Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Vergelijkbare documenten
Beschouwing Aardrijkskunde De Geo Stad en platteland in Zuidoost-Azië vwo

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

1.2 In de gebieden waar tropisch regenwoud voorkomt, heerst een warm en vochtig klimaat. De gem. temp.

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Zuidoost-Azië als macroregio

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer

7,5. Samenvatting door een scholier 1422 woorden 27 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Samenvatting H1 AK

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

De officiële taal van Indonesië, die door het grootste deel van de bevolking in Indonesië wordt

Twee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren.

Hoofdstuk 1 - Het noorden tegenover het Zuiden. 2 Noord-Zuidverhouding

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

7.4. Boekverslag door E woorden 24 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Zuidoost Azië hele boek H1+2+3

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,7. Antwoorden door een scholier 1918 woorden 15 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

6,6. Samenvatting door R woorden 15 december keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Samenvatting Aardrijkskunde Zuid-oost Azi?

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad.

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

Samenvatting Aardrijkskunde Wereldbeeld

5,5. Samenvatting door een scholier 1602 woorden 15 augustus keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Aardrijkskunde Hoofdstuk 3; Zuidoost-Azië

GEBIEDEN. 5 havo 3 Indonesië 1-7

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Zuidoost

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Score-overzicht. 2 0 Correctievoorschrift: Uit het antwoord moet blijken dat in het oosten de matigende invloed van de zee kleiner is.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 9 en 10

De Geo 2 bk Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde globalisering in Azi?

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Hoofdstuk 3: Landbouw in Moesson-Azië. In Moesson-Azië bestuderen we de rijstteelt. Waarom wordt bijna uitsluitend in Moesson-Azië rijst geteeld?

Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 13 t/m 20

Samenvatting Aardrijkskunde Indonesi? hoofdstuk 3 (en 4,5)

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Kleding- en schoenenindustrie

Tijd van burgers en stoommachines De Industriële Revolutie

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse Migratie in de VS

Domeinbeschrijvingen entreetoets Mens en Wereld: aardrijkskunde, gekoppeld aan Geowijzer

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

6,1. Samenvatting door een scholier 1759 woorden 11 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2003-II

Het bnp/hoofd is een gemiddeld getal en de afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde kunnen erg groot zijn

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Eindexamen aardrijkskunde vwo II

Samenvatting Aardrijkskunde Arm en Rijk - Hoofdstuk 1

Bijlage VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. VW-0131-a-17-1-b

Basisinzichten Aardrijkskunde

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Migratie is een ingewikkeld onderwerp. In het algemeen gaat het bij migratie om een permanente verandering van woongemeente.

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Situeer de grote miljoenensteden op de wereldkaart (zie p. 2) aan de hand van bron 1 bladzijde 102.

1 Nigeria: rijk maar toch arm.

Een wadi is een rivier die slechts een deel van het jaar water bevat. Je kunt er gemakkelijk grondwater winnen.

UIT de arbeidsmarkt

Keuzeopdracht ANW Hoofdstuk 6

Antwoorden Economie Handel

Programma 5/Pacifisch Azië/Teleac NOT Filippijnen: weg uit de landbouw, maar hoe?

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Eindexamen aardrijkskunde havo I

Samenvatting Aardrijkskunde 4 en 5. Inhoudsopgave. Tekstsamenvatting Pagina 2 t/m 5 Basisboek Pagina 6 t/m 7. 1 P a g e

Begrippenlijst Aardrijkskunde Hoofdstuk 5 en 6

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 1-4

Samenvatting (Summary in Dutch)

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Programma van Toetsing en Afsluiting

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo II

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde

Kleding over de grenzen heen.

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 10-13

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 7

4,7. Begrippenlijst door een scholier 297 woorden 15 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,3. 1 Kolonialisme en Zuid-Noordmigratie. 2 Arbeidsmigratie. Samenvatting door een scholier 1878 woorden 18 januari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 Arm en Rijk genoeg voor iedereen

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 - Zuidoost-Azi

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Praktische opdracht Aardrijkskunde Waarom zit de kledingindustrie nog steeds in New York?

Transcriptie:

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door Fantomius 1523 woorden 11 oktober 2017 7 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Samenvatting Aardrijkskunde H2: Stad en platteland in Zuidoost-Azië Inhoudsopgave: 2.1 Steden in Zuidoost-Azië 2.2 De megasteden Bangkok, Jakarta en Manila 2.3 Het platteland en de voedselvoorziening 2.4 De verstrengeling van stad en platteland in Thailand 2.5 Handel, groeidriehoeken en groeicorridors 2.1 Steden in Zuidoost-Azië Urbanisatie: Procentuele aantal van wereldbevolking die in de steden leeft: 1950 30% 2000 47% 20 60% 2050 70% 2011 in Zuidoost-Azië twintig agglomeraties met meer dan 1 miljoen inwoners Megasteden: Megastad = Stad met minstens 10 miljoen inwoners (soms minstens 5 miljoen inwoners) Oude megasteden in het rijke westen blijven gelijk.. Grote steden in ontwikkelingslanden/ nieuwe industriële landen groeien hard. 2011 Zuidoost-Azië drie megasteden: Bangkok, Jakarta en Manila Plus en min: Positieve aspecten van megasteden: Grootste concentraties van economische activiteiten en contacten met de globaliserende economie; Ze vormen culturele, sociale en educatieve centra en nationale sociale normen en waarden in een land, er is een multiculturele samenleving. Pagina 1 van 6

Negatieve aspecten van megasteden: Armoede en werkloosheid; Gebrek aan stadsplanning (infrastructuur en voorzieningen); Druk op de huizenmarkt en de beschikbare hoeveelheid land is erg hoog; Milieuproblemen; Corruptie; Gebrek aan banen, goede woningen en goede gezondheidscondities (kan leiden tot fundamentalisme). 2.2 Megasteden in Zuidoost-Azië Bangkok: - Hoofdstad van Thailand, gelegen aan een rivier en bij de monding van de Golf van Thailand. - Gebouwd op riviersedimenten. - 2011 9,2 miljoen inwoners - Primate city. - Tussenfase van urbanisatie en suburbanisatie.. Het platteland wordt opgeslokt: Ruraal-urbane migratie is de grootste factor van de bevolkingsgroei van Bangkok, economische investeringen vonden voornamelijk in de hoofdstad plaats. Ongeschoolde migranten komen vaak in slums terecht. Er is een groot risico om verdreven te worden. De stad wordt ook bevolkt door veel seizoenmigranten. Veel mensen werken in de informele sector/vluchtsector. Crisis -> arbeiders terug naar het platteland -> toenemende arbeidskrachten in de informele sector met gedeelde armoede = involutie Veel multinationals hebben zich in Bangkok gevestigd. Overurbanisatie in Bangkok: Overurbanisatie = niet genoeg werk en huisvesting in verhouding tot het snelgroeiende inwoneraantal Vervoer/infrastructuur: Veel autoverkeer -> milieuvervuiling; Skytrains en metro s zijn snel maar duur. Watervoorziening: Waterwinning uit aquifers/grond -> grond daalt; Een kwart van de bevolking heeft geen toegang tot schoon drinkwater; Overstromingen door regenbuien (moessons) en daling van het land (relatieve zeespiegelstijging). Jakarta: - 60% van de inwoners leeft in kampongs. - Weinig hoogbouw. - Primate city, van oudsher een (inter)nationale handelsstad. - Suburbanisatie. JABOTABEK: Pagina 2 van 6

JABOTABEK bestaat uit 4 districten: Jakarta, Bogor, Tangerang en Bekasi. Er is sprake van suburbanisatie in Jakarta. Bekasi en Tangerang Groeien sneller dan het centrum, natte rijstvelden verdwijnen Jakarta en Bogor Droge akkerbouw Bevolkingsdichtheid afgenomen in het centrum en gestegen vanaf 40 km van het centrum vandaan. Overurbanisatie in Jakarta: Problemen: Luchtvervuiling (verkeer, afval gedumpt in rivieren); Watertekorten: waterwinning -> daling van de bodem -> overstromingen; Huisvesting: Kampung Improvement Program Wegen verhard, voetpaden aangelegd, scholen gebouwd, etc. -> mensen gingen de kwaliteit van hun woningen verbeteren. Hogere inkomensgroepen kopen de woningen en vervangen de lagere inkomensgroepen -> arme bevolkingsgroepen verhuist en er ontstaan nieuwe slums = verhuisstromen. Manila: - Hoofdstad Filipijnen. - Urbanisatie migranten. - Metro Manila bestaat uit 14 steden en 3 gemeenten (elk hun eigen burgermeester). - Industrie, belangrijke haven Overurbanisatie in Metro Manila: Plattelandsgebieden werden verwaarloosd gericht op importsubstitutie en industrie -> ruraal-urbane migratie. Er is sprake van een jonge bevolking. Er zijn rechten van de armen bij ontruimingen en herhuisvesting in de wet opgenomen. Drinkwater: Rijken hebben goedkoop leidingwater en armen moeten dure waterflessen kopen. Industrieën verbruiken veel water -> grondwaterspiegel daalt. Bij El Niño was er minder neerslag -> minder water. De rivier de Pasig is sterk vervuild. Conclusie: - Ze bevinden zich in een verschillende fase van (sub)urbanisatie. - Alle drie maken ze een andere ontwikkeling mee dan de megasteden in het westen. - Er is bij alle drie sprake van armoede, slums en overurbanisatie ook is er gebrek aan voorzieningen en werkgelegenheid. 2.3 Het platteland en de voedselvoorziening Werkgelegenheid in de landbouw: Voor koloniale tijd kleine agrarische bedrijfjes voor zelfvoorziening Tijdens koloniale periode grootschalige, commerciële bedrijven opgericht ook voor export geproduceerd en leverde na de kolonisatie de grootste bijdrage aan het BBP Jaren zeventig afname van landbouw -> industrialisatie -> migratie naar de steden (proces wordt de-agrarisatie genoemd) Groene revolutie: Pagina 3 van 6

Groene revolutie, intensivering en modernisering van de landbouw. Groene revolutie = stijging van landbouwproductie als gevolg van de toepassing van nieuwe graanvariëteiten Thailand productie per persoon gestegen (door veel lagere bevolkings aantal in dit land), verhoging productie, lagere gemiddelde opbrengst dan Indonesië door het gebruik van traditionele rijstvarianten Indonesië productie per persoon constant gebleven Nadelen: Nadelen nieuwe teeltmethoden: Chemicaliën -> schade aan het milieu; Bodems hele jaar in gebruik -> uitputting; Tradities op platteland aangetast. Toekomstvisie ten aanzien van de landbouw: Twee visies: 1. 2. Wetenschappers die pleiten voor genetische modificatie: grotere rijstopbrengst (heeft ook nadelen zie hierboven) Wetenschappers die zijn voor een terugkeer van traditionele landbouwmethoden: duurzaamheid (goed voor het milieu), misschien niet genoeg voedsel voor de groeiende bevolking Landbouw in Thailand: Zuidelijk deel: Grond zuur rubber voornaamste product en garnalenkwekerijen. Centrale deel: Vruchtbare grond natte rijstteelt, industrieën, tuinbouw en boomgaarden. Noordoosten: Droog, gevoelig voor erosie rijstproductie (irrigatie). Noordelijke reliëfrijke deel: Hoogte extensieve landbouw (rijst- en bosbouw), fruit en groente geteeld. Thailand is al jaren een van s werelds grootste rijstexporteurs. 2.4 De verstrengeling van stad en platteland in Thailand Verbondenheid tussen stad en platteland: Weinig gebieden met autonome ontwikkeling. Pull factoren van de steden en de push factoren van het platteland zorgt voor urbanisatie. Afroming arbeid: Grote, moderne landbouwbedrijven die hadden geïnvesteerd in de agribusiness ging ook in andere sectoren investeren -> afroming van kapitaal, goederen en arbeid uit de agrarische sectoren -> verlies dropen omdat jongeren vertrokken. Migranten gingen werken in fabrieken. Lokale fabrieken werkten vaak met subcontracting. Footloose bedrijven konden gemakkelijk verhuizen -> arbeiders geen werk Circulaire migratie (vorm van afroming van arbeid) in de tijd dat er in de landbouw geen werk is migreert men naar de steden om werk te vinden Kansen voor het platteland: Mogelijkheden: Mechanisatie en toepassing van chemicaliën of andere soorten gewassen/granen; Pagina 4 van 6

Teelt van tijgergernalen; Boomgaarden in plaats van rijstvelden en andere rijst soorten; Kweken van orchideeën. Afgeleide ontwikkeling: Afgeleide ontwikkeling: boerenbedrijfjes richten zich op specifieke wensen van de stedelijke bevolking. Industrieën vestigen zich in de nabijheid van hun arbeiders waardoor braindrain door permanente migratie voorkomen werd (geschoolde arbeiders vertrekken niet meer) Probleemgebieden: Jaren zeventig Ruilvoetverslechtering: Producten worden minder waard in verhouding tot westerse producten. De boeren gingen over op gemengde bedrijven andere gingen jagen en verzamelen. Andere oplossingen: Exportvalorisatie = waarde toevoegen aan een product -> extra geld en werk Importsubstitutie = niet meer duur importeren maar zelf goedkoper maken -> extra werk en bespaart geld Concurrentie tussen stad en platteland grond(gebruik): win-win situatie -> platteland produceert voor de stedelijke behoeften Dreigende afbraak van de sociale samenhang in de dorpen: Tijdens de crisis in 1997/1998 werklozen terug naar het platteland -> verborgen werkloosheid/crisis op het platteland. Grootschalige projecten deden geen recht aan de boerengemeenschap. Japan stimuleerde lokale projecten. Strijd om grondwater; Door water winning daalt de bodem -> overstroming. Men koos ervoor om de akkers te laten overstromen om de industrieterreinen en Bangkok te beschermen. Goed beleid: Vanaf 1990 decentralisatie van het bestuur in Thailand. Het proces van besluitvorming en de invoering in het ontwikkelingsproces heet onderhandelingsontwikkeling/governance zou meer gericht moeten zijn op iedereen -> good governance (geen corruptie en misbruik en alle besluitvormingen volgens de wet). Acht aandachtspunten van good governance: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Deelname door de hele bevolking; Besluitvorming volgens de wetgeving, waarbij de mensenrechten worden gerespecteerd; Helderheid in de besluitvorming; Instituten en processen van de overheid dienen iedereen; Gelijkheid voor iedereen; Efficiëntie gericht op duurzaamheid en bescherming van het milieu; Overeenstemming en langetermijnperspectief; VIII. Verantwoordelijkheid gedragen door publieke sectoren en privésectoren 2.5 Handel, groeidriehoeken en groeicorridors Interactietheorie: Pagina 5 van 6

Tussen ASEAN-landen vindt veel uitwisseling plaats van goederen, kapitaal en mensen plaats. Newly Industrializng Countries kennen al vanaf 1960 een snelle economische groei. Verplaatste lagelonenindustrie in landen vormen de twee generatie NIC s gestegen welvaart, bedrijven met hoger gekwalificeerd personeel. Footloose bedrijven trekken naar Vietnam en Cambodja. De stromen van goederen, kapitaal en mensen kun je verklaren met de interactie theorie van Ullman: Complementariteit: gebieden moeten elkaar aanvullen Transporteerbaarheid: goederen/kapitaal/mensen moeten van het ene gebied naar het andere gebied te verplaatsen zijn Tussenliggende mogelijkheden: uitwisseling gericht op een dichterbij gelegen gebied dat hetzelfde kan bieden Handel in de regio: Naarmate een land welvarender is. Is het handelsaandeel groter. Complementariteit = aanvulling Comparatieve voordelen = vestigingsvoordelen Minder hindernissen omdat de landen in de regio lid zijn van de ASEAN. Regionale economische zones of groeidriehoeken: Export processing zones: vrij beperkt gebied met gunstige voorwaarden voor industriële bedrijven (geen invoerheffing, uitvoerbelasting) Speciale economische zones: Grotere gebieden waar vrijhandel wordt gestimuleerd in de industrie en dienstensector Om binnen de ASEAN grensoverschrijdende groeiverbanden te stimuleren, zijn twee andere typen gebieden ontwikkeld: - Regionale economische zones/ groeidriehoeken om de economie van gebieden uit ten minste drie naburige landen met verschillende comparatieve voordelen met elkaar te verbinden: 1. 2. 3. 4. SIJORI-driehoek/ Zuidelijke groeidriehoek (meest belangrijk) Noordelijke groeidriehoek Oost-ASEAN-groeidriehoek Mekongdeltadriehoek Het succes van de groeidriehoeken: Voordelen van groeidriehoeken boven handelsblokken tussen landen: 1. Het gaat om delen van landen. De risico s bij mislukken zijn kleiner. 2. De rol van de regering beperkter. 3. Gemakkelijker om via een groeidriehoek een overgang van een centraal geregeerd land naar een meer liberale markteconomie te bewerkstelligen. 4. Handelsblokken richten zich op de uitbreiding en vrijemarktwerking van de handel tussen de aangesloten landen. Groeidriehoeken richten zich op buitenlandse investeringen en export van over de hele wereld. 5. Groeidriehoeken hebben bepaalde voorwaarden -> afgelegen gebieden ontwikkelen (goede infrastructuur) Groeicorridors: - Groeicorridors Grotere gebieden bestaande uit verschillende groeidriehoeken: Noordelijke groeidriehoek en de SIJORI-driehoek samen en de Mekongdelta met de Zuidelijke groeidriehoek in Zuid-China. Eén reusachtige corridor vier groeidriehoeken buiten de ASEAN die de vier groeidriehoeken in de ASEAN verbindt. Pagina 6 van 6