JAARREKENING 2006. GGD Zuid Limburg Afdeling GHOR. D.B. 2 maart 2007. A.B. 22 juni 2007



Vergelijkbare documenten
Begroting 2014 Meld en Coördinatie Centrum (MCC) Veiligheidsregio Zuid-Limburg

1. Financiële Paragrafen Begroting 2015

Begroting Burgernet Limburg 2016 onderdeel Bevolkingszorg

Jaarrekening 2015 Stichting Bibliotheek De Lage Beemden

Jaarrekening 2014 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

Jaardocument Burgernet Limburg 2014

Jaarrekening 2015 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

Jaarrekening 2013 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

Vereniging Sociaal Verhaal. Noordwal EA DEN HAAG JAARREKENING 2016

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

Doelstelling: Het organiseren van het jaarlijkse bloemencorso in Lichtenvoorde.

Jaarrekening GGD Zuid Limburg Afdeling GHOR. D.B. 7 maart 2008 A.B. 20 juni 2008

Begroting 2016 Meld en Coördinatie Centrum (MCC) Veiligheidsregio Zuid-Limburg

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

FINANCIEEL VERSLAG 2014 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK

STICHTING REVIVE TE BRUCHEM. Rapport inzake jaarstukken 2015

JAARREKENING 2015 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

STICHTING NIDA TE ROTTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2014/2015

FINANCIEEL VERSLAG 2015 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK

Stichting bevordering muziekimprovisatie Paradox te Tilburg. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 Na resultaatbestemming. 31 december 2013.

Balans per

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016

Aan het bestuur van Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken juni 2017

Jaarrekening GGD Zuid Limburg Afdeling GHOR. D.B. 7 maart 2008 A.B. 20 juni 2008

Verkort finacieel verslag OVER van STICHTING IMPAKT UTRECHT INHOUD. deel. Balans per 31 december Exploitatierekening over

Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen

Financieel verslag Stichting Kleurrijke Stad Klokgebouw AC Eindhoven

Inhoudsopgave. Jaarrekening. Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Toelichting bij de jaarrekening 4

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN

Jaarrekening 2015 Stichting Bibliotheek Rijn en Venen

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen

Jaarcijfers 2016 Stichting Openbare Bibliotheek Gouda (ontleend aan de jaarrekening)

Stichting Voedselbank Hoogezand e.o. Jaarrekening 2013

Stichting "De Binnenvaart" Hooikade CD Dordrecht. Rapport inzake jaarstukken 2017

Jaarrekening 2014 Stichting Openbare Bibliotheek Gouda

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

RAPPORT. betreffende de jaarrekening 2013 van Stichting Importunus to Leeuwarden. Pagina 1

agendanummer afdeling Simpelveld VI- 57 Leefomgeving 25 oktober 2011 onderwerp Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Stichting Noppes West-Friesland te Beverwijk. BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (voor resultaatbestemming) 31 december december 2017 ACTIVA

Jaarrekening 2012 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen

Jaardocument 2008 van de GGD Zuid-Limburg afdeling Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen

STICHTING NIDA TE ROTTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2013/2014

Het doel van de gemeenteschappelij ke regeling is het instellen van het openbaar lichaam met de aanduiding Veiligheidsregio Zuid-Limburg.

Vaste activa Materiële vaste activa

FINANCIEEL JAARVERSLAG Stichting Kleurrijke Stad

STICHTING SPRINT SCHIEDAM TE SCHIEDAM. Rapport inzake jaarstukken 2012

Stichting European Uro-Oncology Group (EUOG) Zernikedreef CL LEIDEN JAARVERSLAG 2015

Balans per 31 maart 2016 (na resultaatbestemming)

Stichting "De Binnenvaart" Hooikade CD Dordrecht. Rapport inzake jaarstukken INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2016

Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland, te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken maart 2016

JAARREKENING Stichting Marianne Center

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

JAARREKENING Stichting Rechtswinkel Amsterdam

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

STICHTING LOKALE OMROEP MIDDEN-NL TE RENSWOUDE. Rapport inzake jaarstukken 2014

Jaarrekening Stichting Illustere Figuren Grote Buren PS Wergea

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

INSTITUUT HET CENTRUM DEN HAAG - LEIDEN TE 'S-GRAVENHAGE. Rapport inzake jaarstukken 2013/2014

JAARREKENING 2015 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016

Stichting Cleansing Stream Ministries Nederland, te Puttershoek. Rapport inzake jaarstukken mei 2015

Jaarrekening 2018 Stichting De Lage Beemden (versie ten behoeve van publicatieplicht ANBI en WNT)

Inhoudsopgave. Jaarrekening. Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Toelichting bij de jaarrekening 4

Stichting Vrienden van Hospice De Patio

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Vorderingen en overlopende activa Effecten Liquide middelen

Jaarrekening 2017 Stichting Bibliotheek West-Achterhoek (versie t.b.v. ANBI-status en publicatieplicht W.N.T.)

Stichtingsvermogen (1) Vrije reserve Langlopende schulden (2) Kortlopende schulden

Samenstellingsverklaring 1. A: Algemeen 1. B: Resultaten 2.

Jaarrekening Stichting Vrienden van Vrijwaard

Vaste activa Materiële vaste activa 4 Inventaris Transportmiddelen Apparatuur

STICHTING FOODWATCH NEDERLAND TE AMSTERDAM

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan ST ALMERE

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Heiloo

STICHTING AKYAZILI NEDERLAND TE ROTTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2014

PUBLICATIEVERSLAG van. Stichting Hervormde Jeugdfederatie te Hendrik-Ido-Ambacht

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

JAARREKENING Stichting Marianne Center

Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming)

Hierbij brengen ik u verslag uit omtrent de samenstelling van de jaarrekening 2014 van de de Stichting House of Hope Deventer.

Materiële vaste activa

FINANCIEEL VERSLAG OVER HET BOEKJAAR Stichting Theater op Katendrecht Sumatraweg ZP ROTTERDAM

Financieel jaarverslag Stichting Maatschappij en Veiligheid

Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Financiële verantwoording 2012 van. Gereformeerde Bijbelstichting. te Dordrecht

Stichting Twente Hart Safe t.a.v. het bestuur Theo Wolvecampstraat ZZ HENGELO. Jaarrekening 2013

Handelsregister Kamer van Koophandel te Plaats KvK, dossiernummer

Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming)

Rapportage Stichting Vrienden van Convivio

Transcriptie:

JAARREKENING 2006 GGD Zuid Limburg Afdeling GHOR D.B. 2 maart 2007 A.B. 22 juni 2007

INHOUDSOPGAVE Deel I Jaarverslag Dagelijks Bestuur 3 Deel II Bestuur en vaststelling jaarrekening 17 Deel III Jaarrekening 20 1. Balans per 31 december 2006 21 2. Rekening van baten en lasten 2006 23 3. Algemene toelichting en waarderingsgrondslagen 26 4. Toelichting op de balans per 31 december 2006 28 5. Toelichting op de rekening van baten en lasten 2006 38 6. Voorstel tot resultaatbestemming 46 Deel IV Overige gegevens 48 1. Accountantsverklaring 49 Deel V Bijlagen 51 1. Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven 2006 (Staat C) 52 2. Staat van reserves en voorzieningen 2006 (Staat D) 55 3. Overzicht bijdragen per gemeente 2006 57 58

DEEL I JAARVERSLAG DAGELIJKS BESTUUR 3

JAARVERSLAG DAGELIJKS BESTUUR 1. Algemene inleiding De Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Zuid-Limburg (GHOR Zuid-Limburg) is een hulpverleningsdienst die middels een gemeenschappelijke regeling in stand gehouden wordt door de 19 deelnemende gemeenten in Zuid-Limburg. Voor een overzicht van de 19 deelnemende gemeenten wordt verwezen naar deel II van deze jaarrekening. 2. Doelstelling van de GHOR Zuid-Limburg De GHOR Zuid-Limburg is een hulpverleningsdienst die, ten behoeve van de 19 deelnemende gemeenten in Zuid-Limburg, verantwoordelijk is voor de hulpverlening bij een ramp c.q. een grootschalig ongeval (de operationele GHOR-organisatie). Dit is gericht op de drie deelprocessen van de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening Somatisch, Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen en Preventieve Openbare Gezondheidszorg: hulpverlening bij infectieziekte- en milieugerelateerde calamiteiten). Daarnaast omvat de GHOR een voorbereidingsorganisatie, die via monodisciplinaire, multidisciplinaire en Euregionale samenwerking en afstemming ervoor zorg draagt dat de operationele GHOR-organisatie zo optimaal mogelijk functioneert. 3. Gevoerd beleid gedurende het verslagjaar Voor een uiteenzetting met betrekking tot het gevoerde beleid alsmede de activiteiten op het gebied van geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen gedurende het verslagjaar wordt verwezen naar het separate (kwaliteits-) jaarverslag van de GHOR Zuid-Limburg over 2006. Ter ondersteuning van de financiële verantwoording vindt u bijgaand een korte samenvatting van de belangrijkste aandachtsgebieden. Beleid en Bestuur ( 608.281) Overeenkomst Veiligheidsbestuur en bestuur GGD Zuid Limburg Het bestuur van de GGD Zuid Limburg en het Veiligheidsbestuur Zuid-Limburg tekenden op 26 september 2006 een overeenkomst die in bestuurlijke en juridische zin de samenhang regelt tussen veiligheid en openbare gezondheidszorg in deze regio. In het belang van zijn inwoners hecht het openbaar bestuur in Zuid-Limburg veel waarde aan een veilige én gezonde samenleving. De inhoudelijke samenhang tussen veiligheid en openbare gezondheidszorg vraagt om een verbindende schakel: de GHOR. Deze werkt immers zowel op het terrein van de fysieke veiligheid als de openbare gezondheidszorg. Door de overeenkomst is de GHOR ingebed in zowel de Veiligheidsregio Zuid-Limburg als in de GGD Zuid Limburg en kan zij als verbindende schakel functioneren. 4

Onderstaand schema geeft de samenhang weer tussen de Veiligheidsregio en de GGD Zuid Limburg. Regionaal College Algemeen Bestuur Hoofdofficier Justitie Dagelijks Bestuur GGD Zuid Limburg Veiligheidsdirectie Korpsleiding Coördinerend Regionaal RGF gemeentesecretaris commandant Politie Gemeente Brandweer GHOR Bij de GHOR is kwaliteit een van de belangrijkste pijlers van haar functioneren. Elke medewerker levert een bijdrage aan de kwaliteit van de organisatie en aan een continue verbetering. De organisatie hanteert het uitgangspunt dat het kwaliteitsmanagementsysteem volledig geïntegreerd dient te zijn in de normale bedrijfsvoering. De medewerkers worden daarom actief gestimuleerd verbetervoorstellen in te brengen en doelgericht een bijdrage te leveren aan verbeterprojecten. Het behalen van het kwaliteitscertificaat HKZ in 2006 is voor de GHOR een kroon op het werken aan het kwaliteitssysteem. Het kwaliteitscertificaat mag dan een bewijs zijn dat de GHOR zijn zaakjes goed op orde heeft, maar dit wordt absoluut niet als eindpunt gezien. Met de werkhouding: sturen op risico s, vandaag weer een beetje beter presteren dan gisteren en de drang steeds te vernieuwen, legt de GHOR Zuid-Limburg het niveau van de dienstverlening steeds een streepje hoger. Pro-actie & Preventie ( 195.663) Pro-actie betreft het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid ter voorkoming van onveilige situaties. Preventie is erop gericht om risico s zo klein mogelijk te houden en de gevolgen van eventuele ongevallen te beperken. In 2006 heeft de GHOR zich gericht op: Advisering over ruimtelijk beleid (o.a. infrastructurele projecten); Veiligheid van geneeskundige hulpverleners op het rampterrein; Risicocommunicatiebeleid; Vergunningverlening voor evenementen; Veiligheidsnet. Advisering over ruimtelijk beleid Multidisciplinaire beleidsvisie externe veiligheid De GHOR Zuid-Limburg werkt mee aan de ontwikkeling van een multidisciplinaire beleidsvisie externe veiligheid voor gemeenten en de Provincie in Limburg. Op strategisch, inhoudelijk en uitvoerend niveau wordt op hoofdlijnen vastgelegd welke richting we op willen met externe veiligheid. 5

Het project is opgezet in het kader van het provinciale programma Veiligheid maken we samen. Hieraan verlenen behalve de GHOR Zuid-Limburg, tien gemeenten, de provincie Limburg, de regionale brandweer Zuid-Limburg en de VROM-inspectie regio Zuid hun medewerking. Eerste doel is het opstellen van een beleidsverkennend startdocument begin 2007. Regionale risicokaart voor professionals Limburg heeft een risicokaart bedoeld voor inwoners van Limburg die meer willen weten over risico s in hun eigen woon- en werkomgeving. Deze risicokaart wordt verder ontwikkeld voor professioneel gebruik. Hulpverleners en gemeenten kunnen zich met gedetailleerdere en uitgebreidere informatie beter voorbereiden op een incident. Ook de versie voor professionals is een multidisciplinair project op Limburgse schaal. Veiligheidsplan tunneltraverse A2 Op verzoek van de gemeente Maastricht heeft een multidisciplinaire groep deskundigen, waaronder de GHOR Zuid-Limburg, een veiligheidsplan voor de twee kilometer lange tunnel opgesteld. Alle aspecten met betrekking tot veiligheid zijn hierin meegenomen, zoals een risico-analyse, doorgang van gevaarlijke stoffen, maatregelen om risico s te voorkomen (preventie), ontruiming, zelfredzaamheid en aanrijtijd en route van ambulances. Instructie pro-actie en preventie De ervaringen van ambulancehulpverleners in hun dagelijkse werk kunnen heel waardevol zijn voor het pro-actie- en preventiebeleid van de GHOR. In de praktijk blijkt veelal heel duidelijk waar zich mogelijke knelpunten of risicovolle situaties voordoen. Om het belang van die informatie duidelijk te maken, stonden pro-actie, preventie en preparatie (in de veiligheidsketen) dit jaar op het programma tijdens de ambulancetrainingen GHOR. In het kader van preparatie werd tijdens deze trainingen onder meer de instructieklapper GHOR geïntroduceerd; een map met praktische informatie over met name alarmering, het aanrijden en werkinstructies. Nieuwe en aangepaste rampbestrijdingsplannen Twee rampbestrijdingsplannen zijn in 2006 geactualiseerd: Chemelot en Maastricht Aachen Airport. De GHOR heeft hierbij de gezondheidskundige aspecten en geneeskundige hulpverlening waar nodig aangepast aan de actuele ontwikkelingen. Daarnaast zijn twee nieuwe rampbestrijdingsplannen opgesteld: een Trein-Incident- Managementplan (TIM) en een Vaarweg-Incident-Managementplan (VIM). Het treinplan is opgesteld om de bestrijding van spoorwegincidenten samen met de calamiteitenorganisatie van de spoorwegbranche te bevorderen. Het vaarwegplan voorziet in een gecoördineerde aanpak van incidenten op of aan waterwegen. Deze plannen zijn in nauwe samenwerking met buurregio Noord- en Midden-Limburg tot stand gekomen en vastgesteld door de Veiligheidsdirectie. Veiligheid geneeskundige hulpverleners op het rampterrein De GHOR heeft, mede in het kader van de Arbo-wet, een Veiligheidsplan opgesteld. Dit plan beoogt ongevallen te voorkomen en de gezondheid van geneeskundige hulpverleners zo veel mogelijk te beschermen tijdens oefeningen, evenementen en inzetten. Ook milieu en hygiëne komen aan bod. Risicocommunicatiebeleid Vooruitlopend op een regionaal plan heeft de GHOR Zuid-Limburg een beleidsplan risicocommunicatie opgesteld. Het is een dynamisch plan aangezien de samenleving voortdurend verandert, risico s kunnen wijzigen en de opvattingen daarover ook. Risicocommunicatie is echter een onderwerp dat een regionale, multidisciplinaire en integrale aanpak vraagt. Daarom zal de GHOR haar plan afstemmen met een regionaal risicocommunicatieplan. In 2006 zijn landelijk kaders en middelen ontwikkeld voor risicocommunicatie. 6

De Veiligheidsregio Zuid-Limburg is van plan hiervan gebruik te maken in haar risicocommunicatie. Vergunningverlening voor evenementen In totaal zijn er voor Zuid Limburg in 2006 28 evenementen aangemeld waarvan tien meerdaagse evenementen. Hiervoor werd gevraagd en ongevraagd een geneeskundig advies aan de betreffende gemeenten afgegeven ter beoordeling voor de vergunningverlening. Bij negen evenementen was de GHOR vanuit haar repressietaak betrokken door de plaatselijke coördinatie te verzorgen. Een aantal evenementen (Bundeskoninginnentreffen, Pinkpop, Limburgs Mooiste, Amstel Gold toerversie en de Tour de France) is benut om diverse functionarissen zoals centralisten, hoofden actiecentrum, ondersteunend medewerkers actiecentrum en verbindingsfunctionarissen te trainen. In 2007 wordt deze lijn voortgezet. Er zijn twee evenementenboxen aangekocht met alle materialen voor hulpverlening op niveau I (EHBO hulpverlening). De projectgroep regionaal beheersplan rampenbestrijding heeft in 2006 een regionaal evenementenbeleid opgesteld, gebaseerd op het monodisciplinaire evenementenbeleid van de GHOR. Alle evenementen met een multidisciplinaire inzet worden volgens het regionale evenementenbeleid opgepakt. Veiligheidsnet Veiligheidsnet is een beveiligde internetsite waarop de partners in de Zuid-Limburgse rampenbestrijding informatie kunnen uitwisselen en met elkaar kunnen communiceren, zowel tijdens inzetten als in de voorbereiding daarop. Om de implementatie van Veiligheidsnet te bevorderen, is een implementatiecoördinator aangesteld. Deze ziet toe op het doorvoeren van verbeteringen en nieuwe producten en het stimuleren van het gebruik van Veiligheidsnet. In 2006 is: een archieffunctie toegevoegd aan Veiligheidsnet; de vormgeving gebruiksvriendelijker en overzichtelijker geworden; een voorstel uitgewerkt voor autorisatie (wie krijgt toegang tot Veiligheidsnet) en authenticatie (hoe wordt toegang verleend); de mogelijkheid om informatie over incidenten grafisch weer te geven via een Geografisch Informatie Systeem onderzocht; gewerkt aan een nieuwe, technische versie van Veiligheidsnet vanwege de continuïteit, stabiliteit, veiligheid en compatibiliteit; een koppeling gemaakt tussen Veiligheidsnet en het geïntegreerd meldkamersysteem om informatie te kunnen delen met de meldkamer; Veiligheidsnet nu ook te benaderen vanaf het politienetwerk. Dit was vanwege de strenge beveiligingseisen eerst niet mogelijk; het beheer per 1 januari 2006 ondergebracht bij de meldkamer Zuid-Limburg. Hiermee is ondersteuning aan de gebruikers gegarandeerd; een tweetal cursussen over het gebruik van Veiligheidsnet gegeven: een voor secretariële ondersteuners en een voor algemene gebruikers. Preparatie, Repressie, Nazorg ( 959.800) Preparatie omvat de voorbereiding op de bestrijding van ongevallen en rampen. In 2006 heeft de GHOR zich gericht op: Evaluatie en optimalisatie van de paraatheidsregelingen voor GHOR-functionarissen; Multidisciplinair opleidings-, trainings- en oefenbeleid; De Geneeskundige Combinatie; Samenwerking tussen meldkamers in de Euregio Maas-Rijn; (Euregionale) afspraken op het gebied van ambulancebijstand en gewondenspreiding; (Euregionaal) opleiden van hulpverleners; zie overzicht opleidingen en trainingen. 7

Evaluatie en optimalisatie van de paraatheidsregelingen voor GHOR-functionarissen De GHOR Zuid-Limburg wil een aantal piketfuncties doorontwikkelen en verbeteren, zodat de paraatheid in kwaliteit en kwantiteit nog beter wordt geregeld. Het gaat om de functies van officier van dienst geneeskundig, coördinator gewondenvervoer en de verbindingscoördinator. Hierover zijn in 2006 de eerste gedachten en ideeën gevormd. De doorontwikkeling van deze functies hangt samen met een aantal externe (landelijke) en interne (GGD) ontwikkelingen. Multidisciplinair opleidings-, trainings- en oefenbeleid De projectgroep regionaal beheersplan rampenbestrijding, waarin ook de GHOR Zuid- Limburg is vertegenwoordigd, heeft in 2006 een multidisciplinair opleidings- en oefenbeleidsplan opgesteld voor Zuid-Limburg. Het opleidings- en oefenbeleidsplan is een integraal onderdeel van het regionaal beheersplan rampenbestrijding (RBR). De monodisciplinaire opleidingen, trainingen en oefeningen van de GHOR zijn eveneens gebaseerd op het multidisciplinaire opleidings- en oefenbeleidsplan, zodat ook deze in overeenstemming zijn met de afspraken vastgelegd in het regionaal beheersplan rampenbestrijding. Daarnaast baseert de GHOR haar jaarlijkse opleidings-, trainings- en oefenplan op de in 2006 opgezette inzetbaarheidsmatrix. Hierin is in kaart gebracht aan welke opleidingen, trainingen en oefeningen elke GHOR(piket)functionaris moet deelnemen om inzetbaar te blijven voor de geneeskundige rampenbestrijding. Deze inzetbaarheidsmatrix is gebaseerd op de landelijke GHOR-functiebeschrijvingen en competentieprofielen, waarvan de GHOR Zuid-Limburg in 2006 een regionale vertaling heeft gemaakt. In 2007 wordt de inzetbaarheidsmatrix geëvalueerd. De Geneeskundige Combinatie Discussie en onderzoek hebben in 2005 geleid tot een landelijke heroriëntatie op de Geneeskundige Combinatie, een operationele eenheid van voertuigen, geneeskundige materialen en persoonlijke beschermingsmiddelen die het ministerie van Binnenlandse Zaken aan alle GHOR-bureaus ter beschikking stelt. Dit ministerie heeft in 2006 besloten de Geneeskundige Combinatie te handhaven. Landelijk beleid is om de Geneeskundige Combinatie breder in te zetten dan alleen bij incidenten, zoals nu veelal het geval is. Bijvoorbeeld bij (grotere) evenementen kan de Geneeskundige Combinatie preventief worden ingezet of om lichtgewonden op te vangen. De GHOR Zuid-Limburg zet de Geneeskundige Combinatie al breed in, bijvoorbeeld bij de Tour de France (Valkenburg) en Pinkpop. Samenwerking tussen de meldkamers in de Euregio Maas-Rijn Sinds de oprichting van de GHOR Zuid-Limburg vindt er onder haar leiding vier maal per jaar overleg plaats tussen de hoofden van de meldkamers in de Euregio Maas-Rijn. Doel hiervan is een netwerk van meldkamers in de Euregio tot stand te brengen, zodat de bereikbaarheid en inzetbaarheid van hulpverleners en hulpmiddelen gegarandeerd is. In het meldkameroverleg worden zaken besproken die belangrijk zijn voor de operationele (dagelijkse en grootschalige) samenwerking. Dit gebeurt onder voorzitterschap en met secretariële ondersteuning van de GHOR Zuid-Limburg. Vanwege de ambitie de Euregionale monodisciplinaire samenwerking te verbreden naar multidisciplinaire samenwerking, nemen sinds 2006 ook de hoofden van de brandweermeldkamers deel aan dit overleg. De thema s zijn daardoor medisch, brandweertechnisch en multidisciplinair van aard. Afspraken op het gebied van ambulancebijstand en gewondenspreiding Het ambulancebijstands- en gewondenspreidingsplan van de GHOR Zuid Limburg is in 2006 afgerond. De implemententatie verloopt voorspoedig. In het plan heeft de GHOR met de betreffende (euregionale) ketenpartners vastgelegd hoe de bijstand van extra ambulances en de verdeling van patiënten over ziekenhuizen is geregeld. Hierbij is gekeken naar specialisaties en capaciteit van de traumazorg. Omdat ambulancebijstand 8

en gewondenspreiding nauw met elkaar samenhangen, zijn beide processen op elkaar afgestemd in één plan gebundeld. In het plan zijn operationele afspraken opgenomen met België en Duitsland over ambulancebijstand (Eumed Ambu) en gewondenspreiding (Eumed Hospital). Deze grensoverschrijdende afspraken zijn noodzakelijk voor Zuid-Limburg, omdat hulpverleners uit het aangrenzende buitenland bij een zwaar ongeval of ramp eerder ter plekke kunnen zijn dan collega s uit bijvoorbeeld Noord- en Midden-Limburg. Dankzij Eumed Ambu kan de GHOR Zuid-Limburg per 1 januari 2006 binnen een uur beschikken over 22 extra hulpverleningsvoertuigen, naast de voertuigen afkomstig van de RAV Zuid-Limburg en de voertuigen afkomstig uit Noord- en Midden-Limburg. Dankzij Eumed Hospital is de beddencapaciteit voor de opvang van slachtoffers per 1 januari 2006 vergroot. In negen ziekenhuizen in de Euregio Maas-Rijn kunnen zo n veertig T1-slachtoffers binnen de vereiste tijd de juiste zorg krijgen. In 2006 is Eumed geoefend en maakte het onderdeel uit van opleidings- en trainingsprogramma van de GHOR. GHOR-trainingen voor ambulancehulpverleners Voor het eerst sinds haar oprichting in 1999 is het de GHOR Zuid-Limburg gelukt alle ambulancehulpverleners in Zuid-Limburg een trainingsdag te laten volgen die helemaal gericht was op de grootschalige geneeskundige hulpverlening. MIMMS-cursus in Zuid-Limburg MIMMS staat voor Major Incident Medical Management and Support. Het is een internationaal scholingsprogramma voor de coördinatie van de geneeskundige hulpverlening bij grootschalige inzetten of rampomstandigheden en bereidt hulpverleners voor op een gestructureerde inzet bij grootschalige incidenten. In 2006 werd de MIMMS-cursus voor het eerst niet alleen bij de stichting MIMMS in Tilburg gegeven, maar ook in het Euregionaal Veiligheidscentrum in Heerlen. De samenwerking tussen de stichting MIMMS en de GHOR Zuid-Limburg, die de cursus in Heerlen voorbereidde en faciliteerde, is zo goed bevallen dat er ook in 2007 weer cursussen op deze locatie worden gehouden. Diverse medewerkers van de GHOR Zuid- Limburg zijn zelf MIMMS-provider of -instructor en weten uit ervaring waar ze op moeten letten voor een goed verloop van een MIMMS-cursus. Door de ligging van het Heerlense Veiligheidscentrum is het ook een prima locatie voor MIMMS-cursussen met deelnemers uit zowel (Zuid) Nederland als België en Duitsland. Preparatie in multidisciplinair Euregionaal verband Vanuit de Euregionale werkgroep Openbare Orde & Veiligheid is onder leiding van de provincie Limburg een Interreg aanvraag gedaan voor het project EMR-IC (Euregio Maas- Rijn Interventie in geval van Crisis). Deze aanvraag werd in 2006 gehonoreerd. Het project loopt tot eind 2007. In samenwerking met de partners in de Euregio Maas-Rijn worden binnen het project EMR-IC drie multidisciplinaire, Euregionale deelprojecten uitgevoerd, te weten: Euregionale risicokaart De Limburgse risicokaart is vertaald naar het Frans, Duits en Engels. Er wordt nu een Euregionale versie gemaakt. Op basis van deze risicokaart kan de GHOR inventariseren welke bedrijven in de Euregio Maas-Rijn bij een calamiteit een gevaar vormen voor de gezondheid van de inwoners van Zuid-Limburg. Euregionaal Veiligheidsportaal De partners in de Zuidlimburgse rampenbestrijding beschikken over een beveiligde internetsite, Veiligheidsnet, waarop zij informatie kunnen uitwisselen en met elkaar kunnen communiceren, zowel tijdens inzetten als in de voorbereiding daarop. Een dergelijke voorziening wordt ook ontwikkeld voor de Euregionale partners in de rampenbestrijding. Euregionale samenwerkingsmodellen en oefeningen Er worden afspraken gemaakt over Euregionaal multidisciplinair optreden bij grootschalige incidenten, waarbij toegewerkt wordt naar mogelijkheden tot (meer) 9

samenwerking tussen brandweer en geneeskundige diensten. De leiding van dit project is in handen van de GHOR Zuid-Limburg. De (Eu)regionale multidisciplinaire samenwerking wordt zodoende verstevigd en vanuit één punt, in nauwe samenwerking met de Regionale Brandweer Zuid-Limburg, vormgegeven. Er heeft in 2006 een herinrichting plaatsgevonden van de bovengenoemde Euregionale werkgroep Openbare Orde & Veiligheid. Deze werkgroep gaat in afgeslankte vorm verder als Stuurgroep Openbare Veiligheid en Rampenbestrijding. De GGD Zuid Limburg heeft daarin zitting. Vanuit deze stuurgroep worden ook contacten onderhouden met Euregionale en Europese samenwerkingsverbanden op het gebied van politie, gezondheidszorg en de MAHHLsteden (Maastricht, Aken, Hasselt, Heerlen, Luik). Repressie is het daadwerkelijk bestrijden van rampen met inzet van de benodigde hulpdiensten en andere betrokken partners zoals gemeenten. In 2006 heeft de GHOR zich gericht op de uitwerking van de inzetevaluatie. Uitwerking inzetevaluatie Leren van ervaringen is de basis voor het verbeteren van de hulpverlening. Dit begint met een evaluatie van de ingezette geneeskundige hulpverlening. Om leerpunten en verbeteringen inzichtelijker te maken, is in 2006 een evaluatieprocedure opgesteld. Deze is in het kwaliteitssysteem van de GGD Zuid Limburg opgenomen. Na elke inzet vullen de betrokken GHOR-functionarissen via intranet een (standaard) evaluatieformulier in. Op basis van deze formulieren wordt een evaluatierapport geschreven. Hiervoor is een standaard format ontwikkeld. Alle stappen van het hulpverleningsproces worden behandeld: van alarmering, opschaling, eerste ambulance en geneeskundige hulp tot registratie, gewondenvervoer, communicatie en nazorg. Aan de hand van het evaluatierapport wordt bepaald of er acties, maatregelen of verbeteringen nodig zijn en kunnen trends worden gesignaleerd. De geneeskundige hulpverlening kan op deze wijze telkens worden verbeterd. Bij multidisciplinaire inzetten vormen de monodisciplinaire evaluatierapporten de basis voor een multidisciplinair evaluatierapport. Ook hier wordt gewerkt aan een uniforme aanpak. Nazorg is erop gericht om, voor zover mogelijk, de situatie van vóór het incident te herstellen, zowel in materiële als immateriële zin. In 2006 heeft de GHOR zich gericht op: Versterking van de coördinatie van psychosociale hulp; Opleidings- en oefenprogramma voor de psychosociale zorg; Samenwerkingsovereenkomsten met de GGZ-instellingen. Versterking van de coördinatie van psychosociale hulp Om de psychosociale hulp bij grote ongevallen en rampen (PSHOR) in Zuid-Limburg efficiënt te kunnen coördineren is in 2006 een actiecentrum PSHOR opgezet. Dit is ondergebracht bij de Mondriaan Zorggroep in Heerlen. In dit actiecentrum komen de kernteamleiders bij elkaar en wordt onder meer de verdere opschaling geregeld. Vier keer per jaar bespreken de kernteamleiders de lopende zaken in de eigen regio. Om de landelijke ontwikkelingen bij te houden en kennis en ervaring uit te wisselen, nemen de kernteamleiders deel aan het overleg van Opron, de landelijke organisatie voor PSHOR. De stuurgroep GGZ, die bestaat uit directieleden van de GGZ-instellingen, maatschappelijk werk en slachtofferhulp in Zuid-Limburg, is akkoord gegaan met het opleidingsplan voor PSHOR. Hiermee geeft de stuurgroep aan dat zij veel belang hecht aan de PSHOR. Er is veel ruimte gegeven voor opleidingen, terwijl de medewerkers van deze instellingen tijdens deze aanzienlijke tijdsinvestering niet beschikbaar zijn voor hun reguliere werkzaamheden en de kostenvergoeding nog niet is geregeld. Dit blijft een aandachtspunt. 10

Opleidings- oefenprogramma voor de psychosociale zorg Voor de piketfunctionarissen psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) heeft de GHOR Zuid-Limburg in 2006 een opleidingsprogramma opgesteld. Het betreft de functies van kernteamleider, kernteamlid, leider opvangteam en lid opvangteam. Het gaat in totaal om zo n negentig functionarissen. Voor het opleidingsprogramma is een extern bureau ingeschakeld dat gespecialiseerd is in deskundigheidsbevordering op het gebied PSHOR. De nadruk ligt hierbij op de grootschalige hulpverlening. Samenwerkingsovereenkomsten met de GGZ-instellingen De Zuidlimburgse instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijk werk en Slachtofferhulp hebben eind 2005 een convenant gesloten voor de uitvoering van de psychosociale hulpverlening bij grote ongevallen en rampen. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over onder meer een piketdienst, de aanstelling van een regiocoördinator PSHOR en opleidingen. Het convenant wordt na twee jaar geëvalueerd waarbij met name de kosten worden bekeken. De aangestelde regiocoördinator heeft inmiddels diverse acties ondernomen (zie Versterking van de coördinatie van psychosociale hulp). Ook bestaat er sinds januari 2006 een harde piketdienst voor kernteamleiders. Daarnaast is er een (onbetaalde) harde piket voor de kernteamleden vanuit het algemeen maatschappelijk werk. In het kader van Euregionale samenwerking zijn er afspraken gemaakt met het aangrenzende België en Duitsland hoe wordt opgeschaald naar buitenlandse psychosociale bijstand als dat nodig mocht zijn. Projecten Naast de primaire doelstellingen zoals beschreven in de begroting 2006 heeft de GHOR Zuid-Limburg in het verslagjaar ook een bijdrage geleverd aan een paar belangrijke landelijke projecten. De resultaten van deze projecten betekenen een grote vooruitgang voor de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Vanuit de Raad van Regionaal Geneeskundig Functionarissen en de landelijke overheid wordt een beroep gedaan op de GHOR-bureaus om hun kennis en ervaring in te brengen en deel te nemen aan projectgroepen. De GHOR Zuid-Limburg heeft in 2006 aan drie projecten haar medewerking verleend door medewerker(s) beschikbaar te stellen. Nieuwe Nederlandse slachtofferregistratiekaart Nederland heeft in 2006 een nieuwe slachtofferregistratiekaart gekregen. Het is een uniforme nationale kaart met als doel eenvormige triage en registratie van gewonden. Door een barcode met een uniek nummer is de kaart in geautomatiseerde systemen te gebruiken, zodat altijd te achterhalen is waar slachtoffers zich bevinden. De kaart is ontwikkeld op basis van bestaande internationale kaarten en NAVOstandaarden. Hierdoor zou de Nederlandse slachtofferregistratiekaart ook geschikt zijn voor gebruik in de Euregio Maas-Rijn. De GHOR Zuid-Limburg leverde de projectleider voor de landelijke projectgroep. De kaart is opgenomen in de lesstof van de MIMMS, de SOSA, de basisleerstof GHOR en de Zuid-Limburgse HOC-opleiding. Ook in regionale opleidingen en trainingen zal aandacht worden besteed aan de nieuwe registratiekaart die in 2007 in gebruik wordt genomen. Project Octopus: interregionale ambulancebijstand en gewondenspreiding Bij grootschalige incidenten is vaak regiogrensoverschrijdende bijstand nodig. Voor een optimale opschaling van ambulances uit andere regio s is het zaak dat meldkamers zicht hebben op de beschikbaarheid van ambulances uit andere regio s. Hetzelfde geldt voor de gewondenspreiding. Voor een optimale spreiding van gewonden is het zaak zicht te hebben op de opvangcapaciteit van ziekenhuizen in andere regio s. 11

In het project Octopus (voorheen GHORIS) worden informatiesystemen van alle meldkamers ambulancezorg in Nederland aan elkaar gekoppeld ten behoeve van de interregionale ambulancebijstand en gewondenspreiding. Meldkamers hebben zo altijd een actueel overzicht van beschikbare ambulances en ziekenhuisbedden in andere regio s. Dit betekent een verbetering van de geneeskundige hulpverlening én tijdswinst. Het idee voor Octopus is afkomstig van de GHOR Zuid-Limburg die ook de projectleider levert. In 2006 zijn de modules voor ambulancebijstand en gewondenspreiding bij drie meldkamers getest. Volgens planning is het systeem in 2007 nationaal functioneel en start de opleiding voor centralisten die gekoppeld is aan de reguliere bijscholing. Een uitbreiding van het systeem met een module voor de registratie van slachtoffers is in ontwikkeling. De nieuwe slachtofferregistratiekaart sluit hier goed op aan. Indien mogelijk zoekt het project Octopus aansluiting bij andere landelijke ontwikkelingen zoals de landelijke meldkamer ambulancezorg. Landelijk protocol decontaminatie Samen met de GHOR Rotterdam-Rijnmond heeft de GHOR Zuid-Limburg in 2006 een protocol decontaminatie afgerond. In 2003 werd de basis gelegd voor dit protocol met de verschijning van het rapport Protocol Decontaminatie van de regio Rotterdam-Rijnmond. Dit rapport behandelt de wijze waarop slachtoffers die besmet zijn met chemische, biologische of nucleaire stoffen moeten worden ontsmet. In 2005 werd een vervolgproject gestart met als doel de operationele implementatie van het protocol Decontaminatie. De directe aanleidingen hiervoor waren: toenemend transport, opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen; behoefte aan één protocol voor brandweer én geneeskundig personeel; in Nederland bleek multidisciplinair niets geregeld te zijn voor de slachtoffers van besmettingen met gevaarlijke stoffen. In eerste instantie werd alleen de kleinschalige, chemische besmetting en de daarbij behorende ontsmetting uitgewerkt. In een gezamenlijke brandweer-ghor oefening werd nagegaan wat een juiste werkwijze voor decontaminatie kon zijn. Hieraan werkten onder meer de GHOR Zuid-Limburg, de brandweer Born en de Regionale Ambulancevoorziening Zuid-Limburg mee. Tegelijkertijd ontwikkelde de Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding (NVBR) een (brandweer)protocol voor de (massa)ontsmetting van slachtoffers. Beide rapporten werden op elkaar afgestemd en samengevoegd met als resultaat een multidisciplinair, landelijk gedragen protocol dat in Nederland als standaard geldt voor decontaminatie. In 2007 gaat een implementatietraject van start. Zo wordt een instructie-dvd gemaakt waarop te zien is hoe het protocol decontaminatie in praktijk moet worden toegepast. 4. Financiële paragrafen Algemeen De voorliggende jaarrekening vormt de zevende jaarrekening van deze organisatie. Bij het opstellen van de begroting 2006 is uitgegaan van de op dat moment bekende feiten en gegevens. Het jaar 2004 is het eerste jaar van de ingezette meerjarencyclus op weg naar het bestuurlijk vastgestelde zorgniveau 2008. In het verslagjaar is sprake geweest van een vertraagde ingroei op een aantal deelterreinen alsmede een aantal incidentele extra baten. Bij de betreffende onderdelen van de jaarrekening wordt een nadere toelichting gegeven. De keuze voor een voorzichtig financieel beleid hebben geleid tot een positief exploitatiesaldo. Het beleid heeft zich met name gericht op de inbedding als onderdeel van de GGD Zuid Limburg. 12

Het boekjaar 2006 wordt dan ook afgesloten met een positief exploitatiesaldo groot 1.866,00. Een voorstel tot bestemming van dit exploitatiesaldo is verwoord in het in deze jaarrekening opgenomen voorstel tot resultaatbestemming. De jaarrekening bestaat uit een balans en een rekening van baten en lasten, beide voorzien van een toelichting. In de toelichting op de balans wordt ingegaan op de aard, omvang en samenstelling van de betreffende balanspost. In de toelichting op de rekening van baten en lasten wordt - naast aard, omvang en samenstelling van de betreffende post - ingegaan op de belangrijkste financiële verschillen ten opzichte van de begroting 2006. De jaarrekening vormt samen met het (kwaliteits-)jaarverslag de verantwoording over het (boek-)jaar 2006. De GHOR is verplicht om te voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording voor gemeenten en provincies. Een van de voorwaarden hierin is dat in zowel begroting als jaarrekening naast het programmaplan de zogenaamde paragrafen worden opgenomen. De paragrafen handelen vooral over een aantal belangrijke beheersmatige onderwerpen. Ze gaan voor die onderwerpen in op de kaders voor het beheer in relatie tot de uitvoering van de beleidsnota s voor zover die voor de betreffende onderwerpen zijn opgesteld. De behandelde paragrafen zijn: Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen De paragrafen grondbeleid en lokale heffingen zijn voor de GHOR niet van toepassing. Weerstandvermogen (incl. risico s). Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als het vermogen van de GHOR om incidenteel en structureel niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder verstoring van de continuïteit in de uitvoering van de reguliere taken van de GHOR. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit in beschikbare middelen en mogelijkheden en anderzijds de risico s waarvoor geen of onvoldoende voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen voor zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het beoordelen van de financiële positie van de GHOR. In de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemende gemeenten afgesproken dat zij de financiële eindverantwoordelijkheid voor de financiële positie van de GHOR dragen. Los van deze eindverantwoordelijkheid heeft de GHOR als zelfstandig orgaan een eigen verantwoordelijkheid om voldoende weerstandsvermogen te vormen. De weerstandscapaciteit bestaat uit het vrij aanwendbare eigen vermogen (algemene reserve) en de ruimte in de exploitatiebegroting. Conform algemeen aanvaarde normen dient een algemene reserve een minimaal 6% van de totale reguliere exploitatie te zijn. Als maximale norm wordt vaak 10% gehanteerd. Uitgaande van deze percentages betekent dit voor algemene reserve per 31 december 2006: Minimimum niveau: 106.000 Maximum niveau: 177.000 De algemene reserve per 31 december 2006 bedroeg (voor resultaatbestemming) 171.000. 13

Risico s Het begrip risico wordt gedefinieerd als het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne en externe omstandigheden. Een andere definitie omschrijft risico's als gebeurtenissen waarvan de kans bestaat dat ze optreden en negatieve gevolgen met zich mee kunnen brengen. Het gaat daarbij om de volgende risico's: - risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd, omdat het niet mogelijk is een redelijke schatting van het bedrag van de schade of het verlies te maken. - risico's die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen. Een methode om risico's nader onder te verdelen is de verdeling naar ondernemersrisico's en zuivere risico's. Bij ondernemersrisico's moet worden gedacht aan risico's die samenhangen met de bedrijfsmatige activiteiten van de GHOR, die grote financiële gevolgen kunnen hebben. Zuivere risico's zijn zaken die uitsluitend verlies met zich brengen. Gedacht moet worden aan de mogelijke gevolgen van brand, storm, ongeval, ziekte, fraude, misdaad, schaden toegebracht door derden en aansprakelijkheidsrisico's. Voor gemeenschappelijke regelingen geldt dat het ondernemersrisico duidelijk anders ingekaderd wordt dan de zuivere risico's. De besluitvorming over de ondernemersrisico's dient dusdanig te zijn dat vooruit kan worden bepaald, welke financiële en economische gevolgen een besluit kan hebben. In het politieke besluitvormingsproces dient dus duidelijk aandacht te worden geschonken aan het te lopen ondernemersrisico. Voor de zuivere risico's is de politieke belangstelling beduidend minder. Vaak zijn zij pas onderwerp van gesprek als zich een calamiteit voordoet waarbij de gevolgen van deze veronachtzaming in totale omvang zichtbaar worden. Voor de GHOR Zuid-Limburg kunnen de volgende ondernemers- en zuivere risico s worden vermeld: 1. Risico van ziekteverzuim van personeel, aangezien de GHOR eigen risicodrager is kan inzet van vervanging noodzakelijk zijn. Mocht dit risico optreden, dan zal dit leiden tot stijgende kosten ten behoeve van de vervanging, aangezien de continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd dient te blijven. 2. Niet verzekerde, cq. niet te verzekeren risico's uit hoofde van aansprakelijkheid en uitgesloten omstandigheden (zoals schade door molest, atoomkernreacties, aardbevingen etc.). 3. Voor de continuïteit van de GHOR Zuid-Limburg is het noodzakelijkheid een weerstandsvermogen te vormen. Vorming van een weerstandsvermogen, bestaande uit (in ieder geval) een algemene reserve en eventueel andere (bestemmings)- reserves, heeft tot doel de gevolgen van eventueel plotseling optredende (financiële) calamiteiten alsmede in enig jaar optredende exploitatietekorten het hoofd te kunnen bieden. Ten aanzien van de vorming en omvang van een dergelijk weerstandsvermogen, dient door het Algemeen Bestuur GHOR, op voordracht van het Dagelijks Bestuur GHOR, beleidsregels te worden vastgesteld. Echter gelet op de ontwikkelingen van de organisatie voor Openbare GezondheidsZorg in Limburg en binnen de Veiligheidsregio zal een besluit worden genomen zodra de defintieve organisatie vorm heeft gekregen. 4. De nieuwe arbeidstijdenwet kan gevolgen hebben voor de inzet van personeel. Als gevolg van de nieuwe wet kan het nodig zijn om met meer personen de piketregeling uit te voeren. 5. De rampenbestrijding verplaatst zich steeds meer naar het terrein van crisisbeheersing. Een van de belangrijkste thema s in het kader van de crisisbeheersing betreft het terrorisme. Als gevolg van steeds wijzigende wet- en regelgeving worden de eisen die aan het personeel worden gesteld steeds hoger. Ook aan de bescherming van het eigen personeel worden steeds verder aangescherpt. Denk hierbij onder andere aan de BHV. 14

Onderhoud kapitaal goederen In deze paragraaf dient inzicht te worden gegeven in de realisatie van het beleid ten aanzien van onderhoud van kapitaalgoederen en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties ten opzichte van de begroting. Het gaat hierbij tevens om het verlangde onderhoudsniveau, de (lange termijn) onderhoudsplanning voor alle belangrijke activa en het voorzieningsbeleid ter zake. Het onderhoud van de kapitaalgoederen betreft het reguliere onderhoud aan de materiele vaste activa zoals apparatuur en voertuigen. Hiervoor worden de per activa geadviseerde onderhoudstermijnen en onderhoudsbeurten gehanteerd. Financiering Ingevolge de wet FIDO dient de GHOR beschikken over een treasurystatuut. De GHOR volgt het treasurystatuut van de GGD Zuid Limburg welk in 2006 door het Algemeen Bestuur van de GGD Zuid Limburg is vastgesteld. De financieringsbehoefte van de GGD inclusief de GHOR wordt momenteel in kaart gebracht. Bedrijfsvoering In deze paragraaf zullen de beleidsvoornemens betreffende de volgende onderwerpen worden behandeld; Investeringsbeleid Organisatiestructuur Administratieve organisatie Informatisering en automatisering Kansen en bedreigingen Personeelsbeleid Investeringsbeleid De nota waarin het investeringsbeleid wordt besproken is nog niet opgesteld. Het streven is om dit binnen twee jaar gereed te hebben. In 2006 is er geinvesteerd in de optimalisatie van de infrastructuur ICT. Daarnaast is er voor een betere bereikbaarheid van de organisatie geinvesteerdin telefonie. Organisatiestructuur Door het toetreden van de GHOR aan de gemeenschappelijke regeling van de GGD Zuid Limburg is de organisatiestructuur enigszins gewijzigd. In de bestuurlijke verantwoordelijkheid is niet veranderd. Deze blijft bij het veiligheidsbestuur. De uitvoering echter wordt gedaan door de GGD Zuid Limburg en is dan ook conform de organisatiestructuur van de GGD Zuid Limburg ingericht. Voor de operationele taken is de indeling gelijk gebleven, de ondersteunende diensten zijn ondergebracht binnen de centrale afdelingen van de GGD Zuid Limburg. Administratieve organisatie De Administratieve Organisatie van de GHOR moet nog volledig worden beschreven. Een aantal processen is al in het verleden beschreven en behoeven slechts te worden aangevuld c.q. te worden aangepast aan de nieuwe situatie. Een aantal processen zal volledig opnieuw moeten worden beschreven. Momenteel worden alle processen in kaart gebracht waarna een prioritering zal worden aangebracht in de te beschrijven processen. 15

Informatisering en automatisering Er is een concept informatisering en automatiseringsbeleid voor de GGD Zuid Limburg gereed. Dit beleid zal ook door de GHOR worden gevolgd. Personeelsbeleid Per 1 januari 2006 is alle personeel in dienst bij de GGD Zuid Limburg. Per 1 juli 2006 is het afdelinghoofd van de GHOR benoemd. De overige functies volgen de plaatsingsprocedure en het sociaal statuut zoals dit voor alle GGD medewerkers geldt. Verbonden partijen In het BBV is verbonden partij gedefinieerd als; een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeenten een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een financieel belang is aanwezig wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, dan wel als financiële aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is aanwezig indien er zeggenschap bestaat uit hoofde van stemrecht dan wel vertegenwoordiging in het bestuur van de organisatie. De GHOR heeft in het kader van bovengenoemde definitie geen verbonden partij. Er is geen enkele organisatie waarin de GHOR zowel bestuurlijk als financieel een belang heeft. De GHOR zelf is een verbonden partij voor de negentien deelnemende gemeenten. Dit zijn de gemeenten: Beek, Brunssum, Eijsden, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Margraten, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Valkenburg, Vaals, Voerendaal. Geleen, 2 maart 2007 Het Dagelijks Bestuur GHOR Zuid-Limburg 16

DEEL II BESTUUR EN VASTSTELLING JAARREKENING 17

BESTUUR EN VASTSTELLING JAARREKENING Rechtspersoonlijkheid De GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR is een gemeenschappelijke regeling, waarvan oprichting en instandhouding geschiedt door de 19 gemeenten in Zuid-Limburg. Verantwoordelijkheid en samenstelling Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur Verantwoordelijkheid Het Dagelijks Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van de jaarrekening. Het Algemeen Bestuur is verantwoordelijk voor het goedkeuren van de jaarrekening. Samenstelling Het Dagelijks Bestuur is als volgt samengesteld: Naam Dhr. Drs. G.B.M. Leers, burgemeester gemeente Maastricht Dhr. Drs. G.J.M. Cox, burgemeester gemeente Sittard-Geleen Dhr. J.J.M. Som, burgemeester gemeente Kerkrade Dhr. Mr. A.M.G. Gresel, burgemeester gemeente Heerlen Functie Voorzitter en Portefeuillehouder politie Portefeuillehouder GHOR Secretaris en Portefeuillehouder multidisciplinaire projecten Portefeuillehouder brandweer Het Algemeen Bestuur is als volgt samengesteld: Naam Dhr. Drs. A.M.J. Cremers, burgemeester gemeente Beek Dhr. Mr. Drs. C.M.A. Brocken, burgemeester gemeente Brunssum Mevrouw M.H.E. Pelzer, burgemeester gemeente Eijsden Dhr. Mr. W.J.G. Geraedts, burgemeester gemeente Gulpen-Wittem Dhr. Mr. A.M.G. Gresel, burgemeester gemeente Heerlen Dhr. J.J.M. Som, burgemeester gemeente Kerkrade Dhr. Mr. L.H.F.M. Janssen, burgemeester gemeente Landgraaf Dhr. Drs. G.B.M. Leers, burgemeester gemeente Maastricht Dhr. Mr. Drs. H.J.G. van Beers, burgemeester gemeente Margraten Dhr. Mr. R.S.M.R. Offermanns, burgemeester gemeente Meerssen Dhr. Drs. H.R. Binderhagel, burgemeester gemeente Nuth Mevrouw M.A.H. Clermonts-Aretz, burgemeester gemeente Onderbanken Functie Lid Lid Lid Lid Lid Secretaris Lid Voorzitter Lid Lid Lid Lid 18

Dhr. B.H.M. Link, burgemeester gemeente Schinnen Dhr. H.G.G. Bogman, burgemeester gemeente Simpelveld Dhr. Drs. G.J.M. Cox, burgemeester gemeente Sittard-Geleen Dhr. Drs. A.C. Barske, burgemeester gemeente Stein Dhr. Drs. R.L.T. van Loo, burgemeester gemeente Vaals Dhr. Drs. C.A.C.M. Nuytens, burgemeester gemeente Valkenburg aan de Geul Dhr. D.A.M. Akkermans, burgemeester gemeente Voerendaal Lid Lid Vice-voorzitter Lid Lid Lid Lid Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Vaststelling De jaarrekening 2006 is door het Dagelijks Bestuur vastgesteld in de vergadering van 2 maart 2007. De Voorzitter, Dhr. Drs. G.B.M. Leers De Portefeuillehouder GHOR, Dhr. Drs. G.J.M. Cox Goedkeuring De jaarrekening 2006 is door het Algemeen Bestuur goedgekeurd in de vergadering van 22 juni 2007. De Voorzitter, Dhr. Drs. G.B.M. Leers De Bestuurssecretaris Dhr. J.J.M. Som 19

DEEL III JAARREKENING 20