10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 1. 10 PUNTEN Atrofie is een vorm van celadaptatie. Definieer atrofie, bespreek het mechanisme en geef enkele voorbeelden. 1/8
10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 2. 10 PUNTEN Bij patiënten met veel afbraak van rode bloedcellen vindt men in de lever vaak een bruin pigment. Wat is de naam van dit pigment, waaruit bestaat het, hoe wordt het gevormd en hoe kan men het aankleuren voor lichtmicroscopie? 2/8
10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 3 15 PUNTEN Bespreek de rol van het retinoblastoma eiwit bij de normale regulatie van de celcyclus. Geef een voorbeeld hoe een verstoorde werking van dit eiwit aanleiding kan geven tot tumorvorming. 3/8
10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 4 15 PUNTEN Welke verschillende stappen herkent men bij het proces van wondheling? 4/8
10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 5 15pt In de context van tumoren spreekt men wel van anaplasie. Wat is dit? Geef een 8-tal kenmerken met een korte bespreking. 5/8
10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 6 10pt Het Phosphate and Tensin Homologue (PTEN) is een bekend tumorsuppressor gen: bespreek de rol van tumorsuppressor genen in het algemeen en van PTEN in het bijzonder. 6/8
10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 7 10pt Bespreek het risico van lood als toxisch agens in het milieu. Welke effecten heeft het op de mens? Wat zijn de voornaamste bronnen. 7/8
10 juni 2012 3 e bachelor arts DEEL A VRAAG 8 15 pt Een recente studie naar de Global Burden of Disease gebruikt als voornaamste parameter de DALY. Leg uit wat dit is. Bespreek de voornaamste trends wereldwijd in de periode 1990-2010. 8/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 1 15 PUNTEN a) Welke grote categorieën eicosanoïden ken je? (5 punten) b) Vanaf welke bron worden ze gevormd en wat zijn hun belangrijkste effecten? (5 punten) c) Geef voorbeelden van hoe farmaca hun productie kunnen wijzigen? (5 punten) 1/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 2 15 PUNTEN a) Tot welke categorie stoffen behoort CRP en hoe worden de bloedspiegels van deze groep stoffen geregeld? (5 punten) b) Wat is de chemische structuur en biologische functie van CRP? Is er een verband? (5 punten) c) Wat is het diagnostisch nut van CRP en wat zijn de diagnostische beperkingen? (5 punten) 2/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 3 10 PUNTEN a) Geef 4 verschillende mechanismen waardoor oedeem kan ontstaan? (4 punten) b) Vermeld een specifiek voorbeeld van elk. (4 punten) c) Wat zijn de mogelijke klinische uitingen van oedeem? (2 punten) 3/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 4 15 PUNTEN a) Wat is de definitie van embolie? Wat is het verschil met trombus? (5 punten) b) Welke soorten embolieën ken je? (5 punten) c) Wat zijn hun respectievelijke oorzaken en gevolgen? (5 punten) 4/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 5 15 PUNTEN a) Hoe ontstaat en evolueert atherosclerose? (5 punten) b) Wat zijn de belangrijkste risicofactoren? (5 punten) c) Wat zijn de mogelijke klinische gevolgen? (5 punten) 5/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 6 10 PUNTEN a) Welke moleculaire vormen van vitamine A ken je en welke functies oefenen ze uit? (5 punten) b) Hoe ontstaat vitamine A deficiëntie en wat zijn de klinische gevolgen? (5 punten) 6/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 7 10 PUNTEN a) Definieer voor een laboratoriumtest: Diagnostische sensitiviteit? (2 punten) Diagnostische specificiteit? (2 punten) Positieve predictieve waarde? (2 punten) Negatieve predictieve waarde? (2 punten) b) Wordt de positieve predictieve waarde van een test voor een bepaalde aandoening beïnvloed door de prevalentie van de aandoening in de onderzochte populatie? Verklaar. (2 punten) 7/8
10 juni 2013 3 e bachelor arts DEEL B VRAAG 8 10 PUNTEN a) Door welke verschillende mechanismen kan een verhoogde circulerende activiteit van normaal intracellulaire enzymen gebruikt in de klinische enzymologie ontstaan? Geef een voorbeeld van elk. (5 punten) b) Welke eigenschappen bepalen of een intracellular enzyme een goede kandidaat is om als circulerende merker gebruikt te worden? (5 punten) 8/8