Oefentoets CAT B3.1.1 0910 / Cursusafhankelijke toets



Vergelijkbare documenten
CAT B / Cursusafhankelijke toets B Ouder worden prof. dr. M.W. Ribbe / Drs. A.A. Meiboom

VUmc-compas toetsing Toets CAT B /Cursusafhankelijke toets. 55 vragen: 1 twee-, 5 drie-, 48 vierkeuze en 1 juist/onjuist vraag

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

Tentamen C 10 december 2004

CAT B / Cursusafhankelijke toets

De oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Van woord tot tekst. Antwoordformulier Bij het onderdeel Argumenteren

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Wat kun je met prestatieindicatoren?

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Algemene voorwaarden bij een accreditatieaanvraag van bij- of nascholing (januari 2013)

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Hoe komt het dat elk organisme bepaalde kenmerken heeft? Waar ligt de informatie voor alle erfelijke kenmerken in elk organisme opgesla gen?.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

JOB-monitor 2014 Vragenlijst

keuringsformulier levensverzekering - uitgebreid

Opgave 1 Je ziet hier twee driehoeken op een cm-rooster. Beide driehoeken zijn omgeven door eenzelfde

Ajodakt. Rekenen. Cijferen. Cijferen groep 6. Colofon. Optellen, a rekken en vermenigvuldigen. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen.

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Stelling: Een belangrijk gevolg van disfunctioneel endotheel is contractiliteit van het proximale deel van de spiraal arteriën. a.juist b.

Inhoudsmaten. Verkennen. Uitleg. Opgave 1. Dit is een kubus met ribben van 1 m lengte. Hoeveel bedraagt de inhoud ervan?

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

WOONHUISWAARDEMETER. Toelichting. 1 Algemeen

Keuringsformulier Januari 2010

Tentamen Schakeltechniek

Ajodakt. Rekenen. Breuken. Breuken groep 8. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 8

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

OEFENCAT B /09 Sekse, seksualiteit en relaties werktabel: MET SLEUTEL

Opdrachten bij hoofdstuk 3

Faculteit Elektrotechniek - Capaciteitsgroep ICS Tentamen Schakeltechniek. Vakcodes 5A010/5A050, 20 januari 2003, 9:00u-12:00u

Handleiding voor het maken van Papierarchitectuur, PA.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

WERKBLAD. Lessenserie CBS & EduGIS voor havo/vwo bovenbouw. weblink: hvb

CATB / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Auteurs: Renaud, De Keijzer isbn:

Terrasverwarmer met RTS

Ajodakt. Rekenen. Grote getallen. Hoofdrekenen. Hoofdrekenen groep 8 Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Colofon. Zelfstandig werken

CAT / Cursusafhankelijke toets

CATB / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

j. géén relatie: 4 en 5 zijn geen geordende paren (ook geen geordende ééntallen).

Vlakdak. Taurox Afschot. Technisch productblad PRODUCTOMSCHRIJVING TOEPASSING

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets. Oefentoets-1

Inhoud eindtoets. Eindtoets. Opgaven. Terugkoppeling. Antwoorden op de vragen. Context van informatica

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Wiskunde voor 3 havo. deel 2. Versie Samensteller

Tentamen Schakeltechniek

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Het maakt bij een lamp niet uit vanaf welke kant de stroom komt, dus als je de spanningsbron omdraait brandt de lamp ook.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

= 152 W. De warmtestroom door de plaat

Cursuscoördinator drs. Kitty Heins / vicecuco: dr. Mariet Elting Oefentoets: 56 MC-vragen MET antwoorden (de toets zal uit 50 vragen bestaan)

MOTORRIJTUIGVERZEKERING NR

De verhuisassistent is onderdeel van Bothenius B.V. Kontaktgegevens: T: +31(0) M: +31(0)

Auteur: Robert Westra isbn:

CAT B / Cursusafhankelijke toets voor Cohort 0607

b a. m. pectoralis major b. m. teres minor c. m. teres major d. m.pectoralis minor.

UNIM-Polis Langlopende verzekering PASSAR

Wiskunde B voor 4/5 havo

Wiskunde voor 3 havo. deel 1. Versie Samensteller

Ajodakt. Rekenen. Cijferen Mix. Cijferen groep 7. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 7

Oefentoets + antwoorden CAT Het verhaal van de patiënt De vragen EEN tot en met ZES zijn gebaseerd op onderstaande casus:

Adiameris. Beleggingsstrategie

Route H. Deze route start achter de grote volière.

CAT / Cursusafhankelijke toets

B Ontwikkeling en ziekteleer prof. dr. W.J. Mooi / mw. dr. A.M. van Furth

Bijlage 1 - Technisch Reglement SVAR 2015

De route van de Bush start bij de ingang. Je kunt onderstaand kaartje gebruiken. Begin bij nr 1.

CAT / Cursusafhankelijke toets

Privé Pakket - Categorie Personen

Niet waar: Ook glanzende oppervlakken zoals een glimmende auto kunnen als spiegel gebruikt worden.

K2 Technische automatisering

Tentamen Schakeltechniek

Voorkennistoets wiskunde voor economie. is te herleiden tot b 12 c 3 4 d 4 3

INTERVIEWEN 1 SITUATIE

Wiskunde voor 2 vwo. Deel 1. Versie Samensteller

Dinsdag 29 april, uur

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.

Van woord tot tekst. Opdrachten bij het onderdeel Argumenteren

5 Straling en gezondheid

Oefentoets Metabole systemen cursus

K4 Menselijk lichaam. Uitwerkingen basisboek. Gezond sporten havo K4.1 INTRODUCTIE. = 11,1 m/s 3,6 F w,l = k v 2 = 0,23 11,1 2 = 28 N.

Tentamen. 14 oktober Overzicht. Instructies. Thema 4.1: Afwijkingen van houdings- en bewegingssysteem. Themacoördinator Dr. G.J.

Diagonaalvlakken. Verkennen. Uitleg. Opgave 1

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Route J. Een gier heeft naar verhouding een lange nek. Wat is het voordeel hiervan? vale gier

Getallenverzamelingen

Transcriptie:

Oefentoets CAT B3.1.1 0910 / Cursusfhnkelijke toets Cursus Hemtologie, Onologie, Infetieziekten Cursusoörintor Prof. r. P.C. Huijgens / Dr. H.J.W. vn Oostveen 18 oefenvrgen met ntwooren over week 1 en 2 vn e ursus 1 A - lle hemotherpie geeft lopei. B - lle ptiënten zijn infertiel n ehneling voor ute myeloie leukemie.. A en B zijn wr. A is wr, B is niet wr. A is niet wr, B is wr. A en B zijn niet wr. 2 A - e 5-jrs overleving ij M. Hogkin is lnger voor een jongere ptiënt n een ouere ptiënt. B- e 5-jr overleving ij M Hogkin stium 1 is met optimle ehneling 60%.. A en B zijn wr. A is wr, B is niet wr. A is niet wr, B is wr. A en B zijn niet wr. 3 Het loeeel toont: H 5.2 mmol/l, Tromo s 14 x 10*9/l, Leuo s 44,8 x10*9/l De meest wrshijnlijke ignose is. perniieuze nemie. ute leukemie. iiopthishe tromoytopenishe purpur [ITP]. hronish myeloie leukemie. 4 Welke vn onerstne mrkers zijn speifiek voor T-ellen?. CD3 en CD7. CD13 en CD33. CD45 en CD20. CD19 en CD20. 5 Welke eigenshppen verneren in een hemtopoietishe el ij mutties ie leien tot leukemie?. prolifertie (groeivermogen). ifferentitie. poptose. lle 3. 6 Wt is e elngrijkste toegevoege wre vn immunofenotypering t.o.v. morfologie ij ignose vn lymftishe leukemie?. nuwkeuriger epling vn hoeveelhei lymftishe lsten. mogelijkhei tot onershei tussen B- en T-el lymftishe leukemie. mogelijkhei tot onershei tussen ute en hronishe leukemie. mogelijkhei tot onersheien leukemie vn lymfoom. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 1 vn 9

7 Noem een omintie vn een immture en een mture B-lymftishe mrker:. CD10 en CD20. CD4 en CD19. CD3 en CD8. CD4 en CD8. 8 Bij een ptiënt wort zowel loegroep 0 ls loegroep A ngetoon. Een mogelijke oorzk hiervoor is: 1 - ptiënt is llogeen getrnsplnteer met een niet loegroep ientieke onor. 2 - ptiënt heeft reentelijk een loetrnsfusie geh.. 1 is wr, 2 is niet wr. 1 is niet wr, 2 is wr. 1 en 2 zijn eie wr. 1 en 2 zijn eie niet wr. 9 1 - een roer en zus [met ezelfe ver en moeer] heen in lle gevllen ezelfe loegroep. 2 - een eeneiige tweeling heeft ltij ezelfe loegroep.. 1 is wr, 2 is niet wr. 1 is niet wr, 2 is wr. 1 en 2 zijn eie wr. 1 en 2 zijn eie niet wr. 10 Een gezon kin vn 6 jr heeft loegroep 0, rhesus D positief. Bij it kin is ntoonr:. nti A, nti B en nti D. lleen nti A. lleen nti A en nti B. kineren heen nog geen ntistoffen ontwikkel. 11 Bij een ute trnsfusieretie is e klinishe retie het meest ernstig ij. een mismth vn rhesus loegroep. een mismth vn ABO loegroep. een mismth vn Kell loegroep. toeiening vn een loeprout ij 20 gren Celsius. 12 U ent hemtoloog. U wort geel oor een huisrts. Vnohten is een ptiënt op hr spreekuur geweest vnwege moehei. Ze heeft loeonerzoek lten oen. Dit lt nu een extreme leukoytose vn 250 x109/l zien. Het ntl thromoyten ergt 457 x 109/l en het H is 6,5 mmol/l. Welke ignose is het meest wrshijnlijk op sis vn eze gegevens?. ute myeloie leukemie. hronishe myeloie leukemie. ute lymftishe leukemie. leukemish non-hogkin lymfoom. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 2 vn 9

13 De speifieke hromosomle fwijking ij een hronishe myeloie leukemie is. een trnslotie 8;21. een trnslotie 1;19. een perientrishe inversie vn hromosoom 16. een trnslotie 9;22. 14 Bij e meest voorkomene vorm vn ute promyeloytenleukemie. wort een trnslotie (15;17) gezien. estt er een initie voor een llogene stmeltrnsplnttie. estt er een fusie vn het CBFet-gen met het MYH2-gen. komt in 70% vn e gevllen tnvleeshypertrophie voor. 15 Bij e uitvoering vn een polymersekettingretie (PCR). wort het retiemengsel geurene iverse yli fwisselen fgekoel tot nij het vriespunt en weer opgewrm tot omstreeks 50 C. wort het retiemengsel geurene iverse yli fwisselen verhit tot nij het kookpunt en weer fgekoel tot omstreeks 55 C. vint mplifitie in het retiemengsel plts ij omstreeks 95 C. vint mplifitie in het retiemengsel plts ij omstreeks 35 C. 16 A - hemotherpie heeft invloe op e fse vn verlngen in e seksuele responsylus. B - hemotherpie heeft invloe op e fse vn orgsme in e seksuele responsylus.. A en B is wr. A is wr, B is niet wr. A is wr, mr B is lleen wr voor mnnelijke ptiënten. Geen vn eien is wr. 17 A - klhten vn muositis treen tijens infusie vn hemotherpie op. B - WHO lssifitie vn orle muositis omvt e eooreling vn het monslijmvlies: roohei en ulertie.. A en B is wr. A is wr, B niet wr. A is niet wr, B is wr. A en B zijn niet wr. 18 Wt vlt NIET oner het ognitief funtioneren vn e ouere ptiënt?. korte termijn geheugen. lnge termijn geheugen. spreken en nkleen. seksueel funtioneren. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 3 vn 9

Oefentoets CAT B3.1.1 0910 / Cursusfhnkelijke toets Cursus Hemtologie, Onologie, Infetieziekten Cursusoörintor Prof. r. P.C. Huijgens / Dr. H.J.W. vn Oostveen 18 oefenvrgen met ntwooren over week 3 en 4 vn e ursus 1 De kns op het krijgen vn een mmmrinoom is voor een vrouw in Neerln. 1%. 50%. 10%. 20%. 2 Welke zijn negtieve prognostishe ftor(en) voor overleving ij het mmmrinoom?. jonge leeftij, premenopuzl. tumor grootte, grering vn e tumor. negtieve oestrogeen en progesteron reeptorsttus. lle ovengenoeme ftoren. 3 Aromtse remmers, ie geruikt woren ij orst knker, remmen e. ining vn oestrogen n e oestrogeen reeptoren. proutie vn oestrogenen postmenopusl. proutie vn prostgenen postmenopusl. remmen e omzetting vn nrogenen tot oestrogenen. De volgene omintie vn lterntieven is juist: + + + +. 4 De histologie vn een prostt rinoom is een. plveiselelrinoom. enorinoom. lymfoom. sroom. 5 Welke tumormrker is ij het seminoom NIET verhoog?. LDH. HCG. AFP. Alle rie tumormrkers. 6 Botmetstsen komen ij ptiënten met prosttknker voor in het volgene perentge. 30. 75. 50. 10. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 4 vn 9

7 Neurotoxiiteit is een ijwerking vn. vinristine. plitxel. ispltin. lle rie mielen. 8 Denritishe ellen zijn een soort. B-lymfoyten. grnuloyten. T-lymfoyten. monoyten/mrofgen. 9 Hnelen vn e meish psyholoog geeft e volgene resultten ij een ptiënt met knker, ehlve. vermineren vn vermoeihei. veretering vn interties innen het gezin. verlenging vn e levensuur. vereteren vn e kwliteit vn leven. 10 De 5 jrsoverleving vn een jonge mn met pr-ortle lymfkliermetstsen vn 4 entimeter en 30 longmetstsen vn een non-seminom testis met Alf-foetoproteïne vn 800 ng/ml en et-hcg vn 3500 IU/L en een LD vn 130 U/L is. 12%. 46%. 74%. 92%. 11 De meeste ytostti oen knkerellen oor eshiging vn e: 1) elmemrnen 2) mitohonrieën Welke ntwooren zijn juist?. lleen 1. lleen 2. 1 + 2. geen vn eie. 12 Tot e trgets vn klssieke ytostti rekenen we tumorel. oppervlkte ntigenen. memrnen. skelet. kerneiwitten. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 5 vn 9

13 Bij het proes vn tumor-gessoieere ngiogenese speelt/spelen nst VEGF ook een elngrijke rol:. interleukine 10. tumorhypoxie. thromosponine 1. ollgeen egrtie prouten. 14 Het werkingsmehnisme vn riotherpie erust op. ioniserene strling geeft she n het DNA oor het vormen vn rilen. elmemrn verneringen geven lekkge en leien tot eloo. mitohonrieën woren gerem. uitputting vn gluose in e el. 15 Een plexus oelius lok is geïnieer ij ptiënten met knker gelokliseer in. viserle geeelte ovenuik. oven en oneruik. longtumoren. pnreskoptumor met metstsen 16 Fse 1 ij e meimenteuze pijnestrijing ij ptiënten met knker estt uit het voorshrijven vn. oeïne, pretmol en een NSAID. juvnte meitie, NSAID, pretmol en opiten. NSAID en/of pretmol en eventueel juvnte meitie. NSAID, opiten en juvnte meitie. 17 Pllitieve setie is. norml meish hnelen op initie vn e rts. uitengewoon meish hnelen op initie vn e rts.. norml meish hnelen op uurzm verzoek vn e ptiënt. uitengewoon meish hnelen op uurzm verzoek vn e ptiënt. 18 U heeft een ptiënt met een refrtir symptoom in e pllitieve fse vn zijn ziekte. Volgens e rihtlijn vn e KNMG en e Vereniging vn Integrle Knker Centr ient voor het toepssen vn pllitieve setie e geshtte levensverwhting niet lnger te zijn n:. 3-4 gen. 3-4 weken. 2-3 weken. 1-2 weken. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 6 vn 9

Oefentoets CAT B3.1.1 0910 / Cursusfhnkelijke toets Cursus Hemtologie, Onologie, Infetieziekten Cursusoörintor Prof. r. P.C. Huijgens / Dr. H.J.W. vn Oostveen 18 oefenvrgen met ntwooren over week 5 en 6 vn e ursus Let op: er zijn vrgen met 3, 4 en 5 lterntieven, e ehte toets zl lleen 4 lterntieven kennen. 1 Met e volgene tehnieken kn e verenking longtuerulose ij een ptiënt met pneumonie woren evestig innen een pr uur:. Ziehl-Neelsen kleuring op sputum. methyleenluw kleuring op sputum. zilverkleuring op sputum. kleuring volgens Grm op sputum. 2 Als ij een ptiënt extrpulmonle tuerulose wort vstgestel. moet er een Röntgen-thorxfoto woren gemkt. moet er een onttonerzoek woren gestrt. moeten e gezinsleen een BCG-vintie krijgen. moeten e gezinsleen isonizie (INH) profylxe krijgen. 3 Over uiktyfus vlt het volgene te zeggen BEHALVE:. e eerste presenttie is koorts zoner uielijk fous (feris e..i.). uikpijn treet in e loop vn e ziekte vk op. in e ere week kn een peritonitis ontstn. irree stt op e voorgron. 4 Een overeenkomst tussen een infetie met gonokokken (Neisseri gonorrhoee) en Chlmyi trhomtis is t in eie gevllen. een oogontsteking (onjuntivitis) kn ontstn. een septishe rtritis kn ontstn. miro-orgnismen op hoole-gr kunnen woren gekweekt. e ignose >90% etrouwr op klinishe gronen kn woren gestel. 5 Besmetting vn mensen met Toxoplsm gonii kn geeuren oor. ontt met koeienmest. ien vn volwssen ktten. eten vn niet geheel oorkken vlees vn e reue. ontt met een zieke toxoplsm ptiënt. 6 Chlmyophil psitti is een zoönose Wt zijn e elngrijkste ierlijke reservoirs?. vogels. vogels en vi s. vogels, vi s en ktten. vogels, vi s, ktten en reptielen. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 7 vn 9

7 Welke vn e volgene eweringen over Epstein Brrvirus (EBV) is NIET wr?. EBV kn retiveren ijv. ij ptiënten ie een niertrnsplnttie heen onergn. EBV kn nleiing geven tot lymfoom ij immuungeompromitteere ptiënten. EBV kn in zelzme gevllen nleiing geven tot meningitis of eneflitis. EBV wort overgergen vi teken. 8 De volgene ewering omtrent Entmoe histolyti en/of moeisis is juist. Een Entmoe histolyti infetie ij een ptiënt met loeerige irree kn woren geignostieer oor:. trofozoïeten in een iret preprt vn verse of in formline gefixeere fees. een feeskweek. een loekweek. een ikke ruppel onerzoek e. eosinofiele grnuloyten in fees. 9 De volgene ewering omtrent engue is juist:. e inutietij is 4-8 weken. het is een prsitire infetie met koorts en huiuitslg. e stnr ehneling is peniilline i.v.. komt uiten tropish Afrik en Azië niet voor e. een ptiënt met sins 2 gen estne koorts ie 4 weken geleen uit Keni kwm, heeft een nere ziekte e 10 De volgene ewering omtrent strongyloies is juist:. een geïmpregneer enet (klmoe) eshermt ook tegen een strongyloies infetie. Strongyloies sterorlis geeft vk een infetie vn het sternum. een lole ermtitis kn een symptoom zijn vn een Strongyloies sterorlis infetie.. een strongyloies infetie geeft ltij irree e. e stnrehneling vn een strongyloies infetie is prenison. 11 De volgene ewering omtrent Pneumoystis jirovei (rinii) is juist: Pneumoystis jirovei (rinii) is een elngrijke veroorzker vn. meningitis ij leukemie ptiënten. pneumonie ij ptiënten met longrinoom. meningitis ij HIV positieve ptiënten. pneumonie ij HIV positieve ptiënten met CD4 ntl vn <200μl. 12 De volgene eviningen zijn riteri voor een ernstige pneumonie:. verwrhei. emfrequentie 30/min. tempertuur 40 C. verwrhei, tempertuur 40 C en emfrequentie meer n 30/min. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 8 vn 9

13 Welk vn e volgene virussen heeft GEEN onogene eigenshppen?. Epstein-Brrvirus. riesvirus. herpes simplexvirus type 2. heptitis B virus. 14 De herpesvirusgroep omvt e volgene virussen BEHALVE. vriellvirus. humn ppillomvirus. Epstein-Brrvirus. ytomeglovirus. 15 Welke vn e onerstne stellingen met etrekking tot Invsieve Pulmonle Aspergillose (IPA) is wr?. IPA is een frequent voorkomene infetie n eenmergtrnsplnttie of perifere stmeltrnsfusie ij AML. e ignostiek vn IPA vint plts oner meer oor miel vn een CT sn wrop tekenen vn hemorrhgishe infrering te zien zijn ( hlo signs). IPA is weliswr een ernstige infetie mr is goe te ehnelen met één vn e moerne ntifungle mielen. 16 Welke vn onerstne miro-orgnismen is eukryoot?. Esherihi oli. Chlmyi trhomtis. Cni lins. Myoplsm hominis. 17 Borreliose:. eze ziekte wort overgergen oor muggen. eze ziekte lijkt qu stiëring op syfilis. eze ziekte tst voorl e hersenen n (neuroorreliose). eze ziekte kn woren geignostieer oor een positieve loekweek. 18 In e ovenste luhtwegen kunnen zih vershillene soorten teriën ophouen zoner t je r lst vn het; we noemen t symptomtish rgershp. Bij welke vn onerstne teriën treet it NIET op (en wor je us ltij ziek)?. Streptoous pneumonie. Streptoous pyogenes (groep A hemolytishe streptokok). Hemophilus influenze. Boretell pertussis. oefencat B311 0809 Hemtologie, Onologie, Infetieziekten / MET ntw. Pgin 9 vn 9