Resultaten bloedluis-enquête

Vergelijkbare documenten
Resultaten bloedluis-enquête

Rode vogelmijt - COREMI Europese enquête

Potentiële bestrijdingsmethoden van Dermanyssus gallinae in de praktijk. Proefbedrijf Pluimveehouderij. Nathalie Sleeckx

Proefbedrijf Pluimveehouderij

Bloedluisbestrijding vraagt totaalaanpak

Positieve ervaringen met alternatieve middelen bij biologische leghennen

bevrijd van de rode vogelmijt?

Potentiële bestrijdingsmethoden van Dermanyssus gallinae bij pluimvee in de praktijk

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Bloedmijt bestrijding. Ervaringen van pluimveehouders over inzet van roofmijt

Tussen de legronden Tijdens de legronde

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

PLUIMVEE HARTSLAG #26

Ronde Eerste ronde in nieuwe leghennenstal Opzet: 11 juni 2014 Laden: 25 juni 2015 op 70 weken leeftijd

Q1 Loopt uw indicatie voor een Wmovoorziening. huishoudelijke hulp) binnenkort af? (dit staat in het indicatiebesluit dat u ontvangen heeft)

Financiering in het MKB

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

Hulplijst tegen vogelmijt bij legpluimvee

Let op : De gegevens en kennis uit dit document mogen alleen benut worden door de proefgroep van het project Implementatie IPM voor Vogelmijt op

IPM = Integrated Pest Management

PLUIMVEE HARTSLAG #27

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Factsheet persbericht. Vooral studentes somber over kansen arbeidsmarkt

Kippen houden tot 95 weken: niet elk koppel hennen is er klaar voor!

Een simulatiemodel voor de economisch optimale bestrijding van vogelmijt (Dermanyssus gallinae)

Factsheet persbericht. Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort

Factsheet persbericht. Aanbod stageplaatsen groeit

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Eerste helft 2017 & Q Graydon kwartaal monitor

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

PLUIMVEE HARTSLAG #23

Analyse Megastallen en Megabedrijven 2005, 2010 en 2013

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

STOP bloedluis Elanco

Uitgangspunten voor selectie indicatoren

Graydon Kwartaalmonitor

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

JAARMONITOR 2016 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Q1 Hoe bent u momenteel voor zorg verzekerd?

Bestrijden van Bloedmijt

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Persoonlijke gegevens raadsleden

Veehouderij structuur 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Analyse resultaten CVO 2014

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Graydon Kwartaalmonitor

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Invulinstructie facturenoverzicht POP3

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Protocol leghennen productieperiode

6,6. Praktische-opdracht door een scholier 2250 woorden 7 juni keer beoordeeld. Wiskunde A

Graydon Barometer. Graydon Barometer Betaalgedrag

Ontwikkeling leerlingaantallen

Toelichting indienen betaalverzoek (deelbetaling/vaststelling) via mijn.rvo.nl onder Direct Regelen

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Woningtransacties per maand, Nederland

Onderzoek Ondernemers 2017

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Stemrapport Kern met Pit finale /3/2016. Uitslag. 1 e prijs Groningen Zorgproject Wedde dat 't lukt. 2 e prijs Noord-Holland Kickmee!

Monitor Nieuwe Woningen tot en met het derde kwartaal 2011

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Woningtransacties per kwartaal Nederland

Fijnstofnieuws mag wel naar buiten

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017

Rijksmonumenten - nabijheid

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

Kleine enquête over de miljoenennota

Een stap verder in de kwaliteitsborging op het eigen erf

Innoveren bij Vencomatic. Dick van de Ven, product designer 6 maart 2018

Personeelsonderzoek tankstations - Stationsmanagers

Tabel B.1 Gevoeligheid van de organisatie voor schommelingen in de economische conjunctuur naar sector, 2013 (in procenten van het aantal bedrijven)

Nijverheidsstatistiek Struve en Bekaar

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C)

1 / 34. Flexibele AOW. Beantwoord: Overgeslagen: 0. Nee. Weet ik niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 70,41% ,69% 886.

AviVet Red Mite Traps IPM. Vera Bavinck

Onderzoek onder verpleeghuisbewoners: De miljoenen van Van Rijn

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Pietendiscussie. Peiling CNV Onderwijs en Algemeen Dagblad

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Overzicht van de Nederlandse insectenkwekers

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

Transcriptie:

Resultaten bloedluis-enquête 29-03-2017 Op ongeveer 80% van de bedrijven werd bloedluis waargenomen. Op 32% van de deelnemende bedrijven waren de bloedluizen in gaten en kieren te vinden; een lichte tot matige besmetting. Op 27% van de bedrijven waren groepjes of trosjes zichtbaar op de stalinrichting; een ernstige besmetting. Als bestrijdingsmiddel tegen bloedluis werden vooral Silicaproducten en zepen toegepast. De meeste pluimveehouders zagen na een bestrijding een daling van het aantal bloedluizen, hoewel slechts 14% de bloedluis populatie monitort. Een bestrijding wordt vooral uitgevoerd als de eerste bloedluizen zichtbaar zijn of als er bloedluizen zichtbaar zijn. Hygiënemaatregelen tegen bloedluis worden vooral genomen tijdens de leegstand. Gemiddeld besteedden de pluimveehouders 0.15/ hen/ ronde van 73 weken (min- max; 0.0005 0.7). Harde uitspraken op basis van deze enquête zijn niet mogelijk doordat de enquête door slechts 44 bedrijven, 5% van het aantal Nederlandse pluimveebedrijven, is ingevuld. Respondenten De bloedluis enquête werd door 44 personen (respondenten) ingevuld, ongeveer 5% van het aantal legpluimveebedrijven in Nederland. De meeste pluimveehouders hadden een bedrijf in Limburg (10) of Gelderland (14). De stallen waar de enquête betrekking op had, huisvestte gemiddeld 32.410 hennen (min-max: 4975-90.000). Het aantal respondenten is te klein om conclusies te kunnen trekken over de effectiviteit van middelen en de verschillende huisvestingsystemen. Tabel 1 Aantal respondent per provincie Provincie Aantal respondenten Drenthe 3 Friesland 1 Gelderland 14 Groningen 3 Limburg 10 Noord Brabant Overijssel Utrecht 1 Ernst van bloedluisbesmetting

Op 35 van de 44 (79,5%) bedrijven werd, op het moment van invullen van de enquête, bloedluis waargenomen. Op negen bedrijven werd op dat moment geen bloedluis waargenomen. Op twee bedrijven waar op dat moment geen bloedluis was waargenomen, werd op een eerder moment wel bloedluis gezien. Op acht bedrijven met bloedluis op het moment van enquete invullen, werd ook een daling gezien van de eiproductie. Op één bedrijf zonder bloedluis (op het moment van invullen) is er in dezelfde koppel wel een productiedaling gezien als gevolg van een bloedluisbesmetting. Op 14 van de 44 bedrijven zagen de pluimveehouders geen bloedluis in gat en kieren (waarvan één van de pluimveehouders zien wel trossen met bloedluis). Op 14 van de 44 bedrijven zagen pluimveehouders bloedluis in gaten en kieren. 12 pluimveehouders namen ook groepjes of trossen bloedluis waar op de stalinrichting. Eén pluimveehouder zag ook bloedstippen op de eieren. Twee pluimveehouders of hun personeel klaagden over bloedluis en of een jeukende huid. Meer dan 25% van de bedrijven lijken een niveau 4 bloedluisbesmetting te hebben volgens de methode van Cox et al. (zie tabel 2) (niveau 0-4). Tabel 2 Classificatie van bloedluizen (Dermanyssus gallinae) populatie niveaus (Cox et al. 2009) Bloedluis niveau Karakteristieken 0 Geen bloedluizen zichtbaar I Bloedluizen zichtbaar in gaten en kieren II Bloedluizen zichtbaar op onbeschermde plaatsen III IV Groepjes met bloedluizen zichtbaar in gaten en kieren (groepje bloedluizen groter dan 1 cm 2 ) Groepjes of trosjes met bloedluizen zijn zichtbaar op onbeschermde plaatsen op/in het huisvestingsysteem (groepje bloedluizen groter dan 1 cm 2 ) Gebruikte middelen

In tabel 3 zijn de gebruikte middelen vermeld die de respondenten in de afgelopen legronde hebben gebruikt. Opvallend is dat tot vooral veel Silica producten worden gebruikt, de meeste producten leidde tot een daling van het aantal bloedluizen. Silica producten worden op dit moment gedoogd in Nederland. Zodra deze middelen niet meer gedoogd worden, zullen pluimveehouders over moeten stappen op andere middelen. Zepen worden ook verrassend veel toegepast. Tabel 3 Gebruikte middelen tegen bloedluis en het effect ervan op het aantal vogelmijten volgens de pluimveehouder. Middel Daling van aantal vogelmijten na behandeling/bestrijding volgens pluimveehouder Daling Weet niet Geen daling Silica spray 1 1 Silica poeder opgelost 3 Silica poeder 10 Silica 1 Silica vloeibaar 1 Poultry shield 1 Biosil (biologische silica) 1 Natte silica 1 Diatomeen aarde in slurry 1 (4x/ronde) Diesel (olie) 2 Koolzaadolie 2 Biodiesel 2 Groene zeep 1 Zeep 1 Groene zeep en spiritus 2 Pro-rein 1 Q50 1 M50 + zeep 1 M50Q 1 ByeMite 1 Spinosad (Elector) 1 Tactic 2 Aquamite 2 Alfamite 3 Hennsup++ 1 Virocid 1 Halamid 1 Formaldehyde 1 Formaline 1 Solfac 1 Knoflook in voer 1 Chickfriend 4 Kalk 1 Miteaway 1 Cleanbest 700 1 Cleanbest 1390 1 Roofmijt 2 Moment van bloedluisbestrijding

De respondenten van de enquête gaven aan zij een bloedluisbestrijding vooral uitvoeren als de eerste bloedluizen zichtbaar zijn of als bloedluizen zichtbaar worden (zie tabel 4) Tabel 4 Moment waarop pluimveehouders een bloedluisbestrijding uitvoeren Moment van bestrijding bloedluis Voordat ik de bloedluis zie. 5 Als de eerste bloedluizen gezien worden. 1 Als de bloedluizen zichtbaar worden. 13 Als de bloedluizen effect hebben op de eiproductie. 2 Routinematig (onafhankelijk van de aanwezigheid en het aantal bloedluis). 7 Aantal pluimveehouders Als de medewerkers beginnen te klagen. 0 Als ik bloedluis op mijn huid voel. 1 Toegepaste hygiënemaatregelen De meeste hygiënemaatregelen die de pluimveehouders hebben genomen, hebben betrekking op de periode van leegstand. De genomen hygiënemaatregelen en het effect van die maatregelen volgens de pluimveehouder zijn weergegeven in tabel 5. Tabel 5 Uitgevoerde hygiënemaatregelen en het, door de pluimveehouder ingeschatte, effect ervan. Hygiënemaatregel Daling van aantal vogelmijten na maatregel volgens pluimveehouder Daling Weet niet Thermokill 1 Nat reinigen met water 4 Nat reinigen met water en zeep 1 M50LA 1 Tegelijk met diatomeen aarde verzuren/zepen met 1 mengsel M50Q Bezemschoon maken 2 Goed poetsen 1 Stal goed schoonhouden 1 2x/dag mest afdraaien 1 Mest afdraaien 1 Schoon blazen 1 Zitstokken reinigen 1 Legmatten reinigen 1 Gebruik van ontsmettingsmatten, schone overals, 1 bezoek douchen, enz Nieuwe eitrays 1 Geen daling Inschatting van het effect van de middelen

Het effect van de middelen wordt vooral visueel ingeschat door de pluimveehouder. Slechts zes van de 44 (14%) pluimveehouders gaven aan dat zij de bloedluispopulatie monitoren. Doordat monitoren bijna niet wordt toegepast blijft het de vraag of het ingeschatte effect van de bestrijding ook daadwerkelijk een effect in de stal is. Kosten van bloedluisbestrijding Om de gemiddelde kosten voor het bestrijden van bloedluis per hen per ronde te bepalen zijn de opgegeven kosten gedeeld door het aantal hennen aanwezig in de stal. De kosten zijn omgerekend naar kosten per hen op een leeftijd van 90 weken leeftijd. Indien de kosten per hen door de pluimveehouder zijn weergegeven, dan zijn die gegeven niet meegenomen. Daarvan is namelijk niet bekend of dat de kosten zijn per hen per ronde of de kosten per hen tot dit moment in de ronde. Ook zijn bedrijven niet meegenomen in de berekening waarvan het aantal hennen niet bekend was of waarvan de kosten niet zijn weergegeven. 38 bedrijven besteedden voor bestrijding van bloedluis gemiddeld 0.15/ hen/ ronde van 73 weken (minmax; 0.0005 0.7). Mediaan = 0.04/ hen/ ronde van 73 weken. (Mediaan: 50% van de gegevens zitten onder dit getal en 50% van de gegevens zitten boven dit getal). In 2005 werden de kosten geschat op 0,14 per hen per ronde. Benodigde arbeid voor bloedluisbestrijding Het opgegeven aantal uren besteed aan bloedluisbestrijding in het afgelopen half jaar zijn gedeeld door het aantal aanwezige hennen in de stal en vermenigvuldigd met 2 om een inschatting te krijgen van het aantal besteedde uren per hen per jaar. Vervolgens is dit getal vermenigvuldigd met 1000 waarmee inzicht werd gekregen in de besteedde tijd voor bloedluisbestrijding per 1000 hennen per jaar. Gemiddeld besteedden de 44 pluimveehouders 1,1 uur per 1000 hennen per jaar (min-max: 0-0,005). Mediaan = 0,5 uur/ 1000 hennen / jaar. Het feit dat bedrijven worden ingehuurd voor het uitvoeren van een bestrijding zal de besteedde tijd door de pluimveehouder aan het bestrijden van bloedluis, aanzienlijk beïnvloeden. Zes bedrijven gaven aan dat het bestrijden van bloedluis hen geen tijd kost. Die bedrijven zijn wel meegenomen. Zonder die bedrijven was de gemiddelde tijd die pluimveehouders besteden aan het bestrijden van bloedluis 1,2 uur per 1000 hennen per jaar (min-max: 0,0052-5). Mediaan = 0,5 uur/1000 hennen/jaar. Effect op eiproductie Een lagere eiproductie als gevolg van bloedluis in de koppel werd door 37 pluimveehouders ingeschat. Gemiddeld schatte men een 1,% lagere eiproductie. Dit getal werd sterk beïnvloed door 28 pluimveehouders die geen lagere eiproductie verwachtten en één pluimveehouder die 10% lagere eiproductie verwachtte in de laatste 10 weken van de koppel.

Aanpak bloedluis IPM (geïntegreerde plaagbeheersing) is een methode om een bloedluisbesmetting gestructureerd aan te pakken. Op deze website volgt binnenkort de publicatie van IPM voor bloedluis; alle stappen zijn ingevuld door onderzoekers samen met pluimveehouders.