Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Initiatiefnemer: Messely Klaas Izegemsestraat 452 8501 Kortrijk 15 februari 2018 PRMER-3064-SA
1. Inleiding De varkenshouderij van Messely Klaas, gelegen Izegemsestraat 452, te 8501 Kortrijk (deelgemeente Heule) wenst een uitbreiding te realiseren voor stallen met plaatsen voor 305 zeugen, 4 beren en 1.747 andere varkens. Daarnaast worden ook 1.200 biggen (< 10 weken oud) op het bedrijf gehuisvest. Het doel is om een uitbreiding te realiseren in de varkenshouderij door de bouw van 1 nieuwe vleesvarkensstal voor 3.024 vleesvarkens, ter vervanging van een kleinere verouderde vleesvarkensstal. Door herschikkingen binnen bestaande stallen wordt in totaal uitgebreid tot 305 zeugen, 2 beren en 3.777 andere varkens. De nieuwe stal zal conform de ter zake geldende wetgeving uitgerust worden als ammoniakemissie-arme stal, volgens systeem V-4.8. Gescheiden afvoer van mest en urine door middel van een mest- en giergoot met mestschraper. Gelet op de belangrijke verandering wordt ook een vroegtijdige hernieuwing van de vergunning gevraagd. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage I rubriek 21c) Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan: 3.000 plaatsen voor mestvarkens (van meer dan 20 kg)" Bijlage III rubriek 10j) "werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, die niet zijn opgenomen in bijlage I of II". De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de aanmelding voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-mer en beide gebundeld in te dienen als één document. De Dienst Mer ontving een aanmelding met vraag om scopingsadvies op 29 november 2017. Er werd een openbare raadpleginggeorganiseerd door de initiatiefnemer van het project via een ter inzage legging bij de stad Kortrijk van 18 december 2017 tot en met 17 januari 2018. Er werden geen reacties ingediend. De dienst Mer vroeg adviezen bij de administraties en openbare besturen (zie bijlage). De Dienst Mer stelt dit scopingsadvies op met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Zij houdt rekening met de principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2, en de ontvangen adviezen. Dit scopingsadvies heeft betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld werd in de aanmelding en aangevuld/aangepast worden volgens de specifieke vereisten die in dit scopingsadvies geformuleerd zijn. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM). Dienst Mer scopingsadvies PR3064 2
2. Verantwoording, beschrijving project en alternatieven Het project wordt beschreven in Hoofdstuk 3 van de Aanmelding. Zoals in de aanmelding vermeld ( 3.7), moet het MER de volgende alternatieven onderzoeken en beoordelen, of wordt gemotiveerd waarom zij niet worden onderzocht: o Locatiealternatieven (niet onderzocht) o Nulalternatief o uitvoeringsalternatieven Inzake uitvoeringsalternatieven gaan de deskundigen na of er relevante BBT-studies of BREFnota s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen. 3. Algemene en methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk gemotiveerd worden waarom. Er moet ook aangegeven worden voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario s al dan niet relevant zijn. Dit moet beschreven worden in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar boven komen, moeten deze toegevoegd worden. Cumulatieve effecten moeten onderzocht worden. De methodologie voor de effectbeschrijving en -beoordeling moet voor elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens moet per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen moet aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling moet transparant gebeuren. Dienst Mer scopingsadvies PR3064 3
Volgende relevante juridische en beleidsmatige randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: Het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 toevoegen aan de lijst met beleidsmatige randvoorwaarden, en nagaan of het van toepassing is. Ook de volgende onderdelen moeten aan bod komen in het MER (cfr. richtlijnenboek Algemene methodologie): - de leemten in de kennis - de eventuele opvolgings- en monitoringsmaatregelen - een afzonderlijke discipline-overschrijdende samenvatting (inclusief de milderende maatregelen) - tewerkstelling, investering en gebruikte materialen - een niet-technische samenvatting Digitaal getekend Door Liesl Vanautgaerden Projectmanager Directie Gebiedsontwikkeling Dienst Mer scopingsadvies PR3064 4
Bijlage Lijst met de instanties die geraadpleegd werden. College van Burgemeester en Schepenen van Kortrijk Provinciegouverneur West- Departement Landbouw en Visserij Afd. Duurzame Landbouwontwikkeling West- Afdeling GOP/Directie Omgevingsplanning Afdeling GOP/directie Omgevingsprojecten West- Agentschap Natuur en Bos buitendienst West- Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Afdeling Toezicht Volksgezondheid West- Onroerend Erfgoed West- VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer Grote Markt 54 Koning Leopold III-laan 41 Koning Albert I-laan 1-2 bus 101 8500 Kortrijk Koning Albert I-laan 1-2 bus 91 Koning Albert I-laan 1-2 bus 72 Koning Albert I-laan 1-2 bus 74 Koning Albert I-laan 1-2 bus 53 Koning Albert I-laan 1-2 bus 91 Koning Albert II-laan 20 bus 16 1000 Brussel Instanties die gereageerd hebben : College van Burgemeester en Schepenen van Kortrijk Departement Landbouw en Visserij Afd. Duurzame Landbouwontwikkeling West- Agentschap Natuur en Bos buitendienst West- Onroerend Erfgoed West- VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer Grote Markt 54 Koning Albert I-laan 1-2 bus 101 8500 Kortrijk Koning Albert I-laan 1-2 bus 74 Koning Albert I-laan 1-2 bus 91 Koning Albert II-laan 20 bus 16 1000 Brussel Dienst Mer scopingsadvies PR3064 5