Algemeen Bestuur MGR Rljk van Nijmegen. Aan de gemeenteraad van Nijmegen Postbus 9105. Werner van der Linden 0243292271 w/.van.der.linden@wbrn.



Vergelijkbare documenten
BEGROTING 2015 MGR Regio Rijk van Nijmegen

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen

Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek

Ons kenmerk MO00/ Datum uw brief nvt

Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

Onderwerp Wijziging Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) en GR WNO (Breed)

3* LEUNINGEN GEMEENTE 27 FEB 2015 UI Aan de gemeenteraad van Beuningen. Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp

Vragen en antwoorden Regionaal Werkbedrijf

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken.

Nummer(agenda) Commissie 1 Samenleving Registratienummer BW Datum 9 februari 2015 llllllll lllll II II II III III

Informatieprotocol MGR Rijk van Nijmegen

2. De bevoegdheid algemeen bestuursleden van de MGR aan te wijzen te delegeren aan het college.

Historisch perspectief Onderstaand een korte historische schets van de periode tot aan 1 januari 2015:

Beschut werk in Aanleiding

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

Zienswijze kaderbrief MGR

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Contactpersoon 14 november 2016 Ina Hol

Een nieuwe taak voor gemeenten

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

REGIO RIJK VAN NIJMEGEN

Raadsvoorstel Zaak :

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Flevoland

Raadsvoorstel - Evaluatienota

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Percelenregeling arbeidsmatige dagbesteding Werkbedrijf Rijk van Nijmegen, 17 november 2014

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw

Oktober Participatiewet; kansen in samenwerking

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Agendapunt. Registratienummer Kopie aan afdeling Akkoord Bespreken Kopie Openbaar. Burgemeester

Regio Rijk van Nijmegen. Platformfunctie voor samenwerking en afstemming

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordeningen Participatiewet

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

16R RAADSINFORMATIEBRIEF 16R O*

Definitieve versie convenant Utrechtse Werktafel

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

Zienswijze op Transitieplan Toekomst Breed. Vergadering Datum Agendapunt Rondetafelgesprek 19 maart Raad 29 maart 2012

arbeid / dagbesteding Participatiewet

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

Vaststellen Visie Beschut Werk en wijziging Re-integratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Leudal

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Verordening Kandidatenraad WerkBedrijf Regio Rijk van Nijmegen

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

BEGROTING bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling: Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar

Openbaar. Artikel 39 vragen van de fractie D66 over Bijsterhuizen. Alleen ter besluitvorming door het College. Conform advies Aanhouden Anders, nl.

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Participatiewet. 1 januari 2015

Bijlage 1 : Beschut werk

1. Onderwerp Beëindiging deelname Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Rijn Gouwe (RPA) 2. Rol van het

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Aan de leden van de gemeenteraad,

De voorziening beschut werk

Vaststellen formatie nieuwe taken Wmo, Jeugdzorg en Beschermd Wonen en samenwerkingsovereenkomst ROB

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

: raadsbrief Noord-Veluwse Werkkamer en Tafelplan Stakeholders

BESCHUT WERK NIEUW AGENDA. De ontwikkeling van de sociale werkvoorziening en het oude beschut werk

Visie en uitgangspunten (1)

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede).

Vragen tijdens miniconferentie Modulaire Gemeenschappelijke Regeling sociaal domein centraal Gelderland op 10 en 13 september 2018

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering

Ons kenmerk. Datum uw brief

Adviesnota Bestuur Datum: 15 juni 2015

Heerhugowaard 13. SEP Agendanr.: 12 Voorstelnr.: RB Onderwerp: Begroting 2015 WNK bedrijven Programma: 4 Sociale Samenhang

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

Dienstverleningsovereenkomst Basisdienstverlening

Vastgesteld op 21 maart 2016

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL.

Transcriptie:

Algemeen Bestuur MGR Rljk van Nijmegen p.a. gemeente Nijmegen Postbus 910S 6500 H6 Nijmegen Aan de gemeenteraad van Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Behandeld door: Doorkiesnummer: E-mall: Onderwerp: Datum: Werner van der Linden 0243292271 w/.van.der.linden@wbrn.nl Begroting MGR 26 november 2014 Geachte leden van de raad, Op 10 September 2014 hebben wij u de ontwerpbegroting gestuurd van de MGR met het verzoek uw zienswijze te geven op deze ontwerpbegroting. Naar aanleiding hiervan heeft de regionale adviesfunctie een advies uitgebracht over deze begroting en heeft een aantal deelnemende gemeenten een schriftelijke zienswijze ingebracht op de begroting. In het Algemeen Bestuur van 24 november 2014 is de begroting van de MGR (bijlage bij deze brief) vastgesteld; via deze brief informeren wij u over de begroting 2015 en gaan we in op de zienswijze die u heeft ingebracht. Deze behandelen we puntsgewijs. Voorafgaand aan onze reactie op de zienswijzen, willen wij kwijt dat het ons verheugd dat de ontwerpbegroting positief is ontvangen en dat alle zienswijzen instemmend waren. Dat geeft aan dat er groot draagvlak is voor de taken die de MGR gaat uitvoeren en dat er vertrouwen is in de organisatie. Gegeven de veranderingen op het sociaal domein per 1 januari 2015, zijn draagvlak en vertrouwen essentieel. De inhoudelijke opmerkingen uit de zienswijzen hebben vooral betrekking op het Werkbedrijf. Dat is logisch: de MGR kent nog geen andere modules. In een van de zienswijzen is een opmerking gemaakt over de "bestuurskosten van de MGR". Het is onze intentie om in de loop van 2015 hier meer duidelijkheid overte bieden. Eerst willen we met het Algemeen Bestuur bespreken hoe we invulling gaan geven aan de regionale platformfunctie voor afstemming en overleg. Op basis daarvan operationaliseren we de rol van de organen in de MGR en de noodzakelijke ondersteuning voor het invullen van deze rol. Voor de begroting van de module Werkbedrijf zijn de kaders in Sterke werkwoorden - dat in alle gemeenteraden in de regio is vastgesteld - leidend geweest. Daarom verwijzen we hier een aantal keer naar in onze reactie op uw zienswijze. Hieronder gaan we in op de zienswijzen: Medio 2014 spraken de colleges uit het plaatsingsproces van personeei van de deelnemende gemeenten en het indirecte personeei werkzaam voor het primaire proces van het huidige

Breed per 1 juli 2015 af te ronden. Hoewel er concreet geen andere data zijn gecommuniceerd over de integratie van Breed, hebben de colleges altijd aangegeven dat de revltalisering van Breed op de eerste plek kwam. Nu 1 januari 2015 dichterbij komt en de focus binnen Breed nu ook komt te liggen op de integratie, komen hier opmerkingen over. U waarschuwt ons voor risico's die een versnelde integratie van Breed met zich mee kunnen brengen. Dat begrijpen wij goed. De integratie van Breed in het nieuwe Werkbedrijf is geen simpele optelsom van twee bedrijven en in de huidige begroting van de MGR is de integratie van Breed nog niet meegenomen. Een zorgvuldig proces is voor ons dus ook een zeer belangrijk punt van aandacht en wij zullen u ook informeren over de voortgang van dit proces. Wij koersen overigens nog steeds op besluitvorming over de integratie van Breed in de MGR in het eerste kwartaal van 2015. Uit de zienswijzen die vastgesteld zijn, blijkt een breed draagvlak voor het integratievoornemen van de Colleges van B&W en de uitgangspunten die hiervoor zijn vastgesteld. Een aantal gemeenten vraagt ons om begin 2015 een visienotitie op te stellen over ons weerstandsvermogen. Deze visienotitie zeggen wij toe. Een aantal gemeenten constateert dat niet de bedrijven, maar de kandidaten centraal staan in de begroting van het Werkbedrijf. Niet omdat er te weinig begroot wordt voor bedrijfsdienstverlening, maar omdat in tekst en cijfers de kandidaten centraal staan. Dat wordt met name veroorzaakt door de kaders die de Rijksoverheid schept (de wetgeving is gericht op personen en trajecten voor personen), geven deze gemeenten in hun zienswijze zelf ook al aan. In deze zienswijze wordt de ambitie uitgesproken om de nieuwe visie van het Werkbedrijf (bedrijven zijn de klant) ook door te vertalen naar de begroting. Hoewel dit een lastige uitdaging is, onderstrepen we deze ambitie van harte. Een aantal gemeenten geeft aan dat de KPI's nog nader gespecificeerd moeten worden en dat er meer aandacht in de begroting moet komen voor specifieke dienstverlening aan doelgroepen die het Werkbedrijf gaat leveren. Hoewel wijzelf ook de kracht zien van een algemene overkoepelende begroting, gaan we graag in gesprek met alle gemeenten over deze KPI's en specificaties. Dat we deze specificaties nu nog niet kunnen geven, hangt ook sterk samen met het gegeven dat er nog geen lokale strategische kaders en samenwerkingsovereenkomsten zijn vastgesteld. Dit zouden we graag zo snel mogelijk doen. Het is overigens een vervolgvraag ofde specificaties in de samenwerkingsovereenkomsten moeten staan of in de begroting. Ook gaan we nog graag in gesprek over hoe lokaal aangestuurd wordt. Te veel differentiatie in aansturing ofte veel sturing op lokale aspecten kan ook ongewenste effecten hebben op de dienstverlening van het Werkbedrijf. In Sterke werkwoorden wordt gesteld dat het Participatiebudget en de budgetten voor loonkostensubsidie uit het inkomensdeel overgedragen worden aan het Werkbedrijf. In een aantal zienswijzen is opmerkingen gemaakt over deze budgetten en nadere afspraken en voorbehouden die gemeenten maken overde inzet van deze budgetten (ofde (bestemmings)reserves die mogelijkerwijs het gevolg kunnen zijn van het niet inzetten van middelen). Gegeven de veranderingen in de financiering van de Rijksoverheid en de gemeentelijke autonomie zijn deze vragen zeer legitiem, maar tegelijkertijd zijn er ook heldere kaders gesteld die door alle gemeenten zijn bekrachtigd. We zeggen toe dat we over deze onderwerpen in

gesprek gaan met de deelnemende gemeenten. Dit geldt ook voor de zienswijzen die ingediend zijn over de onwenselijke gevolgen van eventuele vermindering van meerwerkvragen door gemeente x voor gemeente y en de verheldering van de vereveningssystematiek voor frictie- en desintegratiekosten. In dit kader verwijzen we overigens ook naar de opmerkingen die in de begroting zijn gemaakt over de flexibele schil. We willen met het Werkbedrijf flexibel kunnen blijven inspelen op fluctuerende budgetten. De onderwerpen uit dit aandachtspunten worden opgepakt door de Bestuurscommissie Werk. Er is een zienswijze ingediend over de informatievoorziening van de IVIGR aan de raden. Gevraagd is om eens in de drie maanden financiele en inhoudelijke (behaalde resultaten) overzichten op te stellen. Over dit onderwerp wordt in overleg gegaan met de Agendacommissie. De begroting zoals die nu meegestuurd wordt, is de vastgestelde begroting. Er is via een separaat besiuit in het Algemeen Bestuur een tweetal aanpassingen aangebracht in de begroting. Ten eerste is de extra miljoen die alle Werkbedrijven van de Rijksoverheid krijgen ingevoegd. IVlet deze middelen worden gemeenten gefaciliteerd om - samen met het UWV, sociale partners en andere betrokken partijen - de regionale uitvoering goed in te richten. We krijgen met deze middelen een extra ondersteuning voor het opstellen van bijvoorbeeid een robuust marktbewerkingsplan, de ontwikkeling van een eenduidig instrumentarium ofde inrichting van een adequate bedrijfsdienstverlening. De Bestuurscommissie Werk zai met een voorstel komen om deze middelen in te zetten in 2015 en 2016. Ten tweede is de bijdrage van de Rijksoverheid voor domein Werk verhoogd en staat dit nu (tekstueel) opgenomen in de begroting. Met deze brief geven we invulling aan artikel 29 lid 6 MGR. Daarnaast zenden wij deze begroting naar Gedeputeerde Staten van Gelderland. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd. Hoogachtend, Algemeen Bestuur modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen, /..A. y De Voorzitter, / De Secretaris, / drs. H.M.F. Bruls

Begrotingswijziging Voorgesteld wordt om de begroting 2015 van de MGR Regio Rijk van Nijmegen te wijzigen naar aanleiding van de volgende ontwikkelingen: Beqrotinaswiiziaina 1: 1. De lasten en baten voor de jaren 2015 op te hogen met 600.000;- en voor 2016 met 400.000.-. Aanleiding aanpassing begroting: Het rijk heeft per regionaal werkbedrijf extra middelen ( 1.000.000,-) beschikbaar gesteld met het onderstaande intentie: "Met de middelen worden gemeenten gefaciliteerd om samen met UWV en sociale partners, en betrokkenheid van andere partijen (zoals SW-bedrijven, onderwijs en clientenraden), de regionale uitvoering goed in te richten. De arbeidsmarktregio's krijgen met deze middelen een extra ondersteuning voor het opstellen van een robuust marktbewerkingsplan, de ontwikkeling van een eenduidig basispakket aan instrumenten, een goede vormgeving van de transparantie van het arbeidsaanbod en de vacatures, en de inrichting van een adequate werkgeversdienstverlening." De middelen worden beschikbaar gesteld aan de regiogemeente. Voorgesteld wordt de begroting van het werkbedrijf hierop aan te passen onder de programmalasten en deze te verantwoorden onder de post "inrichting regionale uitvoering". De inkomsten in de begroting wordt aangepast: de post overige inkomsten worden opgehoogd met de post "bijdrage regio Rijk van Nijmegen inrichting regionale uitvoering". Begrotingswiiziging 2: 2. De lasten en baten voor het jaar 2015 op te hogen met 395.000,- Aanleiding aanpassing begroting: In het kader van de Participatiewet zijn er middelen aan het macrobudget toegevoegd ter dekking van de kosten van gemeenten voor adviezen van het UWV voor bepaling van de doelgroep van de baangarantie, adviezen over mensen met de medische-urenbeperking en adviezen over het in aanmerking komen van mensen voor beschut werk. De programmalasten 2015 zullen worden aangepast met de post: "adviezen UWV" voor een bedrag van 395.000,- De inkomsten onder de post "Participatie" wordt opgehoogd met 395.000,-

Totaaloverzicht na wiiziaing van begrotinp: 2015 2016 2017 2018 (X 1.000) Baten Overheidsbijdragen en subsidies 21.599 22.700 23.339 25.143 (4.2.1) Begrotingswijziging 1 600 400 Begrotingswijziging 2 395 Totaal baten 22.594 23.100 23.339 25.143 Lasten Programmalasten (4.2.2) 12.094 13.020 13.969 15.575 Begrotingswijziging 1 600 400 Begrotingswijziging 2 395 Personele lasten (4.2.3) 7.481 7.666 7.856 8.054 Afschrijvingen (4.2.4 & 4.2.7) 72 72 72 72 Huisvestingslasten (4.2.5) 578 578 578 578 Overige (4.2.6) 1.374 1.364 864 864 Totaal lasten 22.594 23.100 23.339 25.143

BEGROTING 2015 MGR Regio Rijk van Nijmegen

Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 REGIOPLATFORIVl voor afstemming en overleg 4 2.1 Wat gaan we doen? 4 2.2 Wat kost Iiet? 4 3 WERKBEDRIJF Wat willen we bereiken? 5 3.1 Werk is de ultkomst! 5 3.2 Ophialen en invullen van vacatures en werkplekken 6 3.3 Kandidaten aan het werk 8 3.4 Ondersteuning bieden op werkplekken 10 3.5 Aandachtspunten 10 4 WERKBEDRIJF Wat gaat het kosten? 13 4.1 Uitgangspunten 13 4.2 Wleerjarenbegrotlng 2015-2018 14 4.2.1 Overheidsbijdragen en -subsidies 15 4.2.2 Programmalasten 16 4.2.3 Personele lasten 19 4.2.4 Afschrijvingen 20 4.2.5 Huisvestingslasten 20 4.2.6 Overige lasten 22 4.2.7 Financiele baten en lasten 23 4.2.8 Kosten Gastheerschap 23 5 Verplichte paragrafen 24 5.1 Paragraaf weerstandsvermogen 24 5.2 Paragraaf Financiering 26 5.3 Paragraaf Bedrijfsvoering ; 26 5.4 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 28 6 Bijiagen 30 1

1 Inleiding Hierbij bied \k u aan de eerste begroting 2015 van de IVIGR Regio Rijk van Nijmegen. Per 1 juli 2014 bestaat het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen formeel. Vanaf 1 januari 2015 gaan we de MGR vullen met de eerste module: het regionale Werkbedrijf. Omdat er nog geen andere modules zijn en we nog moeten bepalen hoe we de regionale afstemmings- en platformfunctie inrichten, focust deze "deelbegroting" grotendeels op het Werkbedrijf. De begroting is een verdere operationalisering van Sterke werkwoorden, dat als basis dient. Dit betekent bijvoorbeeid dat de kosten voor de ondersteuning van de agendacommissie niet opgenomen zijn. REGIOPLATFORIVl Begin november 2013 hebben alle colleges in de regio Rijk van Nijmegen een viertal uitgangspunten voor regionale samenwerking vastgesteld. De regio sprak hardop uit 1. geen lappendeken van gemeenschappelijke regelingen te willen, 2. de bouw van het werkbedrijf prioriteit te geven, 3. de MGR een uitvoeringsorganisatie en een platform voor regionaal overleg te laten zijn en 4. de stemverhouding naar rato van het aantal inwoners te laten zijn (met die nuance dat er bij stemming minimaal 3 gemeenten in moeten stemmen). Uitgangspunt vier is verwerkt in de regeling die overal is vastgesteld en het overgrote deel van deze begroting gaat over uitgangspunt 2. De andere uitgangspunten verdienen echter ook absolute aandacht in de regio. Nieuwe taken vragen afstemming en overleg. Niet alleen inhoudelijk, maar ook randvoorwaardeiijk. In hoofdstuk 2 van deze MGR begroting wordt nader ingegaan op deze platformfunctie, die qua ontwikkeling nog in de kinderschoenen staat. De regionaal uitgesproken lijn, die verwoord staat in "In een goede relatie geef je elkaar de ruimte" respecteren we hierblj. PRIORITEIT BIJ HET WERKBEDRIJF Het Werkbedrijf is de eerste module van de MGR en zai op 1 januari 2015 van start gaan. De deelnemende gemeenten zullen samen met het SW bedrijf Breed, het UWV en andere organisaties de handen ineen slaan om de doelstellingen uit de participatiewet te realiseren. Een regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt waarbij zoveel mogelijk mensen aan de slag gaan bij reguliere werkgevers. Een bijzonder samenwerkingsverband omdat hiermee het afbreken van de schotten tussen de verschillende regelingen, wordt doorvertaald naar de uitvoeringsorganisatie. Het Werkbedrijf ondersteunt mensen die om verschillende redenen hulp nodig hebben bij het vinden van werk, om die kwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen, zodat zij aan de slag kunnen. Werken brengt mensen sociaal, maatschappelijk en financieel verder. Voor organisaties levert het ook meerwaarde namelijk: capaciteit, werksfeer en maatschappelijke betrokkenheid. Het Werkbedrijf is een partner voor werkgevers in het vinden van de juiste mensen voor hun 2

Inleiding werkkansen. Het Werkbedrijf zoekt de match tussen werkzoekenden en werkgevers. Waar nodig met ondersteuning van het Werkbedrijf. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Werk is de uitkomst! Het jaar 2015 staat in het teken van de bouw en de inrichting van het Werkbedrijf Rijk van Nijmegen. In de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen is de keuze gemaakt om in een vergaande vorm samen te werken met de gemeenten in de regio om de gezamenlijke ambitie de arbeidsparticipatiegraad in de regio, ook onder laag opgeleiden te verhogen te realiseren. Het Werkbedrijf is daarmee een belangrijke uitvoerder van publieke taken uit de Participatiewet. Een belangrijk deel van deze taken is door de gemeenten gedelegeerd dan wel gemandateerd aan de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen, waar het Werkbedrijf een module van is. De hoofdstukken 3 en 4 gaan concreet over het Werkbedrijf. BREED In deze begroting is de integratie van Breed nog niet meegenomen. Reden daarvoor is dat op uitdrukkelijk verzoek van de deelnemende gemeenten is afgesproken dat zowel Breed als de MGR voorlopig nog een aparte begroting en verantwoording zai leveren om op die manier de financieringsstromen in de overgangsfase transparent te houden. Het jaar 2015 staat in het teken van de opbouw en verdere inrichting van het Werkbedrijf. In 2015 wordt de formele plaatsingsprocedure van het personeei afgerond, vindt de eerste fase van integratie Breed en Werkbedrijf plaats en worden de voorbereidingen getroffen voor de volledige integratie tussen Breed en Werkbedrijf per 1 januari 2016. 3

REGIOPLATFORM voor afstemming en overleg 2 REGIOPLATFORM voor afstemming en overleg 2.1 Wat gaan we doen? In november 2013 hebben alle colleges in de regio Rijk van Nijmegen een modulaire gemeenschappelijke regeling voor instemming neergelegd bij de gemeenteraden. In alle raden is deze regeling besproken en via een regionaal afgestemde motie is de regeling aangepast en voorgelegd aan de provincie Gelderland en Limburg. Per 1 juli 2014 bestond daarmee de modulaire gemeenschappelijke regeling regio Rijk van Nijmegen (MGR). In het koersdocument "In een goede relatie geef je elkaar de ruimte" staat een aantal principes gedefinieerd voor regionale samenwerking. Principes die tot stand gekomen zijn na een traject van ruim twee jaar met raden en colleges: - Samenwerking haalt het maximale uit de uitvoering; - Samenwerking laat beleid een lokale aangelegenheid; - Samenwerking levert geen bestuurlijke drukte op; - Samenwerking gaat uit van ontkokering en integratlieit. Het Werkbedrijf staat voor de uitdaging als eerste module vorm te geven aan de eerste twee principes. In de komende periode staat het Werkbedrijf voor de uitdaging om een slagkrachtige organisatie op te bouwen en op basis van Sterke werkwoorden met gemeenten in gesprek te gaan over haar werkzaamheden. Het DB is aanspreekbaar op de bedrijfsvoering, de Bestuurscommissie Werk (BCW) bepaalt de inhoudelijke koers. De MGR staat voor de uitdaging bestuurlijke drukte te voorkomen en (nog) meer integraliteit aan te brengen in de samenwerking. Dat begint bij de ambities die in het koersdocument zijn uitgesproken (een ICT-bedrijf, nadenken over een contracterings- en inkoopeenheid voor de Wmo/Jeugdwet), maar kent meerfacetten. Zo is de impact van specifieke regionaliseringsslagen op de bestaande gemeenten groot en is het niet altijd mogelijk om beleidsdomeinen kunstmatig van elkaar te scheiden als er samenhang is. Dat vraagt om een integrale benadering en om bestuurlijke slagkracht. Het primaat voor deze discussie ligt bij het AB, dat in de regeling naast standaardbevoegdheden en -taken ook een regionaal platform is voor afstemming en overleg. Wat gaat de MGR concreet doen aan deze platformfunctie om invulling te geven aan de in alle gemeenten vastgestelde uitgangspunten uit de inleiding en de hierbovengenoemde principes? Voor 2015 wordt een thema-agenda opgesteld en met deze agenda wordt invulling gegeven aan de platformfunctie. Het DB coordineert de toetreding van nieuwe modules (het AB besiuit nadat de raden van de deelnemende gemeenten een verklaring van geen bezwaar hebben afgelegd). Tenslotte wordt - in overleg met de agendacommissie - de agenda van de MGR goed afgestemd met de agenda van de raden in de regio. 2.2 Wat kost het? De begroting voor de platformfunctie moet nog opgesteld worden. De afgelopen jaren is er door de regiogemeenten (Juridische expertise) en de gemeente Nijmegen (beleidscapacitelt en juridische expertise, secretariele ondersteuning) geinvesteerd in regionale samenwerking. Het is wenselijk om een deel van deze ondersteuning binnen de MGR onder te brengen. De komende periode wordt gebruikt om hierover met de regio te overleggen. Op dit moment nemen we een pm-budget op in de begroting voor deze afstemming. 4

Wat willen we bereiken? WERKBEDRIJF 3 WERKBEDRIJF Wat willen we bereiken? 3.1 Werk is de uitkomst! Vanaf 1 januari 2015 is het Werkbedrijf verantwoordelijk voor de arbeidsbemiddeling en participatie van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt in de regio Rijk van Nijmegen, Hiertoe behoort de gehele dienstverlening aan bedrijven en kandidaten om ervoor te zorgen dat kandidaten aan het werk kunnen. De ambitie van het Werkbedrijf is om steeds meer organisaties in deze regio "te verrijken met verrassende mensen". In de regio Rijk van Nijmegen hebben we het dan over minimaal 10.000 mensen. Binnen deze groep zijn er mensen die direct aan de slag kunnen, maar ook mensen die graag aan de slag willen maar door een handicap of beperking (nog) niet in staat zijn direct volledig arbeidsproductief te zijn. Al deze mensen kunnen zich richten tot het Werkbedrijf om hen te helpen bij het vinden van werk. Daarnaast vallen onder deze groep mensen ook de kandidaten die nu al door ons of Breed verbonden zijn aan bedrijven (bijv. leerwerk of de mensen met een SW-pIek). Aan de andere kant zijn er bedrijven, de klanten van het Werkbedrijf, die op zoek zijn naar arbeidscapaciteit. Het Werkbedrijf zet zich in om voor deze klanten een passend aanbod te vinden, en zonodig de juiste begeleiding op de werkvloer te leveren. Juist in de verbinding tussen aan de ene kant de kandidaten en aan de andere kant de bedrijven ligt de toegevoegde waarde van het Werkbedrijf. Dat vertaalt zich in drie functies voor het Werkbedrijf: - de bedrijfsdienstverlening, - de kandidaatsbenadering en - de verbindingsfunctie. f 4 5

Wat willen we bereiken? WERKBEDRIJF De functie bedrijfsdienstverlening houdt in dat we beantwoorden aan de vraag van organisaties naar arbeidscapaciteit. Dat kan door het invullen van vacatures, maar ook door werk te vinden waarvoor voorheen nog geen vacatures bestonden maar waaraan wel behoefte is. Door nauw contact met bedrijven te onderhouden, weten we wat er speelt en weike behoeftes er zijn. Het bedrijf staat centraal in de bedrijfsdienstverlening, het Werkbedrijf ontzorgt bedrijven. Om invulling te kunnen geven aan de behoeftes en vragen van werkgevers moeten we een goed beeld hebben van onze kandidaten en hun competenties. Daarvoor ontwikkelen we methodieken en werkwijzen die ons in staat zullen stellen vraag en aanbod snel te matchen en inzicht geven in de mogelijkheden van onze kandidaten. Zonodig ondersteunen we bij de ontwikkeling van gevraagde vaardigheden of competenties. Dit noemen we de kandidaatsbenadering. Het Werkbedrijf gaat altijd uit van wat kandidaten wel kunnen. De verbindingsfunctie tenslotte, richt zich op begeleiding en ondersteuning van mensen op de werkplek, in die gevallen waarin dat nodig is. De drie functies hebben we vertaald in doelstellingen. Doelstellingen die concreet maken wat we in 2015 met het Werkbedrijf willen realiseren: (1) ophalen van vacatures en vraag naar werk en het invullen daarvan; (2) zoveel mogelijk kandidaten aan werk helpen of laten participeren en; (3) ondersteuning en begeleiding bieden op werkplekken. Deze drie doelstellingen zijn gericht op de output van het Werkbedrijf. Het Werkbedrijf is aanspreekbaar op de realisatie van deze doelstellingen. De regio heeft zichzelf ten doel gesteld dat een aantal trends minimaal gelijke tred houdt met de landelijke benchmarks. Hiervoor gebruikt het Werkbedrijf de Divosa benchmark, waarin bijv. de omvang van het uitkeringsbestand en de gemiddelde prijs van de uitkeringen gemonitord worden. 3.2 Ophalen en invullen van vacatures en werkplekken Hoofddoelstelling: Ophalen van zoveel mogelijk vacatures en werkplekken en de invulling daarvan. Vertaling naar concrete doelen: - Het Werkbedrijf voert 5.700 bedrijfsbezoeken uit. - Het Werkbedrijf haalt 1.900 reguliere vacatures op. - Het Werkbedrijf vervult ten minste 40% van de opgehaalde reguliere vacatures. - Het Werkbedrijf werft voldoende leerwerkplekken bij bedrijven zodat 1.000 kandidaten daar een eerste stap naar werk kunnen maken (zie paragraaf 3.4). De wijze waarop we deze doelen realiseren, wordt hieronder uitgewerkt. De bovenstaande hoofddoelstelling is gekoppeld aan de kernfunctie Bedrijfsdienstverlening van het Werkbedrijf. Om vacatures en werk op te halen is het noodzakelijk dat er nauwe contacten worden onderhouden met bedrijven en organisaties. Dat kan op verschillende niveaus (strategisch, tactisch en operationeel). Belangrijk is dat er een duidelijk aanspreekpunt is voor 6

Wat willen we bereiken? WERKBEDRIJF bedrijven en organisaties. Mensen die kennis hebben van de specifieke branche van het bedrijf en in staat zijn te adviseren over de wijze waarop bedrijven kunnen bijdragen kandidaten aan de onderkant van de arbeidsmarkt in dienst te nemen dan wel een werkplek te bieden. Verder is van belang een detacheringsfaciliteit te bieden en werkgeversrisico's voor bedrijven weg te nemen. Het Werkbedrijf voert de bedrijfsdienstverlening in nauwe samenwerking met het UWV, SWbedrijf Breed en de uitvoerders van de arbeidsmatige dagbesteding uit. Aan de hand van vier werkwoorden vatten we de activiteiten van het Werkbedrijf op dit onderdeel samen: samenwerken, adviseren, acquireren en profileren. Het aantal van 1.900 vacatures is gebaseerd op een rekensom. Volgens landelijke benchmarks stroomt grofweg 30% van het bijstandsbestand uit, waarvan ongeveer 30% naar Werk (CBS 2013, cijfers per gemeente). In de regio Rijk van Nijmegen hadden in 2013 8.500 mensen een bijstandsuitkering. Om en nabij 750 mensen zijn uitgestroomd naar Werk. Dit uitstroomcijfer hebben we daarom gebruikt om het aantal bedrijfsbezoeken en vacatures op te baseren. Om deze uitstroom mogelijk te blijven maken, weten we dat ongeveer tweeeneenhalf keer zoveel vacatures nodig hebben. We schatten in dat we hiervoor 5.700 bedrijfsbezoeken moeten doen. Dan halen we zeker genoeg vacatures op om de huidige uitstroom van 750 in stand te houden. Met deze resultaten realiseren we als regio minimaal wat de regio tot dusver realiseerde. Operationeel niveau Op operationeel niveau wordt uitvoering gegeven aan het marktbewerkingsplan voor de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. De professionals van het Werkbedrijf en de samenwerklngspartners leggen de bedrijfsbezoeken af. Het Werkbedrijf heeft 5.700 bedrijfsbezoeken geraamd. De doelen van de bedrijfsbezoeken zijn meerledig en dragen in principe bij aan het adviseren van bedrijven om kandidaten aan de onderkant van de arbeidsmarkt werk te bieden, het acquireren van vacatures ten behoeve van de kandidaten en de profilering van het Werkbedrijf als de partner In de regio voor bedrijven die zoeken naar arbeidscapaciteit voor een passende prijs die maatschappelijk verantwoord is. Tactisch niveau Op tactisch niveau wordt in samenwerking met het onderwijsveld (met name ROC Nijmegen, Voortgezet speciaal ondenwijs en praktijkonderwijs), het SW-bedrijf Breed, het UWV en de gecontracteerde AWBZ-partijen voor de uitvoering van de arbeidsmatige dagbesteding een marktbewerkingsplan voorde arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen opgesteld. Strategisch niveau Op strategisch niveau zai vanuit het Werkbedrijf in nauw overleg met de bestuurscommissie Werkbedrijf van de MGR een Platform Rijk van Nijmegen worden ontwikkeld. Het platform is het samenwerkingsverband tussen sociale partners en het regionale bestuur om de landelijke afspraken in het Sociaal Akkoord te realiseren in onze arbeidsmarktregio. In het Platform nemen vooralsnog de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers deel, een vertegenwoordiging van de bestuurscommissie Werkbedrijf, het UWV, het SW-bedrijf Breed en een vertegenwoordiging van het onderwijsveld. Het Platform komt een eerste maal in 2014 bijeen en zai in 2015 minimaal twee keer bij elkaar komen. Sociaal Akkoord In het Sociaal akkoord is de afspraak gemaakt om uiteindelijk 100.000 mensen met een arbeidsbeperking in de marktsector aan het werk te helpen en 25.000 bij de overheid. Voor de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen gaat het over de periode 2014 tot en met 2016 (bij 7

Wat willen we bereiken? WERKBEDRIJF benadering) om 250 banen in de marktsector en 55 bij de overheid. In onze marktbenadering houden we hier rekening mee. 3.3 Kandidaten aan het werk Aan de ene kant is het Werkbedrijf ervoor om zoveel mogelijk arbeidsplaatsen in te vullen en werk bij werkgevers 'op te halen'. Aan de andere kant willen we zoveel mogelijk kandidaten helpen aan werk of een werkplek. Deze beide doelstellingen liggen in elkaars verlengde maar zijn niet precies hetzelfde. Daarom is de tweede hoofddoelstelling als volgt geformuleerd: Hoofddoelstelling Zoveel mogelijk kandidaten begeleiden naar werk, passende leerwerk- of participatie piaats. Vertaling naar concrete doelen: 1. Minimaal 750 kandidaten van het Werkbedrijf stromen in 2015 door naar werk. 2. Minimaal 1# kandidaten hebben een leerwerkplek. - Het Werkbedrijf begeleidt voldoende kandidaten om bovenstaande twee doelstellingen te haien. Dat zijn in ieder geval: - de nieuwe instroom (+/- 2.000 per jaar met arbeidsplicht); - jongeren onder de 27; - kandidaten met een arbeidsbeperking en; - 2.000 mensen die al langere tijd een uitkering hebben. De begeleiding van de SW/kandidaten dit op dit moment geplaatst zijn bij Breed blijft voorlopig ook bij Breed. In de loop van 2015 zai de integratie van Breed in het Werkbedrijf verder vorm krijgen. Toelichting De verantwoordelijkheid om de arbeidsinschakeling van de doelgroep van de Participatiewet te realiseren hebben de deelnemende gemeenten overgedragen aan het Werkbedrijf Rijk van Nijmegen. De omvangrijkste subgroep van de doelgroep Participatiewet zijn bijstandsgerechtigden. Jaarlijks stromen mensen in en uit de bijstand. In 2015 wordt de instroom in de bijstand naar verwachting nog groter door het beperken van de instroom in de Wajong en afschaffing van de WSW. Vanaf 2015 zullen ook mensen die voorheen voor deze regelingen in aanmerking kwamen een beroep doen op de bijstand. Ook deze mensen zullen in 2015 vanuit het Werkbedrijf begeleid worden naar werk. Daarnaast werkt het Werkbedrijf samen met UWV en zai in de loop van 2015 ook de integratie met Breed plaatsvinden. De bovenstaande hoofddoelstelling is gekoppeld aan een van de kernfuncties van het Werkbedrijf, namelijk de kandidaatsbenadering. In de dienstverlening aan kandidaten wordt de focus gelegd op nieuwe instroom, jongeren en kandidaten met een arbeidsbeperking. Uitgangspunt is kandidaten mensgericht te benaderen. Niet iedereen is in staat om zelfstandig werk te vinden. Sommige mensen hebben 'net dat laatste zetje' nodig, anderen moeten intensief begeleid worden. Het Werkbedrijf gaat hierbij altijd uit van wat kandidaten wel kunnen en van direct contact tussen bedrijf en kandidaat. Het Werkbedrijf biedt hierbij de juiste begeleiding van bemiddeling tot intensieve begeleiding. Aan de hand van vier werkwoorden lichten we de activiteiten van het Werkbedrijf voor wat betreft de kernfunctie kandidaatsbenadering samen: screenen, activeren, diagnosticeren en controleren. 8

WERKBEDRIJF Wat willen we bereiken? Screenen en activeren De focus van de dienstverlening ligt bij nieuwe (bijstandsgerechtigde) kandidaten, bij kandidaten Jonger dan 27 Jaar en bij kandidaten met een arbeidsbeperking. Het Werkbedrijf screent de kandidaat bij binnenkomst en maakt hierbij gebruik van gegevens die al bekend zijn (vanuit de gemeenten, het UWV, de zorg- of welzijnswereld of het onderwijsveld). De screening levert een inschatting op van de kandidaat en zijn of haar mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Om de verbinding met bedrijven mogelijk te maken is het essentieel dat het Werkbedrijf de kandidaat kent. Het Werkbedrijf maakt hiervoor gebruik van online vragenlijsten, groepsactiviteiten en individuele gesprekken. De uitkomst van de screening is een onderscheid naar drie groepen: - kandidaten die (bijna) werkfit zijn; - kandidaten die met tijdelijke ondersteuning aan het werk kunnen; - kandidaten die met structurele ondersteuning aan het werk kunnen. Het onderscheid is relevant voor de vorm en intensiviteit van de dienstverlening door het Werkbedrijf. Alle kandidaten nemen deel aan workshops die gericht zijn op de individuele ontwikkeling richting werkaanvaarding. Gedurende de workshopperiode is het doel de kandidaten in contact te brengen met bedrijven. Niet het Werkbedrijf, maar bedrijven selecteren kandidaten voor werk. De inspanningen vanuit het Werkbedrijf zijn voor de bijna werkfitte kandidaten in de regel minder dan voor de kandidaten die met structurele ondersteuning aan de slag kunnen. Ook is er voor de kandidaten met een ondersteuningsbehoefte meer ruimte voor een individuele aanpak. Er is ook nog een vierde groep mensen: - kandidaten die alleen met zeer intensieve begeleiding op de arbeidsmarkt actief kunnen zijn. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een verstandelijke handicap of een psychiatrisch probleem. Dit zijn kandidaten die vaak op meerdere leefgebieden problemen hebben. Zij worden gescreend en gediagnosticeerd in en door de lokale toegangspoort, die gebruik kunnen maken van het Werkbedrijf als "specialist Werk". Voor deze groep mensen koopt het Werkbedrijf de arbeidsmatige dagbesteding in. Diagnosticeren In sommige gevallen is screenen en activeren niet voldoende, omdat een kandidaat bijvoorbeeid meer problemen of een (duurzame) arbeidsbeperking heeft. In dit geval doet of laat het Werkbedrijf een verdiepende diagnose uitvoeren. Voor de kandidaten die op 31 december 2014 een Wsw-indicatie hadden (en op de wachtlijst stonden voor een arbeidspiek binnen de sociale werkvoorziening) geldt dat we deze groep met voorrang (laten) indiceren voor de wettelijke loonkostensubsidie en beschut werk. Controleren Het Werkbedrijf maakt met de kandidaten individuele afspraken die voor belde partijen blndend zijn. Het Werkbedrijf controleert of kandidaten hun afspraken nakomen. In het geval de kandidaat bijstand ontvangt kan het niet nakomen van de afspraken gevolgen hebben voor de hoogte van de bijstand. Het is de woongemeente van de kandidaat die dit beoordeelt. 9

Wat willen we bereiken? WERKBEDRIJF Ondersteuning bieden op werkplekken Hoofddoelstelling Kandidaten met verminderde ioonwaarde indien nodig begeleiding en ondersteuning bieden op de werkplek. Vertaling naar concrete doelen: - In 2015 rapporteren we over de loonkostensubsidie met als ambitie hier in de toekomst concrete afspraken over te maken. - We zijn van plan om de loonkostensubsidie voiledig in te zetten voor de doelgroep, en geven daarbij prioriteit aan mensen die voorheen een indicatie voor WSW of Wajong kregen en mensen die op dit moment op de wachtlijst WSW staan. - In 2015 begeleiden we minimaal 1.000 kandidaten op een (leer)werkplek. Toelichting Mensen die voorheen een indicatie voor WSW of Wajong kregen zullen in de toekomst onder verantwoordelijkheid komen te vallen van het Werkbedrijf (met bijstandsuitkering en indicatie voor loonkostensubsidie). Deze groep zai in 2015 geleidelijk aan instromen in de bijstand. Voor deze mensen zullen werkplekken gevonden moeten worden waarbij mogelijk ook begeleiding gegeven moet worden. Op dit moment is nog niet bekend om hoeveel mensen dat zai gaan in 2015. Het aantal (leer)werkplekken waarnaar we kandidaten begeleiden, is gebaseerd op het huidige aantal (leer)werkplekken in de regio Rijk van Nijmegen. De bovenstaande hoofddoelstelling is gekoppeld aan een van de kernfuncties van het Werkbedrijf, namelijk de verbindingsfunctie. Verbinden is de kerncompetentie van een arbeidsbemiddelingsbedrijf en is mensenwerk. Vakmensen brengen bedrijven en kandidaten direct met elkaar in contact en kunnen zo nodig Instrumenten inzetten om een blijvende match te maken. Er bestaat een grote verscheldenheld aan instrumenten die mensen naar werk moeten helpen en kunnen bijdragen aan het behouden van werk. Het verbinden van kandidaten en bedrijven is altijd maatwerk. De ene werkgever heeft zelf uitstekende randvoorwaarden in huis om iemand met een arbeidsbeperking te begeleiden, terwijl de andere deze expertise van het Werkbedrijf verwacht. Het begeleiden van mensen maakt dus ook onderdeel uit van de bemiddeling. Dit is niet iets dat het Werkbedrijf per definitie zelf doet. Niet alleen omdat bedrijven dit soms zelf willen, maar ook omdat deze expertise ingekocht kan worden en beschikbaar is bij het huidige Breed, AWBZ-instellingen of andere partijen. De verhouding tussen vacatures en plaatsingen is bij reguliere vacatures anders dan bij leerwerkplekken. Een leerwerkplek kan per Jaar door meerdere kandidaten bezet worden. We schatten in dat we 800 leerwerkplekken per Jaar nodig hebben. Aandachtspunten Maatwerk en meerwerk In de tweede helft van 2014 wordt met alle gemeenten gesproken over de inzet van het maatwerkbudget. Daarnaast staat het alle gemeenten vrij om meer budget in te zetten voor reintegratie-activiteiten. Dit noemen we vanaf nu "meerwerk". Deze afspraken komen vast te liggen in overeenkomsten tussen het Werkbedrijf en de afzonderlijke gemeenten. Rapportage hierover 10

Wat willen we bereiken? WERKBEDRIJF vindt plaats via de verantwoordingsdocumenten. Arbeidsmatige dagbesteding De arbeidsmatige dagbesteding wordt ingekocht door het Werkbedrijf en is daarom ook opgenomen in deze begroting. Op dit moment loopt het inkooptraject nog, op basis waarvan het definitieve budget voor arbeidsmatige dagbesteding bekend wordt. Met de partijen die de dagbesteding gaan vormgeven, werkt het Werkbedrijf nauw samen via een samenwerkingsteam. Bijvoorbeeid om vorm te geven aan de zorgcontinutteit en de bedrijfsdienstverlening. De begeleiding van de mensen in de arbeidsmatige dagbesteding wordt ingekocht. DVO's Deze begroting is gebaseerd op de huidige uitvoeringspraktijk en lokale keuzes. Mocht in de DVO's blijken dat accenten anders komen te liggen, dan heeft dat gevolgen voor de resultaten voor de doelstellingen. De term dienstverleningsovereenkomst gaan we mogelijk wijzigen in samenwerkingsovereenkomst (SWO) (zie ook paragraaf 5.3, de passage over VPB). 11

Wat willen we bereiken? WERKBEDRIJF 12

Wat gaat het kosten? WERKBEDRIJF 4 WERKBEDRIJF Wat gaat het kosten? In dit hoofdstuk wordt de financiele meerjarenbegroting van het regionaal Werkbedrijf weergegeven. We starten met de uitgangspunten die we hebben gehanteerd bij het opsteilen van deze eerste meerjarenbegroting. In de paragraaf 3.2 presenteren we de meerjarenbegroting en lichten we de hoofdonderdelen van de begroting toe (directe en indirecte uitvoeringskosten, programmagelden en gemeentelijke bijdragen). 4.1 Uitgangspunten Voor de opzet van de nieuwe begroting van het regionale Werkbedrijf (exclusief Breed) zijn de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd: Het document Sterke werkwoorden. - Gemeente Nijmegen treedt op als gastheergemeente voor het Werkbedrijf. Gemeenten dragen hun gehele Participatiebudget over aan het Werkbedrijf. Als gemeenten extra middelen in willen zetten, kan dit in de vorm van aparte meerwerkafspraken. Extra afspraken kunnen worden gemaakt over de behandeling van extra kandidaten of een groep van kandidaten; Het restant van het Participatiebudget 2014 is nog niet meegenomen in deze begroting. - Vanaf 2016 wordt de jaarlijkse indexactie gebaseerd op de BRN-norm (begrotingsrichtlijn regio Nijmegen). Omdat de omvang daarvan nu nog niet bekend is, wordt in de berekeningen in deze meerjarenbegroting uitgegaan van een jaarlijkse indexatie van 2,5%; De productieve uren van een medewerker zijn bepaald op 1.350 uur; De loonkosten bedragen gemiddeld zo'n 61.000 per FTE in de directe ondersteuning. 13

Wat gaat het kosten? WERKBEDRIJF 4.2 Meerjarenbegroting 2015-2018 Onderstaand is de meerjarenbegroting 2015-2018 van het regionaal Werkbedrijf Rijk van Nijmegen opgenomen. De meerjarenbegroting is sluitend. In de toelichting op de meerjarenbegroting worden de onderdelen van de meerjarenbegroting nader uitgewerkt. Daarnaast gaan wij bij paragraaf 3.2.9 specifiek in op de regionale overheadnorm die voor 2015 voor het Werkbedrijf uitkomt op 25%. (x 1.000) 2015 2016 2017 2018 Baten Overheidsbijdragen en subsidies 21.599 22.700 23.339 25.143 (4.2.1) Totaal baten 21.599 22.700 23.339 25.143 Lasten Programmalasten (4.2.2) Personele lasten (4.2.3) Afschrijvingen (4.2.4 & 4.2.7) Huisvestingslasten (4.2.5) Overige (4.2.6) 12.094 7.481 72 578 1.374 13.020 7.666 72 578 1.364 13.969 7.856 72 578 864 15.575 8.054 72 578 864 Totaal lasten 21.599 22.700 23.339 25.143 * Een toelichting van deze tabel staat in de paragrafen 4.2.1 tot en met 4.2.7. ** Een totaaloverzicht staat in de bijlage van deze begroting. 14

WERKBEDRIJF Wat gaat het kosten? Toelichting op de meerjarenbegroting 2015-2018 4.2.1 Overheidsbijdragen en -subsidies De overheidsbijdragen en -subsidies betreffen bijdragen van de deelnemende gemeenten. Deze bijdragen zijn als volgt onder te verdelen: Rijkssubsidies / overige inkomsten (x 1.000) 2015 2016 2017 2018 Participatie 14.017 14.008 14.054 14.606 Inkomensdeel (l-deel) 281 950 1.705 2.482 Inkomensdeel beschut (l-deel) 259 820 1.338 1.813 Meerwerk Nijmegen 2.853 2.733 2.553 2.553 Meerwerk regio pm pm pm pm Arbeidsmatige dagbesteding 3.689 3.689 3.689 3.689 Biidrage gemeenten transitie 500 500 - - Totale inkomsten 21.599 22.700 23.339 25.143 Participatiebudget: Het participatiebudget is gebaseerd op de voorlopige verdeling van de Participatiebudgetten voor het jaar 2015. Deze cijfers zijn in juni 2014 door de Rijksoverheid bekend gemaakt. In totaal is voor de deelnemende gemeente 14,0 miljoen beschikbaar. Hieronder volgt een tabel per gemeente met de voorlopig toegezegde Participatiebudgetten. Op grond van deze budgetten is de begroting 2015 en verder opgesteld. Meerjarig zijn de budgetten doorgerekend door het bureau Berenschot. Deze doorberekening is de basis geweest voor de in de meerjarenbegroting opgenomen bedragen. Voorlopige verdeling budget Participatiebudget 2015 (x 1.000) Beuningen 474 Druten 296 Heumen 265 Ubbergen 196 Nijmegen 11.261 Mook 117 Groesbeek 472 Wijchen 784 Millingen 153 Totaal 14.017 Restant Participatiebudget 2014: In de nu voorliggende begroting is de overheveling van eventuele restanten van het participatiebudget van 2014 door gemeenten aan het Werkbedrijf nog niet opgenomen. De reden hiervoor is dat de omvang hiervan pas bij de vaststelling van de gemeenterekening 2014 bekend is. De deelnemende gemeenten hebben wel het principebesluit genomen overschotten van het participatiebudget uit voorgaande jaren over te dragen aan het Werkbedrijf. Over de inzet van dit budget worden per gemeente afspraken gemaakt. 15

Wat gaat het kosten? WERKBEDRIJF Inkomensdeel reaulier-beschut: Vanuit het inkomensdeel voor loonkostensubsldies (niet geoormerkte gelden vanuit de deelnemende gemeenten) zijn in de deelbegroting van het Werkbedrijf als inkomsten opgenomen. Bron hiervoor zijn de berekeningen uitgevoerd door bureau Berenschot van juni 2014. Berenschot heeft zijn gegevens ontieend aan de memorie van toelichting op de Participatiewet December 2013. Arbeidsmatloe dagbesteding: Voor de arbeidsmatige dagbesteding is in deze begroting rekening gehouden met een bedrag van 3,7 miljoen. Het bedrag staat budgettair neutraal in de begroting. Uit dit budget moeten de begeleidingskosten betaald worden (nog niet geraamd). De hoogte van het budget is een aanname, maar wordt definitief bepaald als de offerte-aanvragen voor de diverse vormen van dagbesteding binnen zijn. Daarnaast moet de nieuwe instroom gei'ndiceerd worden. De indicatie voor de arbeidsmatige dagbesteding zai plaatsvinden bij de lokale toegangspoort. Deze kosten zijn nog niet geraamd. Met de totale verdeling van het uitvoeringsbudget voor de AWBZ en Jeugd zai met dit feit rekening gehouden worden. Meen/verk: Alleen de gemeente Nijmegen zet op dit moment extra middelen in ter hoogte van 2,85 miljoen voor 2015. Over de inzet van deze middelen zullen nadere afspraken worden gemaakt tussen het Werkbedrijf en de gemeente Nijmegen. Uitgangspunt voor de nadere afspraken met de gemeenten die extra middelen beschikbaar stellen is het productenboek en de tarieven die het Werkbedrijf hanteert voor de te onderscheiden producten. Biidrage gemeenten transitiekosten Overeenkomstig Sterke Werkwoorden dragen de deelnemende gemeenten op basis van het aantal inwoners (50%) en het aantal klanten (50%) bij aan de transitiekosten. Deze bijdragen dienen de deelnemende gemeenten voor 1 januari aan het Werkbedrijf te realiseren. 4.2.2 Programmalasten De programmalasten bestaan uit de volgende onderdelen: Programmagelden 2015 2016 2017 2018 (x 1.000) Verbindingsfunctie 540 1.770 3.044 4.296 loonkostensubsidie Verbindingsfunctie 2.000 2.000 2.000 2.000 (4# * 500) Verplichtingen 3.315 3.300 2.500 2.500 Meerwerk Nijmegen - Materiele kosten meerwerk 195 195 195 195 - Begeleiding pre-starters 160 160 160 160 - Verbinding 1.471 1.325 1.119 1.092 16

Wat gaat het kosten? WERKBEDRIJF Meerwerk regio pm pm pm pm Maatwerkbudget Regio - Materiele kosten maatwerk - Verbinding 54 670 54 527 54 1.208 54 1.589 Arbeidsmatige dagbesteding 3.689 3.689 3.689 3.689 Totaal programmagelden 12.094 13.020 13.969 15.575 Loonkostensubsidies: Vanuit het inkomensdeel (niet geoormerkte gelden vanuit de deelnemende gemeenten) zijn in de deelbegroting van het Werkbedrijf loonkostensubsidies als instrument opgenomen. Bron hiervoor is het rapport Berenschot. Berenschot heeft zijn gegevens ontieend aan de memorie van toelichting op de Participatiewet December 2013. Instrumenten: In sterke werkwoorden is voor 4.000 kandidaten rekening gehouden met een budget voor de inzet van instrumenten ten behoeve van de verbindingsfunctie van 2,0 miljoen. Dit budget wordt ingezet voor instrumenten voor het verkrijgen van werk en het behouden van werk. De vertaling van deze wensen ligt vast in de re-integratieverordening. Lopende re-intearatleverplichtinaen: Vanuit de deelnemende gemeenten is in Juni 2014 een opgaaf verstrekt voor de lopende structurele verplichtingen (WIW, ID en overige verplichtingen). In deze begroting is hier rekening mee gehouden. Meenverkbudaet Niimeaen: De gemeente Nijmegen brengt een eigen budget voor meerwerk in ter hoogte van 2,85 miljoen in 2015 (inclusief loonkosten). Over de inzet van deze middelen voor formatie en verbinding worden nog nadere afspraken gemaakt, vooralsnog is rekening gehouden met 1,0 miljoen voor personele kosten. Voor het restant zullen instrumenten van het Werkbedrijf ingezet worden. Hier is 1,85 miljoen voor beschikbaar. In het vervolg noemen we dit type afspraken "meerwerk", omdat de financiering hiervan niet uit de vaste budgetten voor het Werkbedrijf komt. Meerwerk dekt de lading van dit type opdrachten beter en de introductie van "meerwerk" heeft als voordeel dat er bij het "maatwerk" niet steeds toegelicht hoeft te worden of het maatwerk uit het Participatiebudget betreft of niet. Maatwerkbudget Regio: In Sterke werkwoorden is rekening gehouden met een budget van 1,0 miljoen (inclusief loonkosten). In deze begroting is rekening gehouden met een aanvullend bedrag van 24 weike deels wordt ingezet voor formatie en deels voor de verbinding. De inzet van middelen voor formatie en de verbinding is afhankelijk van de afspraken die de individuele gemeenten maken met het Werkbedrijf. Vooralsnog is rekening gehouden met 0,3 miljoen voor personele kosten. Voor het restant zullen instrumenten van het Werkbedrijf ingezet worden. Hier is 0,7 miljoen voor beschikbaar. In Sterke Werkwoorden (bladzijde 33) staat een tabel waarin voor iedere gemeente de maatwerkgelden inzichtelijk is gemaakt. Bij het maken van de maatwerkafspraken tussen het 17

Wat gaat het kosten? WERKBEDRIJF Werkbedrijf en de individuele gemeenten wordt de verdeling van de middelen voor het maatwerkbudget definitief bekend gemaakt. In de begroting hebben wij er rekening mee gehouden dat voor het uitvoeren van het maatwerkdeel personeei nodig is. Wij hebben nu rekening gehouden met 4,95 fte. Afhankelijk van de gemaakte afspraken kan deze formatie nog wijzigen. Omdat de gemeente Nijmegen voor 2,9 miljoen meerwerk heeft ingebracht hebben wij vooralsnog voor dit onderdeel rekening gehouden met 16,95 fte. Ook deze formatie kan nog wijzigen. Zoals uit deze begroting blijkt zijn de kosten voor uitvoering van maatwerk en meerwerk relatief hoger dan voor de basisdienstverlening. Dat is gedaan omdat er vanuit wordt gegaan dat voor deze werkzaamheden niet gebruik kan worden gemaakt van de schaalvoordelen die in de basisdienstverlening wel zijn voorzien. Arbeidsmatige dagbesteding: Voor de arbeidsmatige dagbesteding is in deze begroting rekening gehouden met een bedrag van 3,7 miljoen. Dat is een indicatief bedrag omdat de exacte verhouding tussen arbeidsmatige en belevingsgerichte dagbesteding nog niet bekend is en het budget op dit moment dus niet exact verdeeld kan worden. Het bedrag staat budgettair neutraal in de begroting. Uit dit budget moeten de begeleidingskosten betaald worden. Met de totale verdeling van het uitvoeringsbudget voor de AWBZ en Jeugd wordt met dit feit rekening gehouden. De budgetten per gemeente voor de arbeidsmatige dagbesteding voor 2015 zijn als volgt samengesteld: Beuningen 251.500 Druten 355.200 Groesbeek 259.000 Heumen 129.500 Millingen aan de Rijn 37.000 Mook en Middelaar 86.800 Nijmegen 2.074.200 Ubbergen 36.000 Wijchen 459.600 Totaal 3.688.800 Voor dit budget gaan we partijen contracteren die de begeleiding van de mensen in de arbeidsmatige dagbesteding verzorgen. De uitvoeringskosten voor het contractbeheer van de arbeidsmatige dagbesteding zit nog niet in deze begroting. Met het nieuwe Regionale Ondersteunings Bureau i.o. maken we afspraken over hoe we de contractering, het contractbeheer en de monitoring in de toekomst vormgeven. De uitvoeringskosten voor de indicatiestelling zitten ook nog niet in deze begroting. Met de lokale toegangspoort - waar met het Werkbedrijf afgesproken wordt wanneer iemand in aanmerking komt voor arbeidsmatige dagbesteding - worden hier afspraken over gemaakt. Kostpnis In bijlage 7 staat een kostprijsberekening voor de hoofdprocessen die aan de basis liggen van deze begroting. 18

Wat gaat het kosten? WERKBEDRIJF 4.2.3 Personele lasten De personele lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Organisatieonderdeel Formatie 2015 2016 2017 2018 (x 1.000) 1/1/2015 Management en leiding 5,00 504 517 530 543 Primair proces 78,13 4.631 4.746 4.865 4.987 Maatwerk regio 4,95 300 308 315 323 Meerwerk Nijmegen 16,95 1.027 1.053 1.079 1.106 Ondersteunende functies 11,35 986 1.009 1.034 1.062 Personele voorzieningen 33 33 33 33 Totaal 116,38 7.481 7.666 7.856 8.054 In algemene zin merken we op dat in deze begroting is uitgegaan van gemiddelden voor de salariskosten. De functiewaardering moet nog plaatsvinden nadat de definitieve functies zijn vastgesteld. Daarnaast benadrukken we dat we nog werken aan een sturingsfilosofie, waarvoor de basis is gelegd in Sterke werkwoorden. Medewerkers van het Werkbedrijf werken vooral buiten de deur. Bij de bepaling van de benodigde huisvesting is daar rekening mee gehouden. Tenslotte streven we in het Werkbedrijf ook naar een flexibele schil voor de inzet van personeei die het mogelijk maakt om de formatie aan te passen op de omvang van de budgetten zoals deze jaarlijks ingebracht worden (deze kunnen jaarlijks fluctueren door het Participatiebudget Jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld en doordat de gemeenten zelf ook nog extra middelen kunnen inbrengen). Management en leiding: In de begroting is rekening gehouden met een directeur en vier leidinggevenden. Uitgaande van een totale formatie van 94 fte (excl. management en directie, excl. meerwerk) is de gemiddelde span of control afgerond 24 fte. Hierblj is vooralsnog geen rekening gehouden met het meerwerkdeel van de gemeente Nijmegen(16,95 fte). Ook is nog geen rekening gehouden met meerwerkverzoeken vanuit overige regiogemeenten. Afhankelijk van de daadwerkelijke omvang en de specifieke keuzes voor het meerwerkdeel zai er vanuit het meerwerkdeel mogelijk extra leidinggevende capaciteit ingezet moeten worden. Pnmair proces, basis dienstvedening: Het primair proces bestaat uit de inzet van de formatie voor het programma Werk te weten de kandidaatsbenadering, de bedrijfsdienstverlening en de verbindingsfunctie. In totaal is hiervoor 78,13 fte beschikbaar. Binnen deze formatie valt ook de directe ondersteuning van het primaire proces (8 fte, administratieve ondersteuning van het primaire proces). Deze ondersteuning hangt zo sterk samen met het primaire proces, dat deze niet onder het gastheerschap van de gemeente Nijmegen valt. Pnmair proces, maatwerk en meerwerk: Voor het uitvoeren van het maatwerkbudget van de Regio en het aanvullend meera/erk van de Gemeente Nijmegen is naar verwachting 21,90 fte nodig. De benodigde omvang betreft een inschatting. Pas nadat de definitieve afspraken met de gemeenten zijn vastgelegd, zai de definitieve omvang van deze formatie berekend kunnen worden. 19