Startende leraren in Amsterdam

Vergelijkbare documenten
Wie staan er in Amsterdam voor de klas?

Studenten aan lerarenopleidingen

Woon-werkstromen van Amsterdams onderwijspersoneel po, so en vo

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet november 2017

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Factsheet. Samenvatting

De hbo er aan het werk

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Aantal instromende studenten tussen gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Figuur: Procentuele uitval studenten hbo lerarenopleidingen na het eerste studiejaar (instroomjaren 2004 tot en met 2008)

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jongeren op de arbeidsmarkt

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Trends in passend onderwijs

De hbo er aan het werk

Werkloosheid 50-plussers

Hoogopgeleide personen in de Nederlandse Antillen (3)

Fact sheet. Ondernemerschap in West. gen. In stadsdeel West zijn er in Amsterdam als geheel. Zo wordt er bijvoorbeeld

Factsheet. Samenvatting

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Studenten hoger onderwijs in Leiden

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Cohort Onderzoek Arbeidsmarktpositie Amsterdamse Mbo Gediplomeerde Uitstromers uit Onderwijs

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Fact sheet Ondernemerschap in Centrum Ondernemers in Centrum, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Van mbo en havo naar hbo

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Minimaregelingen en schoolloopbanen Onderzoek, Informatie en Statistiek

Uitleg van de figuren VO 1

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

Aantal medewerkers West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100)

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Loopbaanmonitor onderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Limburg

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO

8. Werken in bestuur en zorg

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Lerarenbeurs en het aantal masteropgeleide leraren in het po 14 september 2016 Joost Schaacke

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Stille reserve aan leraren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Fact sheet. Ondernemerschap in Westpoort. Vestigingen en ondernemingen in Westpoort. Ondernemerschap in Westpoort. november 2011

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD

Fact sheet. Ondernemers in Nieuw-West, te bestuderen kijken we eerst naar alle vesti- merschap in stadsdeel Nieuw-West zich verhoudt

Medewerkers in het mbo - CONCEPT

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Stromen door het onderwijs

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Achtergrondinformatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011

Arbeidsmarkt MRA in 2014 in beeld

Transcriptie:

Factsheet mei 2019 Deze factsheet geeft inzicht in de arbeidsmarktpositie van startende leraren op de lange termijn. Het aandeel gestarte leraren voor het (speciaal) basisonderwijs dat op de lange termijn blijft werken neemt af, terwijl dit onder gestarte leraren voor het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs juist wat lijkt toe te nemen. Vooral de gestarte leraren van buiten de stad verlaten op de lange termijn het Amsterdamse onderwijs, zij vinden waarschijnlijk een baan dichter bij huis. Een groot deel van de leraren dat niet voor de klas staat werkt in de maatschappelijke dienstverlening, de gezondheidszorg of in andere onderwijssectoren, zoals het hoger onderwijs. In Amsterdam is, net als in andere delen van het land, sprake van een tekort aan leraren. In de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023 Liever voor de Klas van de Taskforce Lerarentekort, waarin het Amsterdamse onderwijs en de gemeente zijn verenigd, wordt gekeken naar manieren om nieuwe leraren te trekken naar Amsterdam en om huidige leraren te behouden. Deze factsheet geeft inzicht in het aantal leraren dat na het behalen van hun bevoegdheid voor het Amsterdamse onderwijs kiest en hoeveel daarvan ook op de lange termijn blijft werken. Door middel van een onderzoek waarin drie en gestarte leraren worden gevolgd geven we antwoord op de volgende vragen: Welk aandeel van de gestarte leraren werkt na drie, vijf en zeven jaar nog steeds in het onderwijs? In welke arbeidsmarktsectoren werken Amsterdamse afgestudeerde leraren die binnen drie jaar het onderwijs hebben verlaten en hoeveel verdienen zij ten opzichte van leraren die na drie jaar wel voor de klas staan? De vragen worden apart beantwoord voor afgestudeerde leraren in de richting voor het (speciaal) basisonderwijs ((s)bo) en in de richting voor het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs (vo/mbo). Leeswijzer 1

Leeswijzer De factsheet bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden de resultaten van de analyse besproken waarin naar de lange termijn arbeidsmarktpositie (tot zeven jaar na afstuderen) van startende leraren wordt gekeken. In het tweede deel wordt ingezoomd op de middellange arbeidsmarktpositie (tot drie jaar na afstuderen) van startende leraren die in Amsterdam zijn afgestudeerd. We vergelijken hierbij de arbeidsmarktpositie van de die voor de klas zijn gaan staan met de die niet in het onderwijs zijn gaan werken. We starten met een uitleg van de onderzoeksopzet. Onderzoeksopzet selectie In dit onderzoek zijn drie en startende leraren gevolgd. Het eerste heeft een lerarenbevoegdheid 1 gehaald in studiejaar 2009/ 10 en stond ruim een jaar later voor de klas ( 2010). Van deze groep is bekeken of zij drie, vijf en zeven jaar na afstuderen nog steeds in het Amsterdamse onderwijs werkten. Het tweede dat is gevolgd is afgestudeerd in studiejaar 2011/ 12 ( 2012) en is hierna in het Amsterdamse onderwijs gaan werken. Zij zijn tot vijf jaar na afstuderen gevolgd. Tot slot is het derde afgestudeerd in 2013/ 14 ( 2014) en een jaar later gestart in het Amsterdamse onderwijs. Deze leraren zijn tot drie jaar na afstuderen gevolgd. Van de studenten die in 2015/ 16 zijn afgestudeerd is enkel bekeken wie hiervan in Amsterdam zijn gaan werken ( 2016). Zij kunnen nog niet voor een langere periode worden gevolgd. Ieder peilmoment betreft de maand december van dat jaar. 2 Figuur 1. Opzet onderzoek voorbeeld 2010 Onderzoeksgroep Als we kijken naar het totaal aantal afgestudeerde leraren voor het (speciaal) basisonderwijs, dan zien we dat dit de afgelopen jaren is afgenomen. Voor het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het totaal aantal afgestudeerde leraren juist toegenomen (zie tabel B.1 in de bijlage). Deze ontwikkelingen zien we ook terug in het totaal aantal startende leraren : waar dit voor het (speciaal) basisonderwijs over de en heen is gedaald, is dit voor het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs juist wat gestegen. Om in kaart te brengen hoe de instroom in het Amsterdamse onderwijs van startende leraren uit de stad zich verhoudt tot de instroom van startende leraren van buiten de stad is gekeken naar de woonplaats op het moment van afstuderen. Het merendeel komt in bijna ieder uit Amsterdam. Onder de startende (s)bo leraren is vooral de instroom van van buiten de stad over de en heen gedaald. Onder de startende vo/mbo leraren zijn vooral meer uit de stad hier les gaan geven. 1 Er is hierbij alleen gekeken naar behaalde diploma s op bachelor- of masterniveau. 2 Deze peilmomenten weergeven alleen het aantal gestarte leraren dat werkt. Voor een totaalbeeld van alle leraren, zie de factsheet Wie staan er voor de klas?, OIS januari 2019. 2

Tabel 1. Aantal startende leraren per naar afstudeerrichting en plaats Afstudeerrichting en plaats 2010 2012 2014 2016 Afstudeerrichting (s)bo Amsterdam 135 135 105 105 Metropoolregio (excl. A dam) 95 55 55 45 Elders 75 55 45 45 Totaal 305 245 205 195 Afstudeerrichting vo/mbo Amsterdam 125 150 140 170 Metropoolregio (excl. A dam) 45 60 60 50 Elders 60 45 60 55 Totaal 230 255 260 275 1. Arbeidsmarktpositie startende leraren Amsterdam op de lange termijn Uitstroom gestarte (s)bo leraren uit Amsterdam toegenomen Het aandeel gestarte (s)bo leraren dat op de lange termijn het onderwijs in de stad verlaat is toegenomen. Binnen drie jaar na afstuderen vindt de grootste uitstroom plaats. De uitstroom uit 2010 betrof na drie jaar 13% van de leraren. In 2012 en 2014 is dit toegenomen naar 21-22%. Onder deze uitstromers is vooral het aandeel leraren dat buiten de stad in het onderwijs is gaan werken gestegen. Een mogelijke reden voor deze stijging is dat in dezelfde periode de druk op de Amsterdamse woningmarkt toenam en dat het makkelijker werd om een baan dichter bij huis (dus buiten Amsterdam) te vinden vanwege het oplopende lerarentekort. Na zeven jaar heeft 34% van de gestarte (s)bo leraren uit 2010 het Amsterdamse onderwijs verlaten. Onder de leraren uit 2012 is dit percentage uitstromers na vijf jaar al bijna bereikt (32%). Figuur 2. Werksituatie van gestarte (s)bo leraren in per peilmoment 3

Uitstroom gestarte vo/mbo leraren uit Amsterdam afgenomen Het aandeel gestarte vo/mbo leraren dat op de lange termijn het onderwijs in de stad verlaat is afgenomen. Net als onder gestarte (s)bo leraren vindt ook onder de gestarte vo/mbo leraren binnen drie jaar na afstuderen de grootste uitstroom plaats. Van 2010 stond 25% van de leraren na drie jaar niet meer voor de klas. Van 2012 was 13% van de leraren na drie jaar uitgestroomd en van 2014 19% van de leraren. Zowel het aandeel dat in het onderwijs buiten de stad is gaan werken als het aandeel dat voor een baan buiten het onderwijs heeft gekozen is afgenomen. Na vijf jaar heeft 32% van de gestarte vo/mbo leraren uit 2010 het Amsterdamse onderwijs verlaten. Onder de leraren uit 2012 is deze uitstroom na vijf jaar gedaald naar 22%. Figuur 3. Werksituatie van startende vo/mbo leraren in per peilmoment Uitstroom (s)bo en vo/mbo leraren sterker onder van buiten Amsterdam Zowel van de gestarte (s)bo als vo/mbo leraren verlaten relatief meer van buiten de stad het Amsterdamse onderwijs. Zij vinden op de lange termijn waarschijnlijk een baan dichter bij huis. Van de 170 gestarte (s)bo leraren uit 2010 die buiten de stad onderwijs hebben gevolgd is 44% van deze groep na zeven jaar uit het Amsterdamse onderwijs gestroomd, tegenover 22% van de Amsterdamse. Van de gestarte vo/mbo leraren uit 2010 heeft na zeven jaar 47% van de van buiten de stad het Amsterdamse onderwijs verlaten, tegenover 33% van de Amsterdamse. 4

Figuur 4. Wie blijven er in het Amsterdamse onderwijs werken? startende (s)bo leraren naar woonplaats op het moment van afstuderen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Per neemt de uitstroom onder gestarte (s)bo leraren van buiten de stad naar verhouding sterker toe dan onder de Amsterdamse. Als we de uitstroom na drie jaar vergelijken, zien we dat dit onder de eerste groep is gestegen van 16% naar 31% tussen 2010 en 2014. Onder de Amsterdamse is de uitstroom na drie jaar licht gestegen van 9% naar 13%. Onder de gestarte vo/mbo leraren van buiten de stad en uit Amsterdam is de uitstroom na drie jaar ongeveer even hard gedaald, van respectievelijk 31% naar 22% en 20% naar 14% tussen 2010 en 2014. Figuur 5. Wie blijven er in het Amsterdamse onderwijs werken? startende vo/mbo leraren naar woonplaats op het moment van afstuderen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 % A'dam (N = 135) % buiten A'dam (N = 170) A'dam (N = 135) buiten A'dam (N = 110) A'dam (N = 105) 2010 2012 2014 1 jaar later werkzaam waarvan 3 jaar later nog steeds waarvan 5 jaar later nog steeds A'dam (N = 125) buiten A'dam A'dam (N = 150) (N = 105) buiten A'dam (N = 105) waarvan 7 jaar later steeds buiten A'dam (N = 100) A'dam (N = 140) buiten A'dam (N = 120) 2010 2012 2014 1 jaar later werkzaam waarvan 3 jaar later nog steeds waarvan 5 jaar later nog steeds waarvan 7 jaar later steeds 5

2. Arbeidsmarktdynamiek en sectoren onder Amsterdamse afgestudeerde leraren die uit het onderwijs zijn gestroomd In dit deel van de factsheet wordt ingezoomd op de arbeidsmarktpositie van de leraren die in Amsterdam zijn afgestudeerd. We kijken specifiek naar deze groep omdat zij het grootste potentieel vormt van nieuwe leraren in de stad. Twee derde van de Amsterdamse (s)bo kiest voor onderwijs in Amsterdam tegenover één derde van de Amsterdamse vo/mbo Van de Amsterdamse (s)bo staat ongeveer twee derde in ieder een jaar later voor de klas. Ongeveer één op de tien werkt na een jaar in het onderwijs buiten Amsterdam en twee tot drie op de tien werken na een jaar niet in het onderwijs. Zij zijn niet in loondienst, werken in een andere sector, of zijn weer gaan studeren. Van de Amsterdamse vo/mbo werkt ongeveer een derde in ieder na een jaar in het onderwijs. Ongeveer een kwart werkt na een jaar in het onderwijs buiten Amsterdam en ongeveer vier op de tien werken niet in het onderwijs. Figuur 6. Arbeidsmarktpositie Amsterdamse één jaar na afstuderen 100 80 60 40 20 % 0 2010 2012 2014 2016 (N= 205) (N = 220) (N = 155) (N = 165) afstudeerrichting (s)bo 2010 2012 2014 2016 (N = 380) (N = 440) (N = 415) (N = 445) afstudeerrichting vo/mbo geen onderwijs onderwijs buiten A'dam onderwijs in A'dam Kleine groep Amsterdamse afgestudeerde leraren kiest binnen drie jaar alsnog voor Amsterdamse onderwijs Er zijn natuurlijk ook leraren die pas later in het onderwijs aan de slag gaan. Om de arbeidsmarktdynamiek van Amsterdamse afgestudeerde leraren in kaart te brengen vergelijken we de arbeidsmarktpositie een jaar na afstuderen met de positie drie jaar na afstuderen. De aantallen uit 2010 tot en met 2014 zijn bij elkaar opgeteld om een groep te krijgen die groot genoeg is om uitspraken over te doen. Gemiddeld genomen over alle en heen werkt 88% van de Amsterdamse (s)bo starters na drie jaar nog in de stad en 85% van de Amsterdamse vo/mbo starters. Van zowel de Amsterdamse (s)bo die een jaar na afstuderen buiten Amsterdam in het onderwijs werken als van de groep die na een jaar niet in het onderwijs werkt is 16% na drie jaar wel werkzaam in het Amsterdamse onderwijs. Van de Amsterdamse vo/mbo is dit aandeel kleiner, respectievelijk 4% en 8%. 6

Tabel 2. Arbeidsmarktdynamiek Amsterdamse afgestudeerde leraren één versus drie jaar na afstuderen ( 2010 t/m 2014) Werkzaam in A damse onderwijs na 3 jaar Afstudeerrichting Arbeidsmarktpositie na 1 jaar Nee Ja Afstudeerrichting (s)bo Onderwijs in A dam (N = 375) 12% 88% 2010 t/m 2014 Onderwijs buiten A dam (N = 65) 84% 16% Geen onderwijs (N = 145) 84% 16% Afstudeerrichting vo/mbo Onderwijs in A dam (N = 415) 15% 85% 2010 t/m 2014 Onderwijs buiten A dam (N = 315) 96% 4% Geen onderwijs (N = 505) 92% 8% Maatschappelijke dienstverlening en overige onderwijssoorten grootste arbeidsmarktsectoren onder uitgestroomde leraren De Amsterdamse (s)bo die na drie jaar niet meer in het (speciaal) basis, voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs werken, vinden we met name terug in de maatschappelijke dienstverlening (23%; o.a. thuiszorg, ouderenzorg, kinderopvang en jeugdzorg), overig onderwijs (13%, 0.a. studiebegeleiding, hoger beroepsonderwijs en universiteit) en de gezondheidszorg (13%, o.a. ziekenhuizen). De Amsterdamse vo/mbo vinden we ook met name terug in de sectoren overig onderwijs (20%) en maatschappelijke dienstverlening (14%) en daarnaast in de sector arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer (11%). Meer dan de helft van beide groepen was daarnaast nog in andere sectoren werkzaam. Vanwege de betrekkelijk kleine omvang zijn deze sectoren samengevoegd tot de categorie overig. Figuur 7. Arbeidsmarktsectoren van Amsterdamse afgestudeerde leraren die na drie jaar het onderwijs hebben verlaten, 2010, 2012 en 2014 samengevoegd (procenten) 100 80 % 13 11 13 20 arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer gezondheidszorg 60 23 14 overig onderwijs 40 20 51 55 maatschappelijke dienstverlening 0 (s)bo (N = 80) vo/mbo (N = 295) Aantallen zijn afgerond op vijftallen. overige sectoren 7

Amsterdamse afgestudeerde vo/mbo leraren die na 3 jaar nog voor de klas staan verdienen meer ten opzichte van leraren die het onderwijs hebben verlaten Van de Amsterdamse (s)bo verdienen de leraren die drie jaar na afstuderen voor de klas staan gemiddeld evenveel bruto per uur als de leraren die dan niet langer in het onderwijs werken. 3 Van de Amsterdamse vo/mbo verdienen de leraren die na drie jaar in het onderwijs werken gemiddeld meer dan de leraren die het onderwijs hebben verlaten. Figuur 8. Salarisverschillen tussen Amsterdamse afgestudeerde leraren die na drie jaar in het onderwijs en buiten het onderwijs werken, geïndiceerd op het bruto uurloon van de leraren die voor de klas staan 1,5 1 1 1,03 1 0,83 0,5 0 werkt in onderwijs na 3 jaar (N = 435) werkt buiten onderwijs na 3 jaar (N = 80) afstudeerrichting (s)bo werkt in onderwijs na 3 jaar (N = 725) werkt buiten onderwijs na 3 jaar (N = 295) afstudeerrichting vo/mbo 3 De vergelijking is gebaseerd op het gemiddelde bruto uurloon, wat is berekend op basis van het bedrag aan loon exclusief bijzondere beloningen, toeslagen en overwerkloon en inclusief het deel van de pensioenpremie dat de werknemer betaalt. Het loon van de leraren die niet langer werkzaam zijn in het onderwijs is geïndiceerd op het loon van de leraren die nog wel voor de klas staan. 8

Bijlage technische verantwoording In dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende microdatabestanden van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op basis van de diplomabestanden is achterhaald wie er in de verschillende en een docentenbevoegdheid voor het (speciaal) basisonderwijs en voor het voortgezet- of middelbaar beroepsonderwijs heeft gehaald. Indien een leraar meerdere docentbevoegdheden heeft gehaald in een studiejaar en/of over de studiejaren heen is alleen naar de meest recente bevoegdheid gekeken. Aan de en zijn vervolgens adresgegevens gekoppeld om te bepalen waar de gediplomeerden woonden op het moment van afstuderen. Tabel B1. Aantallen afgestudeerde leraren per naar afstudeerrichting en plaats Afstudeerrichting en plaats 2010 2012 2014 2016 Afstudeerrichting (s)bo Amsterdam 205 220 155 165 Metropoolregio (excl. A dam) 575 525 420 380 Elders 6.835 6.675 5.125 4.665 Afstudeerrichting vo/mbo Amsterdam 380 440 415 445 Metropoolregio (excl. A dam) 365 470 435 435 Elders 4.635 5.780 5.080 5.085 bron: CBS/DUO, bewerking OIS Op basis van de Polisadministratie van december 2011, december 2013, december 2015 en december 2017 is gekeken wat de werksituatie van de afgestudeerde leraren was. De Polisadministratie bevat alleen gegevens over werknemers in loondienst. Indien een afgestudeerde leraar meerdere banen op een peildatum had is gekeken naar de grootste baan wat betreft het aantal gewerkte uren. De die niet zijn teruggevonden in de Polisadministratie kunnen teruggestroomd zijn in het onderwijs, geen baan hebben (met/zonder uitkering), als zelfstandige werkzaam zijn of niet meer in de Basisregistratie Personen (BRP) voorkomen. Aangezien dit een kleine groep betreft zijn zij samen met de groep die in een andere sector is gaan werken onder de categorie geen onderwijs geschaard. 9

Colofon (OIS) Directie Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) Oudezijds Voorburgwal 300 Jodenbreestraat 25 1012 GL Amsterdam 1011 NH Amsterdam Telefoon: 020 251 0333 Telefoon: 14 020 www.ois.amsterdam.nl Auteurs Frederique van Spijker F.van.Spijker@amsterdam.nl Merel van der Wouden M.van.der.Wouden@amsterdam.nl Foto s: Valentijnschool (2016) en MBO leerlingen in de Tempelhofstraat (2016), fotografen Edwin van Eis en Alphons Nieuwehuis 10