Uni-form historiek visie doelstellingen. Over Uni-form

Transcriptie

1 Over Uni-form Ontstaan Vanuit de sector ouderenzorg kwam de vraag om uniformiteit te brengen in stagedocumenten voor de begeleiding van leerlingen verzorging. Voorzieningen werkten met evenveel verschillende documenten als met het aantal scholen, en dit voor telkens hetzelfde beroepsprofiel. Dit kwam de kwaliteit en efficiëntie niet ten goede. De provincie Limburg nam deze vraag op. Met EFRO-middelen werd een netwerking opgezet tussen de verschillende onderwijsnetten en de pedagogische begeleidingsdiensten. Stagebegeleiders uit de verschillende scholen brachten hun documenten samen en vergeleken deze met de bestaande beroepsprofielen en leerplannen uit de verschillende netten. In deelgroepen werden gedragsindicatoren geclusterd en uitgeschreven en nadien getoetst in het werkveld. Deze wisselwerking tussen onderwijs en werkveld bracht een hele dynamiek tot stand. Het resultaat was het gebruik van een uniform rapporteringsysteem voor stagiair(e)s uit verzorging (ouderzorg en kinderzorg) in heel Limburg, ongeacht de school of stageplaats van de leerling. Het begeleidingsproces van leerlingen op stage in zorg kon daardoor in heel de provincie uniform ondersteund worden. Het project kreeg de naam Uni-form. Het werken met de ervaringen van mensen die dagelijks in de praktijk staan en de samenwerking tussen onderwijs en werkveld, bleek de kracht van Uni-form te zijn. Visie Uni-form wil werken vanuit de noden van het werkveld en streeft naar een consensus tussen onderwijsbehoeften en behoeften van de betrokken sector. Wat uitgewerkt wordt moet gedragen zijn en, indien nodig, kunnen bijgestuurd worden. Het gaat om een proces, een ontwikkeling en is dus nooit af. Missie / doelstellingen Maximale afstemming van onderwijs en arbeid is de doelstelling. Door samen te werken aan hetzelfde doel en te streven naar objectivering hopen we de kwaliteit in zorg, in de brede zin van het woord, voor het secundair onderwijs (en gelijklopende opleidingen in het volwassenenonderwijs) te ondersteunen en te verhogen.

2 Realisaties Sinds de start van Uni-form is er voortdurend ingegaan op noden die in het proces aan het licht kwamen. Dit heeft geleid tot nieuwe ontwikkelingen. We geven een overzicht: Uniforme documenten Ontwikkeling van uniforme stage-evaluatiedocumenten voor: de 3 de graad secundair onderwijs personenzorg: verzorging, gezondheids-en welzijnswetenschappen, organisatie-hulp, jeugd- en gehandicaptenzorg, leefgroepenwerking; volwassenenonderwijs met gelijkaardig beroepsprofiel; De ontwikkeling gebeurde netoverschrijdend, vanuit onderwijs opgebouwd en teruggekoppeld naar werkveld (kinderzorg ouderenzorg). Ontwerp van feedbackbladen voor de genoemde sectoren. Het gebruik van feedbackbladen ondersteunt mee de procesbegeleiding van leerlingen op stage. Uitschrijven van activiteitenlijsten met het overzicht van de te verwachten activiteiten die leerlingen in het specifieke opleidingsjaar, op het specifieke moment in de opleiding en op de betrokken stageplaats mogen/ kunnen uitvoeren. De kleuren op de lijsten geven de leerlijn aan (5 de, 6 de of 7 de jaar) die de leerling doorloopt. Het gebruik van de lijsten samen met het rapporteringssysteem (evaluatiedocument) geeft de concrete context weer waarbinnen een leerling gedrag stelt. Opmaak van het profiel van de stagebegeleider versus het profiel van de mentor specifiek voor de richting verzorging. Het bleek belangrijk om duidelijkheid te brengen in de verwachtingen van zowel de stagebegeleiding als de mentor. Het opmaken van dit profiel gebeurde samen met en door stagebegeleiders en mentoren of afgevaardigden uit het werkveld. Netwerking Opzetten van netwerking tussen scholen personenzorg, netoverschrijdend met terugkoppeling naar het werkveld. De frequentie waarbij dit netwerk samenkomt wordt mee bepaald door de vraag/nood die leeft. Terugkoppeling gebeurt minimum 1x/jaar. Voortdurende bijsturing van de documenten wat betreft lay-out, werking van het digitaal systeem, en andere. Inhoudelijke aanpassingen gebeuren steeds in overleg met het netwerk. Netwerking thuiszorg: o Ontwikkelen van een inschrijvingssysteem voor stagiaires 7 de jaar TBZ (thuisen bejaardenzorg), gezien het tekort aan het aantal stageplaatsen in de thuiszorg in Limburg. Scholen geven vragen rond stageplaatsen voor leerlingen van het 7 de jaar aan via de website van Uni-form, voor een datum vooraf in het netwerk

3 vastgelegd. Uni-form verwerkt de aanvragen en bezorgt elke dienst een overzicht van de stage-aanvragen. De procedure is te vinden op de website. Netwerking kinderopvang: o Organisatie van studiedagen door en voor onderwijs en werkveld op 8 maart en 17 mei (telkens voor 220 deelnemers). Het thema creativiteit in de kinderopvang werd aangebracht door het werkveld en sluit aan bij de visie rond activiteiten die in de huidige, aangepaste, leerplannen is terug te vinden. o Infosessie rond het werken met een uniform evaluatiedocument door en voor onderwijs en werkveld om kwaliteitsvolle stagebegeleiding op elkaar af te stemmen. Mentoropleidingen: Het werken met een uniform evaluatiedocument bracht een nieuwe nood aan het licht. Het bleek al snel dat enkel een uniform systeem geen garantie biedt voor een kwaliteitsvolle stagebegeleiding. Daarom werden opleidingen voor mentoren en stagebegeleiders georganiseerd. Ook hier was het uitgangspunt om maximale afstemming tussen onderwijs en arbeid te realiseren. Concreet ging het in de vorming telkens om: - gemengde groepen (onderwijs/werkveld) - kleine groepen (max 16 deelnemers) - een praktische en actieve aanpak (concrete situaties, opdrachten en rollenspelen met documenten van Uniform) - procesmatig werken (verspreiding van 3 halve dagen over 3 maanden) - ervaringsgericht werken met situaties uit de dagelijkse praktijk. Ontwikkeling databank Om de zoektocht naar stageplaatsen in het algemeen en specifiek binnen de zorgsector en in de wereld van handel/logistiek sneller en efficiënter te laten verlopen, werkte Uni-form een stagedatabank uit. Een bedrijf of organisatie vindt zo in enkele muisklikken de contactgegevens van scholen met die richtingen waar leerlingen een stageplaats nodig hebben. De databank legt eenvoudig contact komt met de juiste scholen. Een bedrijf kan zich via de site registreren en alzo zelf de juiste gegevens i.v.m. mogelijke stageplaatsen tonen op de site van Uni-form. Op deze manier vinden de leerlingen eenvoudig mogelijke stageplaatsen in de lijn van hun studierichting. Een school of leerling kan ook op zoek gaan naar een mogelijke stageplaats in een bedrijf of een organisatie in de profit of de non-profit sector. Momenteel werkt Uni-form een samenwerking uit met diverse bedrijven en scholen, dit om de stagedatabank op de kaart te zetten en ze efficiënt-operationeel te maken voor het volgende schooljaar. Provincie-overschrijdend: Uni-form werkt ondertussen samen met Resoc Vlaams-Brabant.

4 Opbouw van het / de document(en) Voor elke richting is er een specifieke handleiding te vinden op de website. Het gebruik van de documenten Visie Bij de stagebegeleiding gaat Uni-form uit van procesbegeleiding. De stagebegeleider (van de school) is de coach van de leerling op stage. Hij/zij volgt het proces door mee te werken, opdrachten na te lezen, reflectiemomenten met de stagiaire vast te leggen, informatie terug te koppelen naar de mentor. Hij/zij plant evaluatiemomenten in: tussentijds en op het einde van de stage. De stagebegeleider is verantwoordelijk voor de (eind)beoordeling. Gebruik van de documenten Uni-form streeft ernaar om de begeleiding vanuit een bepaalde visie uit te voeren. We beschrijven hierbij de ideale situatie, die mogelijk niet altijd volledig haalbaar is. De voorbereiding vertrekt bij de stagiair(e). De stagiair(e) vult het document in. De focus ligt op het gedrag dat de stagiair(e) stelt. Hij/zij onderlijnt het gedrag dat voor haar of hem van toepassing is en kan hierbij, indien nodig, voorbeelden aanhalen. Hij/zij leert zo een beeld te krijgen van zijn eigen functioneren. Uiteraard dient de stagebegeleider doorheen de 3 de graad dit proces te begeleiden. Het bereidt hem/haar eveneens voor op het werkveld, waarin reflectie en functioneringsgesprekken onderdeel zijn van de toekomstige job. Het gebruik van een verschillende kleur voor de tussentijdse - en de eindevaluatie geven op één document duidelijk de evolutie weer. Bij de tussentijdse evaluatie worden door de stagiair(e) de eigen sterke punten opgenoemd. Tevens geeft hij/zij de werkpunten aan en doet voorstellen om deze aan te pakken. De mentor bereidt in overleg met het team de evaluatie voor. Afhankelijk van de stageplaats gebeurt dit op de printversie of rechtstreeks op de PC. De focus ligt op het gedrag van de stagiair(e). Indien nodig, geeft de mentor concrete voorbeelden. Het is belangrijk dat de mentor het proces dat de stagiair doormaakt, kent. Documenten ter ondersteuning van het evaluatiegesprek: - het feedbackblad, dat liefst dagelijks wordt ingevuld, hetzij door de mentor, hetzij door de leerling, bij voorkeur door beiden; - de activiteitenlijst; deze geeft aan welke activiteiten de leerling op de betrokken stageplaats kan uitvoeren. De stagebegeleider coacht het gesprek. Hij vertrekt hierbij vanuit de evaluatie die de stagiair van zichzelf gemaakt heeft. Daar waar nodig stelt de stagebegeleider verdiepings- en concretiseringsvragen om het juiste gedrag duidelijk te maken. Hij kan hierbij steunen op het

5 proces dat hij tot daar toe begeleidde. De bespreking leidt tot het door de drie partijen gezamenlijk benoemen van het gedrag dat de stagiair stelde. De stagebegeleider noteert de sterke punten en de werkpunten van de stagiair in samenspraak met de stagiair. Een uitspraak over de score (waarde, cijfer) is niet noodzakelijk maar kan wel richtinggevend zijn bij een tussentijdse evaluatie. De eindevaluatie verloopt op dezelfde wijze. Een tussentijdse evaluatie die goed is doorgesproken kan de tijdsinvestering bij de eindevaluatie sterk inkorten. De leerling formuleert de sterke punten en de werkpunten. De SB maakt een samenvatting per cluster, zoals bij de tussentijdse evaluatie. De eindevaluatie leidt tot een eindbeoordeling. Hierbij wordt bij voorkeur het accent gelegd op een beoordeling (geslaagd/niet geslaagd). Indien de school echt kiest voor cijfers, adviseren we om te focussen op de competentieontwikkeling per cluster en dit waar mogelijk mee te nemen in de deliberatie. Een evaluatiegesprek verloopt bij voorkeur met de 3 betrokken partijen, vertrekt vanuit de leerling en handelt over het proces dat de stagiair doormaakt. Het vormt conclusies die zinvol zijn voor het groeiproces voor de stagiair.