THUIS- EN BEJAARDENZORG/ZORGKUNDIGE



Vergelijkbare documenten
KINDERZORG DERDE GRAAD BSO DERDE LEERJAAR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. september 2005 LICAP BRUSSEL D/2005/0279/019

Vernieuwing 2de graad bso. Voorscholingstraject: sessie 1

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad

Omgang en communicatie. Huishoudzorg. Gezondheid en welzijn. Tweede graad Verzorging voeding. Schooljaar Verzorging-voeding

IMK Verzorging-voeding, 2 de graad

ANIMATIE IN DE OUDERENZORG

Actualisering 3 de graad BSO Organisatiehulp. vanaf september 2012

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

Dinsdag 27 september 2011 Ingrid Molein Annick Van der Stricht. DPB Gent

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

Mogelijke opdrachten voor de vakwerkgroep Personenzorg (component verzorgende vakken)

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

IVV Sint-Vincentius. Iets voor jou? Sociale en Technische Wetenschappen 2de en 3de graad TSO Jeugd- en Gehandicaptenzorg 3de graad TSO

Organisatiehulp derde graad. 1 juni 2012

Tips i.v.m. het werken met vakoverschrijdende stageopdrachten in het eerste jaar van de derde graad Verzorging

Publicatie KB omtrent zorgkundige

Dinsdag 20 maart 2012 Ingrid Molein Annick Van der Stricht. Dpb Gent

Organisatiehulp. 26 januari Leerplantoelichting 3de graad OH 1

Behaal je diploma secundair onderwijs

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven

VOET EN STUDIEGEBIED PERSONENZORG

GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSWETENSCHAPPEN

IVV Sint-Vincentius. Zorgsector: iets voor jou? Verzorging - Voeding 2de graad BSO

Vernieuwingen leerplannen BSO studiegebied Personenzorg

Behaal je diploma secundair onderwijs

Actualisatie Studierichting STW. Integrale Opdrachten. December 2010

RLLL-RLLL-EXT-ADV-007bijl 22 VERKORTE TRAJECTEN TOT HET CERTIFICAAT/DIPLOMA ZORGKUNDIGE

7de JAAR TSO EEN STUDIEKEUZE DIE BIJ JOU PAST. Algemeen TSO BSO

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN

bso Sint - Jozefsinstituut de Robianostraat Borsbeek KOBA ZuidkANT vzw.

Vernieuwing 3de graad bso. Informatiesessie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. NEDERLANDS Derde graad BSO Derde leerjaar. Alle studierichtingen

PERSONENZORG. Vanuit onze ervaringen willen we jullie graag vragen:

Uni-form historiek visie doelstellingen. Over Uni-form

Mogelijke opdrachten voor de vakwerkgroep Personenzorg (*)

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27

Tweede graad bso. Verzorging voeding

TAKEN VAN DE ZORGKUNDIGE DUUR VAN DE OPLEIDING VOOR WIE? ONZE DOCENTEN BEKWAAMHEIDSATTEST

STUDIEGEBIED PERSONENZORG

Begeleider in de kinderopvang

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrij Instituut voor Secundair Onderwijs te Gent

IVV Sint-Vincentius. Jeugd- en Gehandicaptensector: iets voor jou? Leefgroepenwerking Se-n-Se specialisatiejaar TSO

Tweede graad tso. Techniek-wetenschappen

L E S S E N T A B E L L E N

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

IVV Sint-Vincentius. Welkom in de eerste graad! Eerste en tweede jaar A-stroom

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

We hopen dat deze brochure jou en je ouders zal helpen bij het maken van je studiekeuze.

LESSENTABELLEN VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

Dinsdag 25 oktober 2011 Ingrid Molein Annick Van der Stricht. DPB Gent

DOCUMENT. Toelichting bij de lessentabellen. Inhoud. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK ASSISTENT IN DE ZIEKENHUIZEN 12 maanden

Copyright Plantyn. A Visie op gezondheid en ziekte 17 1 Begrippen gezondheid, ziekte, preventie en GVO 17

Jeugd- en gehandicaptenzorg: de modules

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

WZC De Wingerd. Kleinschalig Genormaliseerd Wonen: Visietekst van Theorie naar Praktijk

Infomoment INLEIDING STRUCTUUR VAN DE OPLEIDING. zaterdag 21 januari van 10.00u tot 14.00u KTA1 Vildersstraat Hasselt

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Jeugd- en gehandicaptenzorg 3 de graad

De geïntegreerde proef en integrale opdrachten in STW

Begeleidingsdocument

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Bouwstenen & Oefeningen Werkmap Draagkracht

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van KTA Niel

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

Voorscholingstraject: visie op leren. Sessie 2

VERANDERINGEN BINNEN HET

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk Werk Systeemgericht werken. Lestijden 60

Leerplantoelichting 3de graad OH. Gent

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

3 de graad verzorging

WAT BLIJFT IN DE SCHEMERZONE en onrechtstreeks via Vlaams Statuut?

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

Brochure 1e graad A. Info en inschrijvingen 1e jaar vrijdag 10 maart u. Opendeurdagen alle jaren vrijdag 21 april u.

Van een zorg-ethisch lab naar de psychogeriatrische praktijk

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Secundair na secundair: Internaatswerking

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN 12 maanden

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 12 maanden

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Kwaliteitsvolle stages in het secundair onderwijs

Evalueren van Stage Opleiding Polyvalent Verzorgende. Hilde Walravens CVO-TSM Mechelen

3de graad. Waarover gaat deze presentatie?

BSO TWEEDE GRAAD. vak 2000/095 TV AUTOTECHNIEKEN / CARROSSERIE. (vervangt 97323) 1 u/w. IT-o

Competentiegerichte stageevaluatie binnen verpleegkunde- HBO5

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

In deze folder vind je meer informatie over

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Samenwerkingsvaardigheden 1

Infofolder

STUDIEGEBIED PERSONENZORG (tso)

VAKGROEP. Schooljaar , ,

WORKSHOP DOELGROEP. Lager Onderwijs 3 e graad. Secundair Onderwijs 1 e graad 2 e graad 3 e graad 4 e graad. Type ASO TSO BSO KSO

Transcriptie:

THUIS- EN BEJAARDENZORG/ZORGKUNDIGE DERDE GRAAD BSO DERDE LEERJAAR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS september 2005 LICAP BRUSSEL

THUIS- EN BEJAARDENZORG/ZORGKUNDIGE DERDE LEERJAAR DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LICAP BRUSSEL september 2005 (vervangt het leerplan D/2004/0279/071) ISBN-nummer: 90-6858-469-3 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Algemene inhoud LESSENTABEL...5 ALGEMEEN DEEL...7 BEROEPSGERICHTE VAKKEN THUIS- EN BEJAARDENZORG/ZORGKUNDIGE...27 STAGE...53 3de leerjaar 3de graad BSO 3 Algemene inhoud

LESSENTABEL Pedagogische uren/week Administratieve vakbenaming vakbenaming Volledig gemeenschappelijke basisvorming Totaal 8 Godsdienst 2 AV Godsdienst Lichamelijke opvoeding 2 AV Lichamelijke opvoeding Maatschappelijke vorming 0/2 AV Maatschappelijke vorming Nederlands 0/2 AV Nederlands Project algemene vakken 4/0 AV Project algemene vakken Beperkt gemeenschappelijke basisvorming Fundamenteel gedeelte Totaal 4 Duits 0-2 AV Duits Engels 0-2 AV Engels Expressie 2 AV Expressie Frans 0-2 AV Frans Maatschappelijke vorming 0-2 AV Maatschappelijke vorming Nederlands 0-2 AV Nederlands Plastische opvoeding 0-2 AV Plastische opvoeding Project algemene vakken 0-4 AV Project algemene vakken Wiskunde 0-2 AV Wiskunde Minimum-maximum 20-24 Beroepsgerichte vakken 10 1 PV Praktijk Huishoudkunde / TV Huishoudkunde thuis- en bejaardenzorg/ zorgkundige 1 PV Praktijk Opvoedkunde / TV Opvoedkunde 1 PV Praktijk Verzorging / TV Verzorging 2 TV Huishoudkunde 1 TV Opvoedkunde 3 TV Verzorging 1 TV Verzorging/Opvoedkunde Stage 10-14 2-3 PV/TV Stage Huishoudkunde 3-4 PV/TV Stage Opvoedkunde 5-7 PV/TV Stage Verzorging 3de leerjaar 3de graad BSO 5 Lessentabel

THUIS- EN BEJAARDENZORG/ZORGKUNDIGE DERDE LEERJAAR DERDE GRAAD BSO ALGEMEEN DEEL 3de leerjaar 3de graad BSO 7 Algemeen deel

Inhoud 1 Uitgangspunten...9 2 Leerlingenprofiel en beginsituatie...9 3 Competentieontwikkelend denken...10 4 Algemene pedagogisch-didactische wenken...13 5 Geïntegreerde proef...15 6 Evaluatie...16 7 Het leerplan en het opvoedingsproject...16 8 Minimale materiële vereisten...17 8.1 Voor het oefenen van verzorgende vaardigheden / directe persoonsgerichte zorg...17 8.2 Voor het oefenen van huishoudelijke vaardigheden / indirecte persoons-gerichte zorg...18 8.3 Voor het oefenen van expressieve, animatieve en agogische vaardigheden, opzoekingswerk, groepswerk...19 9 Bibliografie...20 8 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

1 Uitgangspunten Dit leerplan speelt in op de wijzigingen in het werkveld en in de taken van verzorgenden en houdt rekening met het beroepsprofiel Verzorgende dat opgemaakt is door de SERV (april 2003 www.serv.be) en met de opname van het gezondheidsberoep van zorgkundige in het KB 78 van 2001. Leerlingen worden in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad Verzorging voorbereid op het werken als verzorgende in de (semi)-residentiële zorgsector en de diensten voor gezinszorg in eenvoudige zorgsituaties. In het derde leerjaar van de derde graad worden ze verder voorbereid op het werken als verzorgende/zorgkundige in diverse settings en complexe zorgsituaties. We besteden extra aandacht aan de thuiszorg omdat dit voor de leerlingen een vrij nieuwe setting is waarmee ze enkel nog maar kennis gemaakt hebben via beroepsgerichte lessen, getuigenissen van verzorgende, maatschappelijk werker en zorgvrager (zie p 63 leerplan Verzorging 1999) en verkenning van het werkveld onder vorm van studiebezoeken, inleefmomenten en / of gerichte opdrachten (zie p 132 leerplan Verzorging 1999). Het leerplan van de derde graad Verzorging zal in de komende jaren ook aangepast worden aan de actuele tendensen. Leerlingen worden gevormd tot verzorgenden/zorgkundigen die kunnen werken in een gestructureerde verpleegkundige equipe in diverse zorgsituaties. De leerlingen worden beroepsvaardig en verwerven de gepaste beroepshoudingen. Hun vaardig-zijn dient ondersteund door verworven kennis. Weten waarom men iets voelt, zegt en doet, biedt kansen tot bewust professioneel werken. De keuze voor een zorgberoep maakt dat leerlingen op jonge leeftijd met heel wat verlieservaringen in gezondheidszorgsituaties geconfronteerd worden. Het is belangrijk dat leerlingen beseffen hoe waardevol hun inbreng is voor de zorgvrager en diens omgeving. Verzorgenden vertrekken vanuit een zorgvisie die kwaliteitszorg op maat wil bieden aan de zorgvragers en hun omgeving vanuit het emancipatorisch denken. Respect voor zichzelf en gericht werken binnen het kader van een welbepaalde voorziening en een welbepaalde context maken daar ook deel van uit. Leerlingen versmelten in de dagelijkse praktijk van het werk als verzorgende alle kennis en vaardigheden tot een geïntegreerd handelen. Daarom gaan we er vanuit dat de leraren van de verschillende componenten (en liefst ook van de algemene vakken) en stagebegeleiders één team vormen dat vakoverschrijdend én complementair werkt. Dit leerplan is dan ook uitgeschreven op een vakoverschrijdende wijze zodat de samenhang duidelijk is. De leraren die het beroepsgerichte gedeelte aanbieden komen uit de drie disciplines: Huishoudkunde, Verzorging en Opvoedkunde en worden bij voorkeur zowel in stage als les ingeschakeld. We willen ook wijzen op de links tussen verschillende werkterreinen en eventuele bijkomende tewerkstellingsmogelijkheden. De zorgsector is in evolutie en het is dan ook belangrijk dat leraren deze evoluties goed volgen en leerlingen 'polyvalent, flexibel en weerbaar' opleiden. De actuele ontwikkelingen in verband met het wettelijk kader en de toegelaten handelingen voor zorgkundigen onder welbepaalde voorwaarden dienen opgevolgd te worden en doorgegeven te worden aan de leerlingen. 2 Leerlingenprofiel en beginsituatie De studierichting is, naast Kinderzorg, het logische vervolg op de studierichting Verzorging derde graad BSO. De meeste leerlingen komen uit de studierichting Verzorging waarin ze ervaring opgedaan hebben met oudere zorgvragers in residentiële en semi-residentiële settings. De grote troef van deze leerlingen is hun sterke praktijkgerichtheid! Daarom geloven we oprecht in de waarde van stage gekoppeld aan optimale leerkansen, begeleid zelfstandig werken en praktijkgericht leren. 3de leerjaar 3de graad BSO 9 Algemeen deel

Het is erg belangrijk samen met de leerlingen hun individuele beginsituatie uit te klaren en daarop verder te bouwen. Werken met instaptoetsen, 'opfrissing', ondersteunende zelfstudiepakketjes, vakoverschrijdende situatieschetsen, toepassingen in complexe situaties en gedifferentieerde opdrachten behoren tot de mogelijkheden. Natuurlijk is het als leraar nodig goed te weten wat leerlingen normaliter in het eerste en tweede jaar Verzorging reeds verworven hebben. Het valoriseren van deze vaardigheden en kennis verhoogt het zelfwaardegevoel van de leerlingen. We hebben daarom ook met een 'Herhaling' aangeduid wat herhaling is. Deze doelstellingen dienen opgefrist te worden doch niet opnieuw aangebracht te worden! Dit kan gebeuren door het werken met complexe situatieschetsen waarin opgedane ervaring aan bod kan komen. Opzoekingswerk in vroeger cursusmateriaal biedt eveneens belangrijke leerkansen. We plaatsen enkel herhaling bij de leerplandoelstellingen, de gelieerde leerinhouden horen daar natuurlijk ook bij. We gaan er immers van uit dat de leerplandoelstellingen bepalend zijn. Er zijn ook leerlingen die reeds een jaar hoger onderwijs of vierde graad verpleegkunde gevolgd hebben, die uit Jeugd- en gehandicaptenzorg, Gezondheids- en welzijnswetenschappen, Sociale en technische wetenschappen komen Dit brengt met zich mee dat de leerlingenpopulatie vrij heterogeen kan zijn, zowel op het gebied van ervaring, vaardigheden als kennis. Ook wat deze instromers betreft, is het nodig om de individuele beginsituatie uit te klaren via vb. een proef met praktijkopdrachten die slaat op wat voor de anderen herhaling is, een gesprek aan de hand van de stageactiviteiten/einddoelstellingenlijst of de competenties die ontwikkeld dienen te worden Er kunnen dan individuele afspraken (en traject) gemaakt worden in verband met wat nog niet verworven is en de manier waarop dat kan gebeuren. Deze instromers zullen soms reeds zaken beheersen die de anderen nog moeten verwerven, belangrijk hierbij is dan om hen een eigen inbreng te geven en hun ervaring te valoriseren. De componentoverschrijdende afspraken moeten zowel met de leerling als met het lerarenteam gemaakt worden. De uiteindelijke bedoeling is immers dat elke leerling op het einde van het schooljaar alle leerplandoelstellingen bereikt heeft. 3 Competentieontwikkelend denken Onderstaande tekst geeft aan wat we met leerlingen bereiken op het einde van het derde leerjaar, wat leerlingen moeten kennen en kunnen binnen een welbepaalde context, welke competenties leerlingen verder moeten kunnen ontwikkelen tijdens hun beroepsuitoefening. Deze competenties vormen de rode draad doorheen het leerplan: zij bepalen de verdere leerplandoelstellingen, stagedoelstellingen, leerlingenprojectdoelstellingen en geven meteen ook de evaluatiecriteria aan. We formuleerden eerst wat we willen bereiken met leerlingen Verzorging in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad en wat cursief toegevoegd werd zijn de bijkomende competenties voor leerlingen in het derde jaar van de derde graad. In welke werkcontext werken? 1 Werken met zorgvragers in niet complexe en/of eenvoudige en/of ADL ondersteunende zorgsituaties binnen welzijnszorgsituaties (zorgvragers vanuit de 0 en A categorieën van de Katz schaal) die ofwel verblijven in semi-residentiële en residentiële ouderenzorg, PVT (psychiatrisch verzorgingstehuis), Kinderopvang (nietgesubsidieerde sector), Gehandicaptenzorg ofwel thuis wonen en beroep doen op de diensten voor gezinszorg. Werken met zorgvragers in complexe en / of PDL ondersteunende zorgsituaties binnen gezondheidszorg (zorgvragers vanuit de B en C categorieën) die ofwel verblijven in semi-residentiële en residentiële ouderenzorg, PVT (psychiatrisch verzorgingstehuis), Kinderopvang (niet gesubsidieerde sector), Gehandicaptenzorg, Ziekenhuizen ofwel thuis wonen en beroep doen op diensten voor gezinszorg en /of thuisverplegingsdiensten. 2 Werken als verzorgende in een team onder begeleiding van verpleegkundige of een verantwoordelijke zoals een maatschappelijk werker Werken als zorgkundige in een gestructureerde equipe onder toezicht van een verpleegkundige. Bijstaan van de verpleegkundige inzake zorgverstrekking, gezondheidsopvoeding en logistiek in het kader van de door de verpleegkundige gecoördineerde activiteiten (zie KB 78 van 01.09.2001). 10 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

Waaruit bestaat het werk of wat zijn de taken? 3 Pedagogisch en agogisch omgaan met zorgvragers en hun omgeving: contacten opbouwen, onderhouden en afbouwen, begeleiden van activiteiten van het dagelijkse leven, begeleiden van ontwikkelingsondersteunende en ontwikkelingsbevorderende activiteiten. Bijstaan van zorgvrager en omgeving in moeilijke momenten. 4 Indirecte persoonsgerichte zorg verlenen in de groothuishouding ((semi) residentiële zorgsituaties) en in de kleinhuishouding (thuiszorgsituaties). Maaltijdzorg, interieurzorg, linnenzorg, materiaal en middelenzorg, transferzorg. 5 Directe persoonsgerichte zorg verlenen ter ondersteuning van de activiteiten van het dagelijkse leven van de zorgvrager: hygiënische zorgen, hulp bij eten en drinken, uitscheiding, rust en beweging, gezondheidsvoorlichting en opvoeding bieden, parametercontrole, medicatiezorg en Eerste Hulp Bij Ongevallen; Activiteiten uitvoeren onder welbepaalde voorwaarden, zie KB 78. Op welke wijze werken? 6 Kwaliteitszorg bieden vanuit een emancipatorische, holistische en dynamische mensvisie en een animatieve grondhouding en met respect voor diversiteit binnen welzijnszorgsituaties. Kwaliteitszorg bieden vanuit een emancipatorische, holistische en dynamische mensvisie en een animatieve grondhouding en met respect voor diversiteit binnen gezondheidszorgsituaties. 7 Werken op een deontologisch verantwoorde wijze en aangepast aan de doelstellingen en visie van de organisatie. 8 Werken binnen het wettelijk en reglementair kader voor verzorgende en het statuut van de thuisverzorgende. Werken als zorgkundige binnen het KB 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen. 9 Werken op een methodische wijze met als verschillende stappen: informeren, plannen, uitvoeren en evalueren. Informeren, observeren en rapporteren aan de verantwoordelijke onder wiens toezicht gewerkt wordt + gebruikmaken van de geijkte middelen zoals overdrachtsmomenten, teambesprekingen, zorgplan, takenblad, procedures, standaarden Werken onder toezicht van een verpleegkundige binnen een gestructureerde equipe. 10 Rekening houden met de basisprincipes van hygiënisch werken, veilig werken, economisch werken, ecologisch werken, ergonomisch werken, belevingsgericht werken, zelfzorggericht en comfortgericht werken. 11 (zelf)reflectie ontwikkelen in verband met professioneel handelen. 12 Levenslang leren ontwikkelen in verband met professioneel handelen. Vanuit bovenstaande competenties hebben we leerplandoelstellingen bepaald. We hebben als leerplancommissie gekozen om een vakoverschrijdend leerplan te maken om de integratie van de componenten te verhogen. In de lessentabel wordt er evenwel een opsplitsing naar de verschillende componenten voorzien zodat leerlingen les kunnen krijgen van leraren met verschillende bekwaamheidsbewijzen. Een multidisciplinair lerarenteam verhoogt de leerkansen van de leerlingen. De componenten zijn Expressie, Omgangskunde, Verzorging, Participatie en Zorg voor leef- en woonsituatie, die zo geïntegreerd mogelijk worden aangebracht. Stage zorgt voor de implementatie. De geïntegreerde proef bestaat uit stage, geïntegreerde of componentoverstijgende stageopdrachten en het realiseren van een project. 3de leerjaar 3de graad BSO 11 Algemeen deel

Verder behoort het tot de autonomie van de school om te kiezen voor PV of TV. De integratie van kennis en vaardigheden dient echter in een zevende jaar volledig te zijn zowel in het aanbieden door de leraar als in het verwerven door de leerlingen. Wat de leerplandoelstellingen betreft, willen we de nadruk leggen op de werkwoorden en de context van de leerplandoelstellingen. De werkwoorden geven de mate aan waarin iets verworven moet worden en de context is steeds het werken als verzorgende / zorgkundige in een verpleegkundige equipe. Alle leerplandoelstellingen moeten aangeboden worden maar dit kan zowel tijdens de lessen, stage, leerlingenproject of via een combinatie van voorgaande elementen. Doegericht en ervaringsgericht werken met leerlingen krijgt gewicht, minstens de helft van de lestijd, en wordt geïntegreerd werken verder doorgetrokken. Het leerplan is opgebouwd uit volgende samenhangende delen. Inleiding: kwaliteitszorg: zorg bieden vanuit een zorgvisie volgens een bepaalde methodiek, rekening houdend met de basisprincipes en vanuit een gepaste beroepshouding. Kwaliteitszorg bieden in zorgsituaties 1 Werken in verschillende werkcontexten 2 Omgaan met zorgvragers en hun omgeving 3 Indirecte persoonsgerichte zorg verlenen 4 Directe persoonsgerichte zorg verlenen 5 Specifieke zorgsituaties 5.1 zorgvragers met aandoeningen/handicaps 5.2 kraamgezinnen 5.3 zorgvragers die sociaal kwetsbaar zijn 5.4 zorgvragers in een palliatieve situatie 6 Leerlingenproject De samenhang tussen de verschillende delen van het leerplan moet ook in het lesgebeuren terug te vinden zijn. Op Stage wordt al het geleerde uit bovengenoemde delen concreet toegepast. Leerlingen dienen verschillende stage-ervaringen op te doen en hierop te reflecteren. Zo worden ze zich bewust van hun professioneel handelen en kunnen ze bijsturen. Stage in de thuiszorg dient voldoende aandacht te krijgen, goed voorbereid en goed begeleid te worden. De mogelijkheid om ook in groep te werken (via seminarie en /of methodische begeleiding) omtrent praktijkervaringen en reflectie verhoogt het leereffect! De geïntegreerde proef bestaat uit stage, stageopdrachten en leerlingenproject. De geïntegreerde stageopdrachten worden in gezamenlijk overleg tussen leraren geformuleerd, gebruik makend van de verschillende componenten van het beroepsgericht gedeelte (en liefst ook van het algemeen gedeelte) en in afspraak met het werkveld. Het voldoen op stage is in deze opleiding van doorslaggevend belang! Het componentoverschrijdend leerlingenproject wordt uitgewerkt rond een welbepaalde complexe zorgsituatie waarbij zorgvragers en hun omgeving centraal staan zodat leerlingen concreet de integratie ervaren. Het leerlingenproject is een langlopend initiatief dat bestaat uit een informatiefase, een concrete activiteitenfase, een voorstellingsfase en een evaluatiefase en waarbij samenwerking en begeleid zelfstandig werken voorop staan. De verschillende fasen kunnen eventueel verschillende keren aan bod komen. 12 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

4 Algemene pedagogisch-didactische wenken Timing per deel We wensen een tijdsaanduiding te geven en hebben deze uitgedrukt in % totale lestijd beroepsgerichte gedeelte. Inleiding: kwaliteitszorg: zorg bieden vanuit een zorgvisie volgens een bepaalde methodiek, rekening houdend met de basisprincipes en vanuit een gepaste beroepshouding. 3 % Kwaliteitszorg bieden in zorgsituaties 1 Werken in verschillende werkcontexten 8 % 2 Omgaan met zorgvragers en hun omgeving 15 % 3 Indirecte persoonsgerichte zorg verlenen 20 % 4 Directe persoonsgerichte zorg verlenen 10 % 5 Specifieke zorgsituaties 5.1 zorgvragers met aandoeningen/handicaps 18 % 5.2 kraamgezinnen 3 % 5.3 zorgvragers die sociaal kwetsbaar zijn 3 % 5.4 zorgvragers in een palliatieve situatie 10 % 6 Leerlingenproject 10 % Het vakoverschrijdend leerplan dient, in gezamenlijk overleg met de verschillende leraren gerealiseerd te worden. We opteren dan ook voor regelmatig gestructureerd vak- of componentoverschrijdend overleg zodat leerlingen houvast kunnen verwerven. Het is daarom zinvol om het lerarenteam een bepaald moment gezamenlijk vrij te roosteren. Om componentoverschrijdend te werken is het interessant als het beroepsgerichte gedeelte zoveel mogelijk samen geplaatst wordt vb. in halve schooldagen. Het samen maken van een jaarplan (met duiding van de leerplandoelstellingen, pedagogisch-didactische middelen ) kan een eerste stap zijn in het complementair werken. Er moet enkel voor gezorgd worden dat leerlingen alle leerplandoelstellingen kunnen verwerven! Dit betekent dus dat er een verdeling kan gebeuren waarbij naast beroepsdeskundigheid ook ervaringsdeskundigheid kan spelen! Het kan zinvol zijn gezamenlijk leerlingenmateriaal, met onder meer complexe zorgsituaties, te ontwikkelen per onderdeel en ook een gezamenlijke evaluatie op te stellen en dit met verschillende leraren aan te bieden aan leerlingen. Bepaalde onderdelen kunnen ook door één leraar gegeven worden. Het opmaken van het draaiboek voor het leerlingenproject dient gezamenlijk te gebeuren. Ook de stageopdrachten, die vakoverschrijdend dienen te zijn, moeten gezamenlijk afgesproken worden. We gaan ervan uit dat elke leraar die lesgeeft ook stagebegeleiding doet, op die manier wordt de link praktijk-theorie realiteit. Regelmatige bevraging / evaluatie en bijsturing van het componentoverschrijdend werken als lerarenteam is ook nodig. We pleiten voor het gebruik van gevarieerde werkvormen zodat leerlingen op verschillende manieren leren leren. Ervaringsgericht en concreet werken via casussen, vaardigheden concreet laten inoefenen, info leren opzoeken en verwerken, gebruik van ICT, ruimte voor (zelf)reflectie en feedback, ervaringsdeskundigen aan het woord laten behoren tot de mogelijkheden. Een soort vademecum met de belangrijkste basiskennis, samengesteld door het lerarenteam, kan door leerlingen geraadpleegd worden bij het uitwerken van complexe casussen. Minimaal de helft van de lestijd moet uit concrete doe-activiteiten (inoefenen sociale vaardigheden, animatieve activiteiten, verzorgende activiteiten, huishoudelijke activiteiten, opzoekingswerk en pre- 3de leerjaar 3de graad BSO 13 Algemeen deel

senteren ) bestaan. We willen de tijd waarin de leraar grotendeels zelf aan het woord is of lesinhouden zelf aanbiedt beperken tot maximaal de helft van de lestijd. Concrete activiteiten en inleefmomenten met gerichte opdrachten beklijven. Voorwaarde is wel dat het geheel goed voorbereid, begeleid en geëvalueerd wordt, door alle betrokken partijen: leerlingen, werkveld en lerarenteam. Dit zijn ook prachtige gelegenheden om de link werkveld-klas te leggen en van elkaar te leren. We geloven ook in de waarde van blokstages van een zekere duur (minimaal 3 weken, bij voorkeur 4 weken op éénzelfde stageplaats) omwille van het leerproces (ruimte voor tussentijdse evaluatie en bijsturing tegen de eindevaluatie) én volgens de werkregeling van de voorziening, zodat er een zekere vertrouwdheid kan ontstaan tussen leerling en de zorgvragers en de leerling het werk in al zijn facetten op een realistische wijze kan ervaren. Het leerlingenproject is een langlopend initiatief dat bestaat uit een informatiefase, een concrete activiteitenfase, een voorstellingsfase en een evaluatiefase en waarbij samenwerking, begeleid zelfstandig werken en zelfreflectie voorop staan. Dit project bedraagt minstens 1/10 van de lestijd (met voldoende inbreng vanuit de verschillende componenten) om op die manier de leerlingen een aantal leerplandoelstellingen te laten verwezenlijken. De onderwerpen dienen gesitueerd te zijn binnen de zorgsector en slaan op complexe zorgsituaties waarbij zorgvragers en hun omgeving centraal staan (dus de toekomstige werkcontexten van de leerlingen). Ze sluiten aan bij de bestaande werking van stageplaatsen en de specifieke, regionale noden en initiatieven. Het leerlingenproject dient zowel individueel werk te bevatten als groepsgebonden activiteiten. Bij projectwerk is het erg belangrijk dat leerlingen op voorhand een goed uitgewerkt draaiboek of scenario krijgen. Zij moeten weten wat wanneer van hen verwacht wordt, hoe ze te werk moeten gaan en hoe en wanneer er geëvalueerd en bijgestuurd wordt. De rol van de leraar is een (bege)leidende en ondersteunende rol. Enkele criteria voor een degelijk leerlingenproject: duidelijke doelstellingen en evaluatiecriteria worden van in het begin aan de leerlingen meegedeeld en zijn gebaseerd op de opdracht die in functie van de competenties verwoord is; timing, fasering en het gebruik van een bepaalde methodiek is nodig als houvast; onderwerp moet zodanig gekozen worden dat het haalbaar blijft voor alle partijen, het proces is even belangrijk als het product én het product is zinvol (en bescheiden); zelfwerkzaamheid van leerlingen wordt gestimuleerd en begeleid; inoefenen van sociale vaardigheden (samenwerken, onderhandelen, afspraken maken ) is belangrijk; inoefenen van technische vaardigheden (bepaalde technieken uitvoeren en/of toepassen, info verwerven en verwerken ) is belangrijk; leren begeleid zelfstandig werken; gebruik maken van theoretische achtergrondinformatie /kennis in functie van het dagelijkse functioneren als verzorgende/ zorgkundige is noodzakelijk en dient ook geduid en verwoord te worden; schriftelijke neerslag door de leerlingen met de belangrijkste kapstokken is onontbeerlijk; plaats en tijd maken voor regelmatige feedback en zelfreflectie aan de hand van concrete criteria en tips; Voorstel Fase 1: info verwerven en verwerken. Het onderwerp kan door de leraar vastgelegd worden in overleg met het werkveld en/ of door de leerlingen in overleg, belangrijk is dat een helder afgebakend, concreet omschreven en haalbaar onderwerp is. Binnen een klas kan elk groepje een apart onderwerp hebben of er kan vanuit één onderwerp aan verschillende subonderwerpen gewerkt worden. Groepssamenstelling kan op verschillende wijzen gebeuren, best niet op basis van voorkeuren binnen de leerlingengroep maar bv. op basis van het onderwerp. Waar, hoe en wat er aan info dient opgezocht te worden, moet afgebakend worden. Alle groepsleden moeten de verwerkte info begrijpen en kunnen uitleggen aan de rest van de klas. De verwerkte info moet een overzichtelijk en beknopt geheel vormen en schept het kader voor een concrete actie. 14 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

Fase 2: op de werkvloer in de gezondheidszorg concrete activiteiten organiseren. Concrete activiteiten kunnen zeer ruim opgevat worden gaande van inleefmomenten tot concrete activiteiten. Voorwaarde is echter steeds dat leerlingen vooraf onderhandelen met de betrokken zorgverleners en indien mogelijk ook met de zorgvragers over wat haalbaar en zinvol is. Ook gedurende de uitvoering is er steeds een terugkoppeling (feedback) nodig. Organiseren bestaat uit plannen en voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Er zal dus zeker meer dan 1 contactmoment nodig zijn. Fase 3: link fase 1 en 2 en conclusies trekken. Leerlingen gaan na in hoever de kapstokken uit fase 1 kloppen met de observaties en ervaringen in de realiteit van fase 2. Zij trachten conclusies, aandachtspunten, tips te formuleren zowel op praktisch-inhoudelijk vlak als op samenwerkingsvlak. Dit kan zowel in groep als individueel gebeuren. Het aldus bekomen geheel kan aan de totale klasgroep en/of de jury van de GP worden voorgesteld waarbij er nog een bevraging kan plaats vinden. Ook de voorstelling dient goed voorbereid te worden. Fase 4: evaluatie van het persoonlijk leerproces. Tenslotte is het belangrijk dat elke leerling een eindbalans van het project kan opmaken aan de hand van eigen ervaringen en feedback van alle voorgaande fasen. Verwoorden van wat (zowel praktisch-inhoudelijk als op samenwerkingsgebied) men geleerd heeft, is een belangrijk element in het leerproces! 5 Geïntegreerde proef De reglementaire basis in verband met de GP is terug te vinden op www.edulex.be. De geïntegreerde proef kan bestaan uit stage, stageopdrachten en leerlingenproject. De geïntegreerde stageopdrachten worden geformuleerd in gezamenlijk overleg tussen leraren van de verschillende componenten van het beroepsgericht gedeelte (en liefst ook van het algemeen gedeelte) en in afspraak met het werkveld en refereren aan de competenties. Op stage leren leerlingen de doelstellingen van de verschillende componenten geïntegreerd toepassen en leren ze functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Leerlingen dienen goed geïnformeerd te worden over de inhoud en de doelstellingen van de geïntegreerde proef. Een belangrijk aspect is het proces dat de leerling mag doorlopen en waarbij planning, regelmatige zelfevaluatie en heldere bijsturing onontbeerlijk zijn. Leerlingen kunnen dus het leerproces zelf mee bepalen en weten steeds duidelijk waar ze aan toe zijn. Een vorm van schriftelijk bijhouden van dit proces is noodzakelijk. Geïntegreerd werken veronderstelt vakoverstijgend werken met zowel cognitieve, affectieve en psychomotorische doelstellingen en komen tot het niveau van toepassen en integreren. Vanuit het vakoverschrijdende leerplan en de klassenraden kunnen afspraken gemaakt worden betreffende de planning, het proces en productevaluatie. De mogelijkheid bij uitstek om geïntegreerd werken te verwezenlijken is stage. Vandaar dat stage en opdrachten op stage een onmisbaar onderdeel van de geïntegreerde proef vormen. Reflectie over de opdrachten met stagementoren is eveneens belangrijk! De uitvoering van de opdrachten dient begeleid te worden door stagebegeleider en stagementor. Er dient ook een concreet leerlingenproject uitgewerkt te worden, zie vorige punten 4 en 5. Samenwerking krijgt hierbij een belangrijk accent. De schriftelijke neerslag van stageopdrachten (met inbegrip van bijsturingen) en leerlingenproject kan toegelicht worden door de leerlingen voor een jury doch daar mag het hoofdaccent niet op liggen. Leerlingen kunnen toelichten wat ze geleerd hebben op stage en in de les en vanuit de projectervaring! Deze ervaring is een mooie voorbereiding op latere sollicitatiegesprekken. Een goede opvolging en begeleiding bij de geïntegreerde proef is noodzakelijk: vakleraren, stagebegeleiders en stagementoren hebben daar een rol in. 3de leerjaar 3de graad BSO 15 Algemeen deel

De evaluatie van de geïntegreerde proef zal bestaan uit een proces- en productevaluatie op basis van vooraf concreet geformuleerde doelstellingen en criteria die voor alle partijen duidelijk zijn. Deze evaluatie kan bijvoorbeeld plaatsvinden na elke stageperiode waarbij de stagementor als extern jurylid fungeert of op het einde van het leerjaar. Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (leerplannen@vvkso.vsko.be) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer. Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren. 6 Evaluatie De leerplandoelstellingen houden zowel beroepsvaardigheden en beroepshoudingen in als ondersteunende kennis. Leerlingen dienen vooraf goed te weten wat van hen verwacht wordt en hoe de evaluatie gebeurt. Dit is een vakoverschrijdend leerplan en zodoende kan er ook vakoverschrijdend geëvalueerd worden. Tenslotte is het krijgen van feedback en tips ter bijsturing (zowel mondeling als schriftelijk, zowel tussentijds als op het eind) noodzakelijk voor het leren van leerlingen. Zichzelf leren evalueren (zowel voor leerlingen als leraren) is eveneens een essentieel deel van het evaluatieproces! Cruciaal is de vraag of de leerling als beginnend verzorgende in de thuis- en bejaardenzorg aan het werk kan en dus voldoende competenties bezit die ze verder kan ontwikkelen. Evaluatie kan zowel permanent als op geregelde tijdstippen plaatsvinden en is ook afhankelijk van schoolafspraken. Het al dan niet werken met punten, examens behoort tot de autonomie van de school. 7 Het leerplan en het opvoedingsproject We geloven dat het samen stilstaan bij en het verwoorden van waarden die in opvoeden aan bod komen ontzettend zinvol zijn. We vertrekken vanuit christelijk geïnspireerde waarden onder andere respect voor anderen zoals de zorgvragers en hun omgeving en naastenliefde. Als leraar vervullen we een niet te onderschatten voorbeeldfunctie. 16 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

8 Minimale materiële vereisten 8.1 Voor het oefenen van verzorgende vaardigheden / directe persoonsgerichte zorg 8.1.1 Specifieke inrichting Voorziening van koud water Voorziening van warm water Voldoende bergruimte voor het bergen van de specifieke uitrusting Zone voor handhygiëne 8.1.2 Specifieke uitrusting Het aantal keer dat bepaalde voorzieningen moet aanwezig zijn, is afhankelijk van het aantal leerlingen. Er dient voldoende te zijn voor elke werkende leerling, niet noodzakelijk in één en hetzelfde lokaal. Kleine pop en grote pop naargelang van de doelgroep Kinderbed en ziekenhuisbed, zetel Overeenkomstig de zorgvrager, producten, klein werkmateriaal, textieluitrusting, eventueel toestellen en apparaten, om het zorgend handelen te kunnen inoefenen in verband met: zorg voor het lichaam bewegen en rusten eten en drinken uitscheiding beter voorkomen dan genezen aandacht voor de gezondheidstoestand geneesmiddelen Producten en klein werkmateriaal in verband met: ontsmetten eerste hulp bij ongevallen Informatiebronnen: medisch zakwoordenboek documentatiemateriaal in verband met de leerinhouden 8.1.3 Uitzicht en afwerking Het geheel is ingericht en uitgerust rekening houdend met de regelgeving in verband met hygiëne en veiligheid. 3de leerjaar 3de graad BSO 17 Algemeen deel

8.2 Voor het oefenen van huishoudelijke vaardigheden / indirecte persoonsgerichte zorg: ruimte voor maaltijdzorg en zorg voor textiel en woonomgeving 8.2.1 Ruimte voor maaltijdzorg 8.2.1.1 Specifieke inrichting 1 Nutsvoorzieningen voorzieningen voor koud en warm water elektriciteitsvoorziening voor verlichting, aansluiting toestellen en apparatuur 2 Infrastructurele voorzieningen zone voor praktijk voedselbehandeling mogelijkheid voor presentatie en bediening zone voor handhygiëne opbergruimte 8.2.1.2 Specifieke uitrusting om voeding voor bejaarden en zorgbehoevenden te bereiden Het aantal keer dat bepaalde voorzieningen moeten aanwezig zijn, is afhankelijk van het aantal leerlingen. Er dient voldoende te zijn voor elke werkende leerling; niet noodzakelijk in één en hetzelfde lokaal. 1 Specifieke uitrusting naar gelang van de volgende zorgprocessen opslag van grondstoffen en producten koeling van grondstoffen en bereid voedsel voorbereiding en bereiding presentatie en bediening vaat- en afvalhygiëne 2 Specifieke uitrusting voor handhygiëne brandveiligheid 3 Klein werkmateriaal, toestellen en apparaten omtrent de toegepaste technieken het bewaren van voedingsmiddelen 4 Producten en materiaal in verband met eerste hulp bij ongevallen 5 Informatiebronnen in verband met voedselbehandeling voedingsvoorlichtingsmodel documentatiemateriaal 18 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

in verband met handhygiëne hygiëneplan en instructiefiche 8.2.1.3 Uitzicht en afwerking Het geheel is ingericht, uitgerust en afgewerkt volgens de regelgeving in verband met hygiëne en veiligheid. 8.2.2 Ruimte voor textiel en zorg voor de woonomgeving 8.2.2.1 Specifieke inrichting 1 Nutsvoorzieningen voorzieningen voor koud en warm water elektriciteitsvoorziening voor verlichting, aansluiting toestellen 2 Infrastructurele voorzieningen zone en uitrusting voor reinigen en opmaken van textiel reinigen en onderhouden van woonomgeving berging voor werkmiddelen, producten en apparaten 8.2.2.2 Specifieke uitrusting Het aantal keer dat bepaalde voorzieningen moeten aanwezig zijn, is afhankelijk van het aantal leerlingen. Er dient voldoende te zijn voor elke werkende leerling; niet noodzakelijk in één en hetzelfde lokaal. 1 Specifieke uitrusting en klein werkmateriaal, toestellen en apparaten naar gelang van de volgende zorgprocessen reinigen en gebruiks- en kastklaar maken van textiel reinigen en onderhouden van woonomgeving 2 Producten en materiaal in verband met eerste hulp bij ongevallen 3 Informatiebronnen: documentatiemateriaal 8.2.2.3 Uitzicht en afwerking Het geheel is ingericht, uitgerust en afgewerkt volgens de regelgeving in verband met veiligheid. 8.3 Voor het oefenen van expressieve, animatieve en agogische vaardigheden, opzoekingswerk, groepswerk Lokaal dat voldoet aan een aantal voorwaarden: voldoende ruim zodat verschillende expressievormen gecombineerd kunnen worden 3de leerjaar 3de graad BSO 19 Algemeen deel

voldoende geluidsgeïsoleerd zodat leerlingen zich expressief kunnen en mogen uiten met een inrichting die kan aangepast worden naargelang van de activiteit voldoende en permanent beschikbare opbergruimte, materiaal bestand tegen creatief werk, materiaal en documentatie aangepast aan de leerinhouden van het leerplan en aan de verschillende doelgroepen en settings. Leerlingen hebben toegang tot audiovisuele apparatuur, pc en internetaansluiting 9 Bibliografie ABRAHAMS, J., De gids en de reisgenoten: omgaan met mensen met dementie, Garant, Leuven, 1999. BERNLEF, J., Hersenschimmen. Beschrijving in romanvorm hoe iemand zelf zijn dementeringsproces doorleeft, Querido, Amsterdam, 1984. BEKX, N., VERLEYEN, T., Armoede is vrouwelijk, EPO, VZW, 1996. BLOEMENDAL, G., e.a., Thuis in het verzorgingstehuis: wonen en werken; een wereld van verschil. BLOEMENDAL, G., Zolang het nog kan: thuiszorg voor dementerende ouderen, Intro, Nijkerk, 1990. BUYSSEN, H., RAZENBERG, T., Dementie, een praktische handreiking voor de omgang van Alzheimerpatiënten en hun begeleiders, Pelckmans. BUYSSEN, H., Depressie bij ouderen, Intro, Baarn. CLARA, R., KEIRSE, M., SCHRIJVERS, D., VERHOEVEN, A., e.a., Palliatieve thuiszorg. Gids voor patiënten en hun begeleiders, Pelckmans. COENE, Depressie: zelfzorgboek, Stichting September, 1999. COENE, Dr., Multiple Sclerose zorgboek, Stichting September, Amsterdam, 2001. CONSTANDT, C., DE VISSCHER, MOERAERT, R., Kwaliteitsvolle basiszorg voor de oudere zorgvrager Deel 1 en Deel 2.Van totaalzorg naar zorgplan, Kluwer Editoriaal, Diegem, 1999. COOREMANS, D., Kom een beetje bij mij zitten, Animatie in het rusthuis, Acco, Leuven. CUIJPERS, P., Depressie, Gids voor familieleden, Intro, Baarn, 1997. CUIJPERS, P., BUYSSEN, H., Ik zie het weer zitten, Intro, Teleac Not, Utrecht, 1997. DE COCK, L., Dr., Ouder worden, nieuwe stijl, Roularta Books/ Scoop, 1998. DE DONCKER, W., Een opa met gaatjes. Een warm boek voor kinderen vanaf 8 jaar, Davidsfonds, Infodoc. DE FEVER, F., Omgaan met kanker, Garant, Leuven - Apeldoorn. DE GRAAF, J., VAN DER HOEVEN, J.M., HOOGSTRATEN, M.C., MINDERHOUD, J.M., Multiple Sclerose, een boek voor patiënten en behandelaar, een boek met dubbele hoofdstukken : één in een eenvoudige vorm en één in een meer wetenschappelijke vorm, Bohn Schel-tema & Holkema. DE KEYSER, F., Reuma leren begrijpen, Lannoo, Tielt/Terra. DE MAESSCHALCK, E., Sterven is een kunst, Davidsfonds, Leuven, 1996. 20 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

DEMUYNCK, L., Drijfzand, Lannoo, NV, Tielt, 1999. Depressie, PCI-Distributieservice, Postbus 74, Bunnik. DE VLEESCHOUWER, C., Leven in het verzorgingstehuis, Leuven/Apeldoorn, Garant, 1996. DE VREESE, L., VAN DEN HEUVEL, B., Kwaliteit van zorg, Acco, Leuven, 1996. DE WEVER, S., Het antistress boek, De Eenhoorn, Wielsbeke, 1993. DIESFELDT, H.F.A., De draad kwijt. Over organisatie van geheugen bij dementie, Kluwer, Antwerpen. DOM, R., De ziekte van Parkinson, Garant, Leuven - Apeldoorn, 1997. DRAULANS, D., Het hoofd wil niet meer informatie over beginnende dementie, Garant, Leuven-Apeldoorn, 1996. EUDERINK, F., HEEREN, T.J., KNOOK, D.L., LIGTHART, G.J., Inleiding Gerontologie en Geriatrie, Bohn Staflen Van Loghem, Houten/Zaventem. EVERAERTS, N., PEERAER, J., PONJAERT-KRISTOFFERSEN, I., Zorg om Zorg. Mishandeling van bejaarden, Garant, Leuven - Apeldoorn. FEIL, N., De Validation methode in de praktijk, Lemma, Utrecht, 1994. GAIRING, M., Hoe word ik stress de baas?, Intro, Nijkerk, 1991. GEISSELER, T., Halfzijdige verlammingen. Hulp bij het omgaan met een hemiplegie, PCI-Distributieservice, Postbus 74, Bunnik. GODDERIS, J., Geronto-psychiatrie, Acco, Leuven, 1995. GROTENDORST, A., Verpleging en verzorging van migranten, SOVOV-Utrecht. JANSEN, J.M.G., Omgangskunde in het verpleeghuis (agogiek), deel 1, Nijgh & Van Ditmar, Educatief. JOPPEN, R., BRAND, W., SCHREURS, P., Omgaan met stress: dat kunt u zelf, Agora, Aalst, 1992. Met cd-rom. LAAR, M., Weet u nog...? Werkboek Realiteits Oriëntatie Training met ouderen, Intro, Nijkerk, 1990. LAFOSSE, C.,Dr., VERHAEGEN, J., STEVENS, P., MOEREMAN, M., Dr., DE WILDE, C., BOONS, I., Kwaliteitsvolle zorg voor bewoners met een CVA-letsel,.Kluwer, Diegem, 2001. LELEU-DOLFEN, J., Bejaardenzorg, Aurelia Books, Sint-Martens-Latem, 1992, 215 blz. LEONTINE (zr.), Menswaardig sterven, Davidsfonds, Leuven, 1992. LEROY, B., VAN TONGELE, M., De pijn voorbij, Lannoo, Tielt/Terra. MACE, N.L., Een dag van 36 uur: gids voor mensen die thuis voor een dementerende zorgen, Bunge, Utrecht, 1994. McGOWIN, F., Wonen in een doolhof, het persoonlijk verslag van een Alzheimer-patiënt, De Kern, Baarn. MERKLE, R., Als het leven een last wordt, De Driehoek, Amsterdam. 3de leerjaar 3de graad BSO 21 Algemeen deel

MERTENS, P., Tulpen in november. Een kunstenaar, een demente vrouw en haar man, Dedalus, Amsterdam, 1991. MIESEN, B., Dementie dichterbij, Cahiers Ouderdom en Levensloop, Bohn Stafleu Van Loghum, Houtem 1992. MIESEN, B., Als ik dat geweten had. Thema s in de omgang met dementerende ouderen, Cahiers Ouderdom en Levensloop, Van Loghum Slaterus, Deventer, 1984. MOLENBERGHS, C., Mathilde pakt de zon: ontmoeting met dementerende ouderen, Leuven, 1994. PAUWELS, H., MICHIELS, K., VERRIJDT, A., Rugscholing. Ergonomie en houdingscorrectie, met oefenpakket, Garant, Leuven - Apeldoorn. PAUWELS, K., MOERAERT, R., Aspecten van de verpleegkundige hulpverlening thuis in de terminale fase. PAUWELS, K., Gids bij overlijden, Lannoo, Tielt, 1996. PRAKKEN, J., Over de streep: werken met allochtone ouderen: verhalen uit de praktijk, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, Utrecht, 1993. RIX, P., Comfortzorg. Cahier Ouderenzorg. Kluwer Editorial, Diegem, 1999. RUBINSTEIN, R., Nee heb je. Over wat MS met zich meebrengt, Meulenhoff, Amsterdam. SCHELTEMA, J., Late ontmoeting: samen dwalen door dementie, Intro, Nijkerk, 1989. SPOLER, R., Sociaal agogische vaardigheden, Gesprekstechnieken, observeren en rapporteren, Traject, Infoboek, Meerhout. STOKES, G., Probleemgedrag bij demente ouderen 1: Agressie: signalering, preventie en aanpak, Intro, Baarn, 1996. STOKES, G., Probleemgedrag bij demente ouderen 2: Schreeuwen en gillen: signalering, preventie en aanpak, Intro, Baarn, 1996. STOKES, G., Probleemgedrag bij demente ouderen 3: Incontinentie: signalering, preventie en aanpak, Intro, Baarn, 1996. STOKES, G., Probleemgedrag bij demente ouderen 4: Dolen en dwalen: signalering, preventie en aanpak, Intro, Baarn, 1996. TANGHE, A., VANHAEREN, P., Er is iets dat gebeurt... Een boek over depressie en manie, Garant, Leuven - Apeldoorn. TANGHE, A., DE KEYZER, H., Schizofrenie en andere psychosen, Garant, Leuven-Apeldoorn, 2000. TEUGELS, M., Het Thuiszorgideeënboek, Cera Holding, Brusselsesteenweg, 100, 3000 Leuven. THOMAS, C., Gezinshulp bij kansarme gezinnen. Drempelverlaging en kwaliteitsverbetering, Zorgsaam, Leuven. Tussen autonomie en geborgenheid: dementerende ouderen en hun omgeving, Koning Boudewijnstichting, Garant, Leuven-Apeldoorn, 1998. VANCHAZE, H., De functionele toestand van thuisblijvende CVA-patiënten, NVKVV, 1994, vol. 4, blz. 115-118. VAN AUDENHOVE, C., LAMMERTYN, F., De zorg voor dementerende ouderen in Vlaanderen: realisaties, knelpunten en voorstellen, Acco, Leuven-Amersfoort, 1995. 22 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

VAN BERGEN, A., De lessen van burnout: hoe word je er beter van? Een persoonlijk verhaal, Spectrum, Utrecht, 2000. VAN CORP, L., Kwaliteit van leven. Cahier Ouderenzorg. Kluwer, Diegem, 2001. VAN DELFT, I., We komen niet waar we geweest zijn. Dementerende bejaarden aan het woord, Anthos, 1993. VAN DEN BERG, M., Afscheid serieus nemen, Kok, Kampen. VAN DEN BERG, M., Als de ouderdom pijn doet, Kok, Kampen. VAN DEN BERG, M., Mijn moeder weet mijn naam niet meer, Den Haag, 1989. VANDEN BOER, L., Over wonen-met-zorg van ouderen: Serviceflat en rusthuis: (g)een paar apart?, CBGS- Publicaties, Garant, Leuven-Apeldoorn, 1999. VAN DER ZANDE, T., Parkinson, wat doe ik ermee? Ankertjesserie 257 Ankh-Hermes NV, Deventer, 2001. VAN DE VEN, L., Voortdurend mis ik schakels: de begeleiding van demente bejaarden en familie, Acco, Leuven, 1993. VAN DIEMEN, R., VAN DE NIEUWEGIESSEN, C., Met één been aan de andere kant: de verborgen belevingswereld van demente ouderen, Intro, Nijkerk, 1995. VAN DUIJNSTEE, M., Het verhaal achter de feiten: over belasting van familieleden van dementerenden, Intro, Baarn, 1996. VAN DUIJNSTEE, M., Ze lacht nog wel als ze me ziet: gesprekken met familieleden van demente ouderen, Intro, Nijkerk, 1985. VAN DYK-BAAK, C.F., Omgangskunde in de verpleegkunde (Psychologie en sociologie), deel 2, Traject, Infoboek, Meerhout. VAN ES, D., De migrant als patiënt. Een oriëntatie voor hulpverleners in de gezondheidszorg, De Tijdstroom, Utrecht, 1995. VAN KAATHOVEN, N., VAN MIERLO, N., Voeding en diëten in de verpleging, Spruyt, Van Mantgem en De Does, Leiden, 1993. VAN MECHELEN, P., De cirkel doorbroken: activiteiten voor allochtone ouderen op het terrein van zorg en welzijn, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, Utrecht, 1993. VAN RIET, V., Een beroerte... Handreiking aan patiënten met een hersenletsel, hun omgeving, hun verzorgers, Garant, Leuven - Apeldoorn. VAN SANT, B., Depressie is geen ziekte, 1999. VAN WOUWEN, P., Mathilde pakt de zon, Huize Perrekens, 2440 Geel, P. Leuven. VERDULT, R., Dement worden, een kindertijd in beeld, Intro, Nijkerk, 1994. VERDULT, R., Contact in nabijheid, Acco, Leuven, 1997. VERHAEST, P., Werken aan wonen en leven voor zorgbehoevende ouderen, Acco, Leuven. VERHEIJ, R., Psychogeriatrische verpleegkunde in de praktijk, Traject, Infoboek, Meerhout. VLAEMINCK, M., Kwaliteitsvolle zorg bij de ziekte van Parkinson, Kluwer, Diegem, 2001. 3de leerjaar 3de graad BSO 23 Algemeen deel

VLAEMINCK, M., Ziekte van Parkinson. Cahier ouderenzorg. Kluwer, Diegem, 2001. VRANKEN, J., GELDOF, D., VAN MENXEL, G., Armoede en sociale uitsluiting, Jaarboek Acco, Leuven/ Amersfoort, 1996. WEBER, W.E.J., Multiple Sclerose (spreekuur thuis), PCI-distributieservice, Postbus 74, Bunnik. WOUTERS, F., Verdwalen met een gids: dementie en mentorschap, Epo, 1998. WOUTERS, R., Depressiedagboek van Rosa, Kosmos, Antwerpen-Utrecht, 1993. Brochures, tijdschriften en websites Algemeen welzijnswerk, www.steunpunt.be. Depressie: ziekte of gemoedstoestand, Bundel naar aanleiding van studiedag voor verzorgenden, Studiedienst voor Personenzorg, Hamersstraat 19, 1000 Brussel i.s.m. Vlaamse Federatie van Verzorgenden, VZW, februari 2000. Dementie, zorgmap, Stichting Augustus, Bureau Patiënten Consumenten Informatie, PCI-Distributieservice, Postbus 74, Bunnik. Gids voor Gezinnen. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Gids voor wie het pensioen nadert of bereikt heeft, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Users.pandora.be/dewending : website van De Wending VZW Stichting Depressie Vlaanderen. Handgids, Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Dienst Gehandicaptenbeleid, www.socialsecurity.fgov.be. Nursing, vakmagazine voor verpleegkundigen, Vergote Square, 43, 1030 Brussel. Sociale Gids, SBB Fiscaliteit (Sociaal Secretariaat Belgische Boerenbond), Leuven, 1995. Denkbeeld, Tijdschrift voor Psychogeriatrie, Uitgave in opdracht van de Stichting Tijdschrift voor Psychogeriatrie, Laporte Annick, Kluwer, Kouterveld 2, 1831 Diegem. www.dementie.be/expertisecentra dementie Vlaanderen Vlaamse Alzheimer Liga: o.a. boekenlijst, activiteitenkalender Gezondheidsindicatoren, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Stimulans Welzijnsonderzoek in Vlaanderen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Uitgaven van Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, Schildknechtstraat, 9, 1020 Brussel, tel. 02 422 49 49 met onder meer Vigoureus, vig@vig.be. De Logo s, lokaal gezondheidsoverleg (adressen te bekomen bij het VIG). De GVO diensten van mutualiteiten. Het Rode Kruis. De Federatie van Vlaamse Simileskringen VZW, Groene Weg 151, 3001 Heverlee. De Vlaamse Vereniging voor geestelijke gezondheidszorg, Tenderstraat 14, 9000 Gent, tel.: 09 221 44 34 met onder meer de projectmap Hoe anders is anders?, info@vvgg.be. 24 3de leerjaar 3de graad BSO Algemeen deel

Kind en gezin www.kinderopvang.be. De Vlaamse gemeenschap www.vlaanderen.be: onder andere statistische gegevens VRIND. De Werkgroep voor thuisverzorgers, Groeneweg 151, 3001 Heverlee, tel. 016 22 73 73 met onder meer de gids voor de thuiszorg, de weg kwijt, Een kijk op mantelzorg, Gids voor de docent, Lessenpakket over mantelzorg en thuiszorg, maart, 2001, users.skynet.be/werkgroepthuisverzorgers. De Vlaamse Federatie voor Verzorgenden, Hamerstraat 19, 1000 Brussel, tel. 02 217 68 94 met onder meer de helper als duizendpoot. Zorgsaam, Schapenstraat 34, 3000 Leuven, tel. 016 24 39 89 met onder meer Gezinshulp en kansarmoede, intimiteiten in de thuiszorg. Palliatieve zorg, Pelckmans Antwerpen. Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Woonbeleid, Koning Albertlaan 20 bus 7, 1000 Brussel. Platform Wonen van Ouderen, Handboek Wonen van Ouderen, Vormingspakket Wonen van Ouderen, Ontwerpgids Levenslang Wonen platform.wonen@skynet.be, Minckelerstraat 45B, 3000 Leuven, tel. 016 23 94 65, 1998. Weliswaar: gratis tijdschrift, tel. 02 686 01 83, info@weliswaar.be. Wereldgezondheidsorganisatie WHO, www.who.int. Cahiers ouderenzorg, Kluwer Diegem. Gezondheidsbrief, www.gezondheid.be. Tijdschrift Gezinsbeleid in Vlaanderen, studiedienst@gezinsbond.be. Tijdschrift voor Verzorgenden, Elsevier Gezondheidszorg, Postbus 1110, 3600 BC Maarssen (Nederland) (verschijnt maandelijks). 3de leerjaar 3de graad BSO 25 Algemeen deel

THUIS- EN BEJAARDENZORG/ZORGKUNDIGE DERDE LEERJAAR DERDE GRAAD BSO BEROEPSGERICHTE VAKKEN THUIS- EN BEJAARDENZORG/ZORGKUNDIGE Leerplandoelstellingen - Leerinhouden en Pedagogisch-didactische wenken 3de leerjaar 3de graad BSO 27 Beroepsgerichte vakken

Inhoud Kwaliteitszorg bieden in zorgsituaties...29 1 Werken in verschillende werkcontexten...31 1.1 De verzorgende...31 1.2 Settings en teams...33 2 Omgaan met zorgvragers en hun omgeving...35 3 Indirecte persoonsgerichte zorg verlenen...38 3.1 Indirecte persoonsgerichte zorg verlenen in de groothuishouding...39 3.2 Indirecte persoonsgerichte zorg verlenen in de kleinhuishouding...41 4 Directe persoonsgerichte zorg verlenen...44 5 Specifieke zorgsituaties...48 5.1 Zorgvragers met aandoeningen/handicaps...48 5.2 Kraamgezinnen...49 5.3 Zorgvragers die sociaal kwetsbaar zijn...50 5.4 Zorgvragers in een palliatieve situatie...51 28 3de leerjaar 3de graad BSO Beroepsgerichte vakken thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige

Kwaliteitszorg bieden in zorgsituaties Inleiding Leerlingen hebben er baat bij de doelstellingen vroeg in het schooljaar te bereiken zodat voor hen duidelijk is wat de opleiding inhoudt en welke competenties zij verder ontwikkelen gedurende het schooljaar en de rest van hun beroepsloopbaan. Het ganse lerarenteam speelt daarop in. Levenskwaliteit als basis van zorgvisie, zorgvisie als basis voor kwaliteitszorg LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1 Illustreren dat het begrip levenskwaliteit een subjectieve beleving is en een dynamisch welbevinden op fysiek, psychisch, sociaal en existentieel vlak inhoudt. Levenskwaliteit: mensen willen gelukkig zijn, zich welbevinden op fysiek, psychisch, sociaal, existentieel vlak Verwoorden van een holistische mensvisie en de maatschappelijke tendensen rond mensvisie. Mensvisie: Holistische dynamische mensvisie 2 Situeren van zorgvragers van vandaag en morgen met aandacht voor het gegeven dat de zorgvrager niet bestaat. Maatschappelijke tendensen: individualisering, emancipatie, autonomie, diversiteit, De zorgvragers van vandaag.en morgen? Zorgvragers die in staat zijn kwaliteit van leven mee te delen. Zorgvragers waarvan men niet weet of zij kwaliteit van leven ervaren. Zorgvragers die niet langer bereid zijn kwaliteit van leven te ervaren. 3 Verwoorden van de samenhang tussen maatschappelijke tendensen en zorgvisies. Verwoorden en illustreren van de huidige zorgvisie waarbij alle mogelijkheden van zorgvragers en hun omgeving worden aangesproken. Situeren van de concrete gevolgen voor het dagelijks gebeuren in de voorzieningen. 4 Verwoorden en illustreren van kwaliteitszorg wat betreft de wijze/methodiek waarop gewerkt wordt rekening houdend met de basisprincipes, vanuit een gepaste beroepshouding. Verwoorden van het belang van ontwikkelen van competenties als verzorgende. Actuele visie op zorg en toekomstige evoluties in de zorg Kwaliteitszorg vanuit een emancipatorische, holistische en dynamische mensvisie, een animatieve grondhouding en met respect voor diversiteit binnen gezondheidszorgsituaties. Zorgvrager benaderen en begeleiden: binnen zijn levenscontext en de continuïteit van zijn leven; vanuit zijn interesses en mogelijkheden en niet vanuit defecten en beperkingen ook in zwaar zorgbehoevende situaties. Kwaliteitszorg voor de zorgvrager en zijn omgeving: Werken op een deontologisch verantwoorde wijze en aangepast aan de doelstellingen en visie van de organisatie. Werken binnen het KB 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen. Werken op een methodische wijze met als verschillende stappen: informeren, plannen, uitvoeren en evalueren. Informeren, observeren en rapporteren aan de verantwoordelijke verpleegkundige onder 3de leerjaar 3de graad BSO 29 Beroepsgerichte vakken