Keuzedocument Stimulerende Bijstandsregeling



Vergelijkbare documenten
Een stimulerende bijstandsregeling

INITIATIEFVOORSTEL EEN STIMULERENDE BIJSTANDS- REGELING

Commissie notitie. Onderwerp: Stimulerende bijstandsregeling.

ECSD/U

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 5 april 2017 ALDUS VASTGESTELD 12 APRIL Initiatiefvoorstel raadswerkgroep pilot regelarme bijstand

Gemeente Ede. Memo. Aan : Gemeenteraad. Van : College van Burgemeester en Wethouders. Opgesteld door : Rob Albersnagel. Datum : 15 maart 2016

Advies met betrekking tot het Vertrouwensexperiment met de bijstand

Arbeidsparticipatie als integraal onderdeel van het ondersteuningsplan Eveline Wauters Gemeente Eindhoven Marianne Kuijpers Gemeente Eindhoven

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

M E M O. 1 Kamerstukken II 2016/2017, 34352, nr. 39

Decentralisaties. Ingangsdatum 1 januari 2015: Jeugdzorg (behandeling in 1e kamer ws in feb 2014) Wmo 2015 / AWBZ. Participatiewet

Raadsvoorstel. Vergadering : 26 januari Agendapunt : 5. Programma : (8) Werk en bijstand Portefeuillehouder : H. Rijpstra. Aan de Raad.

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Akkoordstukken. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen

Openbaar. Experimenten Participatiewet. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Agenda-initiatief van de raadsleden Eylem Köseoglu (PvdA) en Romkje Mathkor (GroenLinks)

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Voorbereiden door krachten te bundelen Visie op nieuwe taken Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus BA Oss - telefoon wmoraad@oss.nl

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus BA Oss - telefoon wmoraad@oss.nl

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

Commissie notitie. Onderwerp: Nadere Regeling Tegenprestatie

Veranderingen in de Wet werk en bijstand in 2015

Geachte leden van de commissie Ruimte en Vastgoed,

Evoluon 4 februari 2014

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Huis van Renkum. Doelen waaraan wordt bijgedragen

Workshop decentralisaties sociaal domein. 30 september 2013

Aanvraag experimenten Participatiewet

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Discussienota Naar een socialere bijstand GroenLinks Den Haag November 2015

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Beantwoording vragen ex art. 38 RvO van 100% Groningen over het vermelden van. uitkeringsbedragen in bruto en armoedeval.

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/4

WWB wijzigt per 1 januari 2015 in Participatiewet. De kostendelersnorm

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Sociaal domein. Beeldvormende raad Boxtel - St. Michielsgestel - Haaren. 1 februari Sociaal domein - 1 februari

Wet stimulering arbeidsparticipatie

portefeuillehouder ak e i e \* Secretaris akkoord

Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013

Nieuwe regels voor de bijstandsuitkering. De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een

Proces 3 Decentralisaties Samen optrekken in de Achterhoek

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/003186

BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY

gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 2 van de Participatiewet en artikel 2 van de verordening individuele inkomenstoeslag Castricum 2015;

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Integraal en ontschot werken; kan het? Divosacongres 17 november 2016

Evaluatie Nadere Regels subsidie aanvulling kinderopvangtoeslag + begeleiding kinderopvangklanten

Beschut werk in Aanleiding

Ontwerpbesluit van, houdende vaststelling van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet)

Raadsvoorstel en besluitnota

Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Raadsvoorstel Zeewolde

Ontwikkelingen in het sociale domein

Beleidsregels Vrijlatingsfaciliteit en overgangsbepaling WWB

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

ir. G.C.F.M. Depla Memo Wethouder van economie, werk en inkomen en beroepsonderwijs Commissie Economie en Mobiliteit

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Sociale Wijkteams Zaanstad

Gemeente participatie en lokale initiatieven

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Notitie parttime en tijdelijk werk vanuit de bijstand Auteur: Erik Huisman/BMC Datum:

TOELICHTING VERORDENINGEN WERK EN INKOMEN GEMEENTE HATTEM Bijlage bij raadsvoorstel

Voorstel beleidsplan juli 2018-juli 2022

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Beleidsregels Deeltijd ondernemen in de bijstand Orionis Walcheren 2015

WMO Raad Duiven Postbus AD Duiven JAARVERSLAG Participeren is gewoon meedoen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;

Doel. 1 Gemeenten kunnen met de voorziening beschut werken mensen in een dienstbetrekking laten werken. Het

Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de bezuinigingen vanaf 2012 op het minimabeleid

Integrale aanpak What s in a name? Studiedag 3 november 2016

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/13096_1 Agendapunt 7

Verslag expertmeeting Vrijwilligerswerk als (op)stap naar particpatie, dinsdag 9 december 2014 Aanwezig 43 personen (23 organisaties) 1

Raadsvoorstel Openbare Raadsvergadering LE - Raadstukken 2014\80

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

Participatiewet: wat verandert er voor u? Van Wet werk en bijstand naar Participatiewet

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

Een nieuwe taak voor gemeenten

Er komt zo snel mogelijk, na vaststelling van de verordening, een publieksversie, waarin de verschillende onderdelen worden uitgewerkt.

Roosen. daal. Gemeente. Aan de leden van de gemeenteraad. Geachte raadsleden,

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Transcriptie:

Keuzedocument Stimulerende Bijstandsregeling Sinds januari is op het gebied van werk, zorg en jeugd een omvangrijk deel van de rijksoverheid- of provincietaken gedecentraliseerd naar onze stad. Zo ligt ook de uitvoering van de Participatiewet waarin de oude WWB, de WSW en een deel van de Wajong zijn samengevoegd, bij de Gemeente Eindhoven. Los van de flinke bezuinigingen die met deze decentralisaties gepaard gaan, is het idee dat gemeenten dichterbij inwoners staan, en daarmee een integralere kijk op de uitvoering ervan hebben dan het Rijk. Nu valt steeds meer op dat inwoners regelmatig vastlopen in de regeltjes/werkwijze, met name bij de Participatiewet. Bovendien past die werkwijze niet volledig bij de visie van WIJeindhoven waarmee de gemeente alledrie de decentralisaties vorm wil geven. Zo staat bij WIJeindhoven maatwerk centraal, waar het Rijk in de Participatiewet veel standaardmaatregelen voorschrijft. Daarbij komt dat toekomstige maatschappelijke en economische ontwikkelingen, zoals de impact van globalisering en technologische vooruitgang, om een antwoord vragen. In mei heeft GroenLinks in de raadsvergadering een initiatiefvoorstel aangeboden, om een Living Lab (leertuin) op te zetten voor een meer stimulerende bijstandsregeling. De verwachting is dat door een iets ruimere denkwijze over wat werk en participatie inhoudt, een positieve en integrale begeleiding vanuit de WIJfilosofie, en een kleine bijverdienmogelijkheid, de intrinsieke motivatie, de participatie en ook het welzijn van inwoners vergroot wordt. Na een levendige discussie in de commissie, heeft dit geleid tot het opzetten van een meedenkgroep waar gezamenlijk met andere partijen de ideeen verder uitgewerkt worden. Om het gesprek te vergemakkelijken heeft een kleine kerngroep bijgaand keuzedocument opgesteld. Tijdens de bijeenkomst op 1 september gaan we met elkaar in gesprek rondom een aantal thema's om samen te komen tot input voor een vernieuwend, doch haalbaar voorstel. Saskia Lammers, GroenLinks Patrick van der Voort, BBL Paul Gielen, D66 Sjir Hoeijmakers, onafhankelijk Wat is het doel van dit project? Een bijstandsregeling, die de intrinsieke motivatie van inwoners versterkt, minder vanuit plichten werkt, en vanuit samenspraak betaald werk en/of participatie stimuleert. Verwachte resultaat Inzicht in welke werkwijze de meeste positieve effecten heeft op welzijn, gezondheid, participatie, financiën. Wat gebeurt er als de negatieve prikkels in het systeem worden weggelaten en enkel positieve prikkels worden toegepast? Middels kwantitatief en met name kwalitatief onderzoek worden de onderliggende maatschappelijke mechanismen blootgelegd, wat leidt tot handvaten voor bijv. de gemeente en WIJgeneralisten. Ook kan op basis van het onderzoek een beslissing plaatsvinden over eventuele implementatie in de stad en/of adviezen aan het ministerie. Waarom een pilot? Ondanks de decentralisatie van de Participatiewet schrijft deze vrij gedetailleerd aan gemeenten voor welke plichten er gelden voor bijstandsgerechtigden, welke maatregelen hierop van toepassing zijn etc. Dit beperkt de mogelijkheden voor gemeenten om het anders aan te pakken. De participatiewet kent echter een experimenteerartikel, en ook minister Klijnsma geeft aan wel oren te hebben als gemeenten willen experimenteren met een andere werkwijze. Deze ruimte biedt de mogelijkheid om weliswaar niet in een keer, maar wel stappen te zetten richting een meer stimulerende bijstandsregeling.

Overigens is de beoogde werkwijze ook dusdanig anders, dat voor een kwalitatieve uitrol het verstandig zal zijn, om klein te beginnen, hiervan te leren, en vervolgstappen te zetten. Tegelijkertijd moet zo veel mogelijk voorkomen worden dat er te grote rechtsongelijkheid kan ontstaan in de stad. De groep deelnemers moet enerzijds groot en divers genoeg zijn om vergelijking mogelijk te maken, en representativiteit te garanderen. De groep deelnemers moet anderzijds klein genoeg zijn om de kwaliteit van de opzet van het project vast te houden. Wat is behapbaar voor de organisatie? Deze balans dient door het college bewaakt te worden. Overzicht te maken keuzen Bij het uitdenken van de leertuin is er een aantal thema's waarop keuzen gemaakt dienen te worden: 1. Keuze inwonersgroep: wijkgerichte aanpak 2. Positieve begeleiding vanuit WIJfilosofie, vrijwaren van verplichtingen 3. Flexibele verdienregeling 4. Onderzoek naar maatschappelijke effecten Deze onderwerpen staan centraal in de discussiebijeenkomst op 1 september. Uiteraard is het dan mogelijk om ook andere onderwerpen in te brengen. Keuze inwonersgroep: een wijk Bij het maken van de keuze voor de doelgroep is er een aantal mogelijkheden: de leertuin kan vooreen selectieve doelgroep (bijv. jongeren) opgezet worden of we kunnen een brede groep betrekken bij het project en het in een wijk uitrollen. Het voordeel van een selectieve doelgroep is dat er meer kennis over deze specifieke groep ontstaat. Het voordeel van een wijkgerichte aanpak is dat de integrale effecten, zoals bijv. de impact op de sociale omgeving, kunnen worden meegenomen. Bovendien kan bekeken worden of de werkwijze bij de ene groep beter aansluit dan bij de andere. Daarnaast werkt het ook praktischer om een WIJteam in een nieuwe werkwijze mee te nemen. Onze voorkeur gaat dan ook uit naar een wijkgerichte leertuin. Maar dit willen we graag toetsen tijdens de discussiebijeenkomst. Ook vragen we mee te denken welke aandachtspunten/randvoorwaarden hierbij essentieel zijn. Denk hierbij aan onderwerpen als: Keuze van de wijk zo representatief mogelijk Criteria voor deelname: alle bijstandsgerechtigden (incl. zelfstandigen?) in de wijk, die de bijstand toegekend hebben gekregen (vanaf moment van toekenning). Vrijwilligheid van deelname: via opt-out kan men ervoor kiezen niet mee te doen. Tegelijkertijd willen we deelname volop stimuleren, ook omdat dat de representativiteit ten goede komt. Wanneer deelnemers het experiment beëindigen of voltooid hebben, moeten zij zonder problemen terug kunnen vallen op de dan geldende wet- en regelgeving. Begeleiding vanuit WIJfilosofie In Eindhoven is gekozen om het sociale beleid op een andere manier vorm te geven: WIJEindhoven. Een nieuwe koers, waarbij de grootste belofte is dat de inwoner meer centraal staat, maatwerk essentieel is en vanuit integraliteit gewerkt wordt. Een huishouden, een generalist, een plan. Kenmerkende woorden hierbij zijn: eigen kracht, samenkracht en wederkerigheid. Sinds kort wordt ook 'werk & inkomen' langzaamaan bij de WIJteams uitgerold, te beginnen bij Woensel Zuid. De WIJfilosofie vraagt een andere werkwijze van de professional. In samenspraak met de inwoner wordt bekeken wat de inwoner zelf, het sociale netwerk en de eventueel specialistische trajecten kunnen betekenen in zijn/haar specifieke situatie. Dat betekent dat de WIJprofessional kwalitatief sterk is en een goede klik en vertrouwensband met het individu moet weten te realiseren, ongeacht leeftijd, afkomst of leefstijl.

De WIJgeneralist staat middenin de wijk en krijgt met allerlei sociale en maatschappelijke kwesties te maken: eenzaamheid, werkeloosheid, inkomens- en schuldzorgen en psychische of fysieke zorg- en hulpvragen. De WIJteams richten zich naast de persoonlijke ontwikkeling ook op de deelname van inwoners aan de samenleving, het verbeteren van het woon- werk- en leefklimaat in wijken en het bevorderen van de participatie, integratie en het welbevinden van individuele bewoners en groepen bewoners. Dat vraagt niet alleen een andere houding van de WIJgeneralist, maar ook van alle Eindhovenaren. Er wordt van ieder van ons een grotere betrokkenheid verwacht bij elkaar en bij onze leefomgeving. Begeleiding op werk & inkomen In deze leertuin willen we bijstandsgerechtigden zo veel mogelijk vrijwaren van de geldende verplichtingen om zo te bekijken of een positieve benadering, zonder dwang en regeltjes, beter werkt. We triggeren hun intrinsieke motivatie. Dat wil niet zeggen, dat we hen loslaten. Juist niet. Iedereen wordt vanuit de WIJfilosofie begeleid, waarbij in samenspraak stappen richting participatie worden gezet. Wel betekent dat, dat mensen niet verplicht aan re-integratietrajecten zoals het WLB hoeven mee te doen, geen verhuisplicht hebben voor banen binnen 3 uur per dag reizen, er geen eisen aan hun uiterlijk of aan hun vaardigheden worden gesteld en niet verplicht zijn vrijwilligerswerk door te geven etc. Ook de maatregelenverordening wordt niet toegepast. Dat wil niet zeggen dat er niet in gesprek kan worden gegaan met bijstandsgerechtigden. Men mag een spiegel worden voorgehouden, maar alles om de intrinsieke motivatie te versterken. Deze werkwijze sluit aan bij de wens van Eindhoven om 'dingen mogelijk te maken' en ons niet te verschuilen achter richtlijnen. Een belangrijk verschil met de huidige werkwijze op werk & inkomen is dat een inwoner in samenspraak met een generalist integraal naar zijn specifieke situatie kijkt. Welke stappen zijn het belangrijkste om te zetten? Eerst een stabiele thuissituatie, zekerheid over werk en inkomen of aan de slag met een persoonlijke hulpvraag? Hoe kan de participatie bevorderd worden? Is de eerste stap het opbouwen van zelfvertrouwen/vaardigheden in een vrijwilligersfunctie bij bijv. een buurtinitiatief of is solliciteren naar betaald werk zinvol? Wat draagt bij aan iemands vaardigheden? Hoe kan iemands netwerk vergroot worden? Bij welke vacatures van het Werkgelegenheidsteam gaat iemands hart sneller tikken? Welk (reintegratie)traject past hier het beste bij? Goede informatie over de mogelijkheden van trajecten, opleidingen is daarbij een vereiste. Evenals toegang (bijv. intermediairfunctie) tot bijv. het Werkgeversteam en andere organisaties (bijv. WLB, SD, Summa, KvK, MKB enz.). Tijdens de discussiebijeenkomst willen we met elkaar antwoord geven op de volgende vragen: Wat betekent het begeleiden vanuit positieve prikkels i.p.v. regels? Welke verplichtingen werken beperkend en moeten vervangen worden door positieve prikkels? Waar houdt het werk van de generalist op en begint de specialistische tweedelijn (werk, opleiding/onderwijs, inkomen/schulden)? Wensen we liever een individuele (meer maatwerk) of een groepsbegeleiding (meer steun/netwerk)? Of een combinatie van beide? En hoe zorgen we hiervoor (bijv. ontmoetingsplek)? Flexibele verdienregeling Uit het rapport van Divosa eind juni blijkt dat slechts 9% van de bijstandsgerechtigden parttime naast de uitkering werkt, en dat zij wel tweemaal zo snel uitstromen. Parttime werken verdient daarmee een extra stimulans. De Participatiewet geeft gemeenten de mogelijkheid om inkomen uit arbeid gedeeltelijk vrij te laten als het werk naar de mening van de gemeente bijdraagt aan arbeidsinschakeling. De vrijlating mag zes maanden duren en bedraagt 25% van het verdiende inkomen met een maximum van 196 euro per maand (januari 2015). Sowieso is deze mogelijkheid bij lang niet alle mensen bekend, maar als dat wel zo is, zijn veel bijstandsgerechtigden bang dat ze daarna een of meerdere maanden zonder inkomen komen te zitten of opnieuw een uitkeringsaanvraag moeten doorlopen: een belemmering voor het aanvaarden van tijdelijk werk. Hierdoor is er in de praktijk vaak sprake van een armoedeval.

In deze leertuin willen we de inschrijfduur van de uitkering tot aan het einde van het project garanderen. Dus in en uit de uitkering stromen, deels bijverdienen, moet heel soepeltjes gaan. Dat betekent dat de uitkering bij inkomen uit arbeid niet beëindigd maar geblokkeerd wordt voor een langere periode dan de huidige 3 maanden. Bovendien willen we dat de zoektermijn voor jongeren bij het hernieuwen van een aanvraag niet toegepast wordt. Ook willen we een pilot doen met een 'bijverdienmogelijkheid'. We kunnen keuzen maken in de hoogte van het bedrag, maar ook in de vorm. Om rechtsongelijkheid te voorkomen versus mensen in de wijk die net boven bijstandsniveau zitten, denken wij nu aan een flexibele verdienregeling, die werkt als een een soort omgekeerde inkomstenbelasting (zie rekenvoorbeeld (let op: fictieve bedragen)). In plaats van dat de bijverdiensten volledig op de uitkering gekort worden, wordt een percentage van deze bijverdiensten ingehouden. De maximale inkomsten tot wanneer een inwoner recht heeft op (gedeeltelijke) bijstand worden verhoogd naar een bedrag volgend uit dit percentage. Ook inwoners die door parttime werk nu net buiten de regeling vallen kunnen zo in de pilot worden meegenomen, wat ervoor zorgt dat mensen binnen en buiten de huidige bijstand gelijk worden behandeld. Rekenvoorbeeld Flexibele Verdienregeling inkomen na toepassing uitkering (excl. belastingen, toeslagen) situatieschets (fictieve bedragen) thuissituatie alleenstaande bijstandsuitkering 1.000 100% (huidige situatie) 80% 60% 40% (rond belastingtarief) inkomsten werk bijstand totaal inkomen bijstand totaal inkomen bijstand totaal inkomen bijstand totaal inkomen 0 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 250 750 1.000 800 1.050 850 1.100 900 1.150 500 500 1.000 600 1.100 700 1.200 800 1.300 750 250 1.000 400 1.150 550 1.300 700 1.450 1.000 0 1.000 200 1.200 400 1.400 600 1.600 1.500 0 1.500 0 1.500 100 1.600 400 1.900 2.000 0 2.000 0 2.000 0 2.000 200 2.200 2.500 0 2.500 0 2.500 0 2.500 0 2.500 Keuze voor de mate van verrekenen Bij de keuze voor de mate van verrekenen spelen een paar zaken een rol: De door de inwoner te behouden bijverdiensten moeten substantieel genoeg zijn om de stimulerende werking ervan te garanderen. Het bedrag kan ook weer niet te hoog zijn, om: o Te voorkomen dat deelnemers geen aanspraak meer kunnen maken op landelijke toeslagen zoals zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget. o De financiële haalbaarheid van het project te garanderen. o Te grote inkomensteruggang te vermijden mocht het project na afloop niet worden doorgezet. Wellicht kan hiervoor ook naar mogelijkheden van een revolving fund worden gekeken. Datgene wat mogelijk uitgespaard wordt aan uitkeringen door de stimulans parttime te kunnen werken, komt ten goede aan het project. De consequenties van verschillende verrekenpercentages (bijv. 40%, 60% of 80%) kunnen bekeken worden door het college. Ook kan onderzocht worden of het financiële risico afgedekt zou kunnen worden met een social impact bond. Op 1 september willen we de flexibele verdienregeling goed doordenken. Ook willen we kijken naar mogelijke andere drempels, denk aan administratieve lasten, kinderopvang etc.

Onderzoek naar maatschappelijke effecten Om een goed beeld te krijgen van de effecten van het project wordt een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek verricht. Dit onderzoek bestaat uit twee delen: Onderzoek naar de effecten bij de deelnemer Onderzoek naar de effecten bij de gemeenschap Effecten op de deelnemer Om de effecten van het project in beeld te brengen wordt allereerst getracht aan te sluiten bij indicatoren die worden ingezet in het sociale domein/participatiewet (bijv. instroom/uitstroom, succes van trajecten). Hierdoor worden de gegevens vergelijkbaar met andere wijken. Aanvullend hierop is het ook van belang inzicht te krijgen in de ervaren kwaliteit van leven van de deelnemers. We willen inzicht krijgen in de onderliggende mechanismen. Daarbij dient de vraag te worden gesteld; wat vinden mensen belangrijk en wat is voor hen kwaliteit van leven? Om voldoende focus in het onderzoek aan te brengen, kiezen we voor bijv. 6 thema's. Denk hierbij aanarbeidsparticipatie/ondernemerschap, andere vormen van participatie, klanttevredenheid, welzijn/kwaliteit van leven, gezondheid en financiële impact. Tijdens de bijeenkomst op 1 september willen we graag input vragen op welke thema's het belangrijkst worden geacht. Effecten op de gemeenschap Effecten op het individu kunnen niet los worden gezien van de effecten en ontwikkelingen van de context waarin mensen leven. Hoe mensen zich gedragen als individu heeft invloed op de gemeenschap, de wijk, de buurt en andersom. Met dit experiment willen we effecten op de gemeenschap inzichtelijk maken. Hierbij valt te denken aan; ervaren kwaliteit van leven van de gemeenschap, sociale cohesie, netwerken, ervaring van de buurt/omgeving, veranderingen in sociale structuur bijv. aantal burgerinitiatieven en wijkontwikkeling. Tijdens de bijeenkomst op 1 september willen we graag input op welke thema's het belangrijkst worden geacht. Duur van het project Naast het zichtbaar maken van de individuele effecten op bijv. ervaren kwaliteit van leven, participatie, welzijn, is inzicht in de sociale en maatschappelijke effecten in de gemeenschap wenselijk. De leertuin zal qua duur dan ook passend moeten zijn om beide doelen inzichtelijk te maken. De duur van het project is daarmee minimaal 2 jaar, maximaal 5 jaar. Individuele effecten zijn mogelijk sneller zichtbaar dan effecten in de gemeenschap. We laten ons hierin graag adviseren. Afronding en opschaling Een half jaar voor het einde van het project vragen we het college aan de raad een informatiebrief voor te leggen met daarin de voorlopige resultaten. Daarbij wordt de raad geïnformeerd over de vervolgstappen bij afronding van de leertuin. Indien het project succesvol blijkt is besluitvorming over voortzetting zonder onderbreking van belang. Voorts zal in de raad een voorstel worden besproken over uitrolmogelijkheden in de stad. Indien het project niet succesvol is, zal dit eindigen. Deelnemers zullen hierover tijdig worden geïnformeerd teneinde (individuele) problemen te voorkomen. Denk hierbij aan de armoedeval, vermindering van inkomsten door wegvallen bijverdienmogelijkheden maar ook voldoen aan actuele wet- en regelgeving. Om deze overgang te verzachten kunnen overgangsregelingen worden getroffen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het opzetten van een revolving fund. Algemene randvoorwaarden Voor het gehele experiment geldt ook een aantal randvoorwaarden die nog moet worden uitgedacht wanneer het college hiermee aan de slag kan: Essentieel is dat de inwoner centraal staat. Dat betekent ook dat de uitwerking in samenspraak met bijstandsgerechtigden, onderzoekers, maatschappelijke partners etc. tot stand moet komen.

Om deelnemers aan het project niet te benadelen is het belangrijk dat er goedkeuring vanuit het ministerie komt. Zij mogen nooit de dupe worden van politiek gesteggel. Een voorbereidingsperiode van een half jaar tot een jaar is nodig om potentiële drempels in wet- en regelgeving, financiering etc. te beslechten en de raad mee te nemen in het proces. Er is een stabiele groei van het project nodig: kleine stappen om kwaliteit begeleiding te waarborgen, tegelijkertijd rechtsongelijkheid zo veel mogelijk voorkomen. De financiering van de leertuin kan vanuit de Innovatiegelden Participatiebudget geregeld worden. Deelnemers aan het project worden uitgebreid ingelicht over de inhoud, voorwaarden, doelen en tijdelijkheid van het plan. Om zicht te houden op de voortgang wil de raad ieder kwartaal per raadsinformatiebrief op de hoogte worden gesteld van het verloop van het project. Wellicht dat na opstart de frequentie wat verlaagd kan worden. Met deze keuzen denken wij een goede stap te zetten naar een bijstandsregeling, die de intrinsieke motivatie van inwoners versterkt, minder vanuit plichten werkt, en vanuit samenspraak betaald werk en/of participatie stimuleert. Echter tijdens de bijeenkomst op 1 september gaan we graag met elkaar in gesprek rondom deze thema's om zo tot input te komen voor een vernieuwend, doch haalbaar voorstel.