig 6 8 9 18 Ernstig 1 (2 patiënten) 1 (3 patiënten) 1 (8 patiënten) 2 (N=311) (N=54*) (N=585*) (N=771) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT Ecstasy 29

3 TRIMBOS-INSTITUUT

6 GHB GHB staat voor gamma-hydroxyboterzuur. Het is van origine een narcosemiddel en staat sinds de jaren '9 bekend als partydrug en afrodisiacum. Het middel wordt doorgaans aangeboden als vloeistof. GHB is een relatief goedkope drug die ook makkelijk zelf te bereiden is. Een van de ingrediënten is GBL (gamma-butyrolactone), dat ook als drug wordt gebruikt. GBL wordt in het lichaam omgezet tot GHB, maar heeft een veel sterkere werking. GHB heeft een, vrijwel niet te missen, sterk zoute smaak. Het gebruik werkt ontremmend en geeft een licht euforisch gevoel. Het effect wordt vaak omschreven als de roes die een geringe hoeveelheid alcohol oplevert. Omdat GHB lastig precies te doseren is, neemt een gebruiker al snel te veel. Overdosering leidt tot een toestand van bewusteloosheid ('outgaan'). Risico's die hiermee samenhangen zijn ademdepressie en verstikking in eigen tong of braaksel. Andere ongewenste effecten zijn misselijkheid, incontinentie en angstaanvallen. Daarnaast heeft GHB een hoog verslavingspotentieel. De ontwenningsverschijnselen bestaan uit angst, sidderingen en slapeloosheid. Sinds enkele jaren neemt het aantal mensen dat hulp zoekt vanwege een GHBverslaving toe (Wisselink et al., 213). 6.1 Gebruik van GHB in de algemene bevolking Het Nationaal Prevalentie Onderzoek van 29 levert de meest recente cijfers over het gebruik van GHB in de algemene bevolking (van Rooij et al., 211). Het recente gebruik geeft het aantal mensen aan dat het afgelopen jaar wel eens GHB heeft genomen. Met actueel gebruik wordt het aantal mensen bedoeld dat de afgelopen maand nog GHB gebruikte. In 29 lag het recente gebruik van GHB onder mensen van 15-64 jaar in Nederland op,4%; het actuele gebruik was,2%. Meer mannen dan vrouwen gebruiken GHB. De laatste jaren lijkt het gebruik van GHB zich te hebben uitgebreid van uitgaande jongeren en jongvolwassenen in de Randstad naar een grotere groep gebruikers verspreid over het hele land, die het middel ook buiten het uitgaansleven consumeren. 6.2 Marktsituatie Het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) test de samenstelling van GHB. De meeste GHB-vloeistoffen zijn redelijk zuiver. De afgelopen jaren ligt de gemiddelde concentratie GHB tussen de 45 en 55% (gewichtsprocenten), maar er worden ook grote afwijkingen van dit gemiddelde aangetroffen. In 1% van de ingeleverde monsters in 212 werd (ook) GBL aangetroffen. De prijs voor een buisje van 5 ml GHB ligt rond de 3 euro. Zelf GHB maken uit GBL, natronloog en gedestilleerd water is goedkoper en kost per 5 ml ongeveer tien eurocent. Een belangrijk gevaar van GHB vloeistoffen schuilt in een verkeerde zuurgraad. Een te zuur of te basisch product kan etsing van en blaarvorming in slokdarm en mond veroorzaken. TRIMBOS-INSTITUUT GHB 31

6.3 Acute gezondheidsincidenten met GHB, 29-212 In 212 werd GHB-gebruik gemeld bij 7 van de 2961 geregistreerde drugsincidenten. In 472 gevallen was GHB de enige gebruikte drug. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 1315 incidenten waarin GHB als enige drug is gebruikt. Gezien de beperkte omvang van GHB-gebruik in de bevolking, is het aantal incidenten met GHB hoog. Het aandeel van GHB in het totaal aantal gemelde incidenten verschilt per dienst. Bij de ambulance is dit aandeel ongeveer een kwart, bij de politieartsen nog geen 1%. Het aandeel van GHB in het totaal aantal gemelde incidenten verschilt per regio. Het aandeel is met name hoog in de regio s buiten de Randstad. In de regio's Groningen, Gelderland- Midden en Brabant-Zuidoost was GHB in bijna een derde van de gemelde drugsincidenten als enige drug betrokken. In de regio Enschede nam het percentage de afgelopen 4 jaren toe tot 3% in 212. Bij de andere regio's waren geen grote verschillen over de jaren. Intoxicaties onder invloed van GHB zijn vaak van matige of ernstige aard. Zelfs op de EHBOposten van feesten, die vanwege hun laagdrempeligheid ook veel lichte intoxicaties zien, is ruim de helft van de intoxicaties met GHB matig of ernstig. In de loop van de jaren is dit aandeel toegenomen (van 34% in 29 naar 68% in 212). In 212 was een overdosis GHB de oorzaak van overlijden in twee van de twintig gemelde incidenten met een dodelijke afloop. 32 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 6.1 Aantal gemelde incidenten met GHB per dienst, 29-212. Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten GHB totaal 594 321 141 951 GHB als enige drug 425 25 89 596 GHB in combinatie met andere drug(s) 169 116 52 355 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 6.2 Kenmerken gemelde incidenten met GHB als enige drug per dienst, 29-212. Geslacht Man Vrouw Ambulances N=425 73 27 SEH ziekenhuizen N=25 78 22 Politieartsen N=89 89 11 EHBO feesten N=596 73 27 Leeftijd 1-24 jaar 25+ jaar 46 54 35 65 24 76 44 56 Mate van intoxicatie Licht Matig Ernstig Onbekend 8 44 36 12 15 31 54 48 3 19 2 45 36 16 4 Type incident Intoxicatie Trauma 97 3 95 5 96 4 99 1 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis 2 Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 13 68 2 19 66 29 3 5 21 9 65 2 (2 patiënten) 4 2 94 2 4 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 44 34 22 55 27 18 2 72 8 44 55 1 Toerist 5 Ja Nee Onbekend 3 (6) 44 (94) 54 4 (5) 92 (95) 3 () 39 (1) 61 11 (12) 79 (88) 11 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >95%). 2 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 4 Twee patiënten zijn overleden na een overdosis GHB. 5 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. TRIMBOS-INSTITUUT GHB 33

Tabel 6.3 van incidenten met GHB als enige drug op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut 35/114 51/174 12/623 219/843 31% 29% 19% 26% binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 48/638 38/352 44/27 75/44 8% 11% 16% 17% binnen dienst Politieartsen Absoluut 7/123 7/177 26/327 49/417 6% 4% 8% 12% binnen dienst EHBO feesten Absoluut 163/789 14/126 163/187 129/1261 21% 14% 15% 1% binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met GHB als enige drug (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 6.4 van incidenten met GHB als enige drug op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 38/624 23/355 19/344 2/352 6% 7% 6% 6% Brabant-Zuidoost Absoluut 24/71 26/12 87/257 34% 26% 34% Enschede Absoluut 8/89 12/11 13/45 52/176 9% 11% 29% 3% Gelderland-Midden Absoluut 58/22 79/252 26% 31% Gelderland-Zuid Absoluut 36/143 25/111 27/16 3/135 25% 23% 25% 22% Groningen Absoluut 8/19 8/31 14/5 11/45 42% 26% 28% 24% Purmerend Absoluut /6 /14 4/21 % % 19% Rotterdam Absoluut 33/33 57/446 1% 13% Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 6.3. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 34 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 6.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met GHB als enige drug, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht 11 6 3 13 Matig 51 45 53 49 Ernstig 37 49 44 37 (N=35) (N=51) (N=111*) (N=179*) SEH ziekenhuizen Licht 19 18 11 13 Matig 17 29 34 39 Ernstig 65 53 55 48 (N=48) (N=38) (N=44) (N=75) Politieartsen Licht 29 29 35 64 Matig 29 57 5 17 Ernstig 43 14 15 19 (N=7) (N=7) (N=26) (N=47*) EHBO feesten Licht 66 45 37 33 Matig 25 44 43 39 Ernstig 9 11 2 29 (N=163) (N=135*) (N=146*) (N=129) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT GHB 35

36 TRIMBOS-INSTITUUT

7 Cocaïne-HCl Cocaïne is een stimulerend middel dat wordt geëxtraheerd uit de bladeren van de cocaplant (Erythroxylon Coca). Het eerste product uit de bewerking van de bladeren is cocapasta. Vervolgens wordt de cocapasta verder omgezet in het zout cocaïne hydrochloride (cocaïne-hcl). Deze snuifbare vorm van cocaïne of snuifcoke is een poeder van witte kristallen met een bittere smaak. Basecoke (rookbare cocaïne) is de conversie van de HCl-vorm naar het zuivere alkaloid. De cijfers over cocaïne in dit hoofdstuk hebben alléén betrekking op cocaïne-hcl, tenzij anders vermeld. Cocaïne werkt stimulerend, geeft een euforisch gevoel en het verhoogt het zelfvertrouwen. Cocaïne verwijdt de pupillen en verhoogt de hartfrequentie en de lichaamstemperatuur. Een cocaïne-intoxicatie kan zich onder andere uiten in agitatie, angst, paranoia, psychose, agressie, hartkloppingen en pijn op de borst. Cocaïne kan een acute opwindingstoestand veroorzaken. Gebruikers met hart- en vaatproblemen of hypertensie hebben een verhoogd risico op complicaties. 7.1 Gebruik van cocaïne in de algemene bevolking De meest recente cijfers over het gebruik van cocaïne in de algemene bevolking (15-64 jaar) zijn gemeten in het Nationaal Prevalentie Onderzoek van 29 (van Rooij et al., 211). Er is hierbij géén onderscheid gemaakt tussen cocaïne-hcl (snuifcoke) en basecoke (rookbare cocaïne). Het recente gebruik geeft het aantal mensen aan dat het afgelopen jaar wel eens cocaïne heeft gebruikt, het actuele gebruik is het aantal mensen dat de afgelopen maand cocaïne heeft gebruikt. In 29 lag het recente gebruik van cocaïne onder mensen van 15-64 jaar in Nederland op 1,2%; het actuele gebruik was,5%. Meer mannen dan vrouwen gebruiken cocaïne. Cocaïne-HCl is een relatief dure drug en daarom vooral populair bij werkende 25-plussers. Uitgaande jongeren verkiezen steeds vaker amfetamine (of ecstasy) boven cocaïne. Onder probleemgebruikers is vooral de basevorm van cocaïne populair. 7.2 Marktsituatie De samenstelling van cocaïne op de Nederlandse markt wordt sinds 1992 bijgehouden door het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS). Het aantal cocaïnepoeders dat bij het DIMS wordt ingeleverd neemt jaarlijks toe. Nagenoeg alle monsters in 212 bevatten ook daadwerkelijk cocaïne, met een gemiddelde van 58% cocaïne-hcl, een forse toename ten opzichte van het gemiddelde in 211 (49%). Cocaïne wordt sinds een aantal jaren versneden met medicijnen die voor humaan gebruik in onbruik zijn geraakt, zoals fenacetine en levamisol. Een bekende bijwerking van levamisol is een tekort aan witte bloedcellen (agranulocytose). In het buitenland is hierdoor al een aantal cocaïnegebruikers gestorven aan fulminant verlopende infecties. In de afgelopen drie jaar kwam levamisol voor in gemiddeld 65% van de cocaïnemonsters die door het DIMS zijn getest. De gemiddelde concentratie levamisol was relatief laag (8%). Hoewel de kans om hoge doses levamisol binnen te krijgen via cocaïne niet groot is, blijft alertheid noodzakelijk. TRIMBOS-INSTITUUT Cocaïne-HCl 37

7.3 Acute gezondheidsincidenten met cocaïne, 29-212 In 212 werd cocaïnegebruik gemeld bij 48 van de 2961 geregistreerde drugsincidenten. In 242 gevallen was cocaïne de enige gebruikte drug. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 597 incidenten waarin cocaïne-hcl als enige drug is gebruikt. Acute gezondheidsincidenten na cocaïnegebruik worden opvallend vaak door politieartsen gemeld: één op de vijf incidenten is gerelateerd aan gebruik van cocaïne als enige drug. De mate van intoxicatie bij deze incidenten is in 69% van de gevallen matig tot ernstig. Ook bij de ambulancediensten en de SEH-afdelingen in de ziekenhuizen heeft meer dan de helft van de patiënten een matige of ernstige intoxicatie, maar het aandeel van incidenten met uitsluitend cocaïne is hier 1% of minder op het totaal. Op de EHBO-posten van feesten komen cocaïne-intoxicaties het minst voor, en de gevallen zijn doorgaans licht. Tussen 29 en 212 waren hierin geen grote veranderingen. Het aandeel van cocaïne in het totaal aantal gemelde incidenten verschilt per regio. In de meeste regio's speelt het slechts een beperkte rol (gemiddeld 1% van het totaal); alleen in de regio's Rotterdam en Purmerend ligt het aandeel wat hoger. Combinatiegebruik met andere drugs en/of alcohol komt relatief vaak voor bij incidenten na cocaïnegebruik. Ongeveer de helft van de patiënten heeft naast cocaïne nog een andere drug gebruikt; de combinatie met ecstasy werd het meest gerapporteerd, maar ook de combinatie met GHB of cannabis kwam regelmatig voor. Incidenten met cocaïne betreffen vaak mannen (86%), die wat ouder zijn dan bij de meeste andere middelen. Bij zeven van de twintig in 212 gemelde incidenten met een dodelijke afloop was cocaïne betrokken, twee keer in combinatie met andere drugs. In drie gevallen leidde cocaïne zeer waarschijnlijk tot een hartaanval met de dood tot gevolg. Eénmaal werd melding gemaakt van een intentionele overdosis cocaïne en eenmaal is iemand verdronken onder invloed van cocaïne. 38 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 7.1 Aantal gemelde incidenten met cocaïne per dienst, 29-212. Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten Cocaïne totaal 297 27 32 211 Cocaïne als enige drug 177 136 21 74 Cocaïne in combinatie met andere drug(s) 12 134 11 137 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 7.2 Kenmerken gemelde incidenten met cocaïne als enige drug per dienst, 29-212. Geslacht Man Vrouw Ambulances N=177 82 18 SEH ziekenhuizen N=136 86 14 Politieartsen N=21 91 9 EHBO feesten N=74 78 22 Leeftijd 1-24 jaar 25+ jaar 19 81 17 83 18 82 55 45 Mate van intoxicatie Licht Matig Ernstig Onbekend 2 55 18 7 46 4 14 31 54 13 2 88 1 1 1 Type incident Intoxicatie Trauma 94 6 66 34 86 14 92 8 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 19 66 2 15 58 35 3 1 (1 patiënt) 4 6 7 3 78 2 (5 patiënten) 4 1 95 4 1 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 42 45 13 97 18 11 7 28 2 64 36 Toerist 5 Ja Nee Onbekend 2 (4) 45 (96) 52 7 (7) 91 (93) 2 2 (7) 27 (93) 71 16 (17) 8 (83) 4 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >95%). 2 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 4 Zes patiënten overleden na ernstige hartproblemen onder invloed van cocaïne. 5 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. TRIMBOS-INSTITUUT Cocaïne-HCl 39

Tabel 7.3 van incidenten met cocaïne als enige drug op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut 11/114 8/174 6/623 98/843 1% 5% 1% 12% binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 55/638 31/352 23/27 27/44 9% 9% 9% 6% binnen dienst Politieartsen Absoluut 21/123 37/177 64/327 88/417 17% 21% 2% 21% binnen dienst EHBO feesten Absoluut 1/789 23/126 12/187 29/1261 1% 2% 1% 2% binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met cocaïne als enige drug (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 7.4 van incidenten met cocaïne als enige drug op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 6/624 46/355 47/344 39/352 1% 13% 14% 11% Brabant-Zuidoost Absoluut 4/71 7/12 34/257 6% 7% 13% Enschede Absoluut 14/89 14/11 4/45 19/176 16% 13% 9% 11% Gelderland-Midden Absoluut 15/22 18/252 7% 7% Gelderland-Zuid Absoluut 13/143 11/111 8/16 9/135 9% 1% 8% 7% Groningen Absoluut /19 /31 4/5 4/45 % % 8% 9% Purmerend Absoluut 1/6 6/14 2/21 17% 43% 1% Rotterdam Absoluut 54/33 87/446 16% 2% Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 7.3. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 4 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 7.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met cocaïne als enige drug, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht 27 13 18 24 Matig 36 88 65 55 Ernstig 36 17 21 (N=11) (N=8) (N=6) (N=85) SEH ziekenhuizen Licht 46 48 39 52 Matig 43 45 3 33 Ernstig 11 7 3 15 (N=55) (N=31) (N=23) (N=27) Politieartsen Licht 57 5 32 35 Matig 43 62 53 57 Ernstig 32 15 8 (N=21) (N=37) (N=62*) (N=86*) EHBO feesten Licht 1 96 1 76 Matig 4 21 Ernstig 3 (N=1) (N=23) (N=11*) (N=29) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT Cocaïne-HCl 41

42 TRIMBOS-INSTITUUT

8 Amfetamine Amfetamine (straatnamen: speed, pep ) is een synthetische drug met een stimulerende en bewustzijnsveranderende werking. Het middel wordt gebruikt in het uitgaansleven (waar het de reputatie heeft een goedkoop alternatief te zijn voor cocaïne) en wordt daarnaast in bepaalde groepen gebruikt als prestatieverhogend middel, vooral in beroepen die een groot uithoudingsvermogen of grote krachtsinspanning vereisen, of in artistieke beroepen, waar amfetamine het heldere denken zou stimuleren. Amfetamine komt meestal voor als poeder en wordt in Nederland doorgaans geslikt of gesnoven en sporadisch geïnjecteerd. Bij frequent gebruik kan afhankelijkheid optreden. Het meest voorkomende acute gevaar na overdosering van amfetamine is hyperthermie. 8.1 Gebruik van amfetamine in de algemene bevolking De meest recente cijfers over het gebruik van amfetamine in de algemene bevolking zijn gemeten in het Nationaal Prevalentie Onderzoek van 29 (van Rooij et al., 211). Het recente gebruik geeft het aantal mensen aan dat het afgelopen jaar wel eens amfetamine heeft gebruikt; het actuele gebruik is het aantal mensen dat de afgelopen maand amfetamine heeft gebruikt. In 29 lag het recente gebruik van amfetamine onder mensen van 15-64 jaar in Nederland op,4%; het actuele gebruik was,2%. Het aantal nieuwe gebruikers van amfetamine is, na een sterke daling tussen 21 en 25, gering en stabiel. 8.2 Marktsituatie Het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) onderzoekt sinds 1992 de samenstelling van illegale drugs in Nederland. De gemiddelde hoeveelheid amfetamine in ingeleverde amfetaminepoeders lag de afgelopen 1 jaar gemiddeld rond 35%, maar is onderhevig aan schommelingen. De jaren 28 en 29 lieten een 'dip' zien, waarbij het gemiddelde amfetaminegehalte zakte tot onder de 25%. In 21 steeg het gehalte tot rond 4%, terwijl het gemiddelde percentage amfetamine in ingeleverde amfetaminepoeders in 211 weer was gedaald tot 3%. In 212 lag het gemiddelde gehalte ook rond de 3% amfetamine. Een laag gehalte aan amfetamine in poeders wordt doorgaans gecompenseerd door een hoger aandeel cafeïne en vaak ook andere (aan amfetamine verwante) stoffen. Sinds 29 wordt er geregeld 4-fluoramfetamine (4-FA) gevonden in monsters verkocht als speed. De werking van 4-FA is grotendeels vergelijkbaar met amfetamine. In 21 en 211 werd in ongeveer 1% van de bij het DIMS aangeleverde amfetaminepoeders in wisselende doseringen de stof 4-methylamfetamine (4-MA) aangetroffen. 4-MA is net als amfetamine ook een stimulerend middel, maar met een sterkere serotonerge werking. In België, het Verenigd Koninkrijk en Nederland heeft dit geleid tot verschillende intoxicaties, waarvan enkele met dodelijke afloop. De netwerken van DIMS en MDI zijn over deze toevoegingen geïnformeerd. Medio 212 is 4-MA op lijst 1 van de Opiumwet geplaatst, hierna nam het aandeel 4-MA in speedpoeders snel af. Sinds 21 wordt heel sporadisch de stof paramethoxyamfetamine (PMA) in amfetaminepoeders aangetroffen. PMA heeft geen sterke psychoactieve werking en is toxischer dan amfetamine of MDMA. Het heeft een nauwe therapeutische breedte waardoor overdosering snel kan optreden. TRIMBOS-INSTITUUT Amfetamine 43

8.3 Acute gezondheidsincidenten met amfetamine, 29-212 In 212 werd amfetaminegebruik gemeld bij 27 van de 2961 geregistreerde drugsincidenten. In 128 gevallen was amfetamine de enige gebruikte drug. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 36 incidenten waarin amfetamine als enige drug is gebruikt. Acute gezondheidsincidenten na amfetaminegebruik spelen bij alle diensten maar een beperkte rol, tussen de 2 en 6% van de incidenten is gerelateerd aan gebruik van amfetamine als enige drug. Behalve bij de politieartsen, waar het aandeel stijgt, zijn er de afgelopen jaren geen grote veranderingen. Ook in de verschillende regio's speelt amfetamine slechts een kleine rol; het aandeel is het laagst in de regio Amsterdam (1,5%) en het hoogst in Eindhoven (8%). Ongeveer de helft van de patiënten met een incident waarbij amfetamine betrokken was heeft naast amfetamine nog een andere drug gebruikt; de combinatie met ecstasy werd het meest gerapporteerd, maar ook de combinatie met GHB kwam regelmatig voor. Bij drie van de twintig in 212 gemelde incidenten met een dodelijke afloop was amfetamine betrokken. In alle drie de gevallen werden hoge doseringen amfetamine in het bloed gevonden, wat waarschijnlijk een hartstilstand heeft veroorzaakt. 44 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 8.1 Aantal gemelde incidenten met amfetamine per dienst, 29-212. Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten Amfetamine totaal 147 93 9 349 Amfetamine als enige drug 71 4 59 136 Amfetamine in combinatie met andere drug(s) 76 53 31 213 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 8.2 Geslacht Kenmerken gemelde incidenten met amfetamine als enige drug per dienst, 29-212. Man Vrouw Ambulances N=71 72 28 SEH ziekenhuizen N=4 83 17 Politieartsen N=59 9 1 EHBO feesten N=136 68 32 Leeftijd 1-24 jaar 25+ jaar 45 55 38 63 21 79 72 28 Mate van intoxicatie 1 Licht Matig Ernstig 2 66 14 4 38 23 41 36 22 9 8 2 Type incident Intoxicatie Trauma 99 1 68 33 95 5 92 8 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 17 73 2 1 5 35 3 3 (1 patiënt) 4 13 15 5 51 2 (1 patiënt) 4 27 97 2 2 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 28 51 21 7 2 1 25 73 2 4 6 Toerist 5 Ja Nee Onbekend 1 (1) 44 (99) 55 5 95 5 (6) 75 (94) 2 2 (2) 79 (8) 2 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >95%). 2 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 4 Twee patiënten met hartstilstand na inname van amfetamine. 5 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. TRIMBOS-INSTITUUT Amfetamine 45

Tabel 8.3 van incidenten met amfetamine als enige drug op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut 4/114 7/174 21/623 39/843 4% 4% 3% 5% binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 9/638 9/352 8/27 14/44 1% 3% 3% 3% binnen dienst Politieartsen Absoluut 3/123 4/177 17/327 35/417 2% 2% 5% 8% binnen dienst EHBO feesten Absoluut 26/789 45/126 25/187 4/1261 3% 4% 2% 3% binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met amfetamine als enige drug (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 8.4 van incidenten met amfetamine als enige drug op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 1/624 3/355 8/344 6/352 2% 1% 2% 2% Brabant-Zuidoost Absoluut 7/71 6/12 22/257 1% 6% 9% Enschede Absoluut 1/89 3/11 2/45 2/176 1% 3% 4% 1% Gelderland-Midden Absoluut 8/22 11/252 4% 4% Gelderland-Zuid Absoluut 4/143 6/111 2/16 11/135 3% 5% 2% 8% Groningen Absoluut 1/19 /31 4/5 1/45 5% % 8% 2% Purmerend Absoluut 1/6 /14 1/21 17% % 5% Rotterdam Absoluut 16/33 34/446 5% 8% Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 8.3. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 46 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 8.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met amfetamine als enige drug, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht 25 29 1 24 Matig 25 71 9 55 Ernstig 5 21 (N=4) (N=7) (N=21) (N=38*) SEH ziekenhuizen Licht 67 22 38 36 Matig 33 56 38 29 Ernstig 22 25 36 (N=9) (N=9) (N=8) (N=14) Politieartsen Licht 33 5 24 5 Matig 33 25 53 29 Ernstig 33 25 24 21 (N=3) (N=4) (N=17) (N=34*) EHBO feesten Licht 96 93 83 88 Matig 7 13 13 Ernstig 4 4 (N=26) (N=44*) (N=24*) (N=4) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT Amfetamine 47

48 TRIMBOS-INSTITUUT

9 Opiaten Onder de klasse opiaten vallen middelen die in de geneeskunde als pijnmedicatie worden gebruikt (morfine, codeïne, etc.) als ook de illegale opiumderivaten die als drugs worden genomen. Dit hoofdstuk betreft uitsluitend heroïne en methadon. Methadon wordt binnen de verslavingszorg als vervangend middel voor heroïne voorgeschreven, maar er is ook methadon in omloop die niet op medisch voorschrift wordt verkregen. Heroïne wordt op verschillende manieren gebruikt. In Nederland is tegenwoordig de meest gangbare gebruikswijze roken ( chinezen, roken van folie). In tegenstelling tot andere landen is injecteren van heroïne in Nederland al geruime tijd weinig gebruikelijk. Opiaten kunnen een roes veroorzaken en dempend werken. Vaker gebruik van opiaten leidt tot tolerantie en tot psychische en lichamelijke afhankelijkheid. Ademhalingsdepressie is de meest levensbedreigende complicatie van acute opioïdintoxicaties. 9.1 Gebruik van opiaten in de algemene bevolking In het Nationaal Prevalentie Onderzoek (NPO) van 29 is het gebruik van heroïne onderzocht in de algemene bevolking van 18-64 jaar (van Rooij et al., 211). Het recente gebruik geeft het aantal mensen aan dat het afgelopen jaar wel eens heroïne heeft gebruikt. Actueel gebruik doelt op het aantal mensen dat de afgelopen maand heroïne heeft gebruikt. Gebruik van heroïne komt niet veel voor onder de algemene bevolking. De percentages recente en actuele gebruikers waren in alle peiljaren van het NPO nooit hoger dan,1%. Het aantal probleemgebruikers van heroïne is in het afgelopen decennium gedaald. De populatie heroïnegebruikers veroudert; de gemiddelde leeftijd van heroïne/methadongebruikers in de verslavingszorg is 45 jaar. Scholieren en jongeren hebben nauwelijks ervaring met heroïnegebruik. 9.2 Marktsituatie Sinds 1992 onderzoekt het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) de samenstelling van illegale drugs in Nederland. Heroïnepoeders worden slechts sporadisch ingeleverd om de samenstelling te laten testen. De ingeleverde poeders bevatten gemiddeld 3% heroïne. In de ons omringende landen zijn in de afgelopen jaren enkele heroïnegebruikers besmet geraakt met antrax door het injecteren van vervuilde heroïne. In Nederland zijn nog geen antrax-besmettingen aangetroffen. TRIMBOS-INSTITUUT Opiaten 49

9.3 Acute gezondheidsincidenten met heroïne of methadon, 29-212 In 212 werd gebruik van heroïne of methadon gemeld bij 116 van de 2961 geregistreerde drugsincidenten. In 59 gevallen was heroïne of methadon de enige gebruikte drug. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 199 incidenten waarin heroïne of methadon als enige drug is gebruikt. Aangezien de absolute aantallen incidenten met heroïne of methadon bij de MDI gemeld laag zijn, moeten de gegevens voorzichtig worden geïnterpreteerd. Acute gezondheidsincidenten na gebruik van heroïne of methadon spelen bij alle diensten maar een beperkte rol. De EHBO op grote evenementen ziet geen incidenten met heroïne of methadon, bij de andere diensten is 3-5% van de incidenten gerelateerd aan gebruik van heroïne of methadon als enige drug. Ook in de verschillende regio's speelt heroïne of methadon slechts een kleine rol; het aandeel is het laagst in de regio Purmerend (%) en het hoogst in Rotterdam (1%). In 212 was een (onbedoelde dan wel opzettelijke) overdosering van heroïne of methadon in zes gevallen waarschijnlijk de reden voor het overlijden. In vijf van deze gevallen was naast heroïne of methadon ook nog een (of meerdere) andere drug(s) gebruikt. 5 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 9.1 Aantal gemelde incidenten met heroïne of methadon per dienst, 29-212. Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten Heroïne* totaal 149 12 97 2 Heroïne* als enige drug 94 5 54 1 Heroïne* in combinatie met andere drug(s) 55 52 43 1 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. *of methadon Tabel 9.2 Geslacht Kenmerken gemelde incidenten met heroïne of methadon enige drug per dienst*, 29-212. Man Vrouw Ambulances N=94 71 29 SEH ziekenhuizen N=5 88 12 Politieartsen N=54 85 15 Leeftijd 1-24 jaar 25+ jaar 5 95 4 96 4 96 Mate van intoxicatie 1 Licht Matig Ernstig 18 61 21 48 12 4 4 42 19 Type incident Intoxicatie Trauma 94 6 7 3 96 4 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 13 76 2 12 48 5 3 2 9 6 7 9 (5 patiënten) 4 6 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 21 66 13 36 48 16 44 5 6 Toerist 5 Ja Nee Onbekend 1 (4) 28 (96) 71 1 9 2 (4) 5 (96) 29 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. *Bij de EHBO-posten op grootschalige evenementen waren slechts 2 incidenten met heroïne en daarom ontbreekt deze dienst in de tabel. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >95%). 2 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 4 Vijf patiënten zijn overleden na (onbedoelde dan wel opzettelijke) overdosering van heroïne of methadon las enige drug. 5 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. TRIMBOS-INSTITUUT Opiaten 51

Tabel 9.3 van incidenten met heroïne of methadon als enige drug op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut 2/114 7/174 52/623 33/843 2% 4% 8% 4% binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 23/638 18/352 7/27 2/44 4% 5% 3% 1% binnen dienst Politieartsen Absoluut 4/123 8/177 18/327 24/417 3% 5% 6% 6% binnen dienst EHBO feesten Absoluut /789 1/126 /187 /1261 % % % % binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met heroïne of methadon als enige drug (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 9.4 van incidenten met opiaten als enige drug op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 13/624 5/355 1/344 1/352 2% 1% 3% 3% Brabant-Zuidoost Absoluut 7/71 3/12 2/257 1% 3% 1% Enschede Absoluut 14/89 16/11 3/45 4/176 16% 15% 7% 2% Gelderland-Midden Absoluut 12/22 8/252 6% 3% Gelderland-Zuid Absoluut 2/143 3/111 5/16 /135 1% 3% 5% % Groningen Absoluut /19 1/31 1/5 /45 % 3% 2% % Purmerend Absoluut /6 /14 /21 % % % Rotterdam Absoluut 43/33 35/446 13% 8% Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 9.3. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 52 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 9.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met heroïne of methadon als enige drug, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht 29 17 18 Matig 5 57 64 57 Ernstig 5 14 19 25 (N=2) (N=7) (N=52) (N=28*) SEH ziekenhuizen Licht 35 61 57 5 Matig 17 11 Ernstig 48 28 43 5 (N=23) (N=18) (N=7) (N=2) Politieartsen Licht 75 38 44 3 Matig 25 63 22 52 Ernstig 33 17 (N=4) (N=8) (N=18) (N=23*) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. De enige patiënt op de EHBO posten van feesten met heroïne of methadon als enige drug had een lichte intoxicatie. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT Opiaten 53

54 TRIMBOS-INSTITUUT

1 Paddo's 'Paddo's' is de populaire naam voor verschillende paddenstoelen die de werking van het bewustzijn beïnvloeden. Ze worden tot de hallucinogenen (tripmiddelen) gerekend. Paddo's zijn een natuurproduct en worden door gebruikers in hun geheel gegeten of er wordt thee van getrokken. De werkzame stof is psylocibine. Na het verbod op paddo's in 28 zijn er legale alternatieven gekomen, zoals sclerotia (ook wel truffels of tripknollen genoemd). Omdat voor velen in de praktijk het onderscheid niet duidelijk is, worden in dit hoofdstuk al deze legale en illegale tripmiddelen samen onder de noemer 'paddo's' beschreven. 1.1 Gebruik van paddo's in de algemene bevolking Het Nationaal Prevalentie Onderzoek van 29 levert de meest recente cijfers over het gebruik van paddo's in de algemene bevolking (van Rooij et al., 211). Het recente gebruik geeft het aantal mensen aan dat het afgelopen jaar wel eens paddo's heeft genuttigd. Met actueel gebruik wordt het aantal mensen bedoeld dat de afgelopen maand nog paddo's heeft gebruikt. In 29 lag het recente gebruik van paddo's onder mensen van 15-64 jaar in Nederland op,4%; het actuele gebruik was,1%. Paddo's zijn met name populair in enkele kleine subculturen, zoals die van de psychonauten 1.2 Marktsituatie Het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) onderzoekt sinds 1992 de samenstelling van illegale drugs in Nederland; paddo's worden hierin echter niet meegenomen. Tot 1 december 28 waren paddo's legaal verkrijgbaar via de vele smartshops in Nederland. Over de zuiverheid of constantheid van de samenstelling van paddo's is niets bekend. 1.3 Acute gezondheidsincidenten met paddo's, 29-212 In 212 werd gebruik van paddo's gemeld bij 48 van de 2961 geregistreerde drugsincidenten. In 26 gevallen waren paddo's de enige gebruikte drug. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 79 incidenten waarin paddo's als enige drug zijn gebruikt. Aangezien de absolute aantallen incidenten met paddo's bij de MDI gemeld laag zijn, moeten de gegevens voorzichtig worden geïnterpreteerd. Bij alle diensten spelen acute gezondheidsincidenten na gebruik van paddo's een zeer beperkte rol. Bij de politieartsen is het aandeel het hoogst, hier is 4% van alle incidenten gerelateerd aan gebruik van paddo's als enige drug. Incidenten na gebruik van paddo's zijn vrijwel uitsluitend gemeld uit de regio Amsterdam. Vanuit de andere regio's worden slechts enkele incidenten met paddo's gerapporteerd. TRIMBOS-INSTITUUT Paddo's 55

Tabel 1.1 Aantal gemelde incidenten met paddo s per dienst, 29-212. Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten Paddo s totaal 11 73 71 13 Paddo s als enige drug 4 25 42 8 Paddo s in combinatie met andere drug(s) 7 48 29 5 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 1.2 Kenmerken gemelde incidenten met paddo s als enige drug per dienst, 29-212. Geslacht Man Vrouw Ambulances N=4 79 21 SEH ziekenhuizen N=25 77 23 Politieartsen N=42 1 EHBO feesten N=8 88 13 Leeftijd -24 jaar 25+ jaar Onbekend 75 25 64 36 48 41 12 38 5 13 Mate van intoxicatie Licht Matig Ernstig 75 25 56 2 24 29 52 19 88 13 Type incident Intoxicatie Trauma 1 76 24 9 1 1 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 75 25 1 8 2 2 2 93 5 1 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 25 5 25 28 44 28 26 71 2 25 75 Toerist 3 Ja Nee Onbekend () 5 (1) 5 84 16 29 (1) () 71 38 (5) 38 (5) 25 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 2 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. 56 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 1.3 van incidenten met paddo s als enige drug op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut /114 /174 /623 4/843 % % % % binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 9/638 4/352 6/27 6/44 1% 1% 2% 1% binnen dienst Politieartsen Absoluut 11/123 7/177 8/327 16/417 9% 4% 2% 4% binnen dienst EHBO feesten Absoluut 3/789 5/126 /187 /1261 % % % % binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met paddo's als enige drug (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 1.4 van incidenten met paddo s als enige drug op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 2/624 1/355 14/344 18/352 3% 3% 4% 5% Brabant-Zuidoost Absoluut /71 /12 2/257 % % 1% Enschede Absoluut /89 1/11 /45 1/176 % 1% % 1% Gelderland-Midden Absoluut /22 /252 % % Gelderland-Zuid Absoluut /143 /111 /16 4/135 % % % 3% Groningen Absoluut /19 /31 /5 /45 % % % % Purmerend Absoluut /6 /14 /21 % % % Rotterdam Absoluut /33 1/446 % % Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 1.3. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. TRIMBOS-INSTITUUT Paddo's 57

Tabel 1.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met paddo s als enige drug, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht - - - 75 Matig - - - 25 Ernstig - - - (N=) (N=) (N=) (N=4) SEH ziekenhuizen Licht 56 75 5 5 Matig 22 25 17 17 Ernstig 22 33 33 (N=9) (N=4) (N=6) (N=6) Politieartsen Licht 55 14 25 19 Matig 18 43 63 75 Ernstig 27 43 13 6 (N=11) (N=7) (N=8) (N=16) EHBO feesten Licht 1 8 - - Matig 2 - - Ernstig - - (N=3) (N=5) (N=) (N=) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. 58 TRIMBOS-INSTITUUT

11 Gecombineerd drugsgebruik Met gecombineerd drugsgebruik wordt bedoeld het gebruik van meerdere psychoactieve middelen op eenzelfde gelegenheid. De term gecombineerd drugsgebruik zegt niks over de volgorde of gelijktijdigheid van gebruik. Regelmatig wordt het drinken van alcohol gecombineerd met het gebruik van een illegale drug. Het combineren van verschillende drugs op eenzelfde gelegenheid komt minder vaak voor. Vooral in het dance segment wordt veel gecombineerd. Soms is er een duidelijke voorkeur voor een combinatie vanwege de specifieke roes en het gewenste effect, bijvoorbeeld alcohol met cannabis, cannabis met ecstasy, alcohol met ecstasy en GHB of GHB met amfetamine. Deze laatste combinatie zou volgens gebruikers een ecstasyroes nabootsen. Over het algemeen is er echter geen duidelijk plan met welke middelen gecombineerd wordt (Nabben et al, 212). Wanneer meerdere drugs worden gecombineerd kunnen de afzonderlijke middelen elkaars effect beïnvloeden en additief, antagonistisch of synergistisch werken. Bepaalde combinaties zoals alcohol met GHB of alcohol met cannabis zijn extra riskant omdat beide middelen een verdovende werking hebben. Combinatiegebruik van meerdere drugs verhoogt de kans op ongewenste en vaak onvoorspelbare effecten. De onvoorspelbaarheid van de effecten houdt ook verband met de verschillen in halfwaardetijd (afbraaksnelheid) van de verschillende middelen. 11.1 Gecombineerd drugsgebruik in de algemene bevolking Cijfers over gecombineerd drugsgebruik worden niet systematisch verzameld. Verschillende studies geven wel informatie over het gebruik van meerdere drugs in het afgelopen jaar, of tijdens het leven, maar recente cijfers uit de algemene bevolking over gecombineerd gebruik tijdens een enkele gelegenheid ontbreken. Over het algemeen vindt gecombineerd gebruik vaak plaats onder uitgaanders en onder problematisch gebruikers. De Feestmeter uit 28-29 meldt dat van alle partybezoekers die deelnamen aan het onderzoek, 11,3% op de avond/nacht twee of meer drugs gebruikte (al dan niet gecombineerd met alcohol) (Van der Poel et al, 21). Een kwart van de partybezoekers had op de avond/nacht van de party geen alcohol en geen drugs gebruikt. In hetzelfde Feestmeter onderzoek gebruikte 3,% van de bezoekers in clubs en discotheken op de avond/nacht twee of meer drugs (al dan niet gecombineerd met alcohol). Een vijfde van alle clubbezoekers die deelnamen aan het onderzoek gebruikte tijdens de avond/nacht geen alcohol en drugs. TRIMBOS-INSTITUUT Gecombineerd drugsgebruik 59

11.2 Acute gezondheidsincidenten met gecombineerd drugsgebruik, 29-212 In 212 werd gecombineerd drugsgebruik gemeld bij 512 van de 2961 geregistreerde drugsincidenten. De volgende gegevens hebben betrekking op de periode 29-212 en betreffen 1556 incidenten waarin gecombineerd drugsgebruik werd gemeld. Combinatiegebruik van meerdere drugs is gemeld bij een zevende tot een kwart van de incidenten. Ongeveer de helft van deze patiënten heeft ook alcohol gebruikt. Over het algemeen geldt: hoe meer middelen worden gecombineerd, des te ernstiger de intoxicatie (figuur 11.1). De combinatie ecstasy met GHB kwam bij de gemelde incidenten de aflopen 4 jaren het meest voor. Daarna volgden de combinaties ecstasy met amfetamine, ecstasy met cocaine- HCl, GHB met amfetamine en GHB met cocaine-hcl. Hierin waren geen grote veranderingen over de jaren. Figuur 11.1 Mate van intoxicatie (licht, matig, ernstig) bij gebruik van één drug of gecombineerd met alcohol en/of andere drug(s) in 29-212, n=7745 incidenten.* 1% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% ernstig matig licht 2% 1% % 1 drug 1 drug + alc >1 drug >1 drug + alc *Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 6 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 11.1 Aantal gemelde incidenten met gecombineerd drugsgebruik per dienst, 29-212. Ambulances SEH ziekenhuizen Politieartsen EHBO feesten Meer dan één drug totaal 34 314 245 657 2 drugs 289 256 23 575 3 drugs 46 52 36 67 4 of meer drugs 5 6 6 15 Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 11.2 Kenmerken gemelde incidenten met gecombineerd drugsgebruik per dienst, 29-212. Geslacht Man Vrouw Ambulances N=34 77 23 SEH ziekenhuizen N=314 8 2 Politieartsen N=245 89 11 EHBO feesten N=657 71 29 Leeftijd 1-24 jaar 25+ jaar 32 68 37 63 29 71 51 49 Mate van intoxicatie Licht Matig Ernstig Onbekend 1 48 34 9 26 34 4 33 47 19 59 29 9 4 Type incident Intoxicatie Trauma 96 4 89 11 92 8 98 2 Vervolgtraject Naar huis Behandeling ziekenhuis Insluiting politiecel Overleden Overig/onbekend 14 69 2 (1 patiënt) 17 59 35 3 1 (3 patiënten) 5 3 3 82 6 (14 patiënten) 7 95 3 3 Combinatie met alcohol Ja Nee Onbekend 47 37 17 55 27 17 38 61 1 46 54 Toerist 4 Ja Nee Onbekend 2 (3) 5 (97) 48 25 75 8 (23) 27 (77) 66 13 (14) 8 (86) 8 In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 1 Valide percentages weergegeven (percentage bekend >9%). 2 Inclusief behandeling op SEH, opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 3 Omvat opname ter observatie op SEH en/of ziekenhuisopname. 4 Tussen haakjes de percentages onder de patiënten van wie bekend is of zij buitenlandse toerist zijn. TRIMBOS-INSTITUUT Gecombineerd drugsgebruik 61

Tabel 11.3 van incidenten met gecombineerd drugsgebruik op het totaal in de dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Absoluut 22/114 5/174 132/623 136/843 19% 29% 21% 16% binnen dienst SEH ziekenhuizen Absoluut 97/638 68/352 43/27 16/44 15% 19% 16% 24% binnen dienst Politieartsen Absoluut 14/123 44/177 85/327 12/417 11% 25% 26% 25% binnen dienst EHBO feesten Absoluut 166/789 166/126 157/187 168/1261 21% 16% 14% 13% binnen dienst De absolute aantallen zijn de aantallen gemelde incidenten met gecombineerd drugsgebruik (vóór de schuine streep) en het totaal aantal gemelde incidenten in het betreffende jaar binnen de dienst (ná de schuine streep). Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Tabel 11.4 van incidenten met gecombineerd drugsgebruik op het totaal in de regio, 29-212 29 21 211 212 Amsterdam Absoluut 8/624 76/355 79/344 1/352 13% 21% 23% 28% Brabant-Zuidoost Absoluut 9/71 23/12 42/257 13% 23% 16% Enschede Absoluut 14/89 21/11 7/45 39/176 16% 19% 16% 22% Gelderland-Midden Absoluut 58/22 52/252 26% 21% Gelderland-Zuid Absoluut 37/143 28/111 24/16 35/135 26% 25% 23% 26% Groningen Absoluut 2/19 16/31 13/5 11/45 11% 52% 26% 24% Purmerend Absoluut 3/6 3/14 7/21 5% 21% 33% Rotterdam Absoluut 53/33 51/446 16% 11% Voor de niet-regiogebonden EHBOs op feesten zie tabel 11.3. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. 62 TRIMBOS-INSTITUUT

Tabel 11.5 Mate van intoxicatie bij incidenten met gecombineerd drugsgebruik, per dienst, 29-212 29 21 211 212 Ambulances Licht 5 2 15 12 Matig 41 42 55 55 Ernstig 55 56 3 33 (N=22) (N=5) (N=128*) (N=11*) SEH ziekenhuizen Licht 3 25 26 22 Matig 34 45 26 3 Ernstig 36 3 49 48 (N=97) (N=67*) (N=43) (N=16) Politieartsen Licht 36 21 32 4 Matig 21 57 52 44 Ernstig 43 23 17 17 (N=14) (N=44) (N=85) (N=11*) EHBO feesten Licht 71 66 63 44 Matig 22 28 31 35 Ernstig 7 2 6 21 (N=166) (N=16*) (N=14*) (N=168) In percentages; vanwege afronding tellen de percentages niet overal exact op tot 1. Gegevens van de ambulancediensten Amsterdam en Purmerend zijn niet opgenomen. Let op: omwille van de uniformiteit wordt de verdeling van de mate van intoxicatie overal in percentages gegeven, ook al is dat bij kleine absolute aantallen minder logisch. *enkele waarden voor mate van intoxicatie ontbreken. TRIMBOS-INSTITUUT Gecombineerd drugsgebruik 63

GEBRUIKTE LITERATUUR Brunt T, Niesink R. Jaarrapportage DIMS 211 (interne publicatie). Utrecht: Trimbos-instituut; 212. Nabben T, Benschop A, Korf D. Antenne 212. Trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers; 212. Niesink R, Van Laar M. THC, CBD en gezondheidseffecten van wiet en hasj. Utrecht: Trimbosinstituut; 212. Rigter S, Niesink R. THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops (212-213). Utrecht: Trimbos-instituut; 213. Van der Poel A, Doekhie J, Verdurmen J, Wouters M, Korf D, van Laar M. Feestmeter 28-29. Uitgaan en middelengebruik onder bezoekers van party's en clubs. Utrecht: Trimbosinstituut; 21. Van Laar M, Cruts AAN, Van Ooyen-Houben MMJ, Meijer RF, Croes EA, Ketelaars APM. Nationale Drug Monitor: Jaarbericht 211. Utrecht: Trimbos-instituut; 212. Van Rooij AJ, Schoenmakers TM, Van de Mheen D. Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 29: Kerncijfers 29. Rotterdam: IVO; 211. Vogels N, Croes EA. Monitor drugsincidenten factsheet 212. Utrecht: Trimbos-instituut; 213. Wisselink DJ, Kuijpers WGT, Mol A. Kerncijfers Verslavingszorg 212: Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS). Houten: Stichting Informatie Voorziening Zorg (IVZ); 213. TRIMBOS-INSTITUUT Literatuur 65

Drugs worden regelmatig in verband gebracht met ernstige gezondheidsverstoringen zoals vergiftigingen of ongelukken. Maar hoe vaak komen (ernstige) incidenten met bijvoorbeeld ecstasy, GHB of paddo s eigenlijk voor? Daarop geeft de Monitor DrugsIncidenten (MDI) zicht. Sinds 29 houdt het Trimbos-instituut met deze monitor actuele gegevens bij over aard en omvang van drugsgerelateerde gezondheidsincidenten in Nederland. In dit tabellenboek wordt een overzichtgegeven van de data die tussen 29 en 212 zijn verzameld. De gegevens zijn afkomstig uit een aantal peilstationsregio s en worden aangeleverd door ambulancediensten, spoedeisende hulp afdelingen van ziekenhuizen, politieartsen en organisaties die de EHBO-post verzorgen op grootschalige evenementen. Dankzij de diversiteit in regio s en in medische diensten wordt een indicatief beeld gekregen van de acute drugsgerelateerde gezondheidsincidenten in Nederland. De MDI wordt uitgevoerd in opdracht van de minister van VWS en is een aanvulling op het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS), een landelijk netwerk dat de samenstelling van drugs volgt. Het Tabellenboek is primair gericht op het informeren van de deelnemende diensten en andere betrokkenen en daarmee bedoeld voor intern gebruik. www.trimbos.nl