ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk dienst: Z2018-0009547 bevoegd gezag: provincie Groningen
ONTWERP BESLUIT Onderwerp Op 7 september 2018 is door Salt een aanvraag ingediend voor solid soda dosering. De aanvraag heeft betrekking op de locatie Oosterhorn 4 te Farmsum. De aanvraag is geregistreerd onder registratienummer Omgevingsloket 3650523. De aanvrager heeft verzocht om de omgevingsvergunning in twee fasen te verlenen (artikel 2.5 Wabo). In dit besluit wordt besloten over fase 1. Fase 1 betreft de activiteit "milieuneutraal veranderen van de inrichting" (artikel 2.1 lid 1 onder e jo. artikel 3.10 lid 3 Wabo). Het separate fase 2 besluit heeft betrekking op de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" (artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo). Voor deze fase 2 moet nog een aanvraag worden ingediend. Ten overvloede merken wij op dat zonder positief fase 2 besluit voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" (artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo) geen omgevingsvergunning in werking is getreden (artikel 2.5 lid 8 Wabo). De uitvoering van de activiteiten kan pas plaatsvinden als beide fase-besluiten zijn verkregen. Besluit Het college van Gedeputeerde Staten is voornemens te besluiten: 1. gelet op artikel 2.1 Wabo, een fase 1 besluit te verlenen overeenkomstig de aanvraag en de bij de aanvraag behorende bescheiden; 2. dat het fase 1 besluit wordt verleend voor de activiteit milieuneutraal veranderen van de inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e jo. artikel 3.10 lid 3 Wabo); 3. dat de volgende stukken deel uitmaken van de vergunning. Aanvraagformulier, OLO-nummer 3650523, d.d. 7 september 2018; Projecttoelichting aanvraag omgevingsvergunning d.d. 13 augustus 2018; Kennisgeving en terinzagelegging Van dit ontwerpbesluit wordt kennisgegeven in het Dagblad van het Noorden (editie Noord) en op de provinciale website. Het ontwerpbesluit met de daarbij behorende stukken liggen gedurende zes weken ter inzage in het gemeentehuis van de gemeente Delfzijl en in het provinciehuis te Groningen. Zienswijzen Gedurende de periode dat het ontwerpbesluit met de daarbij behorende stukken ter inzage ligt, heeft eenieder de mogelijkheid om zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen. Het naar voren brengen van zienswijzen kan zowel mondeling als schriftelijk. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan het college van Gedeputeerde Staten. Voor het mondeling indienen van een zienswijze dient een afspraak te worden gemaakt. Ontwerpbesluit Salt Pagina 2 van 10
Ondertekening Dit document is nog geen definitief besluit en is daarom niet ondertekend. Verzending Verzonden op: 5 december 2018 Een exemplaar van dit ontwerpbesluit is verzonden aan: Salt, Postbus 124, 9930 AC Farmsum; College van Burgemeester en Wethouders gemeente Delfzijl, Postbus 20.000, 9930 PA Delfzijl; Burgemeester van de gemeente Delfzijl, Postbus 20.000, 9930 PA Delfzijl; Bestuur van de Veiligheidsregio Groningen, Postbus 66, 9700 AB Groningen; Inspectie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag; Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag; Inspectie voor de Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD te Den Haag; Waterschap Hunze en Aa's, Postbus 195, 9640 AD Veendam; Rijkswaterstaat Noord Nederland, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht. Ontwerpbesluit Salt Pagina 3 van 10
INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Inhoudsopgave 1. PROCEDURELE ASPECTEN... 5 1.1 Bevoegd gezag... 5 1.2 Verklaring van geen bedenkingen... 5 1.3 Uitgebreide procedure... 5 1.4 Toezenden aanvraag... 5 1.5 Toezenden ontwerpbesluit... 5 1.6 Besluit milieu effectrapportage... 6 2. Inhoudelijke overwegingen... 7 2.1 Milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting... 7 3. Verklaring van geen bedenkingen... 9 Ontwerpbesluit Salt Pagina 4 van 10
1. PROCEDURELE ASPECTEN 1.1 Bevoegd gezag Gelet op de projectbeschrijving en op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage, zijn wij bevoegd om de omgevingsvergunning te verlenen of te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 1.2 Verklaring van geen bedenkingen Omdat het industrieterrein Oosterhorn is aangewezen als een ontwikkelingsgebied als bedoeld in de Crisis- en herstelwet (Chw), kan volgens artikel 2.27 lid 1 Wabo in samenhang met artikel 2.3 Chw een vergunning van Gedeputeerde Staten alleen worden verleend nadat burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl verklaard hebben dat zij daartegen geen bedenkingen hebben. Hierbij geldt dat de verklaring slechts kan worden geweigerd in het belang van de optimalisering van de milieugebruiksruimte binnen het desbetreffende ontwikkelingsgebied. Op 26 november 2018 hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl verklaard geen bedenkingen te hebben tegen het verlenen van onderhavige omgevingsvergunning. Een exemplaar van de verklaring van geen bedenkingen (VVGB) is bijgevoegd en maakt integraal onderdeel uit van deze beschikking. 1.3 Uitgebreide procedure Omdat er een VVGB nodig is, is deze beschikking conform art. 3.10 Wabo voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. De ontvangst van de aanvraag is bevestigd aan de aanvrager. Van dit ontwerpbesluit wordt kennisgegeven in het Dagblad van het Noorden en op de provinciale website. Het ontwerpbesluit met de daarbij behorende stukken liggen in het gemeentehuis van de gemeente Delfzijl en in het provinciehuis gedurende zes weken na publicatie van dit besluit ter inzage. 1.4 Toezenden aanvraag Mede bevoegde gezagen Tevens is de aanvraag voor advies gezonden aan Waterschap Hunze en Aa's; Rijkswaterstaat Noord-Nederland. Bestuursorganen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 Bor en aangezien de aanvraag betrekking heeft op milieuactiviteiten binnen een hogedrempelinrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, Besluit risico s zware ongevallen 2015, hebben wij, conform art. 6.15 Bor, de aanvraag gezonden aan: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat; Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid; de burgemeester van de gemeente Delfzijl; het bestuur van de veiligheidsregio. Wij hebben geen adviezen ontvangen naar aanleiding van toezending van de aanvraag. 1.5 Toezenden ontwerpbesluit Aan de instanties die de aanvraag hebben ontvangen is tevens het ontwerp besluit verzonden. Dit ontwerpbesluit is ook aan de inspecteur voor de Leefomgeving en Transport verzonden omdat de aanvraag betrekking heeft op het oprichten, veranderen, veranderen van de werking of het in werking Ontwerpbesluit Salt Pagina 5 van 10
hebben van een inrichting die behoort tot één van de in bijlage III Bor aangewezen categorieën (artikel 6.3 lid 2 Bor). 1.6 Besluit milieu effectrapportage Deze omgevingsvergunning leidt niet tot andere activiteiten. Er is dus geen sprake van een voorgenomen activiteit die valt onder een categorie van de C-lijst en D-lijst van het Besluit milieueffectrapportage. Dit betekent dat geen m.e.r.-beoordeling en milieueffectrapport aan de orde is. Ontwerpbesluit Salt Pagina 6 van 10
2. INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 2.1 Milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting Huidige vergunningsituatie Verleende omgevingsvergunningen: Revisievergunning bij besluit van 25 september 2007 (kenmerk 2007-35.501/39, MV); Verleende milieuneutrale omgevingsvergunningen: Op aanvraag d.d. 29 april 2011, voor de plaatsing van een laagspanningschakelgebouw met twee transformatoren nabij het pekelbassin; Op aanvraag d.d. 30 maart 2012, voor het intrekken van paragraaf 5.4. (in werking brengen) van de revisie vergunning (verleend bij besluit van 25 september 2007); Op aanvraag d.d. 5 maart 2014 voor een bovengrondse olieafscheider. Op aanvraag d.d. 5 september 2014, voor het in gebruik nemen van een bestaand gebouw als kantoor en als opslag van materialen voor stops van onderhoud aan installaties; Op aanvraag d.d. 24 augustus 2016 voor het opstellen van maximaal 30 soda-trailers. De voorschriften van de onderliggende (milieu)vergunningen zijn van overeenkomstige toepassing op de aangevraagde verandering, tenzij de aard van de vergunning en/of de aard van de verandering zich daartegen verzet. Tevens gelden de op de inrichting van toepassing zijnde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Toetsingskader In artikel 2.14 lid 5 Wabo wordt bepaald dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning(en) is toegestaan; niet mer-plichtig is; en niet zal leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend. Hieronder volgt de toetsing of aan deze voorwaarden is voldaan. Andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu De voorgenomen verandering betreft de plaatsing van een nieuwe silo van 250 m 3 voor de opslag van vast soda in plaats van de opslag van vast soda in trailers op het terrein. In de nieuwe situatie wordt de soda in een nieuwe installatie direct opgelost in pekel in plaats van de soda eerst op te lossen in water. De productiecapaciteit en het productieproces veranderen niet. Door de soda niet meer op te lossen in water wordt energie bespaard, doordat dit water niet meer verdampt hoeft te worden. De verwachte energiebesparing komt per jaar overeen met 16.700 ton stoom en 532 MWh elektriciteit. De aangevraagde wijziging heeft geen gevolgen voor de overige milieuaspecten zoals externe veiligheid, emissies naar de lucht, emissies naar de bodem, geluidemissies en leidt niet tot relevante toename van de hoeveelheid afval, afvalwater en watergebruik. M.e.r.-plicht De voorgenomen verandering is niet opgenomen in bijlage C of bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage 1999. In de Provinciale Omgevingsverordening zijn geen aanvullende activiteiten opgenomen waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. De activiteit is derhalve niet m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig. Ontwerpbesluit Salt Pagina 7 van 10
Andere inrichting Het betreft een inrichting voor de productie van zout. Door de voorgenomen verandering zal dit niet veranderen. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Er zijn geen redenen om in dit besluit voor deze activiteit nadere voorschriften op te nemen. De voorschriften van de vigerende vergunningen voldoen, alsmede de op de inrichting van toepassing zijnde voorschriften uit het Activiteitenbesluit. Ontwerpbesluit Salt Pagina 8 van 10
3. VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Ontwerpbesluit Salt Pagina 9 van 10
Ontwerpbesluit Salt Pagina 10 van 10