Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5, Nederland, een multiculturele samenleving

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4, Nederland, een multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4, Nederland, een multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer nederland, een multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Nederland, een multiculturele samenleving

Multicultureel: in de samenleving kunnen meerdere groepen worden onderscheiden met onderling verschillende culturele kenmerken.

7.2. Samenvatting door een scholier 1455 woorden 21 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

Maatschappijleer H5 Pluriformiteit

6,4. Antwoorden door een scholier 1268 woorden 14 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Antwoorden Maatschappijleer Pluriforme samenleving

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5, Allemaal anders

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme Samenleving

6,7. Samenvatting door een scholier 2371 woorden 17 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 pluriforme samenleving

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

7,9. Samenvatting door K woorden 23 oktober keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 2

Samenvatting Maatschappijleer pluriforme samenleving

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Allochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

7,3. Samenvatting door S woorden 1 april keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

Ontstaan van de pluriforme samenleving

Proeftoets periode 4 vwo

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Maatschappijleer SE4 Pluriforme samenleving

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Onderbouwing van de keuze van de vluchtelingengemeenschappen binnen het project

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving. Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 4 Pluriforme samenleving

Begrippenlijst Maatschappijleer Paragraaf 5 t/m 8: Pluriforme samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

5,8. Samenvatting door Sietske 2402 woorden 9 januari keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. Hoofdstuk 1

Allochtone Nederlanders thema 21

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer De multiculturele samenleving Par 1, 2, 3

Pluriforme samenleving

Hoe is de multiculturele samenleving ontstaan?

MAATSCHAPPIJKUNDE VMBO BB

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

6.3. Werkstuk door een scholier 1395 woorden 20 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1 Discriminatie in het verleden

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Nederland = multiculturele/multi-etnische samenleving land waarin verschillende bevolkingsgroepen met verschillende culturen naast elkaar leven.

7,7. Werkstuk door een scholier 2122 woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Wat is het probleem?

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting

7.8. Samenvatting door een scholier 3085 woorden 13 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Hoofdstuk 5 - Allemaal anders

De Sociaal maatschappelijke dimensie

Praktische opdracht Maatschappijleer Integratie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Werkgroep Xenia Münsterse verklaring 2005 Goed wonen goede start spätaussiedlers

Hoofdstuk 1: De multiculturele samenleving, een verkenning

Multiculturele Samenleving

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

5,1. Scriptie door een scholier 3808 woorden 18 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudopgave. Inleiding 3

maatschappijwetenschappen (pilot)

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Lore Vandromme 1 BASWC Katho Kortrijk

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

2,8. Samenvatting door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort

2 a) Geld. Dat is waarschijnlijk het belangrijkste omdat je voorwerpen en diensten wilt gebruiken en die nou eenmaal geld kosten.

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Spreekbeurt door een scholier 1994 woorden 24 november keer beoordeeld. Nederlands. Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen?

Bijzonder procesdoel 3: zorg voor de anderen

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

keer beoordeeld 25 juni 2016

BURGERSCHAP. Lesbrief 1: Wat is Burgerschap?

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

GELIJKE KANSEN IN BELGIË

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel 1 november 2015

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Opgave 3 Arbeidsmigratie in goede banen

2. Groei allochtone bevolking fors minder

Charter van de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5, Nederland, een multiculturele samenleving Samenvatting door een scholier 3527 woorden 28 oktober 2005 6,9 57 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 5 Nederland, een multiculturele samenleving Verkenning - Samenlevingsverbanden ontwikkelen omgangsvormen, gewoontes, opvattingen over wat goed en slecht is, waarden en daarop gebaseerde gedragsregels, aangeduid als normen - Cultuur: een geheel van opvattingen, symbolen, kennis, waarden en normen dat mensen als leden van een samenleving verwerven en overdragen door middel van bewuste en onbewuste leerprocessen - Cultuur blijft in beweging, soms zetten mensen zich af tegen het gebruiken van hun ouders en scheppen nieuwe gebruiken 1 Wat is een multiculturele samenleving? - Nederland en bijna alle andere nationale staten hebben een multiculturele samenleving - Multicultureel: dat er in een samenleving meerdere groepen kunnen worden onderscheiden met verschillende culturele kenmerken. - Cultuur is voortdurend in beweging, 3 oorzaken van de veranderingen zijn o Technische en technologische ontwikkelingen die kunnen leiden tot nieuwe levenswijzen o Nieuwe generaties zetten zich af tegen oudere en ontwikkelen nieuwe voorkeuren en gedragsregels o Mensen uit verschillende culturen beïnvloeden elkaar als ze met elkaar in aanraking komen - Cultuur: wordt omschreven als het geheel van voorstelling en symbolen, opvattingen, kennis, waarden en normen, dat mensen als lid van een samenlevingsverband verwerven en overdragen door middel van bewuste en onbewuste leerprocessen - Het algemeen onderscheiden we cultuur in 3 dimensies: 1. De ideële dimensie van cultuur betreft waarden: opvattingen wat goed of slecht, mooi of lelijk. Vaak zijn ze gerelateerd aan religieuze en levensbeschouwelijke ideeën. Visies op de mens en de maatschappij, op wat rechtvaardig is en wat niet, maken er deel van uit. 2. De normerende dimensie betreft allerlei gedragsregels, normen en wetten dus, maar ook tradities en gewoonten, die alle vaak weer hun grondslag vinden in de waarden die binnen een samenleving een centrale plaats innemen Pagina 1 van 10

3. Bij de materiële dimensie gaat erom hoe opvattingen over mooi en lelijk, of over functioneel of juist niet, tot materiële werkelijkheid worden. Mensen geven vorm aan hen materiële omgeving. In het groot als het gaat om architectuur en landinrichting, in het klein als het gaat om huisinrichting of kleding. Ook de kunsten maken deel uit van de materiële dimensie - Cultuur is voortdurend in beweging, maar het is geen jas die je naar believen aan en uit kunt trekken. - Ideeën over goed en slecht, mooi en lelijk, gewoon en ongewoon worden via allerlei leerprocessen overgebracht, overgenomen en eigen gemaakt. En eenmaal eigen gemaakt maken ze deel uit van je persoonlijke indentiteit, die je niet zomaar kunt afleggen en vervangen door een andere. Deze leerprocessen worden in de sociale wetenschappen socialisatie genoemd - Socialisatie vind je plaats binnen het gezin via opvoeding, in de school, in vriendenkringen, via massamedia en zelfs langs de weg 'van horen en zeggen'. De aldus aangeleerde ideeën, waarden en gewoonten staan aan de basis van gedragsregels en beïnvloeden dus je gedrag - Belangrijke functie van cultuur: cultuur reguleert het sociale gedrag, door aan te geven wat aanvaardbaar is en wat niet. Van de norm afwijkend gedrag wordt bestraft, zo controleert een samenleving haar leden en dit wordt daarom sociale controle genoemd - Gemeenschappelijke cultuur geeft mensen de mogelijkheid om te communiceren met andere leden van de gemeenschap en zich met die gemeenschap te identificeren, 'erbij horen'. - Ideële dimensie biedt mensen de mogelijkheid om betekenis te geven aan hen eigen gedragingen en die ook te herkennen in het gedrag van anderen - Multiculturele samenleving wordt meestal in verband gebracht met nieuwe bevolkingsgroepen, hun bagage die ze meedroegen waren cultuurkenmerken die zij in hun hoofd met zich meedroegen. En omdat cultuur geen jas is die je zomaar aan en uit kunt trekken zullen zij elementen van hun herkomstcultuur in zekere mate en gedurende een zekere tijd bewaren - Dat kan in het sociale verkeer leiden tot misverstanden, communicatieproblemen en dus tot sociale problemen - Hoe we met het begrip multiculturele samenleving moet worden omgegaan o Sommige mensen gebruiken het puur beschrijvend: het zegt niet meer, maar ook niet minder dan dat er sprake is van verschillende cultuurgroepen binnen Nederland o Sommige mensen gebruiken het normatief: zij beschouwen de multiculturele samenleving als na te streven ideaal.gestreefd zou moeten worden naar een samenleving waarin culturele diversiteit niet alleen wordt aanvaard en gerespecteerd, maar waarin die groepen ook op voet van gelijkwaardigheid hun cultuur kunnen en mogen beleven 2 Migratiestromen 2.1 Een voorbeeld uit de 17e eeuw - Mensen reizen en trekken en hebben dat al in hun heel menselijke geschiedenis heen gedaan, uit nieuwsgierigheid en zucht naar avontuur. Omdat ze hopen ergens anders een beter bestaan op te kunnen bouwen, of omdat ze moeten vluchten wegens hongersnood, oorlog of vervolging - In 1685 herriep de Franse koning Lodewijk de XIV het edict van Nantes. Door dit waren de Franse protestanten (hugenoten genoemd) die bijna 100 jaar vrij hun godsdienst uitoefenen in het overwegend katholieke Frankrijk, van vrije burgers tot vervolgden. Vele van hen vluchtte naar Nederland die de grenzen Pagina 2 van 10

openstelde voor de protestanten, omdat NL economische impulsen verwacht. De hugenoten maakten van hun geloofsvrijheid in NL en bouwde er eigen kerken (de Waalse kerken) 2.2 Voorbeelden uit de 20e eeuw - In 1949 was er sprake van dekolonisatie van Nederlands-Indië, de meeste Nederlandse kolonialen keerden terug naar Nederland ook kwamen met hun ongeveer 300 000 Indische Nederlanders mee. Ze hadden te maken met weinig goodwill, omdat de regering een streng vestigingsbeleid toepaste. Hun vroegere sociale positie kregen ze nu in eenvoudige baantjes die konden ze niet beter dan ze te accepteren. De bedoeling was niet dat er een hechte gemeenschap ontstaat tussen Indische Nederlanders (Indo's genoemd) in Nederland - In die groep hadden de molukkers een aparte positie, omdat zij sterke banden hadden met koloniaal gezagsapparaat gehad: het KoninklijkNederlandsIndisch Leger(KNIL) daaruit bestond een groot deel uit Molukse militairen. De Nederlanders beloofde de molukkers dat ze een eigen staat kregen maar dat was uit eindelijk niet zo.toen het eindelijk duidelijk werd de NL hun belofte niet nakomen groeide de frustratie in Nederland onder de molukkers, in de jaren 70 werd er zelfs terroristische acties gepleegd - In meer recente jaren werd Nederland beïnvloed door migratieverschijnselen, in de jaren 50 gingen vele mensen emigreren zich naar andere landen ze werden daar gestimuleerd en gesteund door de Nederlandse overheid die bang was voor groeiende werkloosheid. Maar in de vroege jaren 60 keerde de migratiestroom terug, omdat Nederland tekort aan arbeidskrachten ontstaan, dus kwamen mensen van Europa en zelfs van Amerika kwamen ze naar Nederland als gastarbeider. - In 1975 toen Suriname van koloniale naar zelfstandige staat kwamen veel Surinamers naar Nederland, door economische reden: weinig vertrouwen in de Surinaamse economische perspectieven, of nog belangrijker de politieke redenen. Ze waren bang voor de mogelijke politieke gevolgen in de spanningen tussen verschillende Surinaamse bevolking vooral de Hindoes en creolen. - 1975 toen het internationaal de economische groei afnam en de werkloosheid groeide, blokkeerde West- Europa gastarbeiders uit niet EU-landen. Er was nog wel sprake van immigratie, door de gastarbeiders die besloten te blijven brachten hun familie over naar Nederland - Na 1985 groeide het aantal mensen door hongersnood, oorlog en/of vervolging om een veilige plek te zoeken in West-Europa, hoewel ze vluchtelingen maakt de overheid onderscheid tussen asielzoekers en vluchtelingen. - Vluchtelingen: zijn mensen die door Verenigde Naties wordt erkend. Op basis van het vluchtelingenverdrag van Genève stellen ondertekenaars zich garant voor een deel van de opvang - Asielzoekers: Mensen vanwege vervolging, politieke of reglieuze redenen, een veilige plek willen zoeken, maar die niet als vluchtelingen word beschouwd volgens het verdrag van Genève moeten ze asiel aanvragen dus vandaar asielzoekers - Nederland voert al een ruime tijd van immigratiebeperking, sinds 1975 waren de grenzen gesloten voor werkzoekende uit de niet-eu-landen. De komst van asielzoekers is sterk afgeremd door strengere toelatingsregels. Toelatingen, verblijf en uiteenzetting van vreemdelingen word geregeld door de vreemdelingenwet. Meestal wordt de toelating van het verblijf geweigerd tenzij het in strijd is met: o het recht op gezinshereniging en gezinsvorming o internationale verdragen, zoals het recht op vrij verkeer van EU-burgers binnen de Europese Unie of het vluchtelingenverdrag van Genève o klemmende redenen van humanitaire aard Pagina 3 van 10

2.3 Terminologie - Allochtonen: nieuwkomers - Autochtonen: traditioneel ingezetenen - Hoe het zit met de nakomelingen van de nieuwkomers word met het advies van Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) van 1989 hanteert de overheid de aanduiding voor allochtonen als voort: o de 1ste generatie nieuwkomers (immigranten) o de 2e generatie (nakomelingen) o de 3e generatie terwijl ze zich nog wenst te identificeren met de cultuur van het land van herkomst van hun grootouders Einde 20e wordt allochtonen gebruikt voor mensen uit niet-westerse afkomst - Binnen de allochtonen worden de allochtone minderheden onderscheiden. Dat zijn groepen allochtonen die een relatief lage sociaal-economische positie in Nederland hebben. Omdat het overheidsbeleid zich richt op positieveverbeteringen van die groepen worden ze dan ook wel allochtone doelgroepen genoemd 3 De positie van allochtone minderheden in Nederland 3.1 Concentratie - 4 grootste allochtone groepen van het grootste naar klein in 2002: Turken, Surinamers, Marokkanen, Antillianen/Arubanen. Dat is ongeveer 1 miljoen van het 16 miljoen en ongeveer de helft ervan woont in de 4 grootste steden: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Er is geen sprake van evenwichtige spreiding in Nederland maar een concentratie in de steden. - Binnen die steden vind zich een concentratieverschijnsel voor: de allochtone doelgroepen wonen overwegend in de oudere stadswijken. Dat is allemaal niet toevallig zij kwamen hier als gastarbeiders zijn vestigden in de industriecentra, aangewezen op goedkope huurwoningen kwamen ze terecht in oudere wijken. Maar later met de nieuwkomers trekken ze zich naar die plekken waar ze hun landgenoten ontmoeten, mensen die hun taal spreken en hen op weg kunnen helpen. In oudere stadswijken zijn slechte huizen maar het bied toch zijn voordelen. bijv. Makkelijker buurtvoorzieningen te realiseren en in stand te houden, gericht op die bevolkingsgroep 3.2 Groei - De allochtone bevolking groeit sneller dan autochtone bevolking terwijl de autochtone groei cijfer toch daalt. Die snellere groei ten opzichte van de autochtone bevolkingsgroepen moet worden toegeschreven aan: o immigratie, voornamelijk samenhangend met gezinshereniging en gezinsvorming o het relatief hoge geboortecijfer onder allochtone minderheden, dat samenhangt met de relatief lage minderheden, dat samenhangt met relatief laag gemiddelde leeftijd van die groepen - Daling groeicijfer hangt samen met de afnemende immigratie, afname geboortecijfer hangt samen met de geleidelijke stijging van de gemiddelde leeftijd binnen deze groepen. En gezinsgrootte onder allochtone minderheden nemen af 3.3 De sociaal-economische positie van allochtone minderheden - De allochtone minderheden hebben een relatief lage sociaal-economische positie in Nederland, maar dat geld niet voor iedereen van die groep. De lage sociaal-economische positie komt tot uiting in een relatieve laag gemiddeld arbeidsinkomen, hoge werkloosheidcijfers, slechte huisvesting - Positieverwervende factoren: de sociaal-economische positie die mensen innemen is niet alleen het Pagina 4 van 10

resultaat van de capaciteiten en inspanningen van die mensen zelf. Voor zover die factoren wel een bepalende rol spelen - Positietoewijzende factoren: de sociale omgeving en de samenleving spelen geheel een rol, die oefenen invloed uit op de kansen die iemand krijgt. Voor zover het invloed een rol van betekenis speelt - Allochtone minderheden kunnen moeilijk de hogere sociaal-economische positie bereiken, dan de belangrijkste redenen zijn: o het gemiddeld lage opleidingsniveau onder allochtone minderheden o technologische ontwikkelingen, die veel arbeidsplaatsen voor laag- en ongeschoold personeel elimineren(verdwijnen) o de ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt die vooral allochtonen parten blijkt te spelen o discriminatie o taalachterstand voor wat betreft het Nederlands, dat hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt beperkt (allochtonen die kort in Nederland zijn gevestigd) 4 Discriminatie en vooroordelen 4.1 Discriminatie - Discriminatie: het ongelijk behandelen van persoon of groepen op basis van kenmerken van die personen of groepen, die in een gegeven situatie niet relevant zijn - Om achter te halen of er sprake is van discriminatie moet je de volgende vragen stellen: o is er sprake van ongelijke behandeling? o zo ja, is het gebaseerd op bepaalde kenmerken van degenen die aan die behandeling bloot staan? o zijn die kenmerken relevant in die situatie - Al vanaf 1978 onderzochte men dat allochtone minderheden die werkzoekend leden onder discriminatie, later bleek ook dat allochtone minderheden minder vaak zich inschrijven bij een uitzend bureau en kregen minder vaak werk aangeboden dan autochtone werkzoekende met dezelfde kwalificaties en ervaring - Niet alleen op de arbeidsmarkt zijn er veel discriminatie maar ook de markt voor woonruimte is er evenveel discriminatie 4.2 Vooroordelen - Discriminatie is gedrag, gedrag die voortvloeit uit opvattingen, opvattingen die ten grondslag aan discriminatie liggen zijn vaak vooroordelen - Vooroordelen: een antipathie, gebaseerd op een onjuiste, maar starre generalisatie die wordt gevoeld tegen een groep als geheel, of tegen een individu als lid van die groep - Xenofobie of vreemdelingenhaat: als een vooroordeel, als mengsel van angst en vijandigheid, groteske vormen aanneemt - Kenmerken van vooroordelen: o het is een vijandig oordeel o het is een oordeel over een groep, of over individuen als leden van een groep o het oordeel is gebaseerd op onjuiste generalisatie en wordt onvoldoende door feiten ondersteund o het oordeel is star (mensen die van zijn vooroordeel zijn overtuigd, veranderen niet of nauwelijks van gedachte) - Waarom houden mensen zich vast aan het eenmaal gevormde vooroordeel? Zijn de volgende verklaringen voor Pagina 5 van 10

1. Mensen hebben behoefte aan een positieve eigen indentiteit. Ze zijn geneigd hun successen toe te schrijven aan hen eigen capaciteiten, maar hun falen aan oorzaken die buiten henzelf liggen. De successen van anderen echter schrijven ze juist eerder toe aan oorzaken die buiten die mensen liggen, terwijl ze het falen van anderen eerder toeschrijven aan gebrek aan capaciteiten van die mensen. 2. Vooroordelen blijven niet zonder gevolgen, waar vooroordelen bestaan speelt ook vaak discriminatie voor. 3. Mensen conformeren zich aan hen sociale omgeving, ook qua opvattingen. Om erbij te blijven horen nemen mensen opvattingen over die leven binnen groepen waarmee ze zich identificeren. Tegelijkertijd oefenen groepen druk uit op de leden om zich achter, binnen die groep heersende, opvattingen te scharen. Dat geldt dus ook voor vooroordelen. - Niet iedereen die vooroordeeld discrimineert ook, discriminatie is gedrag. Gedrag dat beïnvloed wordt door iemands attitude, dat wil zeggen dat het zijn opvattingen en gevoelens, maar ook heersende sociale normen(gedragsregels). Als de heersende discriminatie afwijst, zullen veel bevooroordelen discriminatie vermijden. Als iemand discrimineert per se bevooroordeeld is. Discriminatie behoort nu tot de sociale norm, apartheid, zullen mensen die niet bevooroordeeld zijn toch discrimineren. 5 Racisme 5.1 Klassiek racisme - Klassiek racisme: geworteld in het denken over de mensheid. - Tot de 16e eeuw stonden de wetenschappen sterk onder invloed van technologie en kerkelijke dogma's. - De kerk maakte onderscheid tussen christelijk, beschaafde volken en onchristelijk, onbeschaafde volken. Door de onbeschaafde mensen te kerstenen ( dopen, tot christelijk maken)werden ze beschaafd. - Gedurende 16e eeuw ontworstelde de Europese wetenschap zich aan de invloed van de kerk. Veel wetenschappers hielden vast aan de indeling van de mensheid in beschaafde(superieure) en onbeschaafde(inferieure) volken, maar baseerden die indeling niet op het geloof, maar op biologische, erfelijke kenmerken, huidskleur voorop. - Op basis van verschillende uiterlijke kenmerken werd er een indeling gemaakt tussen de mensheid in rassen gemaakt. Het blanke ras, van de wetenschappers zelf, is superieur. Deze vorm van racistisch denken noemen we klassiek racisme. - Mensen en volken op grond van uiterlijke kenmerken eenmaal waren ingedeeld bij inferieure rassen, dan gold als een biologisch dus onveranderlijk feit. - In dit denken werd het blanke ras als kroon beschouwd, toen de evolutieleer zag men het blanke ras het hoogste stadium van de evolutie en andere rassen als lagere stadia. De antropologie(mens- en volkenkunde) die als een tak van de wetenschappen in de 19e eeuw ontstond, putte het bijna eindeloos opdelen van hoofdrassen, subrassen en mengvormen daarvan. - Het klassieke racisme rustte op grote misverstanden en vooroordelen. Sinds de 2e wereldoorlog wordt het klassieke racisme en het denken in termen van rassen, niet alleen als wetenschappelijk volkomen onjuist, maar bovendien zeer gevaarlijk. 5.2 Modern racisme - Klassiek racisme is wetenschappelijk afgedaan, 3 eeuwen van invloed op het denken is niet zomaar uitgewist. Dus nog steeds kunnen we in Nederland voorbeelden van racistisch denken waarnemen. Het inzicht dat niet meer over de superieure en inferieure rassen mag praten is nu eenmaal wel Pagina 6 van 10

doorgedrongen. Maar bij sommige mensen heerst nog steeds het denkbeeld dat bepaalde menselijke capaciteiten of bepaalde gedragsneigingen, hangen samen met uiterlijk herkenbare kenmerken huidskleur. - Moderne racisme: vreemdelinghaat, waarbij de vreemdelingerhater aan iemands uiterlijk meent te herkennen of hij of zij een vreemdeling is(meestal aan huidskleur). - Uitingen van racisme is verboden bij wet in Nederland, leden van extreem rechtse groepering veroordeelt wegens racistische uitingen. 6 Samenleving, cultuur en cultuur verschillen 6.1 Integratie en Segregatie - Intergratie: letterlijk samenvoegen. Een samenleving die zich kenmerkt door integratie is een samenleving waarin enerzijds culturele diversiteit bestaat en mag bestaan, maar waarin anderzijds alle cultuurgroepen met elkaar in open contact staan, elkaar wederzijds respecteren en zich ervan bewust zijn samen een samenleving te vormen. - Segregatie(tegenovergestelde van Integratie): scheiding. Een samenleving die zich kenmerkt door segregatie kun je eigenlijk nauwelijks een 'samen'-leving noemen. De onderscheiden cultuurgroepen staan niet met elkaar in contact, leven gescheiden, kennen nauwelijks wederzijds respect en zijn zich ervan bewust met elkaar op gespannen voet te staan. - Nederlandse samenleving zit tussen deze 2 polen in. - In het verleden keken mensen naar Amerika om voorspelling te doen over de ontwikkeling van een multiculturele samenleving. De bevolking ervan bestaat vooral uit migranten over de hele wereld, die daar pas de laatste eeuwen arriveerde. Volgens de sociaal-geografen hanteerden voor die samenleving het begrip melting pot (smeltkroes). - Melting pot (smeltkroes): De enorme diversiteit aan cultuurgroepen zou zich cultureel en fysiek versmelten tot een nieuwe culturele eenheid. Meestal via een proces van assimilatie. - Assimilatie: het overnemen door nieuwkomers van de cultuur van een dominante, al langer aanwezige groep. - Maar dat blijkt niet te lopen, daarom hadden dezelfde sociaal-geografen later een nieuw begrip: salad bowl - Salad bowl: de sladebak-samenleving. Vooral de Noord-Amerikaanse samenleving kenmerkt zich door een enorme verscheidenheid aan cultuurgroepen, die elkaar weliswaar op allerlei manieren beïnvloeden, maar die toch hun eigen culturele indentiteit in zekere mate behouden. Binnen zo'n salad-bowlsamenleving laten zich dominante groepen en culturengroepen met een relatief slechte maatschappelijke positie onderscheiden. - Nederland lijkt het meest op een salad bowl.bezwaren van een salad bowl samenleving: o de culturele scheidingslijnen tussen allochtone minderheden en de autochtone meerderheid hebben de neiging zich te verharden als gevolg van wederzijdse vooroordelen, zodat van een harmieuze samenleving geen sprake meer kan zijn o allochtone minderheden die structureel een lage sociaal-economische positie innemen zullen vanwege die positie een relatief hoge kans op criminaliteit vertonen o al bestaande vooroordelen over minderheidsgroepen worden door relatief hoge criminaliteitscijfers nog eens verstrekt Pagina 7 van 10

o allochtone minderheden hebben in een maatschappelijke situatie, waarin zij veroordeeld zijn tot ondergeschiktheid, de neiging hun culturele identiteit te revitaliseren. Dat wil zeggen, veel sterker dan in hun land van herkomst specifieke cultuurkenmerken te beleven en uit dragen, dat kan maatschappelijke tegenstellingen verscherpen - Het debat over het multiculturele drama toont aan dat er veel problemen zijn die samenhangen met multi-culturaliteit in Nederland langdurig zijn genegeerd en verzwegen.dat leidde tot meer problemen, groeiende frustratie onder veel autochtonen. 6.2 Nederland, een democratische rechtsstaat - In een democratische rechtstaat hebben burgers vastgelegde vrijheden, de vrijheden garanderen groepen in de samenleving de mogelijkheid tot het beleven en bewaren van hun culturele indentiteit. - Multiculturele karakter van samenleving is de basis in beginselen van de rechtsstaat. - Tegenover grondrechten staan plichten en verantwoordelijkheden, die ervoor zorgt dat mensen aan hun rechten en vrijheden toekomt. Vrijheid van mening uiting staat als plicht het te respecteren en te garanderen op anderen die meningen over hebben dat volkomen oneens zijn. Rechtsstaat stelt grenzen aan reikwijdte van culturen in multiculturele samenleving, dat kan alleen functioneren als men die grenzen respecteert. Dat komt niet uit de lucht vallen, dat zal in de opvoeding en onderwijs worden gestimuleerd en nieuwkomers moeten die kennis van rechten en plichten aanleren. 6.3 Cultureel-relativisme of cultuur-universalisme? - Cultuurrelativisme: menen dat een cultuur alleen vanuit zichzelf kan worden beoordeeld en dat een absolute maatstaf voor een vergelijkende beoordeling ontbreekt. De ene cultuur is dus nooit beter of slechter dan de andere - Cultuuruniversalisme: stellen dat er wel degelijk universele waarden zijn, vooral de (universele) mensenrechten. En dat je dus ook kunt vergelijken en waardeoordelen kunt uitspreken. - Een cultuur waar mensenrechten min of meer gegarandeerd zijn, mag je als beter beschouwen dan een cultuur waar dat niet zo is - Dit lijkt misschien een abstracte discussie. De respectering van de rechten en plichten van de rechtstaat door alle cultuur- groepen een voorwaarde is voor een gezonde multiculturele samenleving, blijkt die helemaal niet zo abstract is. Die rechten van plichten hebben immers alles te maken met universele mensen rechten Aantekeningen 2 Migratiestromen - welke invloed hebben migratiestromen op de samenstelling van de Nederlandse bevolking 2.1 motieven om naar Nederland te komen; o economie was slecht o geloofsvervolging 17e eeuw 2.2 groepen die naar Nederland komen na de 2e wereldoorlog o voorbeeld molukkers Vanaf 1960 turken en Marokkanen jaren '80» gezinshereniging komst asielzoekers 3 Sociale positie van allochtone minderheden Concentratie: Snellere groei dan autochtonen: Sociale economische positie: Pagina 8 van 10

4 grote steden: - Amsterdam - Rotterdam - Den Haag - Utrecht Immigratie Laag in komen Hoge werkloosheid Oudere stadswijken (goedkope huiswoning) Hoog geboorte cijfer Slecht huisvesting 4 Discriminatie - Discriminatie= ongelijk behandelen van personen in dezelfde situatie - Discriminatie is gedrag» het gedrag is strafbaar, vaak geen veroordeling - Vooroordeel= vijandig gevoel ten opzichte van iemand of een groep, niet baseert op feiten 4 kenmerken: o oordeel over groep o vijandig o onjuiste generalisatie o star 3 factoren dat mensen vasthouden aan vooroordelen (zie ook blz 241) Van de tv Gevolgen van discriminatie: o woede, boosheid o uitsluitend geen kans krijgen o aantasting van het zelfvertrouwen Repress(tegengaan) wat overheid tegen discriminatie doet: o wetboek van straffen o commissie gelijke behandeling Prevensie: o voorlichtingen Reden te migreren (naar Nederland): o Economische motieven (geld verdienen, beter bestaan)!!! o politieke motieven (veilig dan buitenland)!!! o persoonlijke motieven (verliefd op Nederlander) Etnische groepen kun je indelen (na de 2e wereldoorlog) o Vluchtelingen o Arbeidsmigranten o Koloniale migranten Werkloosheid onder de allochtonen Marokkanen 31% Turken 37% Antillianen 30% Pagina 9 van 10

Surinamers 18% 5 Racisme - Klassiek racisme: onderscheid op grond van uiterlijke kenmerken het was dus biologisch bepaald - Sociologen: mensen die het gedrag en de omgang tussen de mensen bestuderen - Modern racisme: onderscheid op grond van cultuur, bijv. Huidskleur Pagina 10 van 10