14 oktober 2008 Corr.nr. 2008-56.334, MB Nummer 32/2008 Zaaknr. 134202 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot wijziging van de Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen SAMENVATTING: Op grond van de nazorgbepalingen van de Wet milieubeheer is de provincie bestuurlijk, organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van stortplaatsen en baggerspeciedepots, waar op of na 1 september 1996 nog afval is gestort. Deze voordracht heeft tot doel het tarief van de nazorgheffing voor nietbedrijfsgebonden stortplaatsen genoemd in artikel 7 van de Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen vast te stellen voor het jaar 2009. Ook wordt de nazorgheffing voor baggerspeciedepots opnieuw vastgesteld. Inleiding Op grond van de nazorgbepalingen van de Wet milieubeheer is de provincie bestuurlijk, organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen en baggerspeciedepots, waar op of na 1 september 1996 nog afval is gestort. Dit betekent dat de provincie, vanaf het moment dat ons college de stortplaats of het baggerspeciedepot gesloten heeft verklaard, verantwoordelijk is voor de uitvoering van maatregelen, die waarborgen dat de stortplaats of het baggerspeciedepot geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt. De financiering van de nazorg vindt plaats uit de opbrengsten van de bij belastingverordening ingestelde heffing. Deze heffing wordt opgelegd aan de vergunninghouders van de in de provincie gelegen stortplaatsen en baggerspeciedepots. De opbrengsten van de heffing en de daarop te behalen rendementen worden gestort in een door ons beheerd nazorgfonds. Uit dit fonds worden de kosten voor de uitvoering van de nazorg op de desbetreffende stortplaatsen en baggerspeciedepots betaald. Ook het fondsbeheer wordt hiervan betaald. In uw vergadering van 15 maart 2000 heeft u de Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen (hierna te noemen: Verordening nazorgheffing Groningen) vastgesteld. Vanaf dat jaar heeft u de tarieven voor de heffing (twee-)jaarlijks vastgesteld. Nu moet het tarief voor het jaar 2009 worden vastgesteld. Voorstel tot wijziging van de Verordening nazorgheffing Groningen De nazorgheffing voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen wordt in jaarbedragen geïnd gedurende het aantal jaren tot aan de aanvang van de nazorg, waarbij de heffing wordt geheven naar het aantal tonnen gestort afval per jaar. Wij bezien jaarlijks of de heffing aanpassing behoeft. De objectgebonden nazorgheffing voor baggerspeciedepots wordt een maand voor sluiting opgelegd. Voor baggerspeciedepots wordt de nazorgheffing geheven per stortplaats. 32-1
Sinds de inwerkingtreding van de nazorgbepalingen in de Wet milieubeheer is in IPO-verband een kader ontwikkeld, dat door de provincies wordt gebruikt bij de implementatie van de provinciale nazorgtaken. Hiermee wordt beoogd de werkzaamheden van de provincies ten aanzien van de nazorgbepalingen te ondersteunen, af te stemmen en te harmoniseren. Het gaat hierbij onder meer om checklisten voor de beoordeling van nazorgplannen van stortplaatsen en baggerspeciedepots en een model voor het berekenen van de nazorgkosten. De checklisten hebben tot doel het waarborgen van volledigheid en gelijke behandeling van vergunninghouders met betrekking tot nazorgplannen. Doel van het rekenmodel is het berekenen van de doelvermogens, het voor de eeuwigdurende nazorg benodigde vermogen dat op het moment van de aanvang van de nazorg moet zijn opgebracht. In 2002 zijn de IPO-checklisten geactualiseerd aan de hand van nieuwe inzichten, hetgeen onder meer betekent dat de aard, de frequentie en de kosten van nazorgactiviteiten zijn herzien. Op basis van de checklisten en opgedane ervaringen is het landelijke model om de doelvermogens te berekenen aangepast en vastgesteld (RINAS 2.0). Dit heeft in 2007 geleid tot een aanpassing van de (voorlopige) doelvermogens voor de stortplaatsen en de baggerspeciedepots, die mede gebaseerd zijn op de door ons goedgekeurde nazorgplannen. De door u in voorgaande jaren vastgestelde heffing voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen is gebaseerd op de destijds vastgestelde doelvermogens. Overigens worden dit jaar de IPO-checklisten opnieuw geactualiseerd. Bij de berekening van de doelvermogens hebben wij de volgende uitgangspunten gehanteerd: De IPO-checklisten en het door het IPO ontwikkelde rekenmodel RINAS 2.0 zijn gehanteerd als hulpmiddel voor respectievelijk de toetsing van nazorgplannen en de berekening van de doelvermogens; De nazorgplannen zijn niet geactualiseerd, behoudens het nazorgplan voor de stortplaats Kloosterlaan, dat dit jaar is geactualiseerd. De in de nazorgplannen opgenomen activiteiten, frequenties en kosten vormen de basis voor de op te stellen berekening. De levensduur van de bovenafdichting is 75 jaar, die voor een groot deel bepalend is voor de hoogte van de doelvermogens van niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen. Het jaar van aanvang van de nazorg is deels gebaseerd op de in 1999 voorziene sluitingsdata. Met betrekking tot rente en inflatie zijn dezelfde percentages gehanteerd als in 1999, zijnde respectievelijk 5 % en 2 %. De kosten zijn gebaseerd op het prijspeil 2002. Ten aanzien van de risico-opslag is een standaardtoeslag van 5 % gehanteerd. Uw staten hebben op 17 september 2008 besloten tot vaststelling van het definitieve doelvermogen voor de eeuwigdurende nazorg van de stortplaats Kloosterlaan op basis van het geactualiseerde nazorgplan en met toepassing van de IPO-checklist "Nazorgplannen stortplaatsen" en het rekenmodel RINAS 2.0. Het doelvermogen is vastgesteld op 4.121.142,--. De definitieve aanslag is inmiddels opgelegd. De contante waarde van de doelvermogens voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen bedraagt per 1 januari 2009 circa 21,1 miljoen. Het verwachte saldo van het nazorgfonds bedraagt eind 2008 circa 23,0 miljoen. Dit betekent dat er ook in de komende jaren, evenals in de jaren 2006, 2007 en 2008, geen afdracht van Stainkoeln meer aan de provincie behoeft plaats te vinden. Voor het jaar 2009 kan de nazorgheffing voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen dan ook worden vastgesteld op 0,--. In nader overleg tussen provincie en BRP Stainkoeln is afgesproken om het positieve verschil tussen de contante waarde van de doelvermogens en de waarde van het fonds per 1 januari 2009 ( 1,9 miljoen) voorlopig in het fonds te laten. Wij presenteren u hierbij de geactualiseerde tarieventabel voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen (tabel 1) en voor de objectgebonden baggerspeciedepots (tabel 2). 32-2
Tabel 1. Niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen Overzicht van nazorgkosten, stortingen en heffingen in (per ton afval, exclusief BTW) Heffing Stortplaats Kloosterlaan Stainkoeln -2 Usquert Veendam Woldjerspoor Totaal Start nazorg 2008 2027 2017 2011 2010 Doelvermogen 4.121.142 7.752.140 3.225.220 8.093.873 4.538.429 Storting 1999 volgens overeenkomst 2.241.144 2.965.907 1.147.892 3.319.052 2.164.503 11.838.498 2000 4,18 2.353.201 3.114.202 1.205.287 3.485.004 2.272.728 12.430.423 2001 4,26 2.470.862 3.269.913 1.265.552 3.659.254 2.386.365 13.051.948 2002 4,35 2.594.405 3.433.409 1.328.830 3.842.218 2.505.683 13.704.545 2003 4,43 3.079.289 4.075.099 1.577.183 4.560.312 2.973.985 16.265.868 2004 4,52 3.347.331 4.429.823 1.714.471 4.957.271 3.232.860 17.681.756 2005 4,61 3.584.603 4.743.827 1.835.999 5.308.664 3.462.018 18.935.111 2006 0,00 3.770.559 4.989.918 1.931.243 5.584.058 3.641.615 19.917.393 2007 0,00 4.077.426 5.396.025 2.088.418 6.038.519 3.937.988 21.538.376 2008 0,00 4.235.309 5.604.965 2.169.283 6.272.337 4.090.471 22.372.365 2009 0,00 4.126.307 5.836.555 2.258.916 6.531.503 4.259.484 23.012.765 Tabel 2. Baggerspeciedepots Overzicht van nazorgkosten en heffingen in (inclusief BTW) Heveskeslaan Oterdumerwarven Oosterhorn Heveskes- Oost/West Driebondsweg gemeente Start nazorg 2020 2030 2012 2030 2013 Doelvermogen 1.419.309 1.527.301 1.069.354 1.922.812 360.567 Dorkwerd Zuidwending Driebondsweg Eemskanaal Wildervanckkanaal Winschoterzijl provincie Start nazorg 2018 2009 2009 2018 2018 2009 Doelvermogen 460.882 141.316 584.626 1.750.869 269.619 176.968 Gebruikmakend van tabel 1 en 2 stellen wij voor de nazorgheffing voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen voor het jaar 2009 en de nazorgheffing voor baggerspeciedepots in de Verordening nazorgheffing Groningen vast te stellen. Stand van zaken uitwerking nazorg Nazorgorganisatie De feitelijke nazorgwerkzaamheden zijn neergelegd bij de nazorgorganisatie, zoals die nu intern is ingericht, waarbij uitvoerende taken worden uitbesteed. Sluitingsfase Volgens de planning voor de eindafwerking van de stortplaatsen start in 2008 de nazorg van de stortplaats Kloosterlaan. Vanaf het moment dat de sluitingsverklaring in werking treedt is de provincie organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van deze stortplaats. De eindafwerking van de stortplaats Woldjerspoor is enigszins vertraagd. Om tot afgifte van een sluitingsverklaring te kunnen komen worden de nodige stappen uitgevoerd. In IPO-verband is hiertoe een handreiking sluitingsfase vastgesteld. Momenteel worden sluitingsverklaringen voor de stortplaats Kloosterlaan en de provinciale baggerspeciedepots Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending voorbereid. Binnenkort start de sluitingsfase voor de stortplaats Woldjerspoor. Landelijke ontwikkelingen Op dit moment wordt de herziening van het Stortbesluit bodembescherming, met de daaronder hangende ministeriële regeling en technische richtlijnen, en de bijbehorende nazorgregeling voor gesloten stortplaatsen in de Wet milieubeheer voorbereid. Doel van dit project is om: 32-3
het Stortbesluit en de onderliggende technische richtlijnen te actualiseren naar de huidige stand der techniek; ruimte te maken voor nieuwe inzichten en innovaties en daarbij heldere criteria te geven wanneer een techniek mag worden toegepast; meer structuur te bieden aan de overgang van een stortplaats naar de nazorgfase en de daaropvolgende nazorg door de provincie. Eind 2009 moet dit traject, waarbij ook het IPO nadrukkelijk is betrokken, zijn afgerond. Voorstel Wij stellen u voor het in ontwerp bij deze voordracht gevoegde besluit vast te stellen. Groningen, 14 oktober 2008. Gedeputeerde Staten van Groningen: M.J. van den Berg, voorzitter. H.J. Bolding, secretaris. 32-4
Nr. 32/2008 Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 14 oktober 2008, nr. 2008-56.334, MB; Gelet op de Provinciewet en de Wet milieubeheer; BESLUITEN: het volgende vast te stellen: ARTIKEL I De Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen wordt gewijzigd als volgt: A. Artikel 7, tweede lid, wordt vervangen en komt te luiden als volgt: 2. De nazorgheffing voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de hieronder geplaatste tarieventabel. heffingsjaar heffing in 2002 4,35 2003 4,43 2004 4,52 2005 4,61 2006 0,00 2007 0,00 2008 0,00 2009 0,00 B. Artikel 7, derde lid, komt te luiden als volgt: 3. De nazorgheffing voor baggerspeciedepots wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de hieronder geplaatste tarieventabel. Heveskeslaan Oterdumerwarven Oosterhorn Heveskes- Oost/West Driebondsweg gemeente Start nazorg 2020 2030 2012 2030 2013 Doelvermogen 1.419.309 1.527.301 1.069.354 1.922.812 360.567 Dorkwerd Zuidwending Driebondsweg Eemskanaal Wildervanckkanaal Winschoterzijl provincie Start nazorg 2018 2009 2009 2018 2018 2009 Doelvermogen 460.882 141.316 584.626 1.750.869 269.619 176.968 ARTIKEL II Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. 32-5
ARTIKEL III Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad van de provincie Groningen. Groningen, Provinciale Staten voornoemd:, voorzitter., griffier. 32-6