Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers. Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011



Vergelijkbare documenten
Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag

Transactiekosten aanbesteden. Effecten van Aanbestedingswet en marktdynamiek

Ziekteverzuim in de bouw

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010

Algemene kosten in het bouwbedrijf

Resultaten Aanbestedingsanalyse 2010

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, tweede halfjaar

Ziekteverzuim in de bouw

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012

Succesfactoren opdrachtgeverschap. Uitkomsten projectenanalyse

Monitor Nieuwe Aanbestedingswet. Oktober 2015 (4 e meting) Presentatie

Notitie. Betreft: Resultaten Aanbestedingsregistratie 2008

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Algemene kosten in het bouwbedrijf

CHECKLIST AANBESTEDINGSPROCEDURES

EMVI, tenzij... EMVI en de aanbestedingswet

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Aanbesteding anno 2014

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Aanbesteden voor dummies. 24 november 2011 Seth van der Wielen Adviesburo De Meent b.v

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, eerste halfjaar

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2016

Ontwikkeling leerlingaantallen

NOTA AANBESTEDINGSBELEID. feb. 2005

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, eerste halfjaar

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015

Regiobericht 1.0 Noord

RRBOUWRAPPORT 140. Algemene BouwplaatsKosten (ABK) van B&U-projecten 2010

Infrastructuurmonitor MIRT 2014

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Monitor Bouwketen. Najaar 2015

Ziekteverzuim in de bouw

Aanbestedingen zo zit dat!

Algemene kosten in het bouwbedrijf

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

A. ALGEMENE BEGINSELEN IN ZAKE OVERHEIDSOPDRACHTEN

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Monitor Bouwketen. Voorjaar Marien Vrolijk

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Aantal medewerkers West-Brabant

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

Koopsom per maand, Nederland

Innovatie. Inkopen. Risico s. Niels van Ommen Projectmanager CROW Programmamanager RISNET 2010 CROW

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Algemene kosten in het bouwbedrijf

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Infrastructuurmonitor MIRT 2015

Inkoop- & Aanbestedingsbeleid. Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

wijzer in aanbesteden

Eisen conform artikel 10 inzake aanbesteding en marktconformiteit. Inkoop en aanbesteding. Marktconformiteit

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven

Monitor openbare aanbestedingen. De Nederlandse aanbestedingsmarkt van bouwwerken in beeld

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Ziekteverzuim in de bouw

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Infrastructuur- monitor MIRT 2012

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

BEhendig in. resultaten van het onderzoek. Zilverstraat 69 Postbus AL Zoetermeer T F

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

Innovatief aanbesteden is niet eng

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Klantmonitor Aanbesteden & Contracteren CROW 2016

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

EMVI. De nieuwe wereld van aanbesteden. Objectum b.v. 1

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Kies voor de kansen!'

INKOOPBELEID. Datum: 1 december /5

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Regeling Groslijst systematiek gemeente Zuidplas

AANBESTEDINGSBELEID. Vastgesteld 28 juni ID Pagina 1 van 7

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

M Opleidingsniveau in MKB stijgt

Aanbestedingen. 1. Aanbestedingen van opdrachten

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Kengetallen mobiliteitsbranche

Zzp ers in de provincie Utrecht Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2017

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2016

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE

De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november Inleiding. 2. Doel van de goedkope koop-regeling

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

Transcriptie:

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers

Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. Juli 2012

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011 drs. S. Hardeman

Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 7 1 Inleiding 9 2 Aanbestedingswijze 13 2.1 Gebruikte gunningscriterium 13 2.2 Opdrachtgevers 14 2.3 Gebruikte gunningscriterium per type opdrachtgever 15 2.4 Procedures 16 2.5 Bouworganisatievorm 17 2.6 Bouworganisatievorm per type opdrachtgever 18 2.7 Regio 19 3 Inschrijvingen 21 4 Transactiekosten 23 4.1 Kosten per offerte 23 4.2 Transactiekosten en eigenschappen van het werk 25 4.3 Totale kosten 29 EIB-publicaties 33 5

6

Conclusies op hoofdlijnen Het aantal aanbestedingen van werk was het afgelopen jaar 14% lager in vergelijking met het voorgaande jaar. Vooral het aantal aanbestedingen kleiner dan 500.000 nam af. Het aantal grote werken lag juist iets hoger, waardoor het totale volume in 2011 met 5 miljard toch ongeveer gelijk bleef aan dat van 2010. De daling in aantal vond plaats bij Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Alleen het aantal aanbestedingen door andere opdrachtgevers (bestuursorganen, onderwijsinstellingen, enzovoorts) nam aanzienlijk toe. Het aandeel aanbestedingen waarbij op kwaliteit gegund wordt (EMVI s) steeg in 2011 naar 21%, van 19% een jaar eerder. Ook het aandeel niet-openbare en meer complexe aanbestedingsprocedures (zoals onderhandeling en concurrentiegerichte dialoog) nam toe, van 17% naar 20%. Er zijn grote regionale verschillen zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal aanbestedingen van werk. In de regio Randstad-Zuid nam het volume toe met 0,3 miljard tot 1,1 miljard. In regio Noord (Groningen, Friesland en Drenthe) bleef het volume stabiel op 0,4 miljard, in Zuid (Limburg, Noord-Brabant en Zeeland) daalde het fors tot 0,7 miljard. De kosten van het maken van een offerte of inschrijving vertonen sterke samenhang met de omvang van het werk. Bij offertes van minder dan 10.000 bedragen deze transactiekosten gemiddeld 10% van het offertebedrag, bij inschrijving op projecten groter dan 10 miljoen loopt dit terug tot 0,5%. De transactiekosten liggen hoger bij prijsopgaven voor woningcorporaties, wanneer er gegund wordt op kwaliteit (EMVI), of wanneer er gebruik gemaakt wordt van moderne contractvormen. Ze liggen lager wanneer sprake is van wegenbouwwerk. Grote bedrijven maken hogere kosten dan middelgrote- en kleine bedrijven, ook wanneer de projectomvang vergelijkbaar is. Mogelijkheden om kosten te besparen liggen bij het gebruiken van een voorselectie (zoals bij de niet-openbare procedure) of bij het beperken van het aantal inschrijvingen door bijvoorbeeld onderhands aan te besteden. De gemiddelde transactiekosten voor de aanbestedingen van werk (openbaar en niet-openbaar) in 2011 bedroegen 6.100. Per aanbesteding komt dat neer op 50.000, ofwel 115 miljoen voor alle in dit onderzoek betrokken aanbestedingen. Als de kosten aan de zijde van opdrachtgevers hier nog bij betrokken worden bedragen de totale transactiekosten voor openbare aanbestedingen van werken in Nederland ongeveer 135 miljoen, ofwel iets minder dan 3% van het totale volume. 7

8

1 Inleiding Dit rapport bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt in beeld gebracht hoe de aanbestedingen die het afgelopen jaar zijn uitgevoerd kunnen worden getypeerd. We laten zien welke opdrachtgevers actief zijn, welke procedure zij kiezen en welke gunningscriteria en contractvormen worden toegepast. In het tweede deel wordt geschetst hoeveel bedrijven een inschrijving doen op deze aanbestedingen en in welke mate dit varieert per opdrachtgever en per aanbestedingsprocedure. In het derde deel wordt de focus gelegd op de kosten die deze inschrijvende bedrijven maken met het deelnemen aan deze aanbestedingen. De eerste twee delen zijn grotendeels een voortzetting van het gelijknamige onderzoek een jaar eerder en waar mogelijk zijn de uitkomsten uit dat onderzoek hier weer opgenomen zodat vergelijken eenvoudig is. Deze delen bestaan vooral uit tabellen met segmenteringen. Het derde deel is een uitbreiding van het eerdere onderzoek op verzoek van het Aanbestedingsinstituut Bouw & Infra. In dit rapport zijn vier kernbegrippen gekozen waarop de aanbestedingen nader zullen worden bekeken: grootte, gunningscriterium, aanbestedingsprocedure en bouworganisatievorm. Alle aanbestedingen die in de betreffende periode werden geregistreerd worden gekarakteriseerd aan de hand van deze kernbegrippen. Op deze manier wordt per opdrachtgever geschat welk volume op elk van de genoemde wijzen wordt aanbesteed en hoe groot het aantal inschrijvende partijen is. Deze rapportage is gebaseerd op een steekproef van aanbestedingen van werken welke vanaf 2009 1 hebben plaatsgevonden. Als totale volume is uitgegaan van de werken die zijn aangekondigd als zodanig via de aanbestedingskalender. Van deze werken is van ongeveer 50% de omvang 2 bekend. Deze selectie omvat alle typen opdrachtgevers, gunningscriteria en procedurevormen, maar niet in dezelfde mate. De respons is het hoogst bij aanbestedingen van kleinere werken door gemeenten, met gunningscriterium laagste prijs. Zo is bij 52% van de gemeentelijke opdrachten de omvang bij ons bekend en bij 37% van de rijksopdrachten. Omdat de totale volumes niet bekend zijn, is het niet mogelijk de gegevens te wegen. Daardoor blijft er een onzekerheidsmarge in de gerapporteerde uitkomsten. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in kleine verschillen in de totalen die op meerdere wijzen worden berekend. Als datum van de aanbesteding is in beginsel de datum gehanteerd waarop aannemers hun inschrijving ingediend moeten hebben. Dit kan betekenen dat de datum waarop de opdracht gegund wordt in het daaropvolgende jaar ligt. Zeker bij hele grote werken is het niet ongebruikelijk dat er een jaar tussen aanbesteding en gunning zit. Dit heeft tot gevolg dat de cijfers over 2011 nog kunnen wijzigen wanneer grote projecten die in 2011 zijn aanbesteed later dit jaar worden gegund. Dit zijn dus geen definitieve cijfers maar voorlopige cijfers. In de volgende tabellen zijn de voorlopige cijfers over 2011 naast de voorlopige cijfers van 2010 geplaatst zodat een betrouwbare vergelijking gemaakt kan worden met vorig jaar (toen de voorlopige cijfers omstreeks dezelfde tijd van het jaar werden vastgesteld). Om een idee te geven van de orde van grootte van het verschil tussen voorlopige en definitieve cijfers zullen we een korte vergelijking maken van deze voorlopige cijfers (over 2010) met de herziene cijfers (over 2010). Het voorlopige totaal van alle openbare aanbestedingen van werk in 2010 zoals dat in deze publicatie werd vastgesteld (meetdatum april 2011) bedroeg ca. 5,0 miljard. Inmiddels (meetdatum april 2012) 1 Gegevens over 2009 omvatten de aanbestedingen die na medio februari 2009 plaatsvonden. 2 Omvang wil zeggen het bedrag van de laagste geldige inschrijving indien gegund wordt op prijs, en het bedrag van de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) indien dat het gunningscriterium is. Wanneer geen inschrijvingen bekend zijn wordt uitgegaan van de waarde van de opdracht zoals die achteraf door de opdrachtgever is vermeld, of eventueel van de vooraf geraamde waarde. 9

komt het totaal over 2010 op ca. 5,9 miljard. Dit laat zien dat de volumes voor 2010 900 miljoen hoger zijn geworden, wat met name verklaard wordt door een aantal zeer grote werken welke in 2010 werden aanbesteed, maar waarvan de afloop pas in de tweede helft van 2011 bekend werd. Het gaat daarbij vooral om niet-openbare aanbestedingen, met het Rijk als belangrijkste opdrachtgever. Te verwachten is dat een soortgelijke aanpassing voor de waarden over 2011 ook dit jaar zal plaatsvinden, maar om een vergelijking te kunnen maken is er voor gekozen cijfers over een gelijkwaardige periode naast elkaar te zetten. In dit onderzoek is geen onderscheid gemaakt naar type werkzaamheden; de cijfers hebben betrekking op zowel b&u- als gww-werk. In totaal heeft de analyse betrekking op 7.591 werken met een totaal geschat volume van 19 miljard. De gemiddelde projectomvang bedraagt 2,5 miljoen. Ruim 73% van de werken wordt gegund voor een bedrag tussen 200.000 en 2 miljoen (figuur 1.1). De rechterflank van deze verdeling loopt echter nog ver door. Het percentage van 3% aan grootste aanbestedingen zijn gezamenlijk goed voor 60% van het volume. Deze projecten variëren onderling ook sterk in grootte, reden om ze in de verdere analyse met zorg te verwerken. Om te voorkomen dat bepaalde cellen in de tabellen te sterk beïnvloed worden door een klein aantal zeer grote projecten worden de aanbestedingen met een omvang van meer dan 50 miljoen niet opgenomen in de berekening van de gemiddeldes. Deze grote aanbestedingen zijn uiteraard wel opgenomen in de totaalvolumes. Waar gesproken wordt over gemiddelde projectgrootte zijn deze 24 projecten dus niet inbegrepen. Deze projecten zijn meestal aanbesteed als D&C project met gunningscriterium EMVI, waardoor in die beide categorieën aanzienlijke uitschieters in het totaalvolume te zien zijn. Het totaal aantal aanbestedingen lag in 2011 14% lager in vergelijking met 2010. Deze daling komt vooral door een afname van het aantal aanbestedingen van kleinere werken. Bij de werken kleiner dan 500.000 bedroeg de afname ongeveer 28%. Het aantal aanbestedingen groter dan 1 miljoen was ca. 11% lager dan in 2010 (en ongeveer gelijk aan 2009). Hiervoor zijn verschillende verklaringen mogelijk. Opdrachtgevers kiezen vaker voor onderhandse aanbeste- Figuur 1.1 Verdeling van de werken naar grootteklasse % 40 35 30 25 20 15 10 5 0 < 0,10 0,1-0,2 0,2-0,5 0,5-1,0 1,0-2,0 2,0-5,0 5,0-10,0 > 10,0 Grootteklasse ( mln) 2009 2010 2011 Bron: EIB 10

dingen bij werken waar dat mogelijk is (daartoe bijvoorbeeld gemotiveerd door lokale politieke belangen of vanwege kostenbesparing), maar wat ook een rol kan spelen is de voorbereidingstijd bij grote projecten die snel meerdere jaren bedraagt (en waar bezuinigingen daardoor beperkt invloed op hebben). Op basis van de ons bekende cijfers is niet te zeggen hoe groot de invloed is van deze of andere factoren. 11

12

2 Aanbestedingswijze 2.1 Gebruikte gunningscriterium De verdeling van de aanbestedingen naar gunningscriterium is zowel in aantallen als in volume in 2011 iets opgeschoven in de richting van EMVI (economisch meest voordelige inschrijving). In totaal werd 21% van de werken aanbesteed met het gunningscriterium EMVI 3. Doordat deze werken over het algemeen veel groter in omvang zijn dan werken die op laagste prijs worden gegund is het totale volume van de EMVI-aanbestedingen groter dan het volume dat op laagste prijs wordt gegund. Het teruggelopen aantal aanbestedingen (van met name kleinere projecten) vertaalt zich rechtstreeks in een kleiner volume aanbestedingen op prijs. Een klein aantal zeer grote werken (> 50 miljoen) zorgt ervoor dat ondanks een kleiner aantal EMVI-aanbestedingen het totale EMVI-volume toch hoger ligt dan vorig jaar. Tabel 2.1 Verdeling van aanbestedingen naar gunningscriterium 2009 2010 2011 Aantal aanbestedingen Laagste prijs 2.131 2.137 1.805 EMVI 520 510 475 Onbekend 14 6 7 Totaal 2.665 2.653 2.287 Gemiddelde omvang (x 1 mln) Laagste prijs 1,1 1,1 1,1 EMVI 4,0 5,1 5,1 Totaal 1,7 1,9 1,9 Totaal volume (x 1 mln) Laagste prijs 2.400 2.400 2.000 EMVI 5.300 2.800 3.200 Totaal 7.800 5.200 5.200 Bron: EIB 3 Het is niet ongebruikelijk dat als gunningscriterium EMVI wordt genoemd, maar dat een nadere bestudering van de criteria waarop wordt gegund laat zien dat deze in feite allen prijscriteria zijn. Uitgangspunt van de analyse is de opgave van de opdrachtgever. 13

2.2 Opdrachtgevers De meeste aanbestedingen werden gedaan door gemeenten, maar met gemiddeld 1,0 miljoen in 2011 waren deze opdrachten relatief klein. De grote opdrachten waren vooral afkomstig van Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst. Het aantal rijksopdrachten liep echter sterk terug in 2011, en ook de gemiddelde omvang was kleiner dan in voorgaande jaren. De enige categorie waar groei plaatsvond was de groep Andere opdrachtgevers : daarin zijn scholen, universiteiten, politie, nutsbedrijven, Prorail, ziekenhuizen, havenbedrijven, project-/ontwikkelcombinaties en verschillende andere opdrachtgevers opgenomen. Deze groep is zeer divers, en als gekeken wordt naar de onderliggende data is er niet duidelijk sprake van een bepaalde subgroep die eruit springt. Tabel 2.2 Verdeling van aanbestedingen naar opdrachtgever 2009 2010 2011 Aantal aanbestedingen Gemeente 1.677 1.645 1.400 Provincie 282 267 207 Rijk 222 188 126 Waterschap 211 194 173 Anders 273 359 381 Totaal 2.665 2.653 2.287 Gemiddelde omvang (x 1 mln) Gemeente 1,1 1,1 1,0 Provincie 1,9 1,4 1,4 Rijk 6,0 6,5 4,8 Waterschap 1,4 1,1 1,1 Anders 2,4 2,9 4,5 Totaal 1,7 1,7 1,9 Totaal volume (x 1 mln) Gemeente 2.000 1.700 1.800 Provincie 550 390 280 Rijk 4.100 1.400 1.000 Waterschap 290 220 190 Anders 870 1.000 1.900 Totaal 7.800 4.800 5.100 Bron: EIB 14

2.3 Gebruikte gunningscriterium per type opdrachtgever Om inzicht te bieden in het gebruik van gunningscriteria per opdrachtgever is in tabel 2.3 de opsplitsing gemaakt naar gunningscriterium per type opdrachtgever. De cijfers in deze tabel hebben betrekking op de periode 2010-2011, dus twee jaar. Wanneer we deze cijfers vergelijken met die over de periode 2009-2010 4 dan blijkt dat het aandeel EMVI-aanbestedingen is toegenomen bij provincies (van 11 naar 17%) en in de categorie anders (van 37% naar 45%). Bij gemeentelijke aanbestedingen en aanbestedingen door waterschappen is het aandeel EMVI gedaald (naar respectievelijk 13 en 15%), bij aanbestedingen door het Rijk bleef dit aandeel gelijk op 43%. EMVI-aanbestedingen zijn over het algemeen groter dan aanbestedingen op prijs. Het verschil in gemiddelde grootte tussen deze twee gunningscriteria is het grootst bij de waterschappen. Hierdoor is het aandeel EMVI-gunningen gemeten naar volume in deze categorie toch nog groter dan 50%. Tabel 2.3 Verdeling van aanbestedingen naar opdrachtgever en naar gunningscriterium (2010 en 2011) Laagste prijs EMVI Onbe- Totaal kend (2 jr) Aantal aanbestedingen Gemeente 2.662 381 2 3.045 Provincie 366 77 0 443 Rijk 182 135 0 317 Waterschap 311 56 0 367 Anders 421 347 11 779 Totaal 3.942 996 13 4.951 Gemiddelde omvang (x 1 mln) Gemeente 1,0 2,5. 1,2 Provincie 1,2 2,9. 1,5 Rijk 4,3 7,5. 5,6 Waterschap 0,8 4,8. 1,4 Anders 1,9 7,7. 4,4 Totaal 1,2 5,4. 2,0 Totaal volume (x 1 mln) Gemeente 2.700 1.300. 4.000 Provincie 450 280. 730 Rijk 800 1.600. 2.400 Waterschap 250 270. 510 Anders 800 2.900. 3.800 Totaal 5.000 6.400. 11.400 Bron: EIB 4 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers 2009-2010, EIB (www.eib.nl) 15

2.4 Procedures In dit blok verdelen we de aanbestedingen naar het type aanbestedingsprocedure. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen openbare aanbestedingen (onbeperkt aantal deelnemers), nietopenbare aanbesteding (een voorselectie beperkt het aantal deelnemers) en een kleine groep met uitgebreidere procedures (concurrentiegerichte dialoog, onderhandelingsprocedure) 5. Vanwege het geringe aantal observaties en de grote variatie in de groepen anders dan openbaar (dat zijn ook vaak de grootste projecten) zijn de gemiddeldes en de totalen geschat met gebruikmaking van de totalen uit de tabellen 2.1 en 2.2. Op grond van het totaal volume van 5,1 miljard in 2011 schatten we het volume van de werken die anders worden aanbesteed dan openbaar op 3 miljard. De onzekerheid in deze cijfers is echter groter dan in de andere tabellen. De daling in het aantal aanbestedingen was het sterkst in de groep openbare aanbestedingen (-16%). Het aantal niet-openbare aanbestedingen daalde licht met 7%, maar vanwege de aanbesteding van enkele grote projecten bleef het totale volume onveranderd. Het aantal concurrentiegerichte dialogen en onderhandelingsprocedures was hoger dan in voorgaande jaren. Tabel 2.4 Verdeling van aanbestedingen naar procedure Bron: EIB 2009 2010 2011 Aantal aanbestedingen Openbaar 2.239 2.181 1.830 Niet-openbaar 378 425 396 Dialoog/onderhandeling 34 39 51 Overig/onbekend 14 8 10 Totaal 2.665 2.653 2.287 Gemiddelde omvang (x 1 mln) Openbaar 1,0 1,1 1,1 Niet-openbaar 5,2 4,8 4,5 Dialoog/onderhandeling 13 8 10 Overig/onbekend. 1.. Totaal 1,7 1,8 1,9 Totaal volume (x 1 mln) Openbaar 2.200 2.500 2.100 Niet-openbaar 2.600 2.200 2.200 Dialoog/onderhandeling 2.900 300 800 Overig/onbekend... Totaal 7.800 5.000 5.100 1 Een punt (.) geeft aan dat er te weinig observaties zijn voor een goede schatting 5 In de categorie overig/onbekend vallen onder andere erkenningsregelingen en concessieverleningen. 16

2.5 Bouworganisatievorm In de aankondiging van een aanbesteding van werken is het gebruikelijk dat de opdrachtgever aangeeft of de ontwerpwerkzaamheden bij de opdracht inbegrepen zijn. In tabel 2.5 is weergegeven bij hoeveel aanbestedingen de ontwerpwerkzaamheden en de uitvoering in één geïntegreerd contract op de markt werden gebracht. Het aandeel geïntegreerde contracten is in 2011 met 9% ongeveer gelijk gebleven. De betreffende projecten zijn echter veel groter in omvang, het totale volume dat op deze manier werd aanbesteed was met 1,7 miljard ongeveer 34% van het totaal. In vergelijking met vorig jaar vonden er geen opvallende veranderingen plaats. Tabel 2.5 Verdeling van aanbestedingen naar bouworganisatievorm 2009 2010 2011 Aantal aanbestedingen Uitvoering 2.466 2.418 2.044 Ontwerp en uitvoering 185 226 203 Overig/onbekend 14 9 40 Totaal 2.665 2.653 2.287 Gemiddelde omvang (x 1 mln) Uitvoering 1,3 1,3 1,4 Ontwerp en uitvoering 8,6 7,0 6,2 Overig/onbekend... Totaal 1,8 1,8 1,8 Totaal volume (x 1 mln) Uitvoering 3.500 3.200 3.100 Ontwerp en uitvoering 4.400 1.800 1.700 Overig/onbekend.. 200 Totaal 7.900 5.000 5.000 Bron: EIB 6 Zie voor de cijfers over 2009/2010 onze publicatie Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers 2009-2010 (www.eib.nl). 17

2.6 Bouworganisatievorm per type opdrachtgever In tabel 2.6 is per type opdrachtgever de opsplitsing gemaakt naar bouworganisatievorm. De cijfers in deze tabel hebben betrekking op de periode 2010-2011. Het aandeel aanbestedingen van geïntegreerde projecten is gestegen van 8% 6 in de periode 2009-2010 naar 9% in de periode 2010-2011. Bij provincies en waterschappen is een lichte toename te zien (van 8% naar 10%), terwijl bij het Rijk het aandeel licht is afgenomen (van 23 naar 21%). Bij gemeenten is dit aandeel onveranderd laag (ca. 5%). Deze geïntegreerde projecten zijn gemiddeld 4½ keer zo groot als projecten die traditioneel (alleen uitvoering) worden aanbesteed. Van het totaalvolume is 31% van het werk inclusief ontwerpwerkzaamheden. Tabel 2.6 Verdeling van aanbestedingen naar opdrachtgever en naar bouworganisatievorm (2010 en 2011) Uitvoering Ontwerp en Onbekend Totaal uitvoering (2 jr) Aantal aanbestedingen Gemeente 2.870 167 8 3.045 Provincie 400 43 0 443 Rijk 249 67 1 317 Waterschap 329 35 3 367 Anders 624 118 37 779 Totaal 4.472 430 49 4.951 Gemiddelde omvang (x 1 mln) Gemeente 1,0 5,4. 1,3 Provincie 1,3 3,5. 1,5 Rijk 5,0 9,7. 5,9 Waterschap 0,9 5,0. 1,3 Anders 3,7 7,9. 4,4 Totaal 1,5 6,7. 2,1 Totaal volume (x 1 mln) Gemeente 2.900 1.200. 4.200 Provincie 500 200. 700 Rijk 1.500 1.000. 2.500 Waterschap 300 170. 470 Anders 2.500 1.000. 3.700 Totaal 7.700 3.600. 11.500 Bron: EIB 6 Zie voor de cijfers over 2009/2010 onze publicatie Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers 2009-2010 (www.eib.nl) 18

2.7 Regio Een regionale verdeling van de aanbestedingen laat zien dat de ontwikkelingen sterk verschillen per landsdeel. In het oosten en in de zuidelijke Randstad bleef de krimp (gemeten in aantallen) beperkt tot 10%. In de noordelijke provincies daalde het aantal aanbestedingen met gemiddeld 20% veel sterker. In de regio Noord waren de aanbestedingen wel groter dan in voorgaande jaren, waardoor het totale volume daar stabiel bleef. Vooral in het zuiden van het land kromp het volume sterk. Figuur 2.1 Regioindeling Noord Randstad Noord Randstad Zuid Oost Zuid Bron: EIB Werken die geografisch op meerdere gebieden betrekking hebben zijn ingedeeld bij de categorie meerdere/onbekend. Doordat dit vaak grote projecten (in opdracht van het Rijk) zijn ligt de gemiddelde omvang van werken in deze categorie met 5,2 miljoen vele malen hoger dan in de afzonderlijke regio s. Het gaat in totaal om 1 miljard per jaar en met 155 projecten is dit de enige regio waar het aantal aanbestedingen niet daalde. 19

Tabel 2.7 Verdeling van aanbestedingen naar regio 1 Bron: EIB 2009 2010 2011 Aantal aanbestedingen Noord 269 290 237 Oost 501 494 442 Randstad Noord 552 584 462 Randstad Zuid 490 548 489 Zuid 652 594 502 Meerdere/onbekend 200 154 155 Totaal 2.664 2.664 2.287 Gemiddelde omvang (x 1 mln) Noord 1,2 1,3 1,6 Oost 1,5 1,2 1,2 Randstad Noord 2,0 2,3 1,6 Randstad Zuid 1,4 1,3 1,4 Zuid 1,3 2,3 1,5 Meerdere/onbekend 6,4 6,9 5,2 Totaal 1,8 2,0 1,7 Totaal volume (x 1 mln) Noord 300 400 400 Oost 800 600 500 Randstad Noord 1.900 1.400 1.100 Randstad Zuid 2.200 800 1.100 Zuid 1.400 1.500 700 Meerdere/onbekend 1.700 1.100 900 Totaal 8.200 5.900 4.700 1 De waarden in deze tabel voor de jaren 2009 en 2010 zijn gebaseerd op de meest recente cijfers en corresponderen daardoor niet helemaal met die in andere tabellen, waar (voor vergelijkingsdoeleinden) de oorspronkelijke totalen per april 2010 zijn blijven staan 20

3 Inschrijvingen In tabel 3.1 en 3.2 is voor de verschillende groepen het gemiddelde aantal inschrijvingen per aanbesteding weergegeven. Over het algemeen lag dit in 2011 iets hoger dan in 2010. Bij aanbestedingen door gemeenten was het aantal inschrijvingen gemiddeld duidelijk hoger dan bij andere typen opdrachtgevers, ook wanneer alleen naar openbare aanbestedingen wordt gekeken. Bij openbare aanbestedingen (dus zonder voorselectie) bedroeg het aantal inschrijvingen in 2011 gemiddeld 8,5. Bij niet-openbare aanbestedingen is het aantal inschrijvingen gewoonlijk beperkt tot vijf. Naarmate de werken groter zijn, is het aantal inschrijvingen kleiner (ook als alleen gekeken wordt naar aanbestedingen zonder voorselectie). Het totaal aantal inschrijvingen bedroeg in 2011 ruim 18.000 (in 2010 was dit ruim 21.000). Tabel 3.1 Aantal inschrijvingen naar gunningscriterium, opdrachtgever, aanbestedingsprocedure en bouworganisatievorm 2009 2010 2011 Gunningscriterium Laagste prijs 8,6 8,4 8,6 EMVI 6,8 5,9 5,4 Onbekend... Type opdrachtgever Gemeente 8,9 8,6 8,8 Provincie 6,9 7,1 6,2 Rijk 7,5 6,3 6,1 Waterschap 7,0 7,7 7,0 Anders 6,9 7,2 6,9 Procedure Openbaar 8,6 8,3 8,5 Niet-openbaar 5,5 5,1 5,0 Dialoog/onderhandeling... Overig/onbekend... Bouworganisatievorm Uitvoering 8,5 8,2 8,4 Ontwerp en uitvoering 5,0 5,5 4,9 Overig/onbekend... Totaal 8,3 7,9 8,1 Bron: EIB 21

Tabel 3.2 Aantal inschrijvingen naar grootteklasse en regio 2009 2010 2011 Grootteklasse (x 1 mln) < 0,1 11,2 9,5 8,8 0,1-0,2 8,7 8,9 9,9 0,2-0,5 9,0 8,4 8,4 0,5-1,0 8,6 8,7 9,1 1,0-2,0 8,4 7,9 7,9 2,0-5,0 7,0 7,5 6,9 5,0-10,0 6,2 6,0 5,8 > 10,0 4,6 5,3 5,6 Regio Noord 9,3 8,8 8,9 Oost 9,3 8,1 8,4 Randstad Noord 7,6 8,0 8,6 Randstad Zuid 8,0 7,4 7,5 Zuid 8,0 8,0 8,2 Meerdere/onbekend 6,8 6,0 6,3 Totaal 8,3 7,9 8,1 Bron: EIB 22

4 Transactiekosten 4.1 Kosten per offerte In dit hoofdstuk wordt in beeld gebracht wat de transactiekosten zijn van het maken van een prijsopgave of het doen van een inschrijving. Hierbij kijken we naar een bredere markt dan alleen de (openbare) aanbestedingen. Ook de kosten van onderhandse aanbestedingen, enkelvoudige uitnodigingen en offerteaanvragen door overheden, bedrijven en particulieren passeren de revue. De bedragen die genoemd worden, zijn afkomstig uit een enquête onder bouwbedrijven die in mei 2012 plaatsvond. Daarin werden de bedrijven (meest hoofdaannemers in b&u of gww) gevraagd om voor het meest recente project waarvoor zij een prijs hebben uitgebracht, aan te geven hoeveel tijd zij hebben besteed aan het opstellen van deze prijsopgaaf en welke kosten daarmee gemoeid waren. In totaal is voor 535 projecten met een gezamenlijke omvang van 1,5 miljard opgegeven hoe hoog de transactiekosten waren. Wanneer in dit hoofdstuk wordt gesproken over transactiekosten wordt daarmee bedoeld alle kosten die door het bouwbedrijf gemaakt worden bij het maken van een offerte, prijsopgaaf of inschrijving. Het gaat dus om kosten voorafgaand aan het eventueel verkrijgen van de opdracht. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie onderdelen. Calculatiekosten: hieronder wordt verstaan de tijd die besteed wordt aan het berekenen van de kosten en aan het opstellen van offerte, inschrijving en/of plan van aanpak. Deze wordt vermenigvuldigd met het uurtarief van de calculator. Andere arbeidskosten voor de offerte: hieronder wordt bijvoorbeeld verstaan het accorderen van de inschrijving door de directie, het bijwonen van de aanbesteding inclusief reistijd en het geven van een toelichting op de aanbieding; het gaat om arbeidsuren die niet via het uurtarief voor calculatiewerk worden verrekend. Hiervoor kan een specifiek uurtarief gehanteerd worden. Overige kosten: denk hierbij aan de kosten van bijvoorbeeld juridisch advies, het aanschaffen van het bestek, kosten van regelgeving, bewijsdocumenten etc. De kosten zijn niet gewogen omdat niet bekend is hoe de totale populatie aan opdrachten in de sector is opgebouwd. Er is echter wel sprake van een grote variatie in projecten wat betreft omvang, type en opdrachtgever. De benodigde tijd voor de calculatie varieert tussen één en 7.000 uur, met een mediaan van 24 uur. De tijd die daarnaast nodig is voor andere arbeid varieert tussen 0 en 10.000 uur met een mediaan van zeven uur. De uurtarieven voor calculatie en voor andere werkzaamheden verschillen weinig van elkaar en variëren per bedrijf tussen 20 en 100 per uur, met een mediaan van 45 per uur. Gemiddeld bestaat 55% van de totale transactiekosten voor de bedrijven uit calculatie, 28% heeft betrekking op andere arbeidskosten en 17% zijn overige kosten (figuur 4.1). De kosten variëren uiteraard sterk met de grootte van het project. De totale kosten voor een offerte met een offertebedrag van minder dan 10.000 bedragen gemiddeld 400, de kosten voor een aanbieding van een project met een waarde tussen 1 en 5 miljoen bedragen gemiddeld 10.500. In het vervolg zullen we daarom spreken van (totale) transactiekosten als percentage van de aanneemsom. Figuur 4.2 laat zien dat dit percentage bij kleine projecten oploopt tot meer dan 10%. De kosten voor het maken van de offerte lopen niet evenredig mee met het offertebedrag waardoor deze kosten als percentage van het offertebedrag snel lager worden tot 0,5% bij projecten groter dan 1 miljoen. Naast de grootte van het project waar de offerte betrekking op heeft zijn er nog andere factoren die een rol kunnen spelen bij de omvang van de transactiekosten. In de volgende paragrafen kijken we naar de invloed van deze factoren zoals de aard van het werk, het type opdrachtgever en de wijze van opdrachtverstrekking. 23

Figuur 4.1 Opbouw van de transactiekosten 17% 55% 28% Calculatie Andere arbeidsuren Overige kosten Bron: EIB Figuur 4.2 Transactiekosten als percentage van offertebedrag, per grootteklasse % 12 10 8 6 4 2 0 <10 10-50 50-200 50-200 1.000.- 5.000 5.000-20.000 Offertebedrag (x 1.000) Calculatie Andere arbeidsuren Overige kosten Bron: EIB 24

4.2 Transactiekosten en eigenschappen van het werk De kosten voor een offerte zijn voor alle types werk in de categorie beneden 100.000 verhoudingsgewijs hoog en dalen met toenemende projectomvang. De mate waarin deze daling plaatsvindt verschilt echter wel per type werk (figuur 4.3). De transactiekosten bij kleine projecten zijn het hoogst bij gebouwen, terwijl de transactiekosten in dat segment relatief het laagst zijn bij grote werken. Dit in tegenstelling tot offertes voor woningen en gecombineerde gebouwen, die veel minder sterk dalen met toenemende projectomvang. Figuur 4.3 Transactiekosten als percentage van offertebedrag, naar type werk % 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 <100 100-500 >500 Offertebedrag (x 1.000) Woningen Gebouwen Gecombineerde gebouwen Wegenbouw Bron: EIB Voor alle typen opdrachtgevers geldt dat de kosten relatief lager zijn bij grotere opdrachten. Verder valt op dat aanbiedingen voor de rijksoverheid (Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat, Defensie e.d.) aanzienlijk meer kosten dan gemiddeld, evenals aanbiedingen voor woningcorporaties. Het Rijk kiest relatief vaak voor aanbestedingen met moderne contractvormen en EMVIcriteria, wat verhoudingsgewijs meer werk vraagt van de inschrijvende aannemers dan bijvoorbeeld een gunning op prijs van een uitgewerkt bestek. Woningcorporaties hanteren veel meer de onderhandse aanbestedingsvorm, maar vragen vaker offerte voor groot onderhoud en renovatie, werkzaamheden die meer tijd vergen om een passende aanbieding te maken. De transactiekosten zijn het laagst bij de lagere overheid (projecten kleiner dan 100.000) en het bedrijfsleven (projecten groter dan 100.000). Dat eerste is niet vanzelfsprekend omdat gemeenten, provincies en waterschappen vaak juist te maken hebben met uitgebreide richtlijnen en procedures omtrent het gunnen van werk, om zodoende de eerlijke en transparante besteding van overheidsgeld te garanderen. Dit heeft verschillende consequenties voor de (tijdsbesteding van) aannemers die hierbij betrokken zijn. Enerzijds zal de noodzaak tot correcte communicatie en objectieve beoordeling zich uiten in zwaardere administratieve lasten bij de opdrachtnemers 25

Figuur 4.4 Transactiekosten als percentage van offertebedrag, naar type opdrachtgever % 12 10 8 6 4 2 0 <100 100-500 >500 Offertebedrag (x 1.000) Bedrijfsleven Lagere overheid Particulieren Rijksoverheid Stichtingen en overige Woningcorporaties Bron: EIB vanwege de uitgebreidere documentatie. Anderzijds zijn dit vaak ervaren opdrachtgevers met frequente aanbestedingen en opdrachtnemers die vaker voor dezelfde opdrachtgever werken, wat zich uit in efficiëntere afhandeling van de prijsaanvragen. Voor bedrijven en particulieren, die een veel grotere vrijheid hebben om te kiezen hoe zij hun prijsaanvraag vormgeven, geldt het omgekeerde. Daar gaat incidenteel en dus minder ervaren opdrachtgeverschap samen met een veel informelere relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Aan de bedrijven is ook gevraagd op te geven op welke wijze de offertevraag of aanbesteding verliep. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: werk in regie of tarief: het werk wordt niet aangenomen tegen een vooraf vastgestelde prijs, maar er wordt bijvoorbeeld een uurtarief gerekend voor geleverde diensten; enkelvoudige uitnodiging: de aannemer wordt gevraagd een vaste prijs op te geven en heeft hierbij geen concurrentie; onderhandse aanbesteding: de aannemer mag een offerte uitbrengen in concurrentie met een beperkt aantal andere geselecteerde aannemers; openbare aanbesteding (prijs): de aannemer mag een offerte uitbrengen in concurrentie met een (in potentie) onbeperkt aantal onbekende concurrenten en de laagste inschrijver krijgt het werk; openbare aanbesteding (EMVI) : de aannemer mag een offerte (inclusief plan van aanpak) uitbrengen in concurrentie met een (in potentie) onbeperkt aantal onbekende concurrenten en de aannemer die de beste prijs/kwaliteitverhouding biedt krijgt het werk. Over het hele spectrum van offertes en inschrijvingen zijn inschrijvingen op werken die openbaar worden aanbesteed en waarbij gunning plaatsvindt op kwaliteit (EMVI-criteria) in absolute zin de duurste (figuur 4.5) met gemiddeld 88.000 euro per inschrijving. Dit hoge bedrag wordt vooral veroorzaakt doordat de grootste projecten (denk aan opdrachten voor het Rijk met aanneemsommen van meer dan 5 miljoen) meestal op deze manier worden aanbesteed. Maar ook 26

Figuur 4.5 Transactiekosten als percentage van offertebedrag, naar wijze van opdrachtverstrekking % 8 7 6 5 4 3 2 1 0 <100 Werk in regie of tarief Openbare aanbesteding (EMVI) Enkelvoudige uitnodiging 100-500 >500 Offertebedrag (x 1.000 ) Onderhandse aanbesteding Openbare aanbesteding (prijs) Bron: EIB bij projecten met een omvang van 100.000 tot 500.000 zijn EMVI-aanbestedingen met 7.300 per inschrijving aanzienlijk duurder dan openbare aanbestedingen op prijs ( 2.600) en andere opdrachtverstrekkingen in het algemeen. In de categorie enkelvoudige uitnodiging lijken de kosten als percentage van de aanneemsom in de middengroep ook nog wel hoog, maar dit wordt vooral veroorzaakt doordat deze projecten relatief klein zijn (deze procedure wordt vooral gebruikt bij projecten kleiner dan 200.000; daarboven wordt vaker voor openbare aanbesteding gekozen). Openbare aanbestedingen met prijs als enige gunningscriterium vormen voor bedrijven afzonderlijk de minst arbeidsintensieve offertetrajecten, maar daarbij moet bedacht worden dat bij dergelijke aanbestedingen het aantal deelnemende bedrijven juist hoog is. In figuur 4.6 is in beeld gebracht hoe de transactiekosten variëren met de bedrijfsomvang van het bedrijf dat de offerte uitbrengt. Omdat het zelden voorkomt dat een groot bedrijf een aanbieding maakt voor een klein werk ontbreekt daar een staaf in het diagram, maar duidelijk is dat grotere bedrijven hogere kosten hebben bij het uitbrengen van een prijs dan kleinere bedrijven. Dit verschil lijkt samen te hangen met de waarneming dat de verhouding tussen calculatiekosten en overige (calculatie-gerelateerde) kosten verschuift met bedrijfsgrootte. Grotere bedrijven hebben (ook binnen eenzelfde grootteklasse van werk) verhoudingsgewijs meer overige kosten, waaronder kosten voor directie, overleg, reizen, extern advies etc. Kleinere bedrijven hebben alle calculatiewerkzaamheden meer geconcentreerd bij de calculator en kunnen daardoor blijkbaar efficiënter offreren. In figuur 4.7 is voor een aantal eigenschappen weergegeven in welke mate ze samenhangen met de kosten van het maken van een offerte of het doen van een inschrijving. Er is gekeken hoe de transactiekosten variëren met een verandering in elk van de eigenschappen, waarbij tegelijk de andere eigenschappen constant blijven. Eigenschappen links van de verticale as geven aan dat zij een negatieve samenhang hebben met de kosten, eigenschappen rechts van de verticale as hebben een positieve samenhang met de hoogte van de transactiekosten. Bij de blauwe staafjes is deze relatie significant op een niveau van 0,05 (R 2 =0,62). De effecten worden vergeleken met nieuwbouw van woningen, particuliere opdrachtgevers en openbare aanbesteding op prijs. De effecten zijn dus relatief ten opzichte van een offerte met deze eigenschappen. 27

Figuur 4.6 Transactiekosten als percentage van offertebedrag, naar bedrijfsgrootte % 7 6 5 4 3 2 1 0 <100 100-500 >500 Offertebedrag (x 1.000) <20 20-100 >100 Bron: EIB Figuur 4.7 Eigenschappen die samenhangen met de hoogte van de transactiekosten % -75-50 -25 0 25 50 75 100 Offertebedrag Gebouwen Comb. woningen en gebouwen Wegenbouw Overige gww Anders/onbekend type werk (Groot) Onderhoud en reparatie Herstel, verbouw, reconstructie Bedrijfsleven Eigen bedrijf Lagere overheden Rijksoverheid Stichting/vereniging Woningcorporatie Regie/tarief Enkelvoudige uitnodiging Onderhands EMVI Voorselectie Andere procedures/onbekend Niet langs voorselectie Moderne contractvorm Kleine bedrijven Grote bedrijven Significant Niet significant Bron: EIB 28

Hoe hoger het offertebedrag, hoe hoger de transactiekosten. Een verdubbeling van het offertebedrag gaat samen met een stijging van de transactiekosten met 35%, al het andere gelijk houdend. Offertes voor gebouwen of voor gecombineerde gebouwen zijn iets duurder dan offertes voor woningen, al is dit verschil niet significant. Aanbiedingen voor wegenbouwprojecten zijn duidelijk goedkoper. Het maken van een offerte of inschrijving voor een wegenbouwproject is gemiddeld 36% goedkoper. Andere soorten gww-werk zijn qua totale transactiekosten weer vergelijkbaar met woningen; zouden we echter onderscheid maken tussen directe calculatiekosten en overige kosten dan blijken overige gww-werken minder directe calculatiekosten en meer overige kosten met zich mee te brengen. Het maakt niet uit of er sprake is van nieuwbouw, onderhoud of verbouw. Wie de opdrachtgever is maakt wel verschil. De kosten voor het maken van een offerte voor bedrijven zijn over het algemeen 19% lager in vergelijking met een offerte voor particulieren, terwijl de kosten van een offerte voor een zuster- of moederbedrijf, voor lagere overheden of voor het Rijk juist 23% tot 40% hoger zijn. Deze verschillen zijn niet significant. Wel significant duurder zijn offertes voor woningcorporaties (gemiddeld 39%, al het andere gelijk houdend). Kijken we naar de onderverdeling van de kosten dan blijken (naast woningcorporaties) ook bij lagere overheden en rijksoverheid de directe calculatiekosten hoger te liggen. Bij de rijksoverheid liggen bovendien de andere (niet arbeidsgerelateerde) calculatiekosten belangrijk hoger. Daarbij kan gedacht worden aan de kosten van juridisch advies, het aanschaffen van het bestek, kosten van regelgeving, bewijsdocumenten etc. Het opstellen van een prijsopgave voor werk dat in regie wordt uitgevoerd of tegen een tarief en offertes die worden gemaakt op enkelvoudige uitnodiging zijn goedkoper dan inschrijvingen die worden gedaan op een openbare aanbesteding, al zijn de verschillen niet significant. Onderhandse aanbestedingen lijken iets duurder maar verschillen ook niet significant van openbare aanbestedingen wat betreft transactiekosten voor een deelnemend bedrijf. Wanneer er echter gegund wordt op kwaliteitscriteria (EMVI) in plaats van op laagste prijs heeft een bedrijf dat hierop een inschrijving doet gemiddeld 84% hogere kosten voor het gereed maken van de inschrijving. Een aanbesteding met voorselectie (niet-openbare procedure) is 42% duurder, maar bedrijven die niet door de voorselectie komen zijn gemiddeld 55% goedkoper uit dan bedrijven die wel door de voorselectie heen komen (beiden zijn niet significant). Inschrijvingen op aanbestedingen van werken middels een moderne contractvorm zoals D&C, DBFMO of prestatiebestekken zijn gemiddeld 51% duurder dan werken die moeten worden uitgevoerd conform een traditioneel bestek. Tenslotte is er een belangrijke samenhang tussen de transactiekosten en de bedrijfsgrootte van het offrerende bedrijf. Grote bedrijven (meer dan 100 werknemers) maken significant meer kosten dan kleine en middelgrote bedrijven. Gemiddeld zijn de transactiekosten bij grote bedrijven 100% hoger dan bij middelgrote bedrijven ongeacht omvang van het project. Zoals al eerder genoemd heeft dit waarschijnlijk vooral te maken met een toenemende hoeveelheid aan indirecte calculatiekosten bij grotere bedrijven (denk hierbij aan kosten van de directie, het bijwonen van de aanbesteding inclusief reistijd en het geven van een toelichting op de aanbieding). 4.3 Totale kosten Met dit model voor de transactiekosten kunnen we een schatting maken van de kosten die de deelnemende bedrijven gezamenlijk maken bij alle inschrijvingen op de openbare aanbestedingen die in de voorgaande hoofdstukken in de overzichten voorkomen. Door per aanbesteding de eigenschappen van het werk en van de opdrachtgever als input te gebruiken worden de kosten per inschrijver geschat. Dit wordt vermenigvuldigd met het aantal inschrijvers om de kosten per aanbesteding te bepalen. In tabel 4.1 worden deze uitkomsten weergegeven naar type aanbesteding en opdrachtgever. Op basis van deze gegevens schatten we de totale transactiekosten voor openbare aanbestedingen van werken in 2011 voor bedrijven op tussen 100 miljoen en 130 29

Tabel 4.1 Gemiddelde transactiekosten naar eigenschap, geheel 2011 Kosten Totaal Totaal 2011 per inschrijving per aanbesteding (x 1 mln) Gunningscriterium Laagste prijs 3.000 26.000 47 EMVI 26.400 143.000 68 Type opdrachtgever Gemeente 3.600 32.000 45 Provincie 4.000 25.000 5 Rijk 21.400 130.000 16 Waterschap 4.400 31.000 5 Anders 17.900 123.000 47 Procedure Openbaar 3.400 28.000 52 Niet-openbaar 31.500 158.000 63 Dialoog/ onderhandeling 80.500 295.000 15 Bouworganisatievorm Uitvoering 4.300 36.000 73 Ontwerp en uitvoering 39.400 194.000 39 Grootteklasse (x 1 mln) < 0,1 1.100 9.000 0 0,1-0,2 1.500 15.000 1 0,2-0,5 2.000 17.000 5 0,5-1,0 2.700 25.000 7 1,0-2,0 4.400 35.000 6 2,0-5,0 8.800 60.000 6 5,0-10 16.500 96.000 4 > 10 79.000 443.000 14 Regio Noord 7.300 65.000 15 Oost 4.600 38.000 17 Randstad Noord 6.600 56.000 26 Randstad Zuid 6.100 45.000 22 Zuid 4.600 38.000 19 Meerdere/onbekend 16.600 101.000 16 Totaal 6.100 50.000 115 Bron: EIB miljoen 7. De gemiddelde kosten per aanbesteding bedragen 50.000 voor de inschrijvende bedrijven, ofwel ruim 6.000 per inschrijver. Deze gemiddeldes worden sterk beïnvloed door de 7 Hierin zijn niet inbegrepen de kosten die bedrijven maken die meedoen aan een niet-openbare aanbesteding maar niet door de voorselectie komen. Er is onvoldoende inzicht in het aantal bedrijven dat dit overkomt en de kosten die zij per keer maken, maar omdat het aantal niet-openbare aanbestedingen maar klein is zal dit geen omvangrijke post zijn. 30

grote werken, daarom geeft de mediaan een beter beeld van de populatie. De mediaan van de kosten per inschrijver is 2.500, per aanbesteding 20.000. Naast deze kosten die door bedrijven gemaakt worden, zijn er kosten die door de aanbestedende dienst gemaakt worden, voor het aankondigen van de aanbesteding, het verstrekken van de benodigde informatie en het beoordelen van de binnengekomen inschrijvingen. Naar deze kosten doen wij in deze studie geen onderzoek. Voor een indicatie van de omvang van dit deel van de transactiekosten kunnen we wel gebruik maken van een vrij recent onderzoek in opdracht van de Europese Commissie 8. Daarin worden de kosten van de aanbestedende dienst bij Nederlandse aanbestedingen geraamd op 8.000, ofwel 20% van de totale kosten van 40.100 die de opdrachtgever en (gemiddeld 5,5) inschrijvers gezamenlijk maken. Dit betreft alle typen aanbestedingen, dus naast werken ook leveringen en diensten. In hetzelfde document worden de kosten voor aanbestedingen van werken (door alle Europese aanbestedende diensten gezamenlijk) gemiddeld geraamd op 7.200, waarmee men de totale kosten voor inschrijvers en opdrachtgever schat op 48.200. Ook wanneer wordt gesegmenteerd naar aanbestedingsprocedure, bedragen de kosten voor de opdrachtgever gemiddeld 140% van de kosten per inschrijver. Op onze schatting van de transactiekosten voor 2011 leidt dit tot een bedrag van ca. 20 miljoen. Daarmee zal het aandeel van de totale transactiekosten (aannemers en opdrachtgevers) op het totale aanbestedingsvolume uiteindelijk iets onder de 3% uitkomen. 8 Public procurement in Europe, Cost and effectiveness. A study on procurement regulation, prepared for the European Commission, March 2011. 31

32

EIB-publicaties 2007 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2007 Beperking hypotheekrenteaftrek - gevolgen voor de bouwproductie en woningmarkt Opdrachtgevers aan het woord - meting 2006 Infrastructuurmonitor - MIT 2007 De restauratieproductie tot 2011 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces Bouwbedrijven 2007 - ontwikkelingen-vooruitzichten Sectorprofiel stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloerenbedrijf 2005-2012 Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2006 De sector civiele betonbouw - marktontwikkelingen, opdrachtgeverschap en werkgelegenheid Bouwconcerns in beeld 2006/2007 Opdrachtgevers aan het woord - meting 2007 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2006 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2006 Het arbeidsbestand in de bouw in 2006 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2006 (ARBOUW) Transparantie in de bouwpraktijk De bouwbedrijven in 2006 2008 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2007 Kostendruk van wet- en regelgeving in het gespecialiseerde aannemingsbedrijf Infrastructuurmonitor - MIRT 2008 Bouw in beeld 2007 Openbaarvervoerinfrastructuur in een geliberaliseerde markt Algemene kosten in het bouwbedrijf 33

Het ziekteverzuim in de bouw in 2007 Kwaliteit van de dienstverlening en het bestuurlijk proces van lagere overheden De markt voor restauratie en onderhoud van monumenten tot 2013 Uitdagingen en beleidsopties bij nieuwbouw van woningen - regionale ontwikkelingen en beleid na 2009 De Vastgoedlezing 2008 - crisis op de Nederlandse woning- en vastgoedmarkt? (ASRE) Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2007 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2007 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2007 (ARBOUW) Bouwconcerns in beeld 2007/2008 2009 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2009 Opdrachtgevers aan het woord - meting 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2008 Middenkaderopleidingen in de bouw Algemene kosten in het bouwbedrijf 2006-2007 Bouw in beeld 2008 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2009-2014 De zelfstandige zonder personeel in de bestratingsbranche Het ziekteverzuim in de bouw in 2008 Verkenning effecten stimuleringsmaatregelen rond de woningbouw (www.eib.nl) Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2008 (ARBOUW) Hervorming van de woningmarkt Reïntegratie van langdurig zieke werknemers in de bouw Bouwconcerns in beeld 2008-2009 2010 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2006-2008 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008 34

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2010-2015 Zzp ers in de bouw De arbeidsmarkt in de bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche Kantorenleegstand - probleemanalyse en oplossingsrichtingen (www.eib.nl) Ondergrondse netwerken en grondwaterbeheer Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2009 (ARBOUW) Ziekteverzuim in de bouw 2009 Beleidsvarianten beperking hypotheekrenteaftrek en liberalisatie huursector (www.eib.nl) Nacht- en weekendwerk in het wegonderhoud Bouw in beeld 2009 De bouwarbeidsmarkt 2010-2015 Bedrijfseconomische kencijfers gespecialiseerde bedrijven 2007-2008 Strategie en crisis Vrouwen in technische functies Marktstudie AFNL 2011-2012 Infrastuctuurmonitor - MIRT 2011 Kantorenleegstand - analyse van de marktwerking (www.eib.nl) 2011 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2011 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2007-2009 Openbare aanbestedingen in de gww Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2009 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Succesvol binnenstedelijk bouwen De winst van innoveren (www.eib.nl) Algemene BouwplaatsKosten (ABK) van B&U-projecten 2010 (RRBOUW) Productiviteit en strategie (www.eib.nl) Bouwconcerns in beeld 2009-2010 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2011-2016 35

Restauratie en onderhoud van monumenten - marktverkenning tot 2015 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers (www.eib.nl) Actuele situatie in de bouw - overzicht ten behoeve van de nieuwe woonvisie (www.eib.nl) Dynamiek op de woningmarkt De civiele betonbouw tot 2016 - ontwikkelingen op de markt en in de rolverdeling in het bouwproces (www.eib.nl) Monumenten en corporaties - monumentenbezit en -beleid van corporaties (www.eib.nl) Ziekteverzuim in de bouw 2010 (www.eib.nl) Maatschappelijke woonagenda - van programmeren naar stimuleren Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2010 (ARBOUW) Kantorenmonitor - analyse van vraag en aanbod (www.eib.nl) MKBA Herstructurering Eemsdelta Bedrijfseconomische kencijfers - b&u- en gww-bedrijven 2010 (www.eib.nl) Kosten en baten van de bouw bbl-opleiding (www.eib.nl) Overheid en markt; nieuw evenwicht in aanbesteden (www.eib.nl) Dienstverlening van medeoverheden - quick scan onder architectenbureaus (www.eib.nl) Infrastructuurmonitor - MIRT 2012 (www.eib.nl) Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 (www.eib.nl) Kostenmodel omgevingsrecht (www.eib.nl) Bouwen voor kwaliteit (www.eib.nl) 2012 Evaluatie stimuleringspakket woningbouw (www.eib.nl) Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2012 Situatie op de Nederlandse hypotheekmarkt Arbeid en scholing in de restauratiesector Trends en ontwikkelingen in de wegenbouw tot 2017 (www.eib.nl) Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2012-2017 Bouwconcerns in beeld 2010-2011 Effecten van bezuinigingen in de infrastructuur (www.eib.nl) 36

Annuïtaire beperking hypotheekrenteaftrek (www.eib.nl) Vitaliteit: van feit tot beleid (www.eib.nl) Ziekteverzuim in de bouw 2011 (www.eib.nl) Landelijke samenvatting kantorenmonitor (www.eib.nl) Stedelijke ontwikkeling en infrastructuur (www.eib.nl) 37

Economisch Instituut voor de Bouw Basisweg 10 1043 AP Amsterdam Postbus 58248 1040 HE Amsterdam t (020) 583 19 00 f (020) 583 19 99 eib@eib.nl www.eib.nl Desktop publishing: Debbie van Amerongen, EIB 38

39

Basisweg 10 1043 AP Amsterdam Postbus 58248 1040 HE Amsterdam t (020) 583 19 00 f (020) 583 19 99 info@eib.nl www.eib.nl