Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken



Vergelijkbare documenten
Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Ruimtelijke figuren

Efficientie in de ruimte - leerlingmateriaal

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

1 Het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

HET IS EEN PRISMA, OF TOCH NIET...

Onmogelijke figuren. Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre. Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde

Wisknutselen in de klas: creatief met wiskunde

de Leuke En Uitdagende Wiskunde VEELVLAKKEN SAMENSTELLING: H. de Leuw

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

Uitwerkingen van de opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

Onderzoek of de rijen rekenkundig, meetkundig of geen van beide zijn. Geef bij de rekenkundige rijen v en t 7 en bij de meetkundige rijen q en t 7.

Rakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Perspectief

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud

Fractale dimensie. Eline Sommereyns 6wwIi nr.9

Niet-euclidische meetkunde. Les 3 Meetkunde op de bol

1 Coördinaten in het vlak

TEKENEN. beeldende vorming. Vlakvullingen. hoofdstuk 13: vlakvulling

TOPWIS POINCARÉ. syllabus

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

Vlakke meetkunde. Module Geijkte rechte Afstand tussen twee punten Midden van een lijnstuk

5 Les 4 De Eulerkarakteristiek. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

1. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

SMART-finale 2017 Ronde 1: 5-keuzevragen

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

START WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2007 Je hebt 60 minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 600.

WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2005 Uitwerkingen

K 1 Symmetrische figuren

vogel en kikker in origami

Niet-euclidische meetkunde

7 a patroonnummer a patroonnummer a h = z

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Slangennest Wiskunde B-dag 2018

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

Wiskunde Opdrachten Vlakke figuren

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli dr. Brenda Casteleyn

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Onmogelijke figuren

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4

workshop verpakkingen

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

=

Figuur 3 PYTHAGORAS SEPTEMBER 2016

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

Het Coudenbergpaleis werd gebouwd op de helling van de Coudenberg.

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv

Polyatheorie. Erik Verraedt

Wiskunde D-dag Vrijeschool Zutphen VO donderdag 18 februari, 12:30u 16:30u. Aan de gang

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Projectieve Vlakken en Codes

Opvouwbare kubus (180 o )

Les 2 Hoekpunten, ribben, vlakken

Werkbladen voor leerlingen

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd

Aan de gang. Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u

ZESDE KLAS MEETKUNDE

Het opstellen van een lineaire formule.

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

Analytische Meetkunde

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar ste semester 31 januari 2006

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Elliptische krommen en hun topologische aspecten

10 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Wiskunde 1b Oppervlakte

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)


WISKUNDE-ESTAFETTE 2011 Uitwerkingen

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Het vermoeden van Poincaré

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei uur

De huwelijksstelling van Hall

DE BINNENKANT VAN EEN TETRAËDER

TEKENEN MET EEN DRIELUIK

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene feedback

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7

A. B. C. D. Opgave 3. In een groot vierkant is een kleiner vierkant getekend. Wat is de oppervlakte van het kleine vierkant? A. B. C. D.

SYMMETRIEËN VAN RUIMTELIJKE FIGUREN. Prof. dr. Ronald Meester

Wiskunnend Wiske. 5. Goochelende getallen. Wat ik ga studeren? Wiskunde natuurlijk!

Aanvullende tekst bij hoofdstuk 1

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Transcriptie:

Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken Inleiding: topologische oppervlakken en origami Een topologisch oppervlak is, ruwweg gesproken, een tweedimensionaal meetkundig object. We zullen in deze tekst geen exacte definitie geven, omdat we enkel met concrete voorbeelden gaan werken en een wiskundige definitie een flinke dosis achtergrondkennis vereist over topologie, de studie van meetkundige vormen. Een belangrijk resultaat uit de topologie is de classificatie van topologische oppervlakken. Daarmee bedoelen we dat we alle mogelijke oppervlakken willen beschrijven. Om zo n classificatie te maken moeten we eerst afspreken wanneer we zeggen dat twee oppervlakken dezelfde vorm hebben. In de topologie gebruiken we daarvoor het begrip homeomorfie. Stel je voor dat we we twee oppervlakken gemaakt hebben uit plasticine. De oppervlakken worden homeomorf genoemd als we ze in elkaar kunnen vervormen door ze uit te rekken en te plooien, zonder scheuren of gaten in de plasticine te maken (of dicht te maken). Goede voorbeelden om in gedachten te houden zijn de sfeer (het oppervlak van een bol) en een kubus: door de ribben en hoekpunten van de kubus glad te strijken, kunnen we hem vervormen tot een sfeer. Daarom zeggen we dat de sfeer en de kubus homeomorf zijn. In de topologie wordt geen onderscheid gemaakt tussen zulke homeomorfe oppervlakken, we beschouwen deze vormen als gelijk. Het is niet zo eenvoudig om je een intuïtieve voorstelling te maken van alle mogelijke oppervlakken. We zullen verderop zien dat we sommige oppervlakken zelfs op geen enkele manier in een driedimensionale ruimte kunnen plaatsen. Daarom maken we gebruik van origami s om oppervlakken te beschrijven. Een origami is een schema dat je vertelt hoe je het oppervlak kan knutselen uit een stuk papier door bepaalde zijden aan elkaar te lijmen. We lichten dit verder toe aan de hand van een voorbeeld: een origami voor de sfeer. We vertrekken van een vierkant vel papier. Op figuur 1 zie je links hoe we de zijden van het vel gemarkeerd hebben met twee soorten pijlen (enkele pijlen 1

Figuur 1: Een origami voor de sfeer bovenaan, dubbele pijlen onderaan). Zijden met dezelfde pijl moeten aan elkaar gekleefd worden in de richting van de pijl. Rechts zie je het resultaat: een sfeer. De diagonaal in stippellijn op de linkse tekening komt overeen met de evenaar van de sfeer, en elk van de twee soorten pijlen met een kwart van een meridiaan op de sfeer; dit is ook aangeduid op de tekening. We hoeven niet altijd van een rechthoekig vel papier te vertrekken: we zouden de sfeer bijvoorbeeld ook kunnen maken door een kruisvormig vel papier dicht te plooien tot een kubus (zoals hierboven uitgelegd beschouwen we de sfeer en de kubus als gelijk). Om een sfeer te maken waaruit een klein schijfje verwijderd is, kunnen we de origami in figuur 2 gebruiken. De horizontale zijde van de linkerveelhoek komt overeen met de uitgesneden cirkel op de sfeer. Figuur 2: Een origami voor de sfeer met een schijfje verwijderd Doorheen de volgende opgaven zullen we zien hoe origami s gebruikt worden om oppervlakken te classificeren. 2

Opgave 1: Een origami voor een donut De torus (meervoud: tori) is de meetkundige benaming voor het oppervlak van een fietsband of donut. Je ziet links in figuur 3 een afbeelding van de torus. Figuur 3: De torus en een koffiekop Opgave 1a (max. 50 punten): Zijn de torus en de koffiekop in figuur 3 homeomorf? Opgave 1b (max. 50 punten): Vervolledig het vierkant op het antwoordblad tot een origami voor de torus. Opgave 2: Eulergetallen van donuts Je hebt in de voorbereidende tekst al kennis gemaakt met het Eulergetal van een oppervlak. Dit getal speelt een belangrijke rol in de classificatie van oppervlakken. Men kan aantonen dat twee homeomorfe oppervlakken steeds hetzelfde Eulergetal hebben; het Eulergetal is dus invariant onder homeomorfie. Je hebt gezien dat het Eulergetal gedefinieerd wordt aan de hand van een triangulatie van het oppervlak, door het aantal hoekpunten (v), zijden (e) en driehoeken (f) te tellen: het Eulergetal wordt dan gegeven door de formule v e + f. We kunnen origami s gebruiken om snel triangulaties te bepalen en zo het Eulergetal te berekenen. We illustreren dit aan de hand van ons voorbeeld uit figuur 1. Links in figuur 4 hebben we onze origami voor de sfeer onderverdeeld in vier driehoeken. Rechts zie je hoe deze onderverdeling aanleiding geeft tot een triangulatie van de sfeer. Deze triangulatie kunnen we gebruiken om het Eulergetal van de sfeer te bepalen. Daarvoor moeten we het aantal hoekpunten, zijden en driehoeken in de triangulatie berekenen. Hierbij moeten we goed opletten welke zijden en hoekpunten in de origami met elkaar geïdentificeerd worden op de sfeer, zodat we deze niet dubbel tellen. Als we de zijden van de origami aan elkaar plakken volgens de aangegeven pijlen, zien we dat ook het linker- en rechterhoekpunt van het vierkant met elkaar geïdentificeerd worden. Je kan eenvoudig 3

Figuur 4: Een triangulatie van de sfeer narekenen dat onze triangulatie van de sfeer vier hoekpunten heeft (de noord- en zuidpool en de twee snijpunten van de meridiaan met de evenaar), zes zijden en vier driehoeken. Het Eulergetal van de sfeer is dus gelijk aan 4 6 + 4 = 2. Dit is de waarde die ook al in de voorbereidende tekst gegeven werd. Opgave 2a (max. 50 punten): Bereken het Eulergetal van de torus met twee gaten (figuur 5). Opgave 2b (max. 100 punten): Geef een formule voor het Eulergetal van de torus met n gaten, met n een natuurlijk getal verschillend van nul (uit deze formule kan je afleiden dat twee tori met een verschillend aantal gaten niet homeomorf zijn met elkaar). Figuur 5: De torus met twee gaten Opgave 3: Homeomorf of niet? Een laatste begrip dat belangrijk is voor de classificatie van topologische oppervlakken is oriënteerbaarheid. Om dit toe te lichten gebruiken we de beroemdste 4

origami uit de topologie: de Möbiusband. Dit is het oppervlak dat je bekomt met de origami in figuur 6. Beeld je nu in dat je een mier bent die over de stippellijn van de origami loopt (zoals op een bekende prent van M.C. Escher 1 ). Je beschrijft dan een cirkel op de Möbiusband. Als je de volledige cirkel hebt afgelegd is er iets vreemds gebeurd: je bevindt je plots aan de andere kant van het vel papier. De Möbiusband heeft dus geen binnen- en buitenkant, eens we de zijden van onze origami aan elkaar kleven lopen beide kanten van ons vel papier vloeiend in elkaar over. Oppervlakken waarop zoiets gebeurt noemen we niet-oriënteerbaar. De sfeer en de torus (met een willekeurig aantal gaten) zijn wel oriënteerbaar, ze hebben immers duidelijk een binnen- en buitenkant. Figuur 6: De Möbiusband De volgende stelling is het hoofdresultaat in de classificatie van topologische oppervlakken. We zeggen dat een oppervlak een rand heeft als er een zijde in de origami bestaat die met geen enkele andere zijde wordt geïdentificeerd; de Möbiusband heeft dus een rand, maar de sfeer en de torus niet. We noemen een oppervlak samenhangend als we een origami kunnen maken uit één doorlopend stuk papier. Alle origami s die we tot nog toe hebben gezien zijn samenhangend. De unie van twee disjuncte sferen is dat niet, evenmin als een rij van tori die in elkaar grijpen als de schakels van een ketting. Stelling. Twee samenhangende oppervlakken zonder rand zijn homeomorf als en slechts als ze hetzelfde Eulergetal hebben en ze allebei oriënteerbaar zijn of allebei niet-oriënteerbaar zijn. De oriënteerbare samenhangende oppervlakken zonder rand zijn precies de sfeer en de tori (met een willekeurig aantal gaten). Het bewijs van deze stelling maakt op een essentiële manier gebruik van triangulaties en origami s. Ook de niet-oriënteerbare oppervlakken zonder rand kunnen expliciet opgelijst worden; we gaan hier niet verder op in. Om te bepalen of een oppervlak al dan niet oriënteerbaar is, kunnen we opnieuw gebruik maken van origami s met een triangulatie (een onderverdeling in driehoeken). We proberen elke zijde van de triangulatie een vaste richting te 1 http://www.mcescher.com/gallery/mathematical/mobius-strip-ii/ 5

geven (zijden die aan elkaar gekleefd worden krijgen dezelfde richting), op zo n manier dat de richtingen in elke driehoek van de triangulatie een omloop vormen over de omtrek van de driehoek en niet met elkaar in botsing komen. Als dit lukt is het oppervlak oriënteerbaar; is het onmogelijk om zo n richtingen te kiezen, dan is het oppervlak niet-oriënteerbaar. Het bestaan van een stel richtingen zonder botsingen laat immers zien dat ons oppervlak twee verschillende kanten heeft: een zijde waarop de pijlen in alle driehoeken in wijzerzin draaien, en de tegenoverliggende zijde waarop ze in tegenwijzerzin draaien. Figuur 7: De sfeer en het projectieve vlak Je vindt twee voorbeelden in figuur 7. De linkse figuur toont onze origami voor de sfeer met de keuze van een richting voor elke zijde van de triangulatie; met deze keuze treedt er in geen enkele driehoek een botsing op. De rechtse figuur is een origami met triangulatie voor een oppervlak dat het projectieve vlak wordt genoemd. Je kan zelf uittesten dat er bij elke keuze van richtingen voor de zijden van de triangulatie in minstens één driehoek een botsing zal ontstaan. Het projectieve vlak is dus niet-oriënteerbaar. Het is erg moeilijk om je een niet-oriënteerbaar oppervlak zonder rand voor te stellen; de reden is dat zo n oppervlak niet kan bestaan in de driedimensionale ruimte (anders zou het automatisch een binnen- en buitenkant hebben). Als je de origami van een niet-oriënteerbaar oppervlak zelf probeert te maken (bijvoorbeeld die van het projectieve vlak in figuur 7), zal je er dus nooit in slagen om alle zijden daadwerkelijk aan elkaar te kleven; daarvoor heb je een ruimte van meer dan drie dimensies nodig. De origami beschrijft echter nog steeds een abstract topologisch oppervlak. Opgave 3a (max. 50 punten): Bereken de Eulergetallen van de oppervlakken met de origami s in figuur 8. Opgave 3b (max. 50 punten): Welk van deze oppervlakken is oriënteerbaar? Opgave 3c (max. 50 punten): Zijn deze oppervlakken homeomorf? 6

Figuur 8: Het linkse oppervlak is de beroemde fles van Klein. Merk op dat we in de rechtse origami vier verschillende soorten pijlen gebuiken. Antwoordenvel Omcirkel in opgave 1a het juiste antwoord. Een goed antwoord levert 50 punten op, blanco levert 0 punten op, bij een fout antwoord verlies je 50 punten! Antwoord opgave 1a: Antwoord opgave 1b: JA NEE blanco. Antwoord opgave 2a: Antwoord opgave 2b: Omcirkel in opgaven 3b en 3c het juiste antwoord. Een goed antwoord levert 50 punten op, blanco levert 0 punten op, bij een fout antwoord verlies je 15 punten in 3b en 50 punten in 3c! Antwoord opgave 3a: 7

Het Eulergetal van het linkse oppervlak is.... Het Eulergetal van het rechtse oppervlak is.... Antwoord opgave 3b: allebei enkel het linkse enkel het rechtse geen van beide blanco. Antwoord opgave 3c: JA NEE blanco. Oplossingen Sum of Us 2014 Antwoord opgave 1a: JA Antwoord opgave 1b: Antwoord opgave 2a: 2. Antwoord opgave 2b: 2 2n. Antwoord opgave 3a: Het Eulergetal van het linkse oppervlak is 0. Het Eulergetal van het rechtse oppervlak is 0. Antwoord opgave 3b: geen van beide. Antwoord opgave 3c: JA. 8