BEGROTING 2014 PROVINCIAAL FONDS NAZORG GESLOTEN STORTPLAATSEN ZUID-HOLLAND

Transcriptie

1 BEGROTING 2014 PROVINCIAAL FONDS NAZORG GESLOTEN STORTPLAATSEN ZUID-HOLLAND

2

3 Inhoudsopgave Algemene inleiding Uitgangspunten voor de fondsbegroting en de tarieventabel Begroting 2014 van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland Toelichting op de Begroting 2014 De ontwerp-larieventabel 2014 Meerjarenbegroting van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid- Holland Toelichting op de Meerjarenbegroting Bijlagen: Bijlage 1 Meerjarenbegroting Bijlage 2 Liquiditeitsprognose

4

5 Algemene Inleiding op de Begroting 2014 voor het fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland Wettelijk kader en doel De provincie Zuid-Holland is, op basis van de sinds 1 april 1998 geldende Nazorgregeling artikel 15:47 Wet milieubeheer bestuurlijk, organisatorisch en financieel verantwoordel jk voor de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen, die op of na 1 september 1996 nog in bedrijf waren. Het doel van de nazorgregeling is om zeker te stellen dat stortplaatsen ook na sluiting aan het geëiste beschermingsniveau voldoen, zodat zij geen risico vormen voor het milieu. Om de nazorgverantwoordelijkheid te kunnen bekostigen, legt de provincie aan de stortplaatsexploitant gedurende de looptijd van de exploitatievergunning heffingen op om een doelvermogen op te bouwen. Per jaar wordt bekeken of voor dat jaar een heffing moet worden opgelegd en welke hoogte deze moet hebben om dit doelvermogen te realiseren. De hoogte van de heffing wordt aangepast aan veranderende omstandigheden, zodat het bereiken van het doelvermogen op het tijdstip van sluiting gewaarborgd blijft. De opbrengsten van de nazorgheffingen worden door de provincie afgedragen aan het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland. Het inrichten van provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland is wettelijk verplicht. De stortplaatsexploitanten dienen bij de provincie Zuid-Holland nazorgplannen in. In deze plannen wordt aangegeven op welke wijze de stortplaats na sluiting zal worden beheerd, met het doel nadelige gevolgen voor het milieu te minimaliseren. De nazorgplannen worden door Gedeputeerde Staten (GS) goedgekeurd, leder jaar stellen Provinciale Staten (PS) een tarieventabel vast, daarin zijn onder andere de heffingen opgenomen die voor het betreffende jaar aan de stortplaatsexploitanten worden opgelegd. Deze tarieventabel en de heffingen worden bepaald aan de hand van de berekende doelvermogens. Naast de heffingen verwerft het fonds inkomsten door het beleggen van de in het fonds beschikbare middelen. De beleggingen worden uitgezet op basis van het beleggingsstatuut van het fonds, dat is opgesteld met inachtneming van de Wet financiering decentrale overheden (Fido). Samenvatting van de Begroting 2014 Hieronder worden een aantal highlights uit de onderliggende begroting 2014 kort samengevat. De begroting 2014 en de tarieventabel 2014 zijn de eerste begroting en tarieventabel na de aanpassing van de rekenrente in Een aanpassing die is ingegeven door een uitgevoerde Asset Liability Management (ALM-) studie. De aanpassing betreft een verlaging van de rekenrente van 5,1 % naar 3,99 %. De verlaging van de rekenrente heeft (cp.) tot gevolg gehad dat de doelvermogens zijn gestegen. De aangepaste doelvermogens hebben mede geleid tot de, in de tarieventabel opgenomen, heffingen Naar verwachting zal binnenkort een sluitingsverklaring voor stortplaats Baggerdepot Hoge Bergse Bos (HBB) worden afgegeven. De overdracht van Baggerdepot HBB aan de provincie vindt hierdoor plaats in Vanwege het aangepaste nazorgplan Derde Menwerdehaven vindt begin 2014 restitutie plaats van het overschot aan opgebouwd doelvermogen ( bedrag 6,0 min).

6 In de begroting zijn tabellen opgenomen voor het begrotingstotaal in de meerjarenbegroting, de meerjarige begroting van de nazorguitgaven en de liquiditeitsprognose. De begroting en de meerjarenbegroting zijn voorzien van een toelichting.

7 Uitgangspunten voor de fondsbegroting en de tarieventabel Rekenrente In 2013 is een ALM-studie uitgevoerd. Hierbij is, naast de rendementsvisie, gekeken naar de huidige beleggingsmix (verhouding in de beleggingsportefeuille van vastrentende waarden en marktwaarden). Op grond van de uitkomsten hiervan is besloten de zgn. beleggingsmix (de verhouding tussen vastrentendeen marktwaarden) te handhaven op 90% respectievelijk 10%. Daarb j is besloten de rekenrente te wijzigen van 5,1% naar 3,99%. Nazorgplannen Het nazorgplan, op basis waarvan een doelvermogen wordt opgebouwd, wordt in beginsel eens in de vijf jaar geactualiseerd. De nazorgplannen van C2-Deponie, Van Gansewinkel Maasvlakte (VGM, voorheen VenA/erking Bedrijfsafvalstoffen Maasvlakte; VBM) en Derde Merwedehaven zijn in 2013 geactualiseerd en goedgekeurd door GS. De doelvermogens van Baggerdepot HBB en Crayestein-West zijn nog gebaseerd op oudere nazorgplannen. De actualisatie van het nazorgplan en/of de aanpassing van het ove'drachtsmoment aan de provincie kan leiden tot een ander doelvermogen. De finale nazorgplannen worden kort voor de overdracht aan de provincie opgesteld nadat de eindinspectie gereed is en alle geconstateerde gebreken zijn verholpen. Doelvermogens na sluitingsverklaring Als een sluitingsverklaring voor een stortplaats wordt afgegeven, wordt het doelvermogen voor die stortplaats binnen het fonds nazorg overgeheveld van de voorziening open stortplaatsen naar de voorziening gesloten stortplaatsen. Heffingen tarieventabel Voor zover in de (meerjaren)raming nog heffingen worden opgenomen, worden deze berekend op basis van de rekenrente die wordt verondersteld voor de berekening van de doelvermogens en de groei van het fondsvermogen. Voor het restitueren van een eventueel overschot aan opgebouwd doelvermogen wordt uitgegaan van de regels in de toelichting op artikel 6 van de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid- Holland. Restitutie vindt plaats op basis van een doelvermogen dat gebaseerd is op een door GS- goedgekeurd nazorgplan; als het doelvermogen is bereikt; als de opgelegde aanslagen nazorgheffing zijn voldaan; - als het overschot groter is dan 5% van het in de laatste tarieventabel vastgestelde doelvermogen.

8 Beheer van het nazorgfonds Het vermogen van het fonds wordt belegd in vastrentende waarden en in zakelijke waarden. De vastrentende waarden bestaan uit een deelname in het APG-IS Rentefonds Europa 1-3en het APG-IS Rentefonds Europa 4-7. De zakelijke waarden bestaan uit een inleg in het Triodos Sustainable Equity Fund, Daarnaast wordt een rekening-courant faciliteit aangehouden bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De karakteristieken van de producten waarin door het fonds wordt geparticipeerd, voldoen aan de bepalingen van de Wet Fido en het beleggingsstatuut. Het huidige beleggingsstatuut trad in werking op 1 november 2010 op basis van een door GS in september 2010 genomen besluit. Het beleggingsresultaat van het fonds wordt aan de individuele stortplaatsen toebedeeld naar verhouding van de omvang volgens de laatste vastgestelde jaarrekening.

9 Begroting van baten en lasten voor het jaar 2014 van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland (bedragen x 1.000) Lasten Begroting 2012 Begroting 2013 Begroting 2014 Baten Begroting 2012 Begroting 2013 Begroting Beheerskosten Heffingen Storting in de voorziening open stortplaatsen Beleggingsresultaten Storting in de voorziening gesloten stortplaatsen Onttrekking aan voorziening gesloten stortplaatsen Kosten uitvoering nazorg gesl stortpl Onttrekking aan de voorziening open stortplaatsen Restitutie heffing Totaal lasten Totaal baten

10 Toelichting op de Begroting 2014 LASTEN 1. Beheerskosten Deze post omvat de administratie- en accountantskosten en kosten van het vermogensbeheer. 2. Storting in de voorziening open stortplaatsen Het voorspelde beleggingsresultaat geeft in 2014 een storting in deze voorziening van 1,4 min. Verder worden in deze voorziening de opgelegde heffingen gestort met een totaalbedrag van 4,8 min. In totaal vindt een storting plaats van 6.2 min. 3. Storting in de voorziening gesloten stortplaatsen Het voorspelde beleggingsresultaat geeft in 2014 een storting in deze voorziening van 0,5 min. Aan deze voorziening wordt een bedrag van 0.9 min toegevoegd door overheveling van het doelvermogen van de stortplaats Baggerdepot HBB uit de voorziening open stortplaatsen. In totaal vindt een storting plaats van 1,4 min. 4. Kosten uitvoering nazorg De voor 2014 geraamde kosten voer de uitvoering van nazorgactiviteiten zijn gebaseerd op de door GS vastgestelde nazorgplannen voor de locaties en hebben betrekking op het toezichtsapparaat, schouwen, onderhoud en vervanging. Zie ook bijlage 1 Meerjarenbegroting voor van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland. 5. Restitutie heffing Naar vena/achting vindt een restitutie plaats van het overschot aan opgebouwd doelvermogen (bedrag 6,0 min) aan de exploitant van Derde Merwedehaven in BATEN 6. Opbrengst heffingen In 2014 worden 4,8 min aan heffingen opgelegd. 7. Beleggingsresultaten De raming is gebaseerd op het voor 2014 veronderstelde beleggingsrendement / rekenrente van 3,99 %. 8. Onttrekking aan de voorziening gesloten stortplaatsen De kosten voor de uitvoering van nazorg na sluiting van een stortplaats worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening gebracht. 9. Onttrekking aan de voorziening open stortplaatsen In 2014 wordt een bedrag ad 6,9 min onttrokken door de venwachte sluiting van de stortplaats Baggerdepot HBB ( 0,9 min) en een terugbetaling aan de exploitant van Derde Merwedehaven ( 6,0 min) als gevolg van het indienen van een herzien nazorgplan.

11 De ontwerp-tarieventabel 2014 De ontwerp-tarieventabel voor 2014 is als volgt: Locatie Aanvang nazorg Storten beëindigd? (J/N) Te bereiken doelvermogen (in 1.000) Heffing 2014 (in 1.000) 1. C2-Deponie 2015 J Crayestein-West 2019 J Baggerdepot HBB 2014 J VGM (voorheen VBM) 2043 N (2018) Derde Merwedehaven 2023 J Toelichting Tarieventabel 2014 Algemeen In het verleden werd bij het bepalen van de op te leggen heffing rekening gehouden met de looptijd van de WM-vergunning die gekoppeld was met het einde van de stort-exploitatie. Met het vervangen van de WMvergunning door een omgevingsvergunning is de looptijd van de vergunning oneindig geworden. Bij de berekening van de op te leggen heffing blijft het uitgangspunt echter van toepassing. De heffingen zijn gerelateerd aan de periode waarin feitelijke stort-exploitatie (het storten van afval) van de stortlocatie plaatsvindt. Na beëindiging van de stort-exploitatie moet het vermogen in het fonds dermate groot zijn dat de jaarlijkse toevoeging van het rendement aan het vermogen, tot het moment aanvang nazorg, voldoende is om het uiteindelijk doelvermogen te realiseren. Doelvermogen Doelvermogen Doelvermogen Begroting 2013 Jaarrekening 2012 Begroting 2014 (in 1.000) (in 1.000) (in 1.000) Rekenrente 5,1% Rekenrente 3,99% Rekenrente 3.99% 1. C2-Deponie Crayestein-West Baggerdepot HBB VGM (voorheen VBM) Derde MenA/edehaven In bovenstaand overzicht zijn de doelvermogens bij resp. begroting 2013, jaarrekening 2012 en begroting 2014 opgenomen. De verschillen tussen de begroting 2013 en de jaarrekening 2012 worden veroorzaakt door de verlaging van de rekenrente van 5.1% naar 3,99%. De verschillen tussen de jaarrekening 2012 en de begroting 2014 worden veroorzaakt door aanpassing van het moment van aanvang nazorg of aanpassing van het nazorgplan. In onderstaande toelichting per stortplaats wordt daar op ingegaan 11

12 De doelvermogens bij begroting 2014 zijn berekend op basis van een bruto-rendement van 3.99% en een inflatie van 2%. C2-deponie De aanvang van de nazorg is verschoven van 2013 naar Een van de belangrijkste redenen hiervoor is dat een grondwatersanering aan de rand van de stortplaats nog niet is afgerond. Dit is een voorwaarde voor de afgifte van een sluitingsverklaring door GS. Het doelvermogen is gebaseerd op het in 2013 ingediende nazorgplan en de hierover door GS afgegeven beschikking. Het doelvermogen bij begroting 2014 is, ten opzichte van het doelvermogen bij jaarrekening 2012, met 1.4 min toegenomen. Deze toename kan voor 1.2 min worden verklaard uit aanpassing van het nazorgplan en voor 0.2 min uit de wijziging van datum aanvang nazorg. Cravestein-west De afdichting van de stortplaats is in 2013 afgerond. De aanvang van de nazorg is verschoven van 2014 naar De reden voor deze gewijzigde planning is de aanpassing van de rekenrente. De exploitant stelt in 2013 een nieuw nazorgplan op maar zal dit in verband met de rekenrentediscussie niet op korte termijn ter goedkeuring indienen. Tot de overdracht laat de exploitant de pre-nazorgactiviteiten in eigen beheer uitvoeren. Het doelvermogen bij begroting 2014 is, ten opzichte van het doelvermogen bij jaarrekening 2012, met 0,9 min toegenomen. Deze toename kan volledig worden verklaard uit de wijziging van datum aanvang nazorg. Baggerdepot HBB Door het recreatieschap Rottemeren wordt de mogelijkheid onderzocht om naast de baggerstort ook de omliggende puinstort aan de provincie over le dragen. Besluitvorming hierover wordt in 2013 ven\'acht. In 2013 wordt naar vena/achting het nazorgplan ter goedkeuring ingediend. Afhankelijk van de besluitvorming bij het recreatieschap en de besluitvorming hiervoor bij de provincie kan het baggerdepot en eventueel de puinstort in 2014 worden overgedragen. VGM De stortplaats VGM (voorheen VBM) is de enige stortplaats in Zuid-Holland waar nog afval wordt gestort. In verband met de rekenrentediscussie is de aanvang van de nazorg verschoven van 2022 naar Het doelvermogen is gebaseerd op het in 2013 ingediende nazorgplan en de hierover door GS afgegeven beschikking. Het doelvermogen bij begroting 2014 is, ten opzichte van het doelvermogen bij jaarrekening 2012, met 5.1 min toegenomen. Deze toename kan voor -0,5 min worden verklaard uit aanpassing van het nazorgplan en voor 5.6 min uit de wijziging van datum aanvang nazorg. Derde Merwedehaven De slortactiviteiten op de stortplaats Derde Merwedehaven zijn op 1 januari 2013 beëindigd. De afdichting wordt in 2021 aangebracht waarna de overdracht per 1 januari 2023 plaats zal vinden. Het doelvermogen is gebaseerd op het in 2013 ingediende nazorgplan en de hierover door GS afgegeven beschikking. Het doelvermogen bij begroting 2014 is. ten opzichte van het doelvermogen bij jaarrekening 2012, met 28.4 min afgenomen. Deze afname kan volledig worden verklaard uit aanpassing van het nazorgplan. 12

13 Meerjarenbegroting van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland (bedragen x 1.000) Lasten Beheerskosten lü Storting in vz. open stortpin Storting in vz. gesl. stortpin Kosten uitvoering nazorg restitutie heffing Totaal lasten Baten 6. Heffingen Beleggingsresultaten Onttrekking vz. gesl. stortpin Onttrekking vz open stortpin Totaal baten

14 Toelichting op de Meerjarenbegroting Algemene opmerking De fondsverordening schrijft voor dat ramingen worden gemaakt voor ten minste 10 jaren na het begrotingsjaar. LASTEN 1. Beheerskosten Voor de beheerskosten is aangenomen dat er een inflatiecorrectie plaatsvindt van 2% per jaar. 2. Storting in de voorziening open stortplaatsen De stortingen vinden hun oorsprong in de toevoegingen uit het behaalde rendement en de opgelegde nazorgheffingen. 3. Storting in de voorziening gesloten stortplaatsen De stortingen vinden hun oorsprong enerzijds in de toevoegingen uit het behaalde rendement, anderzijds uit de onttrekkingen aan de voorziening open stortplaatsen bij eind afrekening. 4. Kosten uitvoering nazorg Voor de kosten van de nazorg is uitgegaan van de voor de betreffende locatie vastgestelde nazorgplannen waarbij rekening wordt gehouden met een jaarlijkse inflatie van 2%. 5. Restituties Naar de huidige inzichten zullen geen restituties plaatsvinden. BATEN 6. Heffingen De opbouw van de doelvermogens in het fonds verloopt volgens de huidige rendementsveronderstelling. Wijzigingen in de sluitingstermijnen kunnen aanleiding geven tot verandering in de ramingen. 7. Beleggingsresultaten De ramingen zijn gebaseerd op het veronderstelde beleggingsrendement / rekenrente. 8. Onttrekking aan de voorziening gesloten stortplaatsen De kosten voor de uitvoering van nazorg na sluiting van een stortplaats en de beheerskosten worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening gebracht. 9. Onttrekking aan de voorziening open stortplaatsen De onttrekkingen, in verband met de vena/achte eindafrekening van een open stortplaats, zullen worden gestort in de voorziening gesloten stortplaatsen. 14

15 Bijlage 1 Meerjarenbegroting voor van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland (bedragen x 1.000) Stortplaats DOP-Noordzeeweg Braassemenneer DOP-NOAP Woudhoek Crayestein-West ' Baggerstort HBB C2-deponie Derde Merwedehaven VGM ( voorheen VBM) Totaal Toelichting: In deze begroting zijn alle voorzienbare nazorgkosten opgenomen voor 2014 en de 10 daaropvolgende jaren. De te verrichten activiteiten zijn gebaseerd op door GS goedgekeurde nazorgplannen. Er wordt rekening gehouden met een jaarlijkse inflatie van 2% De bedragen zijn exclusief BTW geraamd. De bedragen per jaar kunnen a.g.v. de onderhouds- en vervangingsschema's van jaar tot jaar sterk afwijken. 15

16 Bijlage 2 Liquiditeitsprognose voor van het provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland (bedragen x 1.000) Inkomsten Beleggingsresultaat Heffingen Totaal Uitgaven 3. Beheerskosten Kosten uitvoering nazorg gesloten stortplaatsen Restitutie heffingen Totaal Saldo inkomsten en uitgaven Fondsvermogen (aanvang jaar)