Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2017 (OR. en) 11190/17 LIMITE PUBLIC PV/CONS 45 ECOFIN 642 ONTWERPNOTULEN 1 Betreft: 3555e zitting van de Raad van de Europese Unie (Economische en Financiële Zaken), gehouden te Brussel op 11 juli 2017 1 Informatie over wetgevingsberaadslagingen van de Raad, andere openbare beraadslagingen van de Raad en openbare debatten staat in addendum 1 bij deze notulen. 11190/17 1 DG G LIMITE NL
INHOUD Bladzijde 1. Goedkeuring van de agenda... 3 WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN 2. Diversen... 3 Voorliggende wetgevingsvoorstellen op het gebied van financiële diensten Regels inzake verplichte openbaarmaking NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 3. Presentatie van het werkprogramma van het Estse voorzitterschap... 3 4. Goedkeuring van de lijst van A-punten... 4 5. Tussentijdse evaluatie door de Commissie van het actieplan kapitaalmarktenunie... 4 6. Niet-renderende leningen... 4 7. Diversen... 4 BIJLAGE - Verklaringen voor de Raadsnotulen... 5 * * * 11190/17 2 DG G LIMITE NL
1. Goedkeuring van de agenda 11034/17 OJ CONS 42 ECOFIN 626 De Raad keurde bovengenoemde agenda goed. WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN (Openbare beraadslaging overeenkomstig artikel 16, lid 8, van het Verdrag betreffende de Europese Unie) 2. Diversen Voorliggende wetgevingsvoorstellen op het gebied van financiële diensten = Informatie van het voorzitterschap 10877/17 EF 149 ECOFIN 608 De Raad nam nota van de stand van zaken omtrent wetgevingsvoorstellen op het gebied van financiële diensten. Regels inzake verplichte openbaarmaking Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot te rapporteren grensoverschrijdende constructies = Presentatie door de Commissie 10582/17 FISC 149 ECOFIN 572 IA 115 + ADD 1-3 De Raad luisterde naar een presentatie door de Commissie over het voorstel inzake verplichte uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot te rapporteren grensoverschrijdende constructies. NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 3. Presentatie van het werkprogramma van het Estse voorzitterschap 2 = Gedachtewisseling Het voorzitterschap presenteerde zijn werkprogramma op financieel en economisch gebied. 2 Openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van orde van de Raad. 11190/17 3 DG G LIMITE NL
4. Goedkeuring van de lijst van A-punten 11035/17 PTS A 55 De Raad keurde de A-punten in document 11035/17 goed. De correcte vermelding van de documenten voor punt 17 is als volgt: Punt 17: 10730/17 COEST 154 + COR 1 De verklaringen bij deze punten staan in de bijlage. 5. Tussentijdse evaluatie door de Commissie van het actieplan kapitaalmarktenunie = Ontwerpconclusies van de Raad 10788/17 EF 143 ECOFIN 594 SURE 25 UEM 222 De Raad hechtte zijn goedkeuring aan de conclusies over de mededeling van de Commissie over de tussentijdse evaluatie van het actieplan kapitaalmarktenunie, als vervat in document 11170/17. 6. Niet-renderende leningen Verslag van de subgroep van het CFD = Gedachtewisseling = Ontwerpconclusies van de Raad 9854/17 EF 113 ECOFIN 481 9899/17 EF 115 ECOFIN 489 + REV 1 (nl) De Raad wisselde van gedachten over het verslag van de subgroep van het CFD over nietrenderende leningen als vervat in document 9854/17, en hechtte zijn goedkeuring aan de conclusies over het "Actieplan inzake niet-renderende leningen in Europa" in document 11173/17. 7. Diversen Geen. 11190/17 4 DG G LIMITE NL
BIJLAGE VERKLARINGEN VOOR DE RAADSNOTULEN Ad A-punt 6: Voorstel voor kredietoverschrijving nr. DEC 11/2017 binnen afdeling III - Commissie - van de algemene begroting voor 2017 VERKLARING VAN CYPRUS "Cyprus herinnert eraan dat het financiële steun heeft toegezegd aan Jordanië en Libanon, twee landen die een onevenredig grote verantwoordelijkheid op zich hebben genomen wat de opvang van Syrische vluchtelingen betreft. Daarom moet ervoor worden gezorgd dat deze twee landen niet uit het oog worden verloren wanneer er bijstand wordt verleend aan derde landen die te maken hebben met de toestroom van Syrische vluchtelingen. Deze twee landen bieden immers dezelfde mate van bijstand als Turkije, en staan onder even grote druk als Turkije, zo niet grotere. Een toekomstige herschikking van middelen moet dan ook voorzien in bijstand aan Jordanië en Libanon, zodat ook deze landen de opvang en bescherming van Syrische vluchtelingen op zich kunnen blijven nemen." 11190/17 5 BIJLAGE DG G LIMITE NL
Ad A-punt 18: Betrekkingen met Oekraïne: Ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij en Ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat betreft de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij = Vaststelling VERKLARING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK "Het Verenigd Koninkrijk legt de volgende verklaring af over de vaststelling van het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij. Om alle twijfel weg te nemen oefent het Verenigd Koninkrijk zijn recht krachtens Protocol (Nr. 21) bij de Verdragen betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht uit en kiest het ervoor zich gebonden te achten door de verplichtingen van artikel 19, lid 1, voor zover zij betrekking hebben op overname. Het Verenigd Koninkrijk is echter, als deel van de EU, niet gebonden door de verplichtingen op grond van artikel 19, lid 1 die verband houden met visa, aangezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake de versoepeling van de afgifte van visa niet geldt voor het Verenigd Koninkrijk." 11190/17 6 BIJLAGE DG G LIMITE NL
Ad A-punt 20: Ontwerpbesluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2012/392/GBVB van de Raad betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Niger (EUCAP Sahel Niger) referentiebedrag voor de periode 16 juli 2017-15 juli 2018 VERKLARING VAN DE COMMISSIE "In het licht van de bepalingen van de Verdragen kan een GBVB-besluit niet worden gebruikt als middel om de Raad de bevoegdheid toe te kennen een afwijking van de aanbestedingsregels in het Financieel Reglement vast te stellen, aangezien een dergelijke bevoegdheid aan de Commissie is toegekend. Voorts geldt voor iedere afwijking van de regels inzake deelname aan de aanbestedingsprocedures van de missie dat de afwijking niet van algemene en onbeperkte aard mag zijn en voor ieder specifiek geval naar behoren moet worden gerechtvaardigd. De Commissie is van mening dat de afwijkingsbepalingen inzake aanbestedingen in het GBVBbesluit alleen kunnen worden geïnterpreteerd als een zuivere machtigingsclausule. De Commissie blijft haar bevoegdheden uitoefenen bij de uitvoering van de begroting van de missie, zoals is bepaald in de Verdragen en overeenkomstig de regels en procedures van het Financieel Reglement." Ad A-punt 33: Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap = Afwijking van de regeling van het taalgebruik = Vaststelling VERKLARING VAN DE COMMISSIE 1. "De Commissie benadrukt dat het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap tot doel heeft om, op basis van het relevante EU-acquis, geleidelijk een vervoersgemeenschap tot stand te brengen tussen de Europese Unie en de Zuidoost-Europese partijen en aldus een effectief vervoersnetwerk met buurlanden van de EU te creëren. 2. De Commissie merkt op dat noch het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap, noch de bijlagen daarbij, bepalingen bevatten inzake toegang tot de markt voor wegvervoer. Artikel 1, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1072/2009 blijven op dit ogenblik dus van toepassing met betrekking tot de Zuidoost-Europese partijen. Zolang er geen verandering komt in deze situatie, kunnen bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en Zuidoost- Europese partijen, met inbegrip van de vergunningen in die overeenkomsten, behouden blijven, overeenkomstig deze bepalingen en voor zover de EU-wetgeving wordt nageleefd. 3. In het geval de Europese Unie en de Zuidoost-Europese partijen voornemens zouden zijn hun samenwerking te versterken door in de hele EU mogelijkheden voor toegang tot de markt voor wegvervoer te creëren, moeten de onderhandelingen over en de ondertekening en sluiting van de desbetreffende overeenkomsten plaatsvinden overeenkomstig artikel 218 VWEU. Eventuele bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en Zuidoost-Europese partijen over andere onder dit verdrag vallende vervoerswijzen kunnen in eerste instantie behouden blijven als ze in overeenstemming zijn met de wetgeving van de Unie, onverminderd de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten." 11190/17 7 BIJLAGE DG G LIMITE NL
VERKLARING VAN DUITSLAND, FRANKRIJK, ITALIË EN OOSTENRIJK "Duitsland, Frankrijk, Italië en Oostenrijk steunen de nagestreefde doelstelling van het vervoersverdrag met de Westelijke Balkan, namelijk geleidelijke totstandbrenging van een vervoersgemeenschap en een vervoersnetwerk tussen de Europese Unie en de Zuidoost-Europese partijen op basis van het toepasselijke EU-acquis. Duitsland, Frankrijk, Italië en Oostenrijk onderstrepen dat de geleidelijke openstelling van de markt voor de betrokken vervoerssectoren op basis van het beginsel van de meest begunstigde natie noodzakelijkerwijs impliceert dat er geen sprake kan zijn van een gunstiger behandeling van derde landen, of van onderdanen van derde landen ten opzichte van EU-onderdanen. Voor Duitsland, Frankrijk, Italië en Oostenrijk is het belangrijk dat de bestaande bilaterale vervoersovereenkomsten tussen de lidstaten en de Zuidoost-Europese partijen toegepast kunnen blijven worden en, indien nodig, kunnen worden aangepast, en in dit verband verheugen zij zich over de toezeggingen van de Europese Unie tijdens de onderhandelingen over het vervoersverdrag met de Westelijke Balkan, die in een verklaring in de notulen zijn opgenomen. Rekening houdend met de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de EU-lidstaten, wijzen Duitsland, Frankrijk, Italië en Oostenrijk er ook op dat het vervoersverdrag met de Westelijke Balkan geen afbreuk doet aan de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten, en dat dit vervoersverdrag met de Westelijke Balkan geen precedent vormt voor vervoersovereenkomsten met niet-eu-lidstaten." 11190/17 8 BIJLAGE DG G LIMITE NL