Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding kegelligplaatsen in Amsterdam Rijnkanaal nabij Heemstederbrug (plofsluis)



Vergelijkbare documenten
Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni L. Gelissen

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. externe veiligheid

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart C. Land

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Oog in Al

Gemeente Bergen op Zoom

Externe veiligheid en verdubbeling / verbreding N366

Ruimtelijke onderbouwing bouwplan Kievitsham 9, Kerkdriel

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Dutch HealthTec Academy te Utrecht

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Wij willen u erop attenderen dat het hier gaat om een ontwerp weigering omgevingsvergunning.

Raadsvoorstel. Aan de raad, De heer drs. C.H. Boland, wethouder Nieuwe kaders voor herontwikkeling Schoutenwerf

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Aangenomen en overgenomen amendementen

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

GEMEENTE DELFZIJL REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN WAGENBORGEN

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2

Quickscan externe veiligheid

Ruimtelijke onderbouwing verenigingsgebouw De Knar

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Quickscan Externe Veiligheid N240

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied

Projectbesluit. Onderwerp: Vaststelling Projectbesluit bestemmingswijziging Zuidbuurt 10a te Maassluis

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017'

Verantwoording groepsrisico

Oude Badweg 1 Eelderwolde

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Rapportage quickscan externe veiligheid

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Risicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven.

1 Inleiding. 2 Uitgevoerde werkzaamheden

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Lageweg 55 Zuidlaren

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

iieywegein Routingformulier Onderwerp: Opstarten projectbesluitprocedure bouwplan Vreeswijksestraatweg 10 (ummer: 2oio/ }>*}-

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

B i j l a g e 6 : R e a c t i e n o t a O v e r l e g e n I n s p r a a k

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude

Omgevingsvergunning. (uitgebreide procedure)

Zuid-Holland Zuid Zwijndrechtse Waard

Ruimtelijke onderbouwing

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Routingformulier. Martijn Broersma. A.J. Adriani. Openbaar. Er is een omgevingsvergunningaanvraag ingediend voor het. 3 mei 2016

Ruimtelijke onderbouwing

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

Bedrijventerrein Buitenvaart II,

Burgemeester en Wethouders 16 september Steller Documentnummer Afdeling. S.L. Strauss 15I Ruimte

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: Afwijken van het bestemmingsplan

Leiden Ringweg Oost. Bouwfasering Sumatrabrug. Movares Nederland B.V. ing. R. van der Vlies Kenmerk TW-VDV Versie 1.0

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk

Nota Overleg bestemmingsplan Oosterhage voormalige NAMlocatie

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

instandhoudingstermijn van 25 jaar

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

GEMEENTE HALDERBERGE Bestemmingsplan Kom Hoeven Herziening 1

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

Bestemmingsplan. Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel. Nota van zienswijzen. februari Bestemmingsplan Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel 1

Overnachtingsplaatsen Merwedes

Transcriptie:

Versie Definitief 17 maart 2014 1 (11) Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding kegelligplaatsen in Amsterdam Rijnkanaal nabij Heemstederbrug (plofsluis) Auteur Rijkswaterstaat Midden Nederland I Inhoudsopgave. 1. Inleiding.... 1 2. Ligging.... 2 3.1. Rijkskader.... 2 3.2. Provinciaal en regionaal beleid.. 3 4.1. Ruimtelijke ordening... 4 4.2. Stedenbouw.... 5 4.3. Verkeer..... 5 4.4. Milieu..... 6 4.5. Waterhuishouding... 7 4.6. Cultuurhistorie en archeologie.. 8 4.7. Natuur en landschap... 10 4.8. Flora-fauna.... 10 4.9. Sociale veiligheid... 11 4.10. Afval..... 11 5. Economische uitvoerbaarheid.. 11 6. Maatschappelijke uitvoerbaarheid. 11 blz 1. Inleiding Het bouwplan is een initiatief van Rijkswaterstaat om rustplaatsen te realiseren voor de binnenvaart op het Amsterdam Rijnkanaal. Het Amsterdam Rijnkanaal/Lekkanaal maakt onderdeel uit van de scheepvaartverbinding voor de binnenvaart van Amsterdam naar Rotterdam/Antwerpen en richting Duitsland. Op het Amsterdam Rijnkanaal en het Lekkanaal varen schepen met gevaarlijke stoffen, waaronder kegelschepen. Kegelschepen vervoeren explosieve, brandbare en/of toxische ladingen die externe veiligheidsrisico s opleveren voor de omgeving. Kegelschepen kennen verplichte rusttijden en mogen ook niet op elke beschikbare ligplaats afmeren. Het aantal ligplaatsen voor kegelschepen op het traject Amsterdam Rotterdam is zeer beperkt. Door het vervallen van de ligplaatsen voor kegelschepen in het Amsterdam Rijnkanaal bij Maarssen en Nigtevecht is gezocht naar een nieuwe ligplaats. De ligplaats nabij Maarssen was vanuit nautiek onveilig (lag in het profiel van het kanaal) en in combinatie van een technische reden (onderspoeling van de damwand) is de ligplaats opgeheven. De kegelligplaats bij Nigtevecht is opgeheven omdat de ligplaats te dicht bij het opslagterrein van Gulf ligt en daardoor binnen de externe veiligheidscontour van de walinrichting lag. Daarnaast is tevens in opdracht van de Tweede Kamer der Staten Generaal gezocht naar een ligplaats voor kegelschepen. De nieuwe ligplaats is gevonden in het Amsterdam Rijnkanaal nabij de Heemstederbrug bij km 43.0. De Heemstederbrug wordt in het dagelijks spraakgebruik de plofsluis genoemd. Bij

Versie Definitief 17 maart 2014 2 (11) realisatie van de nieuwe ligplaats dient de huidige ligplaats aangepast te worden. 2. Ligging De nieuwe ligplaats voor 1-kegelschepen en de aanpassing van de bestaande kegelligplaats door verwijdering van het hamerstuk, is gelegen in de gemeente Nieuwegein in het Amsterdam Rijnkanaal kadastraal bekend als Jutphaas, sectie D nr. 3380 (voorheen 1822). Zie figuur hieronder. Het werk wordt volledig begrensd door water van het Amsterdam Rijnkanaal. Het Amsterdam Rijnkanaal is in eigendom van de Staat (Rijkswaterstaat, dienst Midden Nederland). Voor de realisatie behoeft door de Staat geen gronden te worden verworven. Visualisatie aanpassing bestaande en aanleg nieuwe ligplaats. Bovenste deel van water is Amsterdam Rijnkanaal 3.1. Rijkskader Op 22 december 2011 is in de Tweede Kamer der Staten Generaal het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2012 aangenomen. De aanleiding voor het realiseren van de ligplaats voor kegelschepen vloeit voort uit een amendement van 9 januari 2012 op de eindstemming van de leden van de Eerste Kamer der Staten Generaal op het eerder genoemde wetsvoorstel. In dit amendement van de leden Dijkgraaf/De Rouwe wordt voorgesteld om extra middelen voor de aanleg van ligplaatsen voor de binnenvaart te bestemmen. Hierdoor kunnen een aantal eenvoudige ligplaatsprojecten in uitvoering worden genomen uit de top 10 knelpuntlocaties van de binnenvaartsector. Het realiseren van extra ligplaatsen op korte termijn is van belang om veilig en efficiënt op congestiegevoelige corridors meer vracht via de binnenvaart te kunnen vervoeren en de vaarweg beter te benutten. Deze maatregel vergroot de efficiency van het gebruik van de beschikbare netwerkcapaciteit. Hiermee past dit voorstel binnen het programma Beter Benutten (beleidsartikel 12.05) en wordt hier onderdeel van. Het is in lijn met het Regeerakkoord waar gesteld wordt dat het kabinet wil investeren in de binnenvaart om wegen en milieu te ontlasten. Dit eerder genoemde amendement is aangenomen door de SP, PvdD, PvdA, GroenLinks, VVD, SGP, ChristenUnie, CDA en PVV. De reden dat een extra ligplaats wordt aangelegd op de nu voorgestelde locatie bij de plofsluis, is gelegen in het feit dat voor de kegelschepen wettelijke rusttijden bestaan en in de directe nabijheid van de betreffende ligplaatsen geen

Versie Definitief 17 maart 2014 3 (11) bebouwing aanwezig is. De veiligheidscontour rondom de bestaande kegelligplaats (zoals opgenomen in paragraaf 6.2.5. van de Richtlijn Vaarwegen 2011) wordt weliswaar iets vergroot maar blijft volledig op het waterniveau van het Amsterdam Rijnkanaal. De veiligheidscontour is 100 m voor 1-kegelschepen. Aan de hand van de figuur op de vorige bladzijde ligt de oever van het groengebied Overeind (= oostzijde van Amsterdam Rijnkanaal) op 125 m, dus bij een maximale schipbreedte van 25 m ligt de veiligheidscontour geheel in het water. Aan de westzijde van de bestaande ligplaats voor kegelschepen is de afstand over het water meer dan 125 meter waardoor de veiligheidscontour richting het bedrijventerrein De Plettenburg eveneens in het water ligt. 3.2. Provinciaal en regionaal beleid. Op de uitbreiding van het kegelligplaatsen is tevens het reguliere beleid externe veiligheid van provincie en gemeente van toepassing. In het provinciaal Milieubeleidsplan wordt voor uitbreidingslocaties ernaar gestreefd om de risico s verder terug te dringen dan het wettelijk geformuleerde basisveiligheidsniveau voor het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Dit houdt in dat gestreefd moet worden naar het voldoen aan de 10-8 contour voor het PR (10-6 is de wettelijke eis), en 0,1 x de oriëntatiewaarde voor het GR. Voor de kegelligplaatsen mag ervan worden uitgegaan dat de contouren van het Basisnet water van toepassing zijn. Het Basisnet houdt al rekening met een kegelligplaats op deze plek en voor kegelligplaatsen vindt geen aparte risicoberekening plaats. Dit betekent dat de contouren onveranderd blijven met de aanleg van de nieuwe steiger, deze contouren worden per definitie gemeten vanaf het midden van de vaargeul. Ook blijft de hoogte van het groepsrisico gelijk aan de huidige situatie, onder 0,1 x de oriëntatiewaarde. Voorgaande houdt in dat de nieuwe steiger niet in strijd is met het provinciaal beleid. Daarnaast is er een gemeentelijke beleidsvisie externe veiligheid. Conform deze visie is een risico onaanvaardbaar indien.. de mogelijkheden van zelfredzaamheid en beheersbaarheid van een ramp ontoereikend worden geacht. De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) heeft de gemeente hierover schriftelijk geadviseerd. Vanuit het oogpunt van externe veiligheid vindt men deze nieuwe kegelligplaats een goede locatie, mede vanwege de aanwezigheid van de plofsluis die voor een gedeelte van de ligplaats kan fungeren als aanvaarbeveiliging. Ook deelt men het oordeel van de gemeente dat op grond van het Basisnet Water het groepsrisico niet verantwoord hoeft te worden. Zorgpunt is wel de bereikbaarheid van de nieuwe steiger vanwege de grote afstand tot de walkant. In haar advies geeft de VRU enkele verbeterpunten. Deze zijn als volgt meegenomen: aanbrengen van grasbetontegels 2 x (4 x25 m 2 ) langs de damwand ter plaatse van de parkeergelegenheid en een keermogelijkheid voor hulpdiensten. Na realisering van de kegelligplaats zullen rijproeven worden gehouden met de brandweer en Rijkswaterstaat zal de

Versie Definitief 17 maart 2014 4 (11) bomen/bosschages dusdanig onderhouden dat deze geen belemmering vormen voor de hulpdiensten. De locatie is op de volgende wijze bereikbaar voor hulpdiensten. Vanaf de brug over het Lekkanaal bestaat de mogelijkheid om met een blusvoertuig door te rijden tot op de brug aan de plofsluis en vanaf daar bluswerkzaamheden uit te voeren. Ook is het mogelijk om vanaf de brug over het Lekkanaal in zuidelijke richting over de Vuilcopsekanaaldijk te rijden en na circa 200 meter scherp linksaf te draaien om parallel aan het Amsterdam Rijnkanaal in noordelijke richting naar de afmeerplaats voor de kegelschepen te rijden. Deze informatie voor aanrijden is besproken met de VRU. 4.1. Ruimtelijke ordening Bestemmingsplan Op de gronden van de te realiseren werken vigeert het bestemmingsplan Het Klooster 2004, correctieve herziening. Ter plaatse van de te maken nieuwe ligplaats geldt de bestemming Water. Binnen deze bestemming mogen voorzieningen voor de beroepsvaart worden gerealiseerd echter uitgezonderd ligplaatsen voor kegelschepen. Ter plaatse van het te verwijderen hamerstuk geldt de bestemming Waterstaatsdoeleinden. De voorgenomen activiteiten voor de aanpassing van de bestaande ligplaats passen binnen de voorschriften van het bestemmingsplan en maken geen onderdeel uit van de aanvraag omgevingsvergunning. Voor een totaal beeld van de activiteiten wordt wel inzicht gegeven wat de totale werkzaamheden bevatten. Een uitsnede van de plankaart van het bestemmingsplan is hiernaast geprojecteerd. plangebied Uitsnede plankaart Het Klooster 2004 correctieve herziening. Ter plaatse van het plangebied bestemming Waterstaatsdoeleinden zonder specifieke aanduiding Kegelligplaatsen toegestaan. Procedure De aanleg van de nieuwe ligplaats voor de kegelschepen zal de uitgebreide project Omgevingsvergunning moeten doorlopen. De aanpassingen van de bestaande ligplaats voor de kegelschepen is een activiteit passend binnen het huidige bestemmingsplan Het Klooster 2004 Correctieve herziening. De vergunningen voor deze laatst genoemde activiteit vallen buiten deze omgevingsvergunning maar worden voor de volledigheid van alle activiteiten wel genoemd voor een compleet beeld van de activiteiten.

Versie Definitief 17 maart 2014 5 (11) 4.2. Stedenbouw Bij het maken van afwegingen van een keuze voor een locatie van een ligplaats voor de kegelschepen is door Rijkswaterstaat gekeken naar de huidige locatie van de 1-kegelschepen. De ligplaats voor 1-kegelschepen kent enkele ruimtelijke beperkingen voor onder andere intensieve woonbebouwingen. Dit is een zone van 100 meter. Aan de noordzijde van de plofsluis bestaat de ligplaats voor de 1-kegelschepen en aan de zuidzijde van de plofsluis bestaat de ligplaats voor 2-kegelschepen. De ruime watervlakte op het Amsterdam Rijnkanaal ter plaatse aan de oostzijde van de huidige ligplaats is ontstaan door de verruiming van het Amsterdam Rijnkanaal in het begin van de 80-er jaren. Bij de verbreding van het Amsterdam Rijnkanaal heeft Rijkswaterstaat er voor gekozen om rond de plofsluis het kanaal te verbreden. Het slopen van de plofsluis was een dusdanig grote, zware en dure werkzaamheid dat gekozen is voor een goedkopere oplossing door de verbreding rondom de plofsluis te realiseren. Door deze wijze van verbreden van het kanaal is een grote wateroppervlakte ontstaan. De nieuwe ligplaats wordt door de aanwezigheid van de plofsluis buiten de vaarroute van de scheepvaart op het Amsterdam Rijnkanaal gesitueerd. Een extra ligplaats evenwijdig aan de huidige ligplaats betekent slechts een kleine vergroting van ruimtelijke beperkingen. De zone van de beperkingen is bij de nieuwe ligplaats volledig op het water van het Amsterdam Rijnkanaal geprojecteerd en kent daarom geen ruimtelijke beperkingen voor bebouwingen. Een andere locatie voor een nieuwe ligplaats voor de 1-kegelschepen is niet voor handen op het Amsterdam Rijnkanaal. Mogelijke andere locaties voor de 1-kegelschepen op het Amsterdam Rijnkanaal liggen te veel in de vaarroute van de schepen. De nieuwe kegelligplaats wordt direct ten noorden van de plofsluis gerealiseerd. De plofsluis is een rijksmonument en uniek in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De plofsluis wordt niet aangetast. De open structuur van de nieuwe kegelligplaats zal het aanzien van de plofsluis vanuit het noorden enigszins doen veranderen. Echter, de plofsluis zal vanaf het loopbordes bekeken kunnen worden. Dit geeft een volledig andere invalshoek/zichtlijn voor het kijken naar de plofsluis. Men zal dan goed de onderzijde van de plofsluis en de sluisdeuren kunnen zien. Op 26 juli 2013 heeft de welstand- en monumentencommissie Midden Nederland met het plan ingestemd. 4.3. Verkeer Op de steigers van de nieuwe kegelligplaats kan uitsluitend worden gelopen. De auto s van de bemanningsleden van de aangemeerde kegelschepen kunnen niet vanaf de nieuwe kegelligplaats op de wal worden gezet. Aan de oostzijde van het Lekkanaal nabij de Schalkwijkse Wetering is een afzetplaats voor auto s. Aan de noordzijde van de plofsluis bevinden zich aan de westelijke kant van de plofsluis de voormalige omloopriolen

Versie Definitief 17 maart 2014 6 (11) Deze omloopriolen zijn afgedicht. Ter plaatse van deze omloopriolen zal een parkeervoorziening worden aangebracht voor enkele voertuigen van de bemanningsleden. Deze locatie zal tevens geschikt zijn voor de hulpdiensten voor bluswerkzaamheden in geval van een calamiteit en om te kunnen keren. De aanpassing van de bestaande ligplaats heeft tot gevolg dat de keermogelijkheid aan het einde van de kistdam versmald wordt. Een voertuig keren zal meerdere draaibewegingen met een voertuig tot gevolg hebben. Een andere optie is achteruit rijden. De nieuwe kegelligplaats en de aanpassing van de bestaande kegelligplaats kent ter plaatse geen verandering in het verkeer en vervoer. Zie hiervoor tevens de inrichtingstekening van de bijlagen 1a en 1b. 4.4. Milieu De huidige ligplaats voor de 1-kegelschepen is een nietgeluidgevoelige bestemming voor industriegeluid of weg- en railverkeergeluid. Op de kegelligplaats is milieuzonering volgens de uitgave Bedrijven en milieuzonering niet van toepassing. Deze kegelligplaats kent geen bedrijven en milieuzonering wanneer er geen schepen afgemeerd zijn. Op het Amsterdam Rijnkanaal en het Lekkanaal bevinden zich schepen met gevaarlijke stoffen, waaronder kegelschepen. Kegelschepen vervoeren explosieve, brandbare en/of toxische ladingen die externe veiligheidsrisico s opleveren voor de omgeving. Om deze reden zijn bepaalde functies niet toegestaan nabij de ligplaatsen van kegelschepen. We kennen de 1-kegelschepen, de 2-kegelschepen en de 3-kegelschepen. Een kegelschip herken je aan een blauwe met de punt naar beneden gerichte kegel op de voor- en achtersteven van een schip. Bij de 1-kegelschepen moet men denken aan schepen gevuld met gasolie of met LPG. Bij de 2-kegelschepen (dus 2 blauwe kegels op elkaar gestapeld op zowel de voor- en achtersteven van het schip) moet men denken aan schepen gevuld met ammoniak en bij de 3 kegelschepen aan schepen gevuld met dynamiet. De 1-kegelschepen komen veelvuldig voor op het Lekkanaal/ Amsterdam Rijnkanaal. De 2-kegelschepen zelden en de 3-kegelschepen vrijwel nooit. Deze schepen kennen ook een apart schutregime bij de sluis. Kegelschepen mogen gezien de aard van de lading niet op alle beschikbare gelegenheden langs het kanaal afmeren. Voor kegelschepen zijn locaties op het kanaal aangewezen waar deze schepen mogen afmeren. Nabij de plofsluis is zo n locatie voor kegelschepen. Schepen met gevaarlijke stoffen niet-zijnde een kegelschip, vervoeren bijvoorbeeld diesel of kerosine. Er bestaat aparte wet- en regelgeving voor de veiligheidsrisico s van: A. afgemeerde kegelschepen; B. voorbijvarende schepen met gevaarlijke stoffen, waaronder kegelschepen. Ad A: wet en regelgeving voor afgemeerde kegelschepen: In paragraaf 7.1.5.4.3. van het ADN 2013 (= de Engelse afkorting van European agreement concerning the international

Versie Definitief 17 maart 2014 7 (11) carriage of dangerous goods by inland waterways) en in paragraaf 6.2.5. van de Richtlijn Vaarwegen 2011 zijn veiligheidsafstanden opgenomen voor ligplaatsen van kegelschepen. Deze veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden t.o.v. andere schepen, tankopslagen, kunstwerken en aaneengesloten woongebieden. Hieronder volgt een overzicht van de minimale veiligheidsafstanden van een afgemeerd kegelschip tot woongebieden. 1. Bij een schip dat één blauwe kegel voert: 100 meter van aaneengesloten woongebieden. 2. Bij een schip dat twee blauwe kegels voert: 300 meter van aaneengesloten woongebieden. 3. Bij een schip dat drie blauwe kegels voert: 500 meter van aaneengesloten woongebieden. In de regelgeving wordt niet concreet aangegeven hoe een tijdelijke afmeervoorziening waar geen overslag plaatsvindt, geconstrueerd moet worden; uitgezonderd 2 vluchtroutes. Bij de nieuwe kegelligplaats zijn echter aanvullende veiligheidsmaatregelen toegepast, te weten: explosieveilige verlichting en glasvezelversterkte looproosters met een hogere smelttemperatuur dan de traditionele stalen roosters. Beide maatregelen worden veelvuldig toegepast in de petrochemie. Ad B: wet en regelgeving inzake voorbijvarende schepen, waaronder kegelschepen: Qua beleid is nu (maart/april 2014) sprake van een enigszins complexe situatie. Op dit moment moet worden uitgegaan van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Tegelijkertijd publiceerde het Rijk op 10 december 2012 het ontwerp-besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt). De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zal worden vervangen door het uiteindelijke Bevt en het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen (spoor, water en weg). Op 25 juli 2013 is de wet Basisnet gepubliceerd in het staatsblad nr. 307. Bevt en Basisnet treden naar verwachting in werking medio 2014. In het huidige en het nieuwe beleid ligt het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar als gevolg van de scheepvaart met gevaarlijke stoffen maximaal op de rand van het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal. Voor de ligging van de rand van beide vaarwegen wordt aangesloten bij de begrenzing van een Rijksvaarweg uit de legger van de Waterwet. Hier doet de vreemde situatie zich voor dat de begrenzing van de Rijksvaarweg alleen over de zuidzijde van de plofsluis loopt. Dit betekent dat de gehele plofsluis binnen de risicolijnen ligt van 10-6 per jaar, ofwel binnen de basisnetafstand uit het ontwerp-bevt. Het schiereilandje aan de oostzijde van de plofsluis ligt dichter bij de vaarroute van gevaarlijke schepen maar ligt wel buiten de risicolijnen. Afgemeerde schepen gebruiken voor hun eigen energiebehoefte een generator. De verblijfstijd van de kegelschepen is van een relatief korte duur. De invloed op luchtkwaliteit is niet in betekenende mate (NIBM). 4.5. Waterhuishouding Het Amsterdam Rijnkanaal en het Lekkanaal vervullen een belangrijke schakel in de waterhuishouding ten behoeve van waterberging, wateraanvoer en waterafvoer. Tevens faciliteren de kanalen het verkeer te water. De waterstroming in het

Versie Definitief 17 maart 2014 8 (11) Lekkanaal en het Amsterdam Rijnkanaal is overwegend van zuid naar noord. Het Amsterdam Rijnkanaal en het Lekkanaal kennen enkele inlaatpunten voor het innemen van water. Onder andere voor het maken van drinkwater en ten bate van industriewater (onder andere Tata-steel en Crown van Gelder). Het dichtstbijzijnde inlaatpunt voor drinkwater ten opzichte van de kegelligplaats is het inlaatpunt van de Waterleidingsmaatschappij Rijn Kennemerland (afgekort WRK en beheerd door Waternet) aan de westzijde van het Lekkanaal, circa 1250 meter ten zuiden van de Overeindsebrug. De kegelligplaats komt in de beschermingszone van de waterwinning te liggen. Het waterwinbelang dient beschermd te zijn. Rijkswaterstaat en de WRK hebben afspraken gemaakt. Bij een ongeval/calamiteit op het Amsterdam Rijnkanaal of het Lekkanaal wordt door het sluispersoneel van de Prinses Beatrixsluizen direct contact opgenomen met de WRK. De WRK kan beslissen om de inlaat van water uit het Lekkanaal te stoppen. Via de Prinses Beatrixsluizen wordt dan extra water naar het Lekkanaal gespuit om als het ware een waterfront te maken. Bij een calamiteit op de Lek wordt het schutten in de Prinses Beatrixsluis geminimaliseerd. Door Waternet is recent een principeverzoek ingediend bij de gemeente voor een windpark van maximaal 5 grote windturbines. De meest noordelijk gelegen windturbine van het beoogde windpark ligt in de nabijheid van deze kegelligplaats op een afstand van ca. 400 meter ten zuidoosten van de plofsluis. Extra aandacht voor risico externe veiligheid windturbines t.o.v. kegelligplaats is nodig. 4.6. Cultuurhistorie en archeologie Het Amsterdam Rijnkanaal en het Lekkanaal in de omgeving van de kegelligplaatsen zijn gegraven in de 2 e helft van de 30- er jaren. Het Lekkanaal en de in dit kanaal gelegen Prinses Beatrixsluis, werd officieel geopend op 23 maart 1938. Het Amsterdam Rijnkanaal vanaf de plofsluis tot aan prinses Irenesluis in Wijk bij Duurstede is begin 50-er jaren in gebruik genomen. Het Amsterdam Rijnkanaal was net zo breed als de breedte van de plofsluis. De watervlakte van het kanaal ten oosten van de plofsluis was toen land. In de omgeving van de kegelligplaats is het grootste cultuurhistorische object de plofsluis. Dit object maakt onderdeel uit van de 85 km lange Nieuwe Hollandse Waterlinie. Een militaire verdedigingslinie die zich uitstrekt vanaf Muiden tot in de Biesbosch. De plofsluis is een rijksmonument en uniek in de waterlinie. De plofsluis had ten doel om het Amsterdam Rijnkanaal af te sluiten met sluisdeuren in geval van een inundatie. Opgemerkt wordt dat in die tijd het Amsterdam Rijnkanaal smaller was dan de huidige situatie. Het huidige water aan de oostzijde van de plofsluis was grond. De plofsluis sloot aan beide zijde van de sluis aan op een grondlichaam. Indien de vijand de mogelijkheid kreeg om de sluisdeuren kapot te kunnen schieten, waardoor inundatiewater weg kon stromen, bestond de mogelijkheid om de bodem van de bak boven de sluisdeuren te laten ontploffen. Door het ontploffen van de bodem kon het zand en grind dat in de bakken boven de deuren zich bevindt, over de sluisdeuren vallen. De deuren en het erover heen gestorte zand en grind vormden dan samen

Versie Definitief 17 maart 2014 9 (11) een doorgaande dijk om inundatiewater vast te houden. De vijand zou dan de deuren niet meer kapot kunnen schieten om de inundatie te laten doen mislukken. De plofsluis is nooit gebruikt om te laten ploffen. In de 80-er jaren heeft Rijkswaterstaat het Amsterdam Rijnkanaal verbreed. Bij de verbreding van het kanaal is men aan de oostzijde om de plofsluis heen gegaan. Het was eenvoudiger om rond de plofsluis heen te graven voor de verbreding dan het slopen van de plofsluis. Daarom staat de plofsluis nu wat vreemd als uitstulpsel in het Amsterdam Rijnkanaal. De plofsluis bestaat uit een grote bak van circa 60 x 40 m 2 met daaronder in iedere opening 2 sluisdeuren. De bak is verdeeld in 5 evenwijdig gesitueerde buizen van circa 7 x 60 m 2 waar vroeger zand en grind in lag. Het zand en grind zijn uit de plofsluis gehaald. De 2 zuidelijke buizen zijn heden verhuurd aan een schietsportvereniging en zijn aan de bovenzijde van de buis open. De 3 andere buizen zijn met schuifluiken afgesloten aan de bovenzijde. Er wordt in deze 3 buizen geen enkele activiteit uitgevoerd. De buizen zijn leeg. De onderzijde van de grote bak van de plofsluis ligt circa 8 meter boven het waterniveau van het Amsterdam Rijnkanaal. De bakconstructie van de plofsluis is circa 12 meter hoog. Aan de noordzijde van de plofsluis is een brug over het Amsterdam Rijnkanaal. De brug maakt onderdeel uit van de plofsluis. Vóór de verbreding van het Amsterdam Rijnkanaal was dit een vaste verbinding van de beide oevers van het kanaal. Bij de verbreding van het kanaal in de 80-er jaren is geen nieuwe oeververbinding gemaakt over het verbrede gedeelte van het kanaal. Bij de verbreding van het Amsterdam Rijnkanaal zijn de omloopriolen van de plofsluis afgesloten. Aan de westzijde van de plofsluis zijn de contouren van de openingen van de omloopriolen nog zichtbaar. Het is verboden om onder de plofsluis door te varen. Direct ten zuiden van de plofsluis aan de oostzijde van het Lekkanaal, bevindt zich over de gehele lengte van het Lekkanaal de liniedijk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze dijk maakte vanaf eind 30-er jaren onderdeel uit van de hoofdweerstandslijn om vanachter te kunnen schieten naar de oprukkende vijand en om inundatiewater vast te houden. De aanleg van de nieuwe kegelligplaats leidt niet tot een fysieke aantasting van de plofsluis. De open structuur van de kegelligplaats zal het aanzien van de plofsluis vanuit het noorden iets veranderen. Daarentegen zal staande op het bordes van de nieuwe ligplaats de plofsluis vanuit een geheel ander standpunt bekeken kunnen worden. De bestaande ligplaats voor de kegelschepen en het omringende water zijn gebouwd en gegraven vanaf eind 30-er jaren. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen hier archeologische vondsten aan te treffen. (info Archeologische verwachtingskaart & bestaande elementen Tweede Wereldoorlog kaart van de gemeente Nieuwegein).

Versie Definitief 17 maart 2014 10 (11) De gemeentelijke monumentencommissie Nieuwegein is op d.d. 07-08-2013 akkoord gegaan met het voorgestelde plan. De zichtlijnen onder de plofsluis door blijven in dit plan gewaarborgd en het aanzicht van de sluis zelf wordt in dit specifieke ontwerp niet aangetast. De monumentencommissie ziet geen bezwaar in de voorgenomen plannen met uitzondering van de aanhechting van de steiger aan het plofsluiseiland. (= het terrein met grasbegroeiing ten noorden van de westelijke omloopriolen) Bij brief van 6 maart 2014 heeft het kwaliteitsteam van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangegeven akkoord te gaan met de nieuwe ligplaats. Het kwaliteitsteam vraagt aandacht voor de openbare toegankelijkheid nabij de plofsluis (zie bijlage 2) De Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft op 7 maart 2014 aan de gemeente laten weten dat door de aanleg van ligplaatsen het rijksmonument niet aangetast zal worden. Deze rijksdienst geeft aan dat formeel geen advies van de RCE benodigd is. 4.7. Natuur en landschap De directe omgeving tussen de plofsluis en de Overeindsebrug worden niet gekenmerkt met bijzondere bosschages of begroeiingen. In het bestemmingsplan Het Klooster 2004 correctieve herziening wordt deze omgeving bestemd voor Waterstaatsdoeleinden. Voor de uitvoering van de nieuwe ligplaats worden geen bomen gerooid of geraakt/beschadigd. Op het ruitvormige hamerstuk zijn in 2013 alle 13 winterlinden (Tilia Cordata) gerooid in verband met ziekten. 4.8. Flora-fauna Bij de plofsluis is een vindplaats van brede rietorchis (tabel 1 = niet beschermd bij ruimtelijke ontwikkelingen, wel behouden want belangrijke vindplaats voor Nieuwegein). Iets verderop de grote keverorchis (tabel 2 = zwaarder beschermd). De werkzaamheden hebben geen invloed op deze locaties. In de plofsluis en omgeving komen vleermuizen voor. De invloed van deze ontwikkeling op deze populatie kan van invloed zijn. Om de invloed te minimaliseren is er voor gekozen de verlichting op de nieuwe kegelligplaats zodanig op te stellen dat de verlichting uitsluitend naar beneden schijnt en niet in de richting van de plofsluis of de omgeving van de plofsluis. Ook de kleur van de verlichting mag geen invloed hebben op de vliegbewegingen van de vleermuizen. De ontwikkeling is niet gesitueerd in een ecologische verbindingszone. Op tekening in bijlage 1b is zichtbaar dat er geen beplanting wordt aangetast. Op de foto hiernaast is de huidige boombeplanting zichtbaar die tevens behouden blijft.

Versie Definitief 17 maart 2014 11 (11) 4.9. Sociale veiligheid De omgeving van de kegelligplaats en de plofsluis is een uiterst stille omgeving waar geen tot weinig activiteiten plaatsvinden. Het gevolg is dat er op enkele momenten incidenten in het verleden hebben plaatsgevonden. Rijkswaterstaat zorgt voor lage begroeiing zodat er zicht blijft bestaan op aanwezigheid en (ongewenste) activiteiten van personen. 4.10. Afval Het betreft hier bedrijfsafval, de schepen moeten zelf voor afvoer zorgen. 5. Economische uitvoerbaarheid De kosten voor het uitvoeren van alle beschreven werkzaamheden worden gedragen door Rijkswaterstaat Midden Nederland (ministerie van Infrastructuur en Milieu) Voor de gemeente Nieuwegein zijn er geen kosten aan verbonden. De ambtelijke kosten van de gemeente Nieuwegein voor de planologische procedure worden niet in rekening gebracht bij de initiatiefnemer. Dit project valt niet onder de wettelijke criteria van kostenverhaal. 200 meter ten opzichte van het meest in het water stekende punt van de nieuwe ligplaats. Het plan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening voorgelegd bij het kwaliteitsteam Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Rijksdienst voor het cultureel Erfgoed, het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie en Waternet. De projectomgevingsvergunningsprocedure wordt gevolgd conform artikel 3.10 van de Wabo. Het ontwerpbesluit met bijbehorende stukken wordt gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegd voor zienswijzen. Na afloop van deze periode wordt met inachtneming van ingediende zienswijzen een definitief besluit genomen op het verlenen van de projectomgevingsvergunning. Tegen het definitieve besluit staat gedurende 6 weken beroep bij de rechtbank open. Tegen de uitspraak van de rechtbank is hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mogelijk. 6. Maatschappelijke uitvoerbaarheid De aanleg van de nieuwe ligplaats voor kegelschepen is volledig in het water geprojecteerd. De dichtstbijzijnde woning (oostzijde Amsterdam Rijnkanaal aan de zuidzijde van de Overeindseweg) is gelegen op een afstand van iets meer dan