De opleiding Leergang Jeugdzorg sluit aan bij de onderstaande onderdelen uit het competentiegebouw in de gehandicaptenzorg.

Vergelijkbare documenten
Koppeling kennisbundel, keuzedeel en competentieprofiel Ouderen met een verstandelijke beperking

NAH. competentieprofiel

Voorwoord 3. 1 Inleiding Aanleiding, functie en totstandkoming van het 5 competentieprofiel NAH 1.2 Kenmerken van het competentieprofiel NAH 7

Competentieprofiel NAH

competentieprofiel Competentieprofiel voor beroepskrachten in de gehandicaptenzorg die ondersteuning bieden aan mensen met een zintuiglijke beperking

Inhoud. Voorwoord 3. 3 Kernopgaven Competenties 17. Bijlagen. 1 Samenstelling van de Werkgroep 0-6 jaar Geraadpleegde bronnen 27

DBeroepscompetentieprofiel. voor beroepskrachten met een hogere functie (niveau D) in het primaire proces van de gehandicaptenzorg

Competentieprofiel voor beroepskrachten in het primaire proces van de gehandicaptenzorg die ondersteuning bieden aan mensen met een zintuiglijke

Werken met het 8 fasenmodel. Programma dag 1. Nogmaals de Basistechnieken. Frank Meeuwsen & Menno Zwart

Inhoud. Voorwoord 3. 3 Kernopgaven Competenties 16. Bijlagen. 1 Samenstelling van de Werkgroep EMB Geraadpleegde bronnen 28

School voor. welzijn. Sociaal Werker Maatschappelijke Zorg

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

NAH. competentieprofiel. Competentieprofiel voor beroeps-

MOGELIJKMAKERS PASPOORT GEMEENTE HEUSDEN

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

Profiel. Manager Zorg LVB. 22 juli Opdrachtgever Tragel Zorg

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Beleidsdocument CLIENTVERTROUWENSPERSOON

Kijk naar wat we zeggen + Doorontwikkeling van Kijk naar wat we zeggen, in het kader van Pijler 3 van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

1. Opstellen van een plan van aanpak 2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

Teamcoördinator Regioteam Mortsel

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Belangrijke levensgebeurtenissen

Een professionele, bewust kleinschalige organisatie. Werkgebied van Alkmaar tot Heemstede (Midden- en Zuid-Kennemerland)

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics

DBeroepscompetentieprofiel

Visie Somatische Verpleegzorg Omring

Aandachtspunt

PREZZENT Functiebeschrijving. Persoonlijk begeleider. Datum februari 2012 FWG 40 A: DOELOMSCHRIJVING

Het 8- fasenmodel. Een reisgids voor de begeleiding van het maatje

Teamkompas voor Zelfsturing

RUIMTE VOOR HELDEN Ouderbrochure

Printdatum: Pagina 1 van 5

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

Elke dag zo goed mogelijk.

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Rijk stelt 7 miljoen beschikbaar voor het trainen van professionals

vaardigheden - 21st century skills

In dialoog met elkaar

PROFIEL DE INCLUSIEGERICHTE SOCIAAL WERKER. Jeroen Knevel

SEMINAR SOCIALE PARTICIPATIE

WELKOM VRIJWILLIGER 1

SAMENWERKEN AAN GOEDE ZORG

Leren en ontwikkelen in interactie: Doorontwikkeling van Kijk naar wat we zeggen, in het kader van Pijler 3 van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Gezinshûsouders (M/V)

Leren om van elkaar te leren

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën

2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

Carefulness AANDACHT VOOR ZORG ZORG VOOR AANDACHT

Teamcoördinator ALERT-team

SEMINAR ONAFHANKELIJKHEID. De opbrengst van de brainstorm

Competentie Definitie % Nodig % Ontwikkeld

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Cliënten over Kwaliteit. Hoe ervaren cliënten de kwaliteit van de gehandicaptenzorg in Nederland? Signalering

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Competentieprofiel EMB

Sociaal pedagogisch werker 2

Eigen kracht van burgers en zelfregie vormen nu het motto.

Inhoud. Voorwoord 11 DEEL 1 HET BEROEP VAN DE MBO-VERPLEEGKUNDIGE 13

Het beste uit jezelf

Smart Competentiemeting BSO

Informatie Landelijk competentieprofiel voor beroepskrachten (niveau ABC) in het primaire proces van de gehandicaptenzorg t.b.v.

- VERTROUWELIJK - RAPPORTAGE EFFECT METING ONTWIKKELINGSACTIVITEITEN. Naam: C.P.A. Kandidaat. Datum onderzoek

EMB. competentieprofiel

EXAMENPLAN CGO 2012 DELTION COLLEGE

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING

Signaalkaart Werkgeluk

Waar gaat het om bij De Lichtenvoorde?

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Sociaal pedagogisch verzorgende

Visie op Zorg JOVO Veldhoven Augustus 2016

Omgaan met kinderen die niet goed kunnen communiceren. Congres Passende Kinderopvang 24 mei 2018 Utrecht

Bemoeizorg. mensenkennis. Assertieve psychiatrische hulp aan zorgmijders. post-hbo opleiding

Tien competenties voor de 21 e eeuw

Mantelzorg: wie is verantwoordelijk? Ellen Witteveen. Hersenletselcongres EW

Outcome meten? Klanten bepalen!

BZ11A. Bemoeizorg. post-hbo opleiding. Assertieve psychiatrische hulp aan zorgmijders. mensenkennis

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Inhoud. Deel I Het verpleegkundig beroep in beeld. Deel II Methodisch werken

Ons hoogste doel. Dit is onze missie

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg

Competentiematrix Master Pedagogiek

Competenties Werken in een kleinschalige woonomgeving

Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders

Begeleiden van de cliënt van waar hij is naar waar hij wil zijn, een dynamische interactie

Voor informatie over Meer Mens: Meer info?

De route van secretaresse naar VAKvrouw van de toekomst

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning

Verklarende woordenlijst

De gedragscriteria voldoen aan deze voorwaarden: duidelijk en begrijpbaar observeerbaar en meetbaar geen waardeoordeel

BZ10B. Bemoeizorg. Assertieve psychiatrische hulp aan zorgmijders. m e n s e n kennis

Functie- en competentieprofiel Arbeidsbegeleider / Huisverantwoordelijke Opvangcentrum Victor

Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin

Functieprofiel Peer Support Werker A

Stichting Circustheater Stoffel biedt begeleiding aan kwetsbare kinderen en jongeren.

Gedragsbeoordeling. Elke handeling wordt volgens de volgende criteria beoordeeld.

1.4.3 Omgaan met klachten binnen de SKPO; klachtenregeling ouders

Pedagogisch beleid Zigzagzorg

Transcriptie:

Het bestuur van de Stichting Opleidingserkenningen Care verklaart hiermee dat de onderstaande opleiding van Stichting De Lichtenvoorde voldoet aan de normen die in de gehandicaptenzorg aan bij- en nascholingstrajecten worden gesteld. Leergang Jeugdzorg Namens het bestuur, Dhr. drs. E.F.F. van schijndel Voorzitter Utrecht, 1 juli 2010

De opleiding Leergang Jeugdzorg sluit aan bij de onderstaande onderdelen uit het competentiegebouw in de gehandicaptenzorg. Competentieprofiel ABC A1: De beroepskracht is in staat via verdieping en analyse de werkelijke behoefte van de cliënt duidelijk te krijgen, zodat de ondersteuning aansluit bij de werkelijke behoefte van de cliënt. A2: De beroepskracht is in staat om het gedrag, de gezondheidssituatie en de ontwikkeling van de cliënt te observeren en veranderingen te signaleren, waardoor zij het begeleidingsplan kan opstellen en steeds kan aanpassen aan de behoefte van de cliënt. B1: De beroepskracht is in staat om een vertrouwensband met de cliënt op te bouwen, zodat de cliënt zich veilig en op zijn gemak voelt. B2: De beroepskracht is in staat een netwerk op te bouwen en samen te werken, waardoor de cliënt minder afhankelijk wordt van het professionele circuit. B3: De beroepskracht is in staat om diverse methoden en technieken van communicatie flexibel in te zetten en op verschillend niveau te communiceren in de dialoog met de cliënt, waardoor ook bij bemoeilijkte communicatiemogelijkheden de cliënt zijn behoefte weet te verduidelijken en aangesloten wordt bij het niveau en de beleving van de cliënt. B4: De beroepskracht is in staat zich helder schriftelijk uit te drukken, waardoor de boodschap helder en controleerbaar is voor anderen. C1: De beroepskracht is in staat methodisch te werken, waardoor de werkwijze betrouwbaar is en het begeleidingsplan goed

onderbouwd en consistent is. C2: De beroepskracht is in staat om prioriteiten te stellen, waardoor zij het eerst de activiteiten op zich neemt die het meest urgent zijn. C3: De beroepskracht is in staat om met de beschikbare middelen en mogelijkheden een maximaal resultaat te bereiken. D1: De beroepskracht is in staat haar grenzen te bepalen voor zichzelf en in de omgang met de cliënt en daarnaar te handelen, zodat ze met plezier werkt en de cliënt weet waar hij aan toe is. D2: De beroepskracht is in staat de grenzen van haar bekwaamheid en verantwoordelijkheid te kennen, zodat de kwaliteit van de hulpverlening verantwoord is. D3: De beroepskracht is in staat beslissingen te nemen in geval van conflicterende meningen, waardoor kwesties worden opgelost. D4: De beroepskracht is in staat om met belangstelling en interesse te luisteren en zichzelf in te zetten zonder door te schieten in overbetrokkenheid, waardoor de cliënt zich gehoord voelt en de ruimte ervaart om zijn verhaal kwijt te kunnen. D5: De beroepskracht is in staat op respectvolle en heldere wijze op te treden bij agressie, onverwachte, lastige en/of crisissituaties, zodat de cliënt leert van de gebeurtenis en/of zijn omgeving geen gevaar loopt. D6: De beroepskracht is in staat om in de omgang met de zorgvraag specifieke wet- en regelgeving in het dagelijks werk (BOPZ, BIG, ARBO, WGBO, WBP, klachtrecht, medezeggenschap, bewindvoering) toe te passen, waardoor er geen onrechtmatige handeling wordt verricht.

E1: De beroepskracht is in staat op flexibele wijze situationeel te begeleiden, zodat de cliënt op een passende manier wordt geholpen en zich zo zelfstandig mogelijk kan ontwikkelen. E2: De beroepskracht is in staat randvoorwaarden te scheppen, zodat de cliënt een optimale woon- en leefsituatie heeft. E3: De beroepskracht is in staat de cliënt te ondersteunen op verschillende leefgebieden zoals huishouden, persoonlijke verzorging, realiseren van werk, mobiliteit, scholing en vrijetijdsbesteding. E4: De beroepskracht is in staat verpleegtechnische handelingen zo nauwgezet en secuur mogelijk uit te voeren, waardoor de kans op letsel bij cliënten zo veel mogelijk wordt beperkt. F1: De beroepskracht is in staat de cliënt te motiveren en te stimuleren, zodat hij zo zelfstandig mogelijk leeft, zo veel als kan verantwoordelijkheid draagt en zich optimaal kan ontwikkelen. F2: De beroepskracht is in staat om talenten van de cliënt te ontdekken, te stimuleren en te ontwikkelen op planmatige en systematische wijze. F3: De beroepskracht is in staat het proces gaande te houden, ook al vormen zich soms grote obstakels en zijn de resultaten teleurstellend, waardoor de cliënt kan blijven rekenen op ondersteuning in moeilijke tijden. G1: De beroepskracht is in staat om in dialoog met de cliënt de regie te voeren, waardoor de cliënt een samenhangend aanbod krijgt. G3: De beroepskracht is in staat om initiatief te tonen en te denken in mogelijkheden, waardoor kansen worden gezien en benut.

H1: De beroepskracht is in staat voor zichzelf bepaalde voorwaarden te creëren en te organiseren, waardoor zij optimale omstandigheden realiseert om professioneel en prettig te werken. H2: De beroepskracht is in staat om te reflecteren op het eigen handelen en actief op zoek te gaan naar informatie, waardoor ze een bijdrage levert aan haar eigen ontwikkeling en haar eigen deskundigheid en professionaliteit. H3: De beroepskracht is in staat om mee te werken aan de kwaliteitsverbetering van de organisatie en aan innovaties en kwaliteitsverbetering van de zorginhoud.