DEFINITIEF JAARRAPPORT CHEMIE 2013

Vergelijkbare documenten
DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT CHEMIE 2017

VOORLOPIG GLOBAAL JAARRAPPORT CHEMIE 2018

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA & COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2015/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2017/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2017/4

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2018/4

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2018/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2018/2

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2019/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU, COMMISSIE KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE ENQUETE 2013/4

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA & COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE ENQUETE 04/2009

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2017/3

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU, COMMISSIE KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2018/3

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2016/4

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2014/3

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU, COMMISSIE KLINISCHE BIOLOGIE

THERAPEUTISCHE MONITORING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU, COMMISSIE KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE - URINE ENQUETE 2013/2

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE THERAPEUTISCHE MONITORING

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2013/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2016/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CHEMIE URINE ENQUETE 2015/4

CHEMIE CRP en CRP hs

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2014/1

JAARRAPPORT 2008 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2016

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2013

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2015/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2015

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2003/1. Mei

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2015/1

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT EIWITELEKTROFORESE ENQUETE 2018/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

DEFINITIEF JAARRAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING 2016

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2016

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/2

DEFINITIEF JAARRAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING 2013

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2013

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2017/4

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS THERAPEUTISCHE MONITORING. Commentaren 2008

DEFINITIEF JAARRAPPORT Allergie 2015

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2016

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING ENQUETE 2016/2

DEFINITIEF JAARRAPPORT 2013

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2018

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2017/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/2

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2015

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING ENQUETE 2016/3

DEFINITIEF JAARRAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED 2017

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT NIET-INFECTIEUSE SEROLOGIE RF/anti-CCP ENQUETE 2017/1

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2017

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/1

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING ENQUETE 2017/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/1

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/3

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2016/2

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/4 Verbeterde Versie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2018/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT IMMUNOASSAYS ENQUETE 2014/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE RF/anti-CCP ENQUETE 2016/2

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING ENQUETE 2019/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE RF/anti-CCP ENQUETE 2018/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2013/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2017/2

Transcriptie:

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF JAARRAPPORT CHEMIE 2013 WIV-2013/Chemie/111 Expertise, dienstverlening en klantenrelaties Kwaliteit van medische laboratoria J. Wytsmanstraat, 14 1050 Brussel België www.wiv-isp.be

ISSN: 2294-3455 COMITE VAN EXPERTEN WIV (secretariaat) TEL. : 02/642.55.22 FAX : 02/642.56.45 Enquêtecoördinator Y. Lenga Vervanger enquêtecoördinator C. Van Campenhout Experten: TEL.: e-mail : TEL.: e-mail : 02/642.53.96 ylenga@wiv-isp.be 02/642.53.95 cvancampenhout@wiv-isp.be Prof. ANCKAERT E. TEL. : 02/477.50.50 FAX : 02/477.50.60 e-mail : ellen.anckaert@uzbrussel.be Dr. CAVALIER E. TEL. : 04/366.76.92 FAX : 04/366.88.23 e-mail : etienne.cavalier@chu.ulg.ac.be Dr. COUCK P. TEL. : 02/477.50.30 FAX : 02/477.50.60 e-mail : Pedro.Couck@uzbrussel.be Prof. DECLERCQ P. TEL. : 011/30.97.79 FAX : 011/30.97.50 e-mail : peter.declercq@pharm.kuleuven.be Apr. Biol. DESMET K. TEL. : 016/34.79.48 FAX : 016/34.70.10 e-mail : koen.desmet@uzleuven.be Dr. FILLEE C. TEL. : 02/764.67.16 FAX : 02/764.69.05 e-mail : catherine.fillee@lbcm.ulb.ac.be Prof. NEELS H. TEL. : 03/217.78.04 FAX : 03/217.73.58 e-mail : hugo.neels@ua.ac.be Prof. VANSTAPEL F. TEL. : 016/34 70 20 FAX : 016/34 70 42 e-mail : florent.vanstapel@uz.kuleuven.be Prof. VERSTRAETE A. TEL. : 09/322 34 07 FAX : 09/322 49 85 e-mail : alain.verstraete@ugent.be Prof. WALLEMACQ P. TEL. : 02/764.67.20 FAX : 02/764.69.20 e-mail : wallemacq@lbcm.ucl.ac.be Dr. WILLEMS D. TEL. : 02/477 25 04 FAX : 02/477 21 66 e-mail : dominique.willems@chu-brugmann.be Apr. Biol. WINNOCK F. TEL. : 053/76.49.23 FAX : 053/76.49.25 e-mail : frederic.winnock@asz-aalst.be Expertenvergadering: 30/07/2014. Toestemming verspreiding rapport: Door Yolande Lenga (enquêtecoördinator) op 07/08/2014. Alle rapporten zijn tevens te raadplegen op onze website: https://www.wiv-isp.be/qml/activities/external_quality/rapports/_nl/rapports_annee.htm FORM 43/125/N v4 p. 2/92

INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 5 Aantal ingeschreven laboratoria... 5 Aantal geteste monsters... 5 2. EVALUATIEMETHODEN... 6 2.1. Methode van de z-scores... 6 2.2. Methode met vaste limieten... 8 2.3. Niet geëvalueerde resultaten... 10 2.4. Interpretatie van uw individuele resultaten... 11 3. COMMENTAREN... 12 Pz- en Pu-WAARDEN... 12 3.1. Verdeling van Pz- en Pu-waarden... 12 3.2. Pu / Pz en het risico om geciteerd te worden... 19 3.3. Geanalyseerde Parameters in de cyclus 2013... 26 3.4. Parameters met > 5% citaties voor de z-scores en/of de u-scores van alle deelnemers... 57 ALGEMENE BESCHOUWING... 72 4. ELEKTROFORESE, ONDERZOEK EN TYPERING VAN EEN MONOKLONALE COMPONENT... 73 4.1 RESULTAAT BESPREKING... 73 4.1.1. Elektroforese... 73 4.1.2. Commentaren m.b.t. de individuele eiwitfracties... 74 4.2. Onderzoek en typering van een monoklonale component... 75 4.3. Samenvatting... 76 5. CHEMIE IN URINE... 77 6. INFORMATIE BETREFFENDE MEDISCHE HULPMIDDELEN VOOR IN VITRO DIAGNOSTIEK... 87 FORM 43/125/N v4 p. 3/92

CONVERSIETABEL ALBUMINE g/l X 1,0000 g/l TOT PROTEIN g/dl X 10,000 g/l ALBUMINE mg/dl X 0,0100 g/l TOT PROTEIN g% X 10,000 g/l ALBUMINE g/dl X 10,000 g/l TRIGLYCERID mmol/l / 0,0113 mg/dl ALT/ AST U/L X 1,0000 U/L URATE µmol/l / 59,500 mg/dl AMYLASE U/L X 1,0000 U/L UREUM mmol/l / 0,1665 mg/dl BILIRUBINE dir µmol/l / 17,1 mg/dl BILIRUBINE total µmol/l / 17,1 mg/dl CALCIUM mmol/l X 10,000 mmol/l CALCIUM mg/l X 0,0250 mmol/l CALCIUM mg/dl X 0,2500 mmol/l CALCIUM meq/l X 0,5000 mmol/l CHLORIDE mmol/l X 10,000 mmol/l CHLORIDE meq/l X 10,000 mmol/l CHOLESTEROL HDL mmol/l / 0,0259 mg/dl CHOLESTEROL total mmol/l / 0,0259 mg/dl CREATININE µmol/l / 88,4000 mg/dl CRP mg/dl X 10,0000 mg/l γgt U/L X 1,0000 U/L GLUCOSE mmol/l / 0,0555 mg/dl IGA mg/dl X 0,0100 g/l IGG mg/l X 0,0100 g/l IGM mg/dl X 0,0100 g/l IRON µmol/l / 0,1790 µg/dl LDH U/L X 1,0000 U/L LIPASE U/L X 1,0000 U/L MAGNESIUM mg/l X 0,0411 mmol/l MAGNESIUM meq/l X 0,5000 mmol/l PHOSPHORUS mg/dl X 0,32227 mmol/l mg/l X 0,032227 mmol/l POTASSIUM mmol/l X 1,0000 mmol/l POTASSIUM meq/l X 1,0000 mmol/l SODIUM mmol/l X 1,0000 mmol/l SODIUM meq/l X 1,0000 mmol/l FORM 43/125/N v4 p. 4/92

1. INLEIDING Aantal ingeschreven laboratoria Voor chemie: 200 laboratoria Aantal geteste monsters De volgende monsters werden aangeboden in 2013 : ENQUETES STALEN 2013/1 (04/02/2013) 2013/2 (13/05/2013) C/11223 ROCHE PRECIPATH C/11224 ROCHE PRECIPATH C/11225 ROCHE PRECIPATH C/11226 ROCHE PRECIPATH 2013/2 (13/05/2013) 2013/3 (02/09/2013) 2013/4 (04/11/2013) C/12187- C/12188 - C/12193 WIV GEVRIESDROOGDE URINES CP/10906 PATIENTENSERUM Chemie + Eiwitelektroforese C/12041 PATIENTENSERUM De eiwitelektroforese werd uitgevoerd ter gelegenheid van de enquête 2013/3, een patiëntenstaal met twee monoklonale componenten (IgG lambda en IgA kappa met aanwezigheid van monoklonale vrije lichte ketens lambda) werd verstuurd naar de deelnemers. Op dit staal werd gevraagd om zowel de eiwitelektroforese als de immunofixatie en de analyse van een beperkt aantal chemie parameters uit te voeren, teneinde de waargenomen verschillen tussen verschillende methoden, al dan niet toe te schrijven aan matrixeffecten. De resultaten voor egfr werden niet in rekening gebracht voor de berekening van Pz en Pu. Voor de cyclus 2013 kon één laboratorium aldus maximum 139 verschillende analytische resultaten afleveren voor chemie indien het integraal had deelgenomen aan elke enquête, en alle voorgestelde parameters had geanalyseerd. De resultaten, die in aanmerking kwamen voor evaluatie, werden gebruikt om een globale beeld van de kwaliteit van het laboratorium te bekomen voor wat betreft imprecisie en relatieve juistheid. Het totaal aantal afgeleverde resultaten verschilt uiteraard van laboratorium tot laboratorium. FORM 43/125/N v4 p. 5/92

2. EVALUATIEMETHODEN De evaluatieprocedure bleef identiek aan deze gebruikt in vorige cycli en omvat 2 methodes, die hieronder beschreven worden. De gecensureerde waarden worden ook in rekening gebracht. De theorie van deze wiskundige bewerking wordt op onze website beschreven door professor Albert (ULg) en kan geraadpleegd worden op het volgende adres: https://www.wivisp.be/qml/activities/external_quality/_down/_nl/verwerking_van_gecensureerde_waarden.pdf 2.1. Methode van de z-scores De voorgestelde methode bestaat er in om voor een laboratorium per parameter en staal een z-score te berekenen: x M = SD z (Eq.1) waarbij M en SD overeenstemmen met respectievelijk de mediaan en de standaardafwijking van de resultaten gerapporteerd door de laboratoria die gebruik maken van dezelfde methode en x het resultaat is dat door het betreffende laboratorium gerapporteerd is. Als N het aantal resultaten aangeeft dat door een laboratorium werd gerapporteerd tijdens de cyclus 2013, bekomt men N z-scores voor een bepaald laboratorium. Het resultaat x is "buiten de grenzen" indien z > 3 SD. Onder deze voorwaarden kan de laboratoriumkwaliteit weergegeven worden als het percentage buiten de limiet (+/ 3SD) vallende z-scores nl. Pz. Pz wordt berekend, zoals hieronder getoond wordt, uit het totaal aantal geproduceerde z-scores (N) en het aantal resultaten waarbij z >3 (Nz). P N Z = 100 (%) (Eq.2) N Z Een laboratorium met een Pz = 0% heeft tijdens het jaar geen enkel resultaat geleverd dat buiten de grenzen lag. Omgekeerd, indien Nz = N, dus Pz = 100%, vielen alle resultaten buiten de grenzen (extreem geval). Dus hoe kleiner Pz, hoe beter de performantie van een laboratorium. Hoe hoger de Pz, des te verontrustender is het kwaliteitsniveau. FORM 43/125/N v4 p. 6/92

Gebruikmakend van de hierboven beschreven methodologie werd voor elk laboratorium een Pz-index berekend, die de globale kwaliteit van het laboratorium gedurende de voorbije cyclus weergeeft. Op deze wijze hebben we de laboratoriumresultaten, die ons werden aangeleverd door een bepaald laboratorium samengevat in één enkele parameter nl. Pz. Het bestuderen van de distributie van deze Pz-waarden bekomen door alle deelnemende laboratoria samen, laat nu toe om bijvoorbeeld de Pz-waarde te bepalen, die door 10% van de laboratoria wordt overschreden (90 ste percentiel of Pz (90)). Ook elk ander percentiel van de Pz-distributie kan zo berekend worden. Zo is de Pz (50) de mediaan van de Pz-waarden en is de Pz (75) het derde kwartiel dat door 25% van de laboratoria wordt overschreden. FORM 43/125/N v4 p. 7/92

2.2. Methode met vaste limieten Een gelijkaardige benadering als deze van de z-scores kan gebruikt worden door de aanvaardbaarheidscriteria te definiëren als vaste limietwaarden. Naar analogie met de berekening van de z-scores wordt van een resultaat een u-score berekend volgens de vergelijking: x M u = 100 (%) (Eq.3) M waarbij M de mediaan is van de resultaten bekomen door de laboratoria die dezelfde methode gebruiken en x de waarde is die door het betreffende laboratorium is gerapporteerd. De u-score drukt de afwijking uit (in %), van een individueel resultaat x ten opzichte van de mediaan M en er wordt dus geen rekening meer gehouden met de standaarddeviatie SD. Het resultaat x is "buiten de grenzen" indien u > d, waarbij d de procentuele aanvaardbare afwijking is tussen x en M, gebaseerd op de criteria van de biologische variabiliteit volgens de state of the art. Deze aanvaardbaarheidscriteria werden weliswaar herzien in 2006 en 2007, rekening houdend met vernieuwde of verbeterde technieken maar ook op basis van nieuwe gegevens uit de recente literatuur zoals beschikbaar op de Westgard-site (zie onderstaande Tabellen I en II). Als N het totale aantal resultaten is dat door een laboratorium werd gerapporteerd, kan men dus de globale kwaliteit van een laboratorium bekomen door de berekening van het aantal keer (Nu) dat een u-waarde buiten de grenzen ligt. Het Pu-percentage wordt als volgt berekend: P N U = 100 (%) (Eq.4) N U Door de studie van de distributie van de Pu-waarden, voor het geheel van alle laboratoria, kan men een aanvaardbare kwaliteitsdrempel definiëren, bijvoorbeeld Pu (90), zoals bij de methode van de z-scores. Zoals Pz is ook Pu een indicator van de kwaliteit van een laboratorium. Hoe kleiner Pu, hoe beter de performantie van het laboratorium. Omgekeerd, een hoge Pu-waarde moet de aandacht trekken van de laboratoriumverantwoordelijke, zeker als deze boven de Pu (90) ligt. In dit geval moeten corrigerende maatregelen genomen worden. FORM 43/125/N v4 p. 8/92

Tabel I Evolutie van de aanvaardbaarheidslimieten d (%) (vaste limieten) voor chemie. Parameter d (%) 2004 d (%) 2005 d (%) 2006-2013 Na 2 2 2 Cl 3 3 3 Ca 4.5 4.5 4.5 Totale proteïnen 5.5 5.5 5.5 Albumine 6.2 6.2 6.2 K 8 5.8 5.8 Creatinine 8.3 8.3 8.3 Mg 9.5 8.8 8.8 Fosfor 10.2 10.2 10.2 Totale cholesterol 10.5 9.0 9.0 IgG 11.5 11.5 11.5 Glucose 14 6.9 6.9 LDH 14 11.4 11.4 Urinezuur 15 11.9 11.9 HDL-Cholesterol 15 13.4 13.4 AST 15.2 15.2 15.2 Totale bilirubine 16.2 16.2 16.2 Amylase 17 15.7 15.0 IgA 19 19 19 IgM / / 15.0 ALT 20 20 20 GT 20 20 20 Ijzer 20 9.5 9.5 Triglyceriden 20 20 20 Ureum 21 15.7 15.7 Directe bilirubine 24.1 24.1 24.1 FORM 43/125/N v4 p. 9/92

2.3. Niet geëvalueerde resultaten De berekening van de z-score (Eq. 1) is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld wanneer het laboratorium een zeldzame methode gebruikt (minder dan 6 gebruikers) of een methode waarvoor we de M en de SD niet hebben kunnen berekenen. De berekening wordt eveneens niet uitgevoerd wanneer het controlestaal een te lage concentratie van de te doseren parameter bevat of wanneer dit staal een matrixeffect vertoont. Wanneer er veel gecensureerde waarden zijn (>25%) wordt er geval per geval beslist of de methode al dan niet zal worden geëvalueerd, aangezien de betrouwbaarheid van de statistieken in dit geval afhangt van het aantal gebruikers van de methode, en of de ingegeven resultaten een berekening van het 25ste en 75ste percentiel toelaten. Tabel II Een aantal resultaten werden niet opgenomen in de statistische verwerking: PARAMETERS ENQUETES STALEN METHODES SUB-METHODES CRP 2013/2 C/11224 Alle Alle CRP 2013/2 C/11226 Alle Alle CRPhs 2013/2 C/11224 Alle Alle CRPhs 2013/2 C/11226 Alle Alle IgM 2013/3 CP/10906 Alle Alle IgA 2013/4 C/12041 Alle Alle IgG 2013/4 C/12041 Alle Alle De Pz- en Pu-berekening is dus uitsluitend gebaseerd op het geheel van de geëvalueerde resultaten. FORM 43/125/N v4 p. 10/92

2.4. Interpretatie van uw individuele resultaten Onderstaande tabel beschrijft de verschillende mogelijkheden die zich kunnen voordoen voor elk individueel resultaat opgenomen in de rapporten: Z score Interpretatie U score Interpretatie 0 Ik voer mijn methode correct 0 Mijn analytische methode is uit goed + Ik zou de manier waarop ik 0 Ma méthode analytique est mijn methode uitvoer moeten bonne analyseren 0 Ik voer mijn methode correct + Ik zou de performantie van mijn uit + Ik zou de manier waarop ik mijn methode uitvoer moeten analyseren methode moeten analyseren + Ik zou de performantie van mijn methode moeten analyseren * 0 : Geen citatie + : Voor de z score, ligt uw resultaat meer dan 3SD verwijderd van de groepsmediaan + : Voor de u score, ligt uw resultaat verder van de mediaan dan de vaste limiet d van het WIV toestaat. * : In dit geval bestaat de eerste stap uit het controleren van de manier waarop ik mijn methode uitvoer; als de situatie niet verbetert, kan de methode zelf in vraag gesteld worden. FORM 43/125/N v4 p. 11/92

3. COMMENTAREN Pz- en Pu-WAARDEN 3.1. Verdeling van Pz- en Pu-waarden De verdeling van de Pz- (percentage resultaten buiten de limieten M±3SD) en de Puwaarden (percentage resultaten buiten de vaste limieten) voor het geheel van de laboratoria is voor de cyclus 2013 afgebeeld in figuur 3. Tabellen III en IV tonen de karakteristieken van de verdeling van de Pz- en Pu-waarden over de laatste 20 jaar (1993 2013). Figuur 3. Cumulatieve Pz- en Pu-diagrammen voor alle laboratoria in de cyclus 2013. FORM 43/125/N v4 p. 12/92

Tabel III Kenmerken van de verdeling van de Pz - waarden van 1993 tot 2013; aantal laboratoria (N), Pz-gemiddelde ± standaarddeviatie (SD), Pz (p)-percentielen, minimum en maximum Cyclus N Pz ± SD Pz(25) Pz(50) Pz(75) Pz(90) Pz(95) Pz(99) Min Max 1993 523 7.12 ± 9.68 1.33 4.00 8.61 16.7 25.0 50.0 0 87.5 1994 487 6.92 ± 10.0 1.39 3.47 8.33 17.2 26.9 50.0 0 75.0 1995 428 6.10 ± 8.78 0.74 2.95 7.28 15.0 26.1 44.9 0 62.5 1996 397 6.34 ± 9.61 1.27 2.70 6.96 15.8 29.3 53.5 0 65.2 1997 375 5.70 ± 9.19 0.68 2.99 6.67 14.1 22.0 50.0 0 76.9 1998 360 4.70 ± 7.86 0.74 2.53 5.38 10.3 16.8 30.4 0 86.8 1999 343 5.09 ± 8.00 0.70 2.52 6.29 12.0 17.8 41.7 0 72.2 2000 317 4.65 ± 6.84 0.66 2.50 5.56 11.9 16.7 28.9 0 57.1 2001 292 5.09 ± 8.11 1.19 2.98 6.55 11.3 17.2 32.7 0 37.5 2002 271 4.25 ± 4.84 1.20 3.01 5.70 9.87 13.3 25.0 0 33.3 2003 256 3.94 ± 4.75 1.20 2.41 5.24 9.86 12.7 21.7 0 36.1 2004 238 4.07 ± 4.96 1.08 2.72 5.06 9.44 14.1 22.8 0 41.7 2005 229 3.32 ± 4.29 1.00 2.00 4.12 7.65 11.1 20.6 0 27.6 2006 220 3.33 ± 4.62 1.03 2.14 3.61 6.70 10.7 28.7 0 35.4 2007 215 3.21 ± 4.12 1.09 2.19 3.90 6.54 9.10 22.8 0 33.3 2008 213 3.45 ± 3.89 1.32 2.16 4.86 7.52 8.77 20.19 0 31.2 2009 212 3.97 ± 4.55 1.26 2.89 4.80 7.93 10.5 28.80 0 33.3 2010 208 4.30 ± 5.44 1.56 3.23 5.73 8.05 11.44 16.27 0 42.9 2011 207 4.39 ± 5.68 1.54 3.13 5.39 8.44 11.00 29.11 0 54.5 2012 202 5.08 ± 6.27 1.97 3.25 6.21 9.63 16.26 33.33 0 50.0 2013 200 4.18 ± 5.08 0.82 3.11 5.48 8.73 11.78 22.15 0 45.8 Bovenstaande tabel toont een daling van de gemiddelde Pz voor 2013, de waarde benadert opnieuw de gemiddelde Pz bekomen tijdens de cyclus 2009 waarin de nieuwe verdeling van de methodes werd toegepast. De P z 90, die voor 2013, 8.73% bedraagt, is de grenswaarde die zal worden gebruikt voor de evaluatie van de laboratoria. FORM 43/125/N v4 p. 13/92

Tabel IV Kenmerken van de verdeling van de Pu-waarden van 1993 tot 2013; aantal laboratoria (N), Pu-gemiddelde ± standaarddeviatie (SD), Pu (p)-percentielen, minimum en maximum Cyclus N Pu ± SD Pu(25) Pu(50) Pu(75) Pu(90) Pu(95) Pu(99) Min Max 1993 523 16.2 ± 11.1 9.21 13.2 20.6 31.8 37.5 50.0 0 87.5 1994 487 15.0 ± 12.3 7.35 11.8 18.8 29.2 38.2 66.7 0 83.3 1995 428 14.2 ± 10.8 7.08 11.0 18.5 28.8 37.0 54.2 0 68.4 1996 397 14.3 ± 12.8 6.41 11.3 16.7 28.2 41.0 68.4 0 100 1997 375 12.6 ± 11.6 5.70 10.1 14.8 23.7 34.1 75.0 0 100 1998 360 11.4 ± 10.1 5.26 9.38 14.2 21.4 30.6 50.0 0 88.7 1999 343 10.7 ± 8.54 5.30 8.81 13.9 19.4 23.0 41.7 0 77.8 2000 317 8.86 ± 7.40 3.75 7.03 11.3 18.4 22.7 35.7 0 55.1 2001 292 8.39 ± 8.49 3.55 6.45 11.5 16.3 20.0 37.5 0 43.8 2002 271 7.82 ± 6.92 3.61 6.10 10.1 14.3 18.5 34.3 0 60.0 2003 256 7.38 ± 8.40 3.33 5.42 8.70 13.9 18.3 42.9 0 100 2004 238 6.37± 5.28 3.23 5.28 7.78 12.5 16.4 26.5 0 45.8 2005 229 6.93 ± 5.20 3.50 6.00 8.76 13.5 16.9 24.6 0 32.2 2006 220 6.87 ± 5.62 3.60 5.26 8.02 12.4 16.3 32.3 0 40.0 2007 215 5.95 ± 4.24 3.30 4.97 7.24 10.13 11.6 24.2 0 33.3 2008 213 5.58 ± 4.03 2.65 4.83 7.86 10.26 12.77 18.72 0 27.8 2009 212 5.20 ± 6.70 1.94 3.80 6.10 8.50 12.56 30.97 0 66.7 2010 208 4.43 ± 5.15 2.12 3.85 5.88 8.66 10.08 12.78 0 28.6 2011 207 4.98 ± 3.75 2.40 4.00 6.26 8.66 10.30 23.29 0 33.3 2012 202 5.07 ± 5.74 2.28 4.08 6.11 8.77 12.73 23.80 0 60.0 2013 200 3.37 ± 2.82 1.00 2.73 4.77 6.93 8.13 11.27 0 18.1 In 2013 hebben we een gemiddelde Pu- van 3.37% terwijl in 2012 deze waarde 5.07% bedroeg. We zien tijdens de cyclus 2013 aldus een verbetering van de analytische performanties van de laboratoria, met als indicator minder u-citaties. De gemiddelde Pu- en de P u 90 (evaluatieniveau) zijn het laagst sinds 1993 zoals men kan zien in de samenvattende tabel hierboven. De P u 90, die voor 2013, 6.93% bedraagt, is de grenswaarde die zal worden gebruikt voor de evaluatie van de laboratoria. FORM 43/125/N v4 p. 14/92

Voor de cyclus 2013 kunnen we vaststellen dat de geleidelijke verbetering van de performanties van de laboratoria in het domein chemie, zich voortzet. De spreiding van de resultaten weergegeven door de Pz-waarden, kent een daling in vergelijking met de voorgaande jaren en de relatieve juistheid, weergegeven door de Pu-waarden, verbetert eveneens (verlaging van de gemiddelde Pu-waarde) Zie tabel III en Figuur 3. Voor de voorbije cyclus 2013 kunnen we dus vaststellen dat een Belgisch laboratorium gemiddeld 4.18% resultaten afleverde die niet aan de verwachte kwaliteitsnormen [(M- R)/SD >3] voldeden en 3.37% resultaten die niet beantwoorden aan de criteria voor relatieve juistheid met name de vaste limieten d [(M-R/M)*100 >d]. 90% van de Belgische laboratoria hebben resultaten gerapporteerd met een aanvaardbare imprecisie (P z 90 < 8.73) en 90% hebben resultaten gerapporteerd met een aanvaardbare relatieve juistheid (P u 90 <6.93). Onderstaande grafieken tonen de evolutie van P z 90 (Fig 4a) en Pu(90) (Fig 4b) in de loop van de tijd. Deze resultaten behelzen niet enkel de analytische fouten, maar eveneens de eenheidsfouten, staalverwisseling enz. Het percentage zuivere analytische fouten ligt dus lager. Daarentegen verklaart de nieuwe indeling van de methodes gebaseerd op de fabrikanten/apparaten zeker en vast gedeeltelijk de stijging van P z 90 tussen de jaren 2009 en 2012 waarbij de indeling van de analytische methoden homogener is dan in het verleden. In 2013 daarentegen is P z 90 ten opzichte van vorig jaar gedaald en P u 90 bereikt zijn laagste niveau ooit. FORM 43/125/N v4 p. 15/92

GRAFISCHE VOORSTELLING VAN DE EVOLUTIE VAN Pu EN Pz IN DE TIJD Figuur 4a: De Pz(90) voor 2013 is kleiner dan de waarde bekomen voor 2012. Figuur 4b: De Pu(90) bereikt in 2013 het laagste niveau sinds 1993. FORM 43/125/N v4 p. 16/92

Onderstaande grafiek toont de Pz- en Pu-waarden van de geciteerde laboratoria die zich boven de P z 90(=8.73%) en/of P u 90(=6.93%) bevinden. Pz(90) = 8.73% Pu(90) = 6.93% Figuur 5: Pz en Pu voor de laboratoria geciteerd voor Pz(90) en/of Pu(90). 20 laboratoria werden geciteerd voor Pz(90) en 19 laboratoria voor Pu(90); 8 van deze laboratoria hebben een citatie voor beide parameters. FORM 43/125/N v4 p. 17/92

Percentage z- en u-citaties per parameter voor de jaren 2012 en 2013. Tabel V PARAMETERS Z CITATIONS (2013) Z CITATIONS (2012) U CITATIONS (2013) U CITATIONS (2012) ALBUMIN 3.05% 5,10% 9.98% 9,34% ALT 3.01% 3,60% 4.89% 6,18% AMYLASE 4.69% 5,02% 0.31% 2.13% AST 2.66% 4,16% 1.76% 4,33% BILIRUBIN DIRECT 1.26% 3,50% 3.25% 9.87% BILIRUBIN TOTAL 2.92% 3,22% 0.00% 1,17% CALCIUM 3.46% 3,67% 7.01% 7,91% CHLORIDE 3.06% 3,02% 7.38% 11,94% CHOLESTEROL-HDL 3.98% 3,65% 2.63% 1.95% CHOLESTEROL-Total 2.08% 2,43% 0.58% 1,39% CREATININE 4.38% 3,78% 2.29% 5,38% CRP 6.08% 12.17% / / CRPhs 11.43% 7.91% / / GGT 3.86% 3,38% 1.10% 0,34% GLUCOSE 2.46% 2,48% 1.64% 1,35% IGA 3.65% 4,73% 1.12% 1,42% IGG 3.23% 3,13% 1.89% 4,52% IGM 6.89% 7,33% 4.41% 6,24% IRON 3.19% 3,42% 14.52% 7,19% LDH / 5,17% / 3,04% LIPASE 2.95% / / / MAGNESIUM 4.07% 5,17% 1.92% 8,84% PHOSPHORUS 3.11% 5,02% 1.10% 2,69% POTASSIUM 5.33% 5,66% 0.54% 1,67% SODIUM 3.55% 3,50% 9.38% 11,34% TOTAL PROTEIN 3.09% 3,75% 3.09% 4,17% TRIGLYCERIDES 3.67% 5,11% 0.15% 0,58% URATE 3.61% 3,44% 0.63% 0,93% UREA 2.36% 5,49% 0.27% 1,02% We zien een verbetering van de analytische performanties tijdens de EKE-cyclus 2013. De weinige parameters waarvoor het percentage z- of u-citaties groter is dan tijdens de EKE-cyclus van het vorige jaar, werden in de bovenstaande tabel gemarkeerd. Voor alle andere parameters is het percentage de z- en u-citaties lager dan vorig jaar. FORM 43/125/N v4 p. 18/92

3.2. Pu / Pz en het risico om geciteerd te worden De evaluatie van de resultaten gebeurt op basis van 2 criteria, te weten de Pz-waarde die de spreiding van de individuele resultaten ten opzichte van de gehele groep voor eenzelfde methode weergeeft en de Pu-waarde die het verschil tussen het resultaat en de mediaan van de groep weergeeft ten opzichte van de door het WIV vastgelegde limiet d(%) en gebaseerd op de biologische variabiliteit (TE op de site van Westgard) of geëvalueerd vanuit de intra-laboratoria reproduceerbaarheid. Het z-citatierisico hangt af van de CV van de methode: hoe hoger de CV van een methode, hoe minder vlug een afwijkend resultaat wordt geciteerd. Daartegenover, hoe lager de CV, hoe hoger het citatierisico voor de resultaten, die zich verwijderen van de groepsmediaan. In enkele uitzonderlijke gevallen, indien de CV van een methode zeer laag is, kunnen er correcte resultaten geciteerd worden. Het u-citatierisico is afhankelijk van de verhouding tussen de vaste limiet d en de CV (d/cv): dit risico verhoogt indien de verhouding d/cv verlaagt. Een methode met een lage CV ten opzichte van de vaste limiet d houdt dus een laag citatierisico in voor u terwijl een methode met een zeer hoge CV ten opzichte van de vaste limiet d een verhoogd citatierisico voor u inhoudt. (Cfr. illustratie situaties 1 en 2 hieronder) Wij vestigen uw aandacht op het feit dat de Roche apparaten vanaf de enquête 2012/2 anders werden ingedeeld. Op basis van de verschillen hoofdzakelijk waargenomen bij de bepaling van natrium, kalium en chloriden,werd beslist ook de module te preciseren teneinde tot een betere indeling te komen van de gebruikers. Het recuperatieniveau van de elektroden kan variëren afhankelijk van de matrix van het geanalyseerde staal. FORM 43/125/N v4 p. 19/92

Situatie 1 Het is vanzelfsprekend dat een methode met een lage CV(%) ten opzichte van de vaste limiet d(%) een laag citatierisico inhoudt voor U. M -d(%) +d(%) - 20% + 20% 3σ 2σ σ σ 2σ 3σ Figuur 6 Voor de bepalingen van GGT (d=20%), bemerken we voor methode 406 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) met een CV max van 7.8 % tijdens deze cyclus geen enkele u-citatie (Pu=0.0%), maar wel 7/77 z-citaties (Pz= 9.09%). FORM 43/125/N v4 p. 20/92

Proportion of z and u citation for GGT by method (d=20%) P u =6.25% CVmax=13.2% P z =15.79% CVmax=2.98% Figuur 7 Zoals kan worden vastgesteld in deze grafiek, bedraagt de P u max voor GGT 6.25% (methode 335-Dimension Vista; CVmax=13.2%) en de P z max 15.79% (methode 407 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702; CVmax=2.98%). Voorbeeld GGT (d% = 20), cfr. bovenstaande grafiek waar de analytische methoden met meer dan 6 deelnemers worden weergegeven. Het globale percentage u-citaties voor GGT bedraagt dit jaar 1.1%. Tien laboratoria hebben één u-citatie op het geheel van 907 u-scores. FORM 43/125/N v4 p. 21/92

Volgende tabel toont voor de verschillende methoden voor de bepaling van GGT het aantal u citaties, het aantal u-scores en het percentage resultaten, die niet conform waren aan de aanvaarbaardheidscriteria van het WIV. Methode U Citatie Aantal U-scores P u (%) Kinetic method - IFCC- 37 C - Abbott 0 95 0.00 Kinetic method - IFCC- 37 C - Olympus 0 36 0.00 Reflectance photometry OCD - 37 C 3 137 2.19 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche 1 69 1.45 Kinetic method - 37 C Beckman (Coulter) 2 64 3.13 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 0 39 0.00 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 0 210 0.00 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702) 2 54 3.70 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche 0 47 0.00 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 0 77 0.00 Kinetic method - IFCC- 37 C - Siemens(Dade) - Dimension Vista 2 32 6.25 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702) 0 47 0.00 Volgende tabel toont voor de verschillende methoden voor de bepaling van GGT het aantal z citaties, het aantal z-scores en het percentage resultaten > 3 SD. Methode Z Citatie Aantal Z-scores P z (%) Kinetic method - IFCC- 37 C - Abbott 0 95 0.00 Kinetic method - IFCC- 37 C - Olympus 0 28 0.00 Reflectance photometry OCD - 37 C 1 110 0.91 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche 1 69 1.45 Kinetic method - 37 C Beckman (Coulter) 2 64 3.13 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 1 32 3.13 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 7 210 3.33 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702) 2 54 3.70 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche 2 47 4.26 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 7 77 9.09 Kinetic method - IFCC- 37 C - Siemens(Dade) - Dimension Vista 4 32 12.50 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702) 6 38 15.79 FORM 43/125/N v4 p. 22/92

Situatie 2 Een methode met een zeer hoge CV(%) ten opzichte van de vaste limiet d(%) brengt een hoog citatierisico mee voor U. M -d (%) +d (%) - 2% +2% 3σ 2σ σ 2σ 3σ σ Figuur 8 Voor de bepaling van natrium (d=2%), heeft de methode 303 Direct potentiometry - OCD met een CV max 1.34 % tijdens deze cyclus, 23 u-citaties op 163 resultaten (P u = 14.1%) u-scores en 7 z-citaties op 163 resultaten (Pz= 4.3%). FORM 43/125/N v4 p. 23/92

p u = 15.79% CV max = 7.90% P z= 7.90% CV max= 1.52 % Figuur 9 In het algemeen hebben de laboratoria die technieken gebruiken waarvan de CVs d(%), een groter theoretisch risico om geciteerd te worden voor de Pu dan deze waarvan de methoden een max CV << d(%) hebben. Voorbeeld van natrium (d% = 2), cfr. bovenstaande grafiek waar de analytische methoden met een aantal deelnemers 6 worden getoond. Het percentage van de u- citaties voor natrium bedraagt 9.38%. 37 laboratoria hebben één u-citatie, 20 laboratoria hebben er twee, 6 laboratoria hebben er drie en 2 laboratoria hebben er vier. FORM 43/125/N v4 p. 24/92

Volgende tabel toont voor de verschillende methoden voor de bepaling van natrium het aantal u citaties, het aantal u-scores en het percentage resultaten, die niet conform waren aan de aanvaarbaardheidscriteria van het WIV. Methode U Citatie Aantal U-scores P u (%) Indirect potentiometry - Olympus 2 50 4.00 Indirect potentiometry - Roche (Cobas 6000 c501) 42 334 12.58 Indirect potentiometry - Roche (Hit/Modular) 11 153 7.19 Indirect potentiometry - Abbott 4 114 3.51 Indirect potentiometry-roche (Cobas 8000 ISE) 3 117 2.56 Indirect potentiometry - Coulter (Beckman) 5 70 7.14 Direct potentiometry - OCD 23 163 14.11 Indirect potentiometry - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 7 59 11.86 Indirect potentiometry - Siemens (Dade) - Dimension Vista 6 38 15.79 Volgende tabel toont voor de verschillende methoden voor de bepaling van natrium het aantal z citaties, het aantal z-scores en het percentage resultaten > 3 SD. Methode Z Citatie Aantal Z-scores P z (%) Indirect potentiometry - Olympus 0 50 0.00 Indirect potentiometry - Roche (Cobas 6000 c501) 9 334 2.69 Indirect potentiometry - Roche (Hit/Modular) 5 153 3.27 Indirect potentiometry - Abbott 4 114 3.51 Indirect potentiometry-roche (Cobas 8000 ISE) 5 117 4.27 Indirect potentiometry - Coulter (Beckman) 3 70 4.29 Direct potentiometry - OCD 7 163 4.29 Indirect potentiometry - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 3 59 5.09 Indirect potentiometry - Siemens (Dade) - Dimension Vista 3 38 7.90 FORM 43/125/N v4 p. 25/92

3.3. Geanalyseerde Parameters in de cyclus 2013 Het z-citatierisico hangt af van de CV van de methode: hoe hoger de CV van een methode is, hoe minder snel een afwijkend resultaat wordt geciteerd voor de z- score. Omgekeerd, hoe lager de CV, hoe hoger het z-citatierisico voor de resultaten om af te afwijken van de groepsmediaan. In enkele uitzonderlijke gevallen, indien de CV van een methode zeer laag is, kunnen er toch aanvaardbare resultaten (niet geciteerd voor U) geciteerd worden voor Z. Dit soort situatie kan zich voordoen in het geval van kleine groepen gebruikers. Aantal gebruikers (N): Volgende grafieken tonen per parameter de medianen (abcis) bekomen per methode (ordinaat rechts) en per staal (onderaan rechts) in functie van de CVs (ordinaat links). Aangezien het aantal deelnemers de statistische berekeningen kan beïnvloeden, werd het aantal deelnemers (N) voor een gegeven methode (deze van de laatste enquête van de cyclus 2013) vermeld, wanneer de CV van deze methode zich onderscheidt van de anderen (vb. een grotere spreiding). FORM 43/125/N v4 p. 26/92

Albumine [d(%) = 6.2 ; Pu =9.98% / Pz =3.05%] Grafische weergave van de medianen bekomen voor albumine gedurende de EKEcyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor de verschillende methoden. ALBUMIN N=12 2013 511 CV (%) 0 2 4 6 8 10 401 512 404 503 403 302 304 509 Serum patient 26 28 30 32 34 36 Median Concentration (g/l) Roche De laagste CVs ( 5%) worden bekomen door de meest gebruikte methodes, namelijk de colorimetrische en de reflectometrische methode. De hoge CVs (> 5%) werden vooral bekomen met de turbidimetrie zoals in de voorgaande cycli. Method Name 302 VIS (Bromocresol Purple) - Coulter (Beckman) 304 Reflectance Photometry (Bromocresol Green) 401 VIS (Bromocresol Green) - Roche (Hit/Modular) 403 VIS (Bromocresol Green) - Abbott 404 VIS (Bromocresol Green) - Olympus 503 VIS (Bromocresol Purple) - Siemens (Dade) - Dimension Vista 509 Turbidimetry - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 511 VIS (Bromocresol Green) - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 512 VIS (Bromocresol Green) - Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 27/92

ALT: [d(%) = 20.0 ; Pu =4.89% / Pz =3.01%] Grafische weergave van de medianen van de ALT-resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor de verschillende methoden. ALT CV (%) 0 5 10 15 20 25 N=22 N=19 N=27 2013 311 321 313 358 314 316 351 357 312 Roche 0 20 40 60 80 100 120 Median Concentration (U/L) Serum patient Method Name 311 Reflectance photometry - OCD 312 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC - 37 C - Abbott 313 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC - 37 C - Coulter (Beckman) 314 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC - 37 C - Olympus 316 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC - 37 C - Roche (Hit/Modular) 321 Kinetic (Tris buffer) IFCC+pyrid. phosph.- 37 C Siemens (Dade) - Dimension Vista 351 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC - 37 C - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 357 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 358 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 28/92

AST : [d(%) = 15.2 ; Pu =1.76% / Pz =2.66%] Grafische weergave van de medianen van de AST-resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor de verschillende methoden. AST N=8 2013 305 CV (%) 0 5 10 15 N=20 N=27 311 304 308 323 322 303 318 316 20 40 60 80 100 120 140 Median Concentration (U/L) Roche Serum patient Bovenstaande grafiek illustreert de intra-methode performantie waargenomen tijdens de cyclus 2013. Bij lage concentratie is de spreiding hoog maar bij hoge concentratie zijn de CVs zeer behoorlijk. Method Name 303 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC-37 C-Abbott 304 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC-37 C-Coulter 305 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC-37 C-Olympus 308 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC-37 C-Roche (Hit/Modular) 311 Reflectance photometry OCD - 37 C 316 Kinetic (Tris buffer) IFCC + pyrid.phosph.-37 C-Siemens (Dade) - Dimension Vista 318 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC-37 C-Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 322 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC-37 C-Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 323 Kinetic (Tris buffer) modified IFCC-37 C-Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 29/92

Amylase : [d(%) = 15.0 ; Pu =0.31% / Pz =4.69%] Grafische weergave van de medianen van de amylaseresultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor elk staal en voor de verschillende methoden. AMYLASE CV (%) 0 1 2 3 4 5 N=28 N=6 2013 391 319 316 404 393 405 350 395 322 140 150 160 170 180 190 200 210 Roche Method Name Median Concentration (U/L) 316 Kinetic-VIS photometry (chloro PNP maltotrioside) 37 C Abbott 319 Kinetic-VIS (PNP maltoheptaoside-ethylidene) 37 C - Coulter (Beckman) 322 Reflectance photometry (amylopectin) OCD - 37 C 350 Other methods 391 Kinetic-VIS (PNP maltoheptaoside-ethylidene) 37 C - Olympus 393 Kinetic-VIS (PNP maltoheptaoside-ethylidene) 37 C- Roche (Hit/Modular) 395 Kinetic-VIS (chloro PNP maltotrioside) 37 C- Siemens (Dade) - Dimension Vista 404 Kinetic-VIS (PNP maltoh-e) 37 C- Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 405 Kinetic-VIS (PNP maltoh-e) 37 C- Roche (Cobas 8000 c701/c702) Bovenstaande grafiek toont dat de hoogste CVs zijn bekomen voor de resultaten van de gebruikers van de methode 322 Reflectance photometry OCD, zoals ook in 2012. FORM 43/125/N v4 p. 30/92

Directe bilirubine : [d(%) = 24.1 ; Pu =1.26% / Pz =3.25%] Grafische weergave van de medianen van de directe bilirubine resultaten van de EKEcyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methoden. BILIRUBIN DIRECT CV (%) 0 5 10 15 20 N=27 2013 324 310 318 323 317 319 301 305 315 302 306 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6 Roche Median Concentration (mg/dl) Method Name 301 Diazo sulfanilic acid -Abbott 302 Diazo sulfanilic acid (blue color) - Coulter (Beckman) 305 Diphenyldiazonium (DPD) - Olympus 306 Reflectometry - OCD 310 Diazo sulfanilic acid - Roche (Hit/Modular) 315 Diazo sulfanilic acid - Siemens (Dade) - Dimension Vista 317 Diazo sulfanilic acid - Roche (Cobas 6000) 318 Diazo sulfanilic acid - Roche (Cobas 8000) 319 Diazo sulfanilic acid - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 323 Diazo sulfanilic acid - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 324 Diazo sulfanilic acid - Roche (Cobas 8000 c701/c702) Bovenstaande grafiek toont de intra-methode performantie waargenomen bij elke methode tijdens de cyclus 2013. Voor methode 306-OCD worden de hoogste variatiecoëfficienten genoteerd. FORM 43/125/N v4 p. 31/92

Totaal bilirubine : [d(%) = 16.2 ; Pu =0.0% / Pz =2.92%] Grafische weergave van de medianen van de totaal bilirubine resultaten van de EKEcyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methoden. BILIRUBIN TOTAL N=28 2013 305 302 CV (%) 0 1 2 3 4 N=19 306 304 315 311 322 321 312 4.0 4.2 4.4 4.6 4.8 Roche Median Concentration (mg/dl) Method Name 302 Diazo sulfanilic acid (blue color)-coulter 304 Dichloraniline- Abbott 305 Diphenyldiazonium (DPD)-Olympus 306 Reflectometry-OCD 311 Diazo sulfanilic acid-roche (Hit/Modular) 312 Diphenyldiazonium (DPD)-Roche (Cobas) 315 Diazo sulfanilic acid-siemens (Dade) - Dimension Vista 321 Diphenyldiazonium (DPD)-Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 322 Diphenyldiazonium (DPD)-Roche (Cobas 8000 c701/c702) Bovenstaande grafiek toont dat de CVs van de resultaten voor totaal bilirubine, verkregen met de methoden 306 Reflectometry OCD en 304 Abbott, hoger liggen dan de CVs van alle andere methoden tijdens de cyclus 2013. FORM 43/125/N v4 p. 32/92

Calcium : [d(%) = 4.5 ; Pu =7.01% / Pz =3.46%] Grafische weergave van de medianen van de calcium resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methoden. CALCIUM CV (%) 0 1 2 3 4 5 N=27 2013 N=12 405 406 409 404 408 315 410 320 310 311 309 307 Roche 1.5 2.0 2.5 3.0 3.5 Serum patient Median Concentration (mmol/l) Method Name 307 Reflectance photometry (arsenazo III)-OCD 309 Indirect potentiometry-coulter (Beckman) 310 VIS photometry (arsenazo III)-Abbott 311 VIS photometry (arsenazo III)-Olympus 315 VIS photometry (o-cresolphtalein)-roche (Hit/Modular) 320 VIS photometry (o-cresolphtalein)-siemens (Dade) - Dimension Vista 404 VIS photometry (o-cresolphtalein)-roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 405 VIS photometry (o-cresolphtalein)-roche (Cobas 8000 c701/c702) 406 BAPTA-Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 408 BAPTA-Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 409 BAPTA-Roche (Cobas 8000 c701/c702) 410 BAPTA-Roche (Hit/Modular) FORM 43/125/N v4 p. 33/92

Bovenstaande grafiek toont voor methode 307 Reflectance photometry-ocd, een hoge CV (4.8%) voornamelijk in het lage gebied en dat de resultaten voor calcium in dit lage gebied lager liggen dan voor de andere methodes en dit voor patiëntenmateriaal C/12041(EKE 2013/4). FORM 43/125/N v4 p. 34/92

Chloriden : [d(%) = 3.0 ; Pu =11.94% / Pz =3.06%] Grafische weergave van de medianen bekomen voor chloriden tijdens de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor alle stalen en alle methoden. CHLORIDE CV (%) 0.0 0.5 1.0 1.5 2.0 2.5 N=7 N=9 2013 400 331 334 303 302 317 315 406 404 Roche 80 90 100 110 120 Median Concentration (mmol/l) Serum patient Method Name 302 Direct potentiometry-ocd 303 Indirect potentiometry-abbott 315 Indirect potentiometry-roche(hit/modular) 317 Indirect potentiometry-olympus 331 Indirect potentiometry (Beckman) 334 Indirect potentiometry-siemens (Dade) - Dimension Vista 400 Indirect potentiometry-roche (Cobas Integra 400/400 plus) 404 Indirect potentiometry-roche (Cobas 6000 c501) 406 Indirect potentiometry-roche (Cobas 8000 ISE) FORM 43/125/N v4 p. 35/92

HDL-cholesterol : [d(%) = 13.4 ; Pu =2.63% / Pz =3.98%] Grafische weergave van de medianen voor HDL-cholesterol bekomen tijdens de EKEcyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor alle stalen en alle methoden. CHOLESTEROL-HDL N=20 2013 360 CV (%) 0 2 4 6 8 N=23 N=10 301 361 312 303 355 322 304 20 30 40 50 60 70 80 90 Roche Median Concentration (mg/dl) Serum patient Method Name 301 Cholesterol esterase/ oxidase/ catalase/ peroxidase/pap (Abbott) 303 Cholesterol esterase ox perox /PAP(antihuman ß lipopr ab) (Olympus/Wako) 304 PEG cholesterol esterase/peg chol ox/perox/pap (homogeneous assay) (Roche) 312 HDL direct (Genzyme) (Analis) 322 Cholesterol est/chol oxid/pero/ PAP- Siemens(Dade) - Dimension Vista 355 Dir HDL cholesterol / reflectometry - OCD 360 PEG chol est./peg chol ox/perox/pap (H. assay)(roche Cobas 6000/8000 c501/c502) 361 PEG chol est./peg chol ox/perox/pap (H. assay)(roche Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 36/92

Totaal-cholesterol : [d(%) = 9.0 ; Pu =0.58% / Pz =2.08%] Grafische weergave van de medianen bekomen voor totaal-cholesterol tijdens de EKEcyclus 2013 in functie van de CVs, en dit voor alle stalen en alle methoden. CHOLESTEROL-Total CV (%) 0 1 2 3 4 5 6 2013 N=60 N=21 N=7 305 306 404 307 309 311 405 314 Roche 80 100 120 140 160 180 200 Median Concentration (mg/dl) Serum patient Method Name 305 Reflectance photometry-ocd 306 Cholesterol esterase-oxidase (PAP)-Abbott 307 Cholesterol esterase-oxidase (PAP)-Coulter (Beckman) 309 Cholesterol esterase-oxidase (PAP)-Olympus 311 Cholesterol esterase-oxidase (PAP)-Roche (Hit/Modular) 314 Cholesterol esterase-oxidase (diethyl alanine)-siemens (Dade) - Dimension Vista 404 Cholesterol esterase-oxidase (PAP)-Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 405 Cholesterol esterase-oxidase (PAP)-Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 37/92

Creatinine : [d(%) = 8.3 ; Pu =4.38% / Pz =2.29%] Grafische weergave van de medianen bekomen voor creatinine tijdens de EKE-cyclus 2013 in functie van de CV en dit voor alle stalen en alle methoden. CREATININE N=12 2013 400 CV (%) 0 2 4 6 8 10 N=6 N=7 322 410 318 411 408 317 316 308 406 Roche 1.0 1.5 2.0 2.5 3.0 3.5 4.0 Serum patient Median Concentration (mg/dl) Method Name 308 Reflectance photometry - OCD IDMS 316 Jaffé Kinetic IDMS - Olympus 317 Jaffé Kinetic IDMS - Coulter (Beckman) 318 Jaffé Kinetic - IDMS - Abbott 322 Jaffé kinetic non IDMS - Siemens (Dade) - Dimension Vista 400 Jaffé rate blanked/comp. IDMS - Roche (Hit/Modular) 406 Jaffé rate blanked/comp. IDMS - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 408 Enzymatic colorimetric method - IDMS Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 410 Jaffé rate blanked/comp. IDMS - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 411 Jaffé rate blanked/comp. IDMS - Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 38/92

Grafische weergave van de medianen bekomen voor CRP- en CRPhs tijdens de cyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor alle stalen en alle methoden. CRP :Pz =6.08% CRP CV (%) 0 20 40 60 80 100 120 N=6 N=20 N=13 2013 301 333 338 343 334 303 341 342 336 Serum patient 0 5 10 15 Median Concentration (mg/l) Roche Method Name 301 Immunoturbidimetry - Abbott 303 Immunoturbidimetry - Roche 333 Immunoenzymatic assay, reflectometry - Ortho Clinical Diagnostics 334 Immunoturbidimetry - Beckman Coulter 336 Immunoturbidimetry - APE/Diagam 338 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 341 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas Integra 6000/8000 c501/c502) 342 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas Integra 8000 c701/c702) 343 Immunoturbidimetry - Roche (Hit/Modular) Methode 333-OCD blijkt niet geschikt te zijn voor het zeer lage gebied. De laboratoria dienen de LOD te respecteren (vb < 5 mg/l) of een hscrp- methode te gebruiken. FORM 43/125/N v4 p. 39/92

CRPhs : Pz =11.43% CRP hs N=9 2013 CV (%) 0 2 4 6 8 N=9 N=11 342 301 326 341 Serum patient 2 4 6 8 Roche Median Concentration (mg/l) Method Name 301 Immunoturbidimetry - Abbott 326 Nephelometry-Siemens (Dade Behring) 341 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas Integra 6000/8000 c501/c502) 342 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas Integra 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 40/92

Clearance: Pz =2.17% Grafische weergave van de medianen bekomen voor egfr tijdens de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor alle stalen en alle methoden. egfr N=8 N=154 320 15 N=9 310 CV (%) 10 380 330 5 N=13 0 15 16 17 18 19 20 Roche Method Name Median of egfr 310 Cockcroft-Gault formula (ml/min) 320 Cockcroft-Gault formula (ml/min 1.73 m2) 330 MDRD Study formula (ml/min 1.73 m2):idms 380 CKD-EPI formula (ml/min 1.73 m2):idms FORM 43/125/N v4 p. 41/92

Ijzer : [d(%) = 9.5 ; Pu = 14.52% / Pz = 3.19%] Grafische weergave van de medianen bekomen voor ijzer tijdens de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor alle stalen en alle methoden. IRON CV (%) 0 5 10 15 20 25 30 N=25 N=60 2013 404 313 312 405 304 307 309 311 50 100 150 200 250 Roche Median Concentration (µg/dl) Serum patient Method Name 304 VIS photometry without deprot (ferrozine) - Coulter (Beckman) 307 VIS photometry without deprot (ferrozine) - Roche (Hit/Modular) 309 VIS photometry without deproteinization (TPTZ) - Olympus 311 Reflectance photometry - OCD 312 VIS photometry without deproteinization (ferene) - Abbott 313 VIS photometry without deproteinization(ferene-siemens (Dade) - Dimension Vista 404 VIS phot. no deprot. (ferrozine) - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 405 VIS phot. no deprot. (ferrozine) - Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 42/92

GGT : [d(%) = 20.0 ; Pu = 1.10% / Pz = 3. 86%] Grafische weergave van de medianen bekomen voor GGT tijdens de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor alle stalen en alle methoden. GGT CV (%) 0 2 4 6 8 10 12 14 N=7 N=9 N=12 N=42 N=12 2013 335 310 332 405 404 331 303 406 407 309 390 400 0 50 100 150 200 250 300 Median Concentration (U/L) Roche Serum patient Method Name 303 Kinetic method - IFCC- 37 C - Abbott 309 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche 310 Reflectance photometry OCD - 37 C 331 Kinetic method - 37 C Beckman (Coulter) 332 Kinetic method - IFCC- 37 C - Olympus 335 Kinetic method - IFCC- 37 C - Siemens(Dade) - Dimension Vista 390 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche 400 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 404 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 405 Kinetic method -DGKC SZASZ - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702) 406 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 407 Kinetic method - IFCC - 37 C - Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 43/92

Glucose : [d(%) = 6.9 ; Pu = 1.64% / Pz = 2.46%] Grafische weergave van de medianen bekomen voor glucose tijdens de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs en dit voor alle stalen en alle methoden. GLUCOSE CV (%) 0 1 2 3 4 5 N=6 2013 N=10 400 301 310 404 312 305 316 405 307 240 245 250 255 Roche Method Name Median Concentration (mg/dl) 301 Hexokinase - Abbott 305 Glucose oxidase + O2 electrode (amperometry) - Coulter (Beckman) 307 Reflectance photometry - OCD 310 Hexokinase - Olympus 312 Hexokinase - Roche (Hit/Modular) 316 Hexokinase - Siemens (Dade)- Dimension Vista 400 Hexokinase - Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 404 Hexokinase - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 405 Hexokinase - Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 44/92

IgA : [d(%) = 19.0; Pu = 1.12% / Pz = 3.65%] Grafische weergave van de medianen van de IgA-resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methoden. IGA CV (%) 0 2 4 6 8 N=16 2013 313 316 317 332 328 404 307 Serum patient 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 Median Concentration (g/l) Roche Method Name 307 Immunoturbidimetry - Roche (Hit/Modular) 313 Immunoturbidimetry - Olympus 316 Immunonephelometry - Siemens (Dade) 317 Immunonephelometry - Coulter (Beckman) 328 Immunoturbidimetry - Abbott 332 Immunoturbidimetry - OCD 404 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) FORM 43/125/N v4 p. 45/92

IgG : [d(%) = 11.5; Pu =1.89% / Pz = 3.23%] Grafische weergave van de medianen van de IgG-resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methoden. IGG N=10 2013 317 CV (%) 0 1 2 3 4 5 6 N=16 313 316 315 332 328 404 307 Roche 5.5 6.0 6.5 7.0 7.5 Serum patient Median Concentration (g/l) Method Name 307 Immunoturbidimetry - Roche (Hit/Modular) 313 Immunoturbidimetry - Olympus 315 Immunoturbidimetry - Other 316 Immunonephelometry - Siemens (Dade) 317 Immunonephelometry - Coulter (Beckman) 328 Immunoturbidimetry - Abbott 332 Immunoturbidimetry - OCD 404 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) FORM 43/125/N v4 p. 46/92

IgM : [d(%) = 15.0 ; Pu = 4.41% / Pz = 6.89%] Grafische weergave van de medianen van de IgM-resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methoden. IgM N=15 2013 N=16 315 325 CV (%) 0 2 4 6 313 316 317 307 339 328 332 Serum patient 0 5 10 15 20 25 30 Median Concentration (g/l) Roche Method Name 307 Immunoturbidimetry - Roche (Hit / Modular) 313 Immunoturbidimetry - Olympus 315 Immunoturbidimetry (Other) 316 Immunonephelometry - Siemens (Dade) 317 Immunonephelometry - Coulter (Beckman) 325 Immunonephelometry - Siemens (Vista) 328 Immunoturbidimetry - Abbott 332 Immunoturbidimetry - OCD 339 Immunoturbidimetry - Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) FORM 43/125/N v4 p. 47/92

Lipase : Pz = 2.95% Grafische weergave van de medianen van de lipase resultaten van de cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methodes. LIPASE N=10 2013 309 CV (%) 0 5 10 15 N=8 N=10 311 307 304 303 305 302 301 306 Roche 0 100 200 300 400 Median Concentration (U/L) Serum patient Method Name 301 Quinone Dye (Abbott) 302 Glutaric acid + methylresorufin (Roche c 501/502) 303 Glutaric acid + methylresorufin (Roche Hit/Moular) 304 Glutaric acid + methylresorufin (Integra 400/400+) 305 Glutaric acid + methylresorufin (Roche c 701/702) 306 Quinonediimine Dye (Olympus/Analis/Beckman) 307 Glutaric acid + methylresorufin (Beckman) 309 Glutaric acid + methylresorufin (Siemens Dade) 311 Dye (Vitros) FORM 43/125/N v4 p. 48/92

Magnesium : [d(%) = 8.8 ; Pu = 1.92% / Pz = 4.07%] Grafische weergave van de medianen van de magnesium resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor de verschillende methoden. MAGNESIUM N=8 2013 N=6 406 CV (%) 0 1 2 3 4 5 N=6 303 302 407 404 305 308 307 309 400 316 Roche 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 Serum patient Median Concentration (mmol/l) Method Name 302 VIS photometry (calmagite)-coulter (Beckman) 303 VIS photometry (xylidyl blue/magonsulphonate)-olympus 305 Reflectance photometry - OCD 307 VIS photometry (arsenazo) - Abbott 308 VIS photometry (xylidyl blue/magonsulphonate)-roche (Hit/Modular) 309 VIS photometry (xylidyl blue/magonsulphonate)-sentinel 316 VIS photometry (methylthymol blue)-siemens (Dade) - Dimension Vista 400 VIS photometry (chlorophosphonazo III)-Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 404 VIS photometry (chlorophosphonazo III)-Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 406 VIS photometry (xylidyl blue/magonsulphonate)-roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 407 VIS photometry (xylidyl blue/magonsulphonate)-roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 49/92

Fosfor : [d(%) = 10.2 ; Pu = 1.10% / Pz = 3.11%] Grafische weergave van de medianen van de fosfor resultaten van de EKE-cyclus 2013 in functie van de CVs bekomen voor alle stalen en voor de verschillende methoden. PHOSPHORUS CV (%) 0 1 2 3 4 5 6 N=22 N=8 N=27 2013 303 307 315 313 305 304 309 319 320 Roche 1.0 1.5 2.0 Serum patient Median Concentration (mmol/l) Method Name 303 Reflectometry - OCD 304 Unreduced phosphomolyb./ UV-Abbott 305 Unreduced phosphomolyb./ UV-Coulter (Beckman) 307 Unreduced phosphomolyb./ UV-Olympus 309 Unreduced phosphomolyb./ UV-Roche (Hit/Modular) 313 Unreduced phosphomolyb./ UV-Siemens (Dade) - Dimension Vista 315 Unreduced phosphomolyb./ UV-Roche (Cobas Integra 400/400 plus) 319 Unreduced phosphomolyb./ UV-Roche (Cobas 6000/8000 c501/c502) 320 Unreduced phosphomolyb./ UV-Roche (Cobas 8000 c701/c702) FORM 43/125/N v4 p. 50/92