Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Op Stoom!

Vergelijkbare documenten
Tijdvak van burgers en stoommachines ( ) / 19 e eeuw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Gilde: Samenwerking van Meester Gezellen (ambachtsman met opleiding) Tien leerlingen Evt. vrouw en kinderen.

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving.

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

bepaalde groep. In de negentiende eeuw waren dat arbeiders, vrouwen en confessionelen.

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis H3

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

Kenmerkende Aspecten: 1.De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

Samenvatting Geschiedenis Module 1: Industriele revolutie

Tijd van burgers en stoommachines De Industriële Revolutie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Kenmerkend aspect 31: de Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving

van de gemeenschap wil brengen. Hoofddoel is het realiseren van een klasseloze samenleving waarin iedereen volledig gelijk is.

5,4. Politiek. Wat is democratie? Aanvullende kenmerken van een parlementaire democratie. Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Examenopgaven VMBO-KB 2003

S.O. 2 Tijdvak I AVONDMAVO

Samenvatting Geschiedenis Hfd. 8

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, 7 en 8

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het afschaffen van de kinderarbeid in Nederland?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

7,3. Samenvatting door een scholier 4078 woorden 22 februari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Democratie en ismen; begrippen blijven, hun inhoud verandert

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

A. Kuyper

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

heel veel was er nodig.

GS Tijd van burgers en stoommachines

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Tijd van pruiken en revoluties

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Aantekening Geschiedenis Industrialisering

Het nieuwe eindexamen geschiedenis

Geschiedenis Samenvatting H8

-5 $ -5 $ +5 $ -5 $ Loonsverhoging: De werknemers in jouw fabriek zijn blij omdat ze loonsverhoging krijgen.

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1)

Examenprogramma geschiedenis havo

De 1 e Wereldoorlog. inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn ( ) + vlootwet (1898)

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Samenvatting Economie H 6

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

1. Verdeel de klas in 8 groepen van 3 à 4 leerlingen. 3 liberalen, 3 confessionelen en 2 socialisten.

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

Samenvatting Geschiedenis H1, 1.1 tm H2, 2.3 tm 2.4

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

Naam:.. Fotokopie begrippen

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Marx, Engels en de Industriële Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Transcriptie:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, Op Sto! Samenvatting door een scholier 2098 woorden 22 oktober 2009 7 66 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Samenvatting geschiedenis SE-1: H8: Op Sto Tijdvak: Tijd van burgers en Stomachines (1800-1900) Periode: Moderne Tijd 8.0 Oriëntatie Waar wordt het tijdvak zo genoemd? Burgers: Omdat voor het eerst in veel landen de burgers meer macht kregen, en stomachines dat die ervoor zorgden dat er meer goederen geproduceerd konden worden. Na de Franse Revolutie kregen burgers steeds meer macht, al was het in het begin alleen het rijkste gedeelte. In deze periode werd continu gediscussieerd over de definitie van burgers, zijn dat alleen de rijken? Deze discussies leidden uiteindelijk tot een steeds groter wordende groep van burgerij. Kenmerken van dit tijdvak: De Industriële Revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving. Het Modern imperialisme hield verband met de industrialisatie Discussies over de Sociale Kwestie Opkst van politiek- maatschappelijke stringen Voortschrijdende democratisering, voor zowel mannen als vrouwen Opkst van emancipatiebewegingen Confessionalisme: Ideologie die stelt dat de politiek op religieuze grondslagen gebaseerd moet zijn. Democratisering: Streven naar meer inspraak: steeds meer groeperingen krijgen invloed op het bestuur en politiek. Emancipatie- beweging: Maatschappelijke groepering die ijvert voor gelijkberechtiging op een bepaald gebied. Imperialisme: Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen vergroten bijvoorbeeld door er handelsposten te vestigen of invloed uit te oefenen op het lokale bestuur. Modern Imperialisme: Fase van het imperialisme (vanaf ongeveer 1850) waarbij Europeanen steeds meer overzeese gebieden veroveren en tot kolonies maken. Sociale kwestie: In de 19e eeuw leefden veel arbeiders in miserabele standigheden. De welgestelde mensen die voor hen opnamen, betitelde dit als de Sociale Kwestie 8.1 De Industriële Revolutie In de 18e eeuw kwam de Industriële Revolutie opgang, huisnijverheid maakte plaats voor fabriekswerk. Dat kwam allemaal dat de bevolking groeide, en er veranderingen plaatsvonden in de landbouw. Veel Pagina 1 van 5

mensen kwamen zonder baan, en die banen werden gevonden in nieuwe fabrieken. Op welke wijze droegen veranderingen in de productiemethoden bij aan het ontstaan van een industriële en stedelijke samenleving? Veranderingen in de landbouw: In Engeland steeds de arbeidsproductiviteit fors. Er waren minder arbeiders nodig, die nu zonder baan zaten. Maar de voedselproductie groeide wel, waardoor de gezondheid beter werd, en de bevolking steeg. Uitvindingen: Uitvindingen op volgorde van oud naar nieuw; - Flying Shuttle: (uitgevonden door: John Kay) Hierdoor konden de wevers sneller werken, eerst waren er acht spinners nodig 1 wever te laten werken. - Spinning Jenny: (uitgevonden door James Hargreaves): Hierdoor kon een spinner 8 draden tegelijk spinnen. - Waterframe: (Uitgevonden door Richard Arkwight). Met deze uitvinding kwam er een einde aan de huisnijverheid. De spinmachine werd aangedreven door een waterrad. - Mill: (uitgevonden door Edmund Cartwight) Hier werden meerdere spinmachines in 1 gebouw geplaatst, die allemaal werden aangedreven door 1 waterrad. Fabrieken: Eerst werden fabrieken geplaatst op het land, in de buurt van water dat het waterframe moest worden aangedreven. James Watt verbeterde de stomachine, en zo konden fabrieken overal worden geplaatst: midden in de stad. Industrialisatie zet door: Vanaf het laatste kwart van de 18e eeuw, zette de industriële revolutie door. Een nieuwe samenleving:engeland was het eerste land dat definitief overging op een industriële samenleving. Het importeerde veel, en was een tijdje oppermachtig. In 1851 was er een Great Exhibition in Chrystal Palace. Britse exposanten toonden hun industriële producten en technologische vondsten. Mensen waren verbluft. 8.2 Het modern imperialisme West- Europese landen gingen op een gegeven ment zoveel produceren, dat er geen afzetmarkt meer voor was. Er ontstond ook tekort aan grondstoffen. West- Europese landen lieten hun oog vallen op Afrika en Azië, die konden grondstoffen leveren en dienen als afzetmarkt.. Ze werden ingelijfd als kolonie. Welke motieven speelden een rol bij het modern imperialisme? Grondstoffen: Er was steeds meer ruwe katoen nodig, maar dat niet alleen. Ook andere grondstoffen zoals rubber, olie en jute waren nodig. Europese landen haalden deze grondstoffen uit Afrika en Azië. Europese landen proberen al vanaf de tijd van de ontdekkingsreizigers hun macht te vergoten in de rest van de wereld. Dit wordt imperialisme genoemd. Maar vanaf 1850 werden ook landen als kolonie ingelijfd. Het lokale bestuur werd echt overheerst. Afzetgebieden: Niet alleen voor grondstoffen ging Engeland Afrikaanse en Aziatische landen veroveren. Die landen konden ook dienen als afzetmarkten voor hun producten. Eerst konden ze die producten nog kwijt in andere Europese landen en de VS, maar toen daar ook de industriële revolutie doorzette, konden ze daar hun producten niet meer kwijt. Ook de andere Europese landen gingen kolonies veroveren, wat ook wel een Wedloop of Afrika genoemd werd. Dit wordt het modern imperialisme genoemd ipv- het kolonialisme. Macht: Nog een reden landen te overheersen, was macht. Europese landen wilden niet van elkaar onder doen, want hoe meer koloniën je had, kon je op het wereldtoneel van grote betekenis zijn. Vooral de Fransen wilden hun status terug nadat ze verpletterd waren door de Pruisen (1870-1871). Engeland werkte Pagina 2 van 5

vooral aan een Noord- Zuid lijn (Cairo- Kaapstad) en Frankrijk aan een west- oost lijn (Atlantische oceaan- Indische oceaan). Op het punt waar deze kruisten, kwam het bijna tot een oorlog. Het wantrouwen tussen de Europese staten groeide. Dit speelde dan ook beslist een rol bij het uitbreken van WO I in 1914. 8.3 De Sociale Kwestie In het begin van de industriële revolutie waren arbeidsstandigheden slecht. Er waren meer arbeiders dan werk, en fabrikanten maakten hier misbruik van. Ze schreven lange werkdagen, lage lonen etc. Pas toen artsen problemen naar buiten brachten, kwam de Sociale Kwestie op gang. Waar werden tijdens de Industriële Revolutie de sociale problemen groter en op welke wijze werd een begint gemaakt met de oplossing ervan? Ongestuurde urbanisatie: De bevolking groeide sterk en er moesten in korte tijd veel huizen worden gebouwd. Alleen was er geen geld, kennis en tijd goede huizen te bouwen. Al snel hadden krottenwijken de overhand. De macht van de fabrieksbel: Ook de standigheden in de fabrieken was slecht. Het was een onveilige en ongezonde geving. Er waren nog geen eeuwenoude gewoonten op terug te vallen. De wil van de fabrikant werd absolute wet. Een dag begon met een bel en eindigde met een bel. Eerder mocht er niet gestopt worden. De schuld van de machine: De fabrikanten hadden maar 1doel: een zo hoog mogelijke winst. Arbeiders moesten lang werken tegen een laag loon. De arbeiders gingen nog niet in protest. Ss sloegen zij alleen machines kapot. Ze dachten dat hun slechte positie te danken was aan de machine. Factory Acts: Met de Factory Acts (1833) kwam er begin met het verbeteren van de arbeidsstandigheden. Steeds meer mensen vonden toch wel dat de arbeidsstandigheden beter moesten worden. Een paar voorbeelden van Factory Acts: - Arbeid van kinderen tot 9 jaar werd verboden, 9 t/m 12 mochten nog maar 9 uur p/d werken, voor iedereen beneden van 18 was nachtarbeid verboden. Een inspectiedienst controleerde de naleving, maar voor heel Noord- Engeland was één inspecteur. Een bezoek werd ruim van te voren aangekondigd, en de exacte leeftijd van een kind was niet bekend. 8.4 Liberalisme en Socialisme Socialisme: De arbeiders voelden zich hier toe aangetrokken. Het socialisme streeft naar gelijkheid voor alle burgers. Arbeiders wilden meer geld verdienen. Hun wapen was staken. Liberalisme: De burgerij en fabrikanten voelden zich meer aangetrokken tot het liberalisme. Het liberalisme streeft naar vrijheid voor individu op staatkundig en econisch gebied. Hun wapen was ontslag. Onder invloed van welke maatschappelijke ontwikkelingen ontstonden liberalisme en socialisme? Gezond eigenbelang: Er leefden veel mensen op het bestaansminimum. Geleerden vroegen zich af waardoor het probleem was veroorzaakt, en wat de beste oplossing was. Het individu centraal: Bij het liberalisme staat het vrije, ondernemende individu centraal. - Econisch gebied: De staat moet zich zo min mogelijk met de econie bemoeien. Ieder mens moet zichzelf hoog werken. - Politiek gebied: Het absolutisme werd verwerpen. Iedereen moest voor de wet gelijk zijn, en ze hechten veel waarden aan het parlementaire stelsel. - Intellectueel gebied: Strijdt tegen godsdienstig fanatisme en censuur. Iedereen moest zijn eigen opvattingen kunnen ontwikkelen en uitdragen. Revolutiejaar 1848: Na de val van Napoleon besloten staten de staat weer almachtig was. Tot 1848 verliep dat redelijk maar toen kwamen burgers, arbeiders, liberalen en nationalisten in opstand. De Pagina 3 van 5

liberalen trokken aan het langste eind. Hun eisen werden vastgelegd in een grondwet. De klassenloze samenleving van Marx: In 1848 verscheen er een boek dat richting aangaf richting een nieuwe politieke string: Het Socialisme. Karl Marx en Friedrich Engels waren de schrijvers ervan. Karl Marx was tot de conclusie geken dat er altijd klassenverschillen zijn geweest. Hij dacht dat de arme klasse in opstand zou ken. De armen zouden de opstand winnen en aan de macht ken, en daarna voorspelde hij een zorgeloze samenleving: het paradijs op aarde. Ruzie over de route: Smigen gingen twijfelen of Marx wel gelijk had gehad. De cmunisten geloofden nog van wel, maar anderen wilden de klassenloze samenleving via een andere route bereiken: stap voor stap ipv via een revolutie. Dit werden later de sociaal- democraten genoemd. Aan het eind van de 19e eeuw van deze groep groter dan die van de cmunisten. 8.5 Emancipatiebewegingen In de tweede helft van 19e eeuw kwamen emancipatiebewegingen op gang: van arbeiders, vrouwen en confessionelen. Op welke wijze streefden confessionelen en vrouwen naar een uitbreiding van hun rechten? Burgerlijk beschavingsoffensief: De leef en werkstandigheden waren aan het begin van de Industriële Revolutie slecht. Langzaam kwam daar verandering in, door de arbeiders zelf maar ook de burgerij. Ze wilden de arbeiders meer betrekken in de maatschappij, door middel van het beschavingsoffensief: - Beter onderwijs voor arbeidskinderen, opening van bibliotheken. - Sociale woningbouw (Geen krotten meer) - Tegengaan van plat vermaak zoals de kermis. IPV daarvan georganiseerde feesten. - Drankmisbruik en prostitutie tegengaan. Opkst van het feminisme: In de tweede helft van de 19e eeuw kwam er een beweging op die opkwam voor de rechten van vrouwen: het feminisme. Ze wilden vooral kiesrecht krijgen, zodat zij invloed konden uitoefenen op de inhoud van de wetten. Hiervoor waren mannen en vrouwen ongelijk. Openbaar of bijzonder onderwijs? De onderwijskwestie, beter bekend als de schoolstrijd werd pas in 1917 definitief geregeld. Liberalen wilden een scheiding van kerk en staat. Kinderen moesten op school niet volgens de katholieke of protestante leer worden opgevoed. Het onderwijs moest openbaar zijn. De confessionelen (katholieken en protestanten) wilden dit niet. Ze waren voor het eerst verenigd want ze hadden dezelfde belangen. Wat zij wilden was, een gelijke financiering van onderwijs. Openbare en katholieke scholen moesten hetzelfde krijgen. 8.6 Democratisering van de politiek Veel mensen wilden meer inspraak van Het Volk in de politiek. Alleen was de vraag: Wie behoorde bij het volk? In de 19e eeuw voerden groepen voortdurend strijd, dat zij meer invloed wilden op het bestuur. Dit proces het democratisering. U Op welke wijze werd dankzij de strijd voor uitbreiding van het kiesrecht de politiek gedemocratiseerd? Naar een ander kiesstelsel: In Engeland was het allang zo dat elke hervorming van wetgeving door het parlement moest worden goedgekeurd. Dat parlement was verdeeld in Hogerhuis en Lagerhuis. Elk district kon 2 afgevaardigden sturen naar het Lagerhuis, ongeacht het inwoner aantal. Fabrikanten wilden daar een verandering van het kiesstelsel, zodat zij meer invloed konden uitoefenen. Later verenigden zij zich met de arbeiders en de nieuwe middenklasse. Na enkele mislukte pogingen werd uiteindelijk toch in 1832 de Reform Bill aangenen: een wet tot hervorming van het kiesrecht. Er kwamen zetels vrij die werden toegewezen aan industriesteden en de minimumeisen voor kiesrecht in aanmerking te ken, Pagina 4 van 5

verlaagd. De Charisten: Deze groep wilde nog meer hervormingen. Willam Lovett had in 1838 een politiek programma ontworpen wat bestond uit zes eisen: (1) Invoering van algemeen (mannen) kiesrecht, (2) Jaarlijkse verkiezingen, (3) uitbreiding passief kiesrecht: ook armere mensen in her parlement, (4) loon voor parlementsleden, (5) geheime verkiezingen en (6) nieuwe indeling districten. Na 1848 verdwenen pas later. Veel later werden deze eisen opgenen, behalve het jaarlijks kiesrecht. Politiek taboe: Liberalen wilden hun invloed in het parlement niet delen met andere groepen. Arbeiders en vrouwen wilden ook stemrecht. Mannelijke arbeiders kregen uiteindelijk wel stemrecht. In 1918 kregen vrouwen kiesrecht in Engeland, vanaf 30 jaar. Bij mannen was dit 21. In Nederland kregen mannen in 1917 kiesrecht en vrouwen in 1919. Pagina 5 van 5