Regionaal ziekenhuis, mammapoli BEHANDELPROTOCOL BEWEGINGSBEPERKING Joasia de Bruijne Geesje Dam Jessy Dullemond Louise Fransen Bernice Havermans Safrina Jakoeb Margo Langendoen Suzana Pohlod 1 november 2013 Onderzoek naar de meest optimale behandeling van bewegingsbeperking in de nazorg van een patiënt die een jaar geleden de behandeling van borstkanker heeft afgerond. Uitgevoerd door de mammapoli van een regionaal ziekenhuis.
Inhoudsopgave Inleiding... 3 Juridische betekenis van een protocol... 3 Doelgroep... 3 Organisatie... 4 Bewegingsbeperking... 5 Stroomschema... 7 2
Inleiding Dit protocol beschrijft de behandeling van verschillende disciplines bij bewegingsbeperking die een jaar nadat de patiënt de behandeling van borstkanker heeft afgerond is ontstaan. Dit behandelprotocol is opgezet om een zo optimaal mogelijke behandeling te geven. Juridische betekenis van een protocol Protocollen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op wetenschappelijke onderzoeksresultaten en klinische deskundigheid gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien de aanbevelingen hoofdzakelijk zijn gebaseerd op de gemiddelde patiënt, moeten zorgverleners op basis van hun professionele autonomie afwijken van het protocol als de situatie van de patiënt dat vereist. Wanneer de therapeut van het protocol afwijkt, dient hij dit te beargumenteren en te documenteren. Doelgroep Om dit behandelprotocol te kunnen gebruiken, moet de patiënt tot de doelgroep behoren die bij dit behandelprotocol is gevormd. Dit behandelprotocol is van toepassing wanneer de patiënt: - Een vrouw is tussen de 25 en 60 jaar; - Er één of twee borsten geamputeerd zijn; - Er op zijn minst één okselklierdissectie is gedaan; - Door de okselklierdissectie er lymfoedeem is ontstaan wat vervolgens klachten van bewegingsbeperking met zich meebrengt. Een vrouw die in deze doelgroep valt en naast een bewegingsbeperking nog andere klachten heeft, kan ook behandeld worden aan de hand van dit behandelprotocol. Degenen die uitgesloten worden van dit behandelprotocol zijn: - Mannen; - Vrouwen onder de 25; - Vrouwen boven de 60; - Vrouwen binnen de leeftijdscategorie maar zonder geamputeerde borst(en); - Vrouwen binnen de leeftijdscategorie maar zonder okselklierdissectie; - En vrouwen die binnen de leeftijdscategorie vallen en een okselklierdissectie hebben gehad maar geen bewegingsbeperking hebben. 3
Organisatie 4
Doelstelling Het doel van ons behandelprotocol is het verbeteren van de kwaliteit van het leven van de patiënten die vallen onder onze doelgroep (vrouwen tussen de 25 en 60 die borstkanker hebben gehad), en die last hebben van de volgende deelproblemen: - Hormoonbijwerkingen - Bewegingsbeperking - Verstoord zelfbeeld Het verbeteren van de kwaliteit van het leven willen wij bereiken door het verbeteren van de nazorg. Het behandelprotocol geeft een duidelijk beeld aan de patiënt welke stappen er mogelijk zijn bij de nazorg van de deelproblemen. Dit zorgt er voor dat de patiënt niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd, of dat er juist behandelingen wegvallen. 5
Bewegingsbeperking Een veel voorkomende bijwerking van bijvoorbeeld chemotherapie is bewegingsbeperking. Spanningsklachten, stijfheid van gewrichten en spieren, spierzwakte, conditieverlies en vermoeidheid kunnen optreden na het krijgen van chemotherapie. Het kan ook voorkomen dat bijvoorbeeld door het verwijderen van lymfe in de oksel je je arm niet meer goed kunt bewegen of optillen. Hierdoor kan bijvoorbeeld ook oedeem in de arm ontstaan. Door het verkeerd bewegen of een verkeerde houding aannemen kunnen er nog veel meer problemen ontstaan zoals bijvoorbeeld rugpijn, nekpijn of stijfheid. Ook het last hebben van littekens komt vaak voor na de operatie wat er ook voor kan zorgen dat er bewegingsbeperking ontstaat. Protocol: Patiënt X komt op de halfjaarlijkse nacontrole bij de mammacare-verpleegkundige en de oncoloog op de mammapoli. Wanneer er uit het gesprek blijkt dat mevrouw last heeft van één van de bovengenoemde klachten die kunnen leiden tot bewegingsbeperking, kunnen de mammacareverpleegkundige en de oncoloog naar aanleiding hiervan samen de diagnose bewegingsbeperking vaststellen. Als de diagnose bewegingsbeperking eenmaal is gesteld voor patiënt X, worden alle disciplines (revalidatiearts, fysiotherapeut, maatschappelijk werker, huidtherapeut, psycholoog, diëtiste, mammacare-verpleegkundige en oncoloog) bij elkaar geroepen voor een multidisciplinair overleg. Hierin wordt bepaald wie welke zorg kan bieden om de zelfredzaamheid van patiënt X weer zo optimaal mogelijk te krijgen. De oncoloog, mammacare-verpleegkundige en de revalidatiearts voeren na dit gezamenlijke MDO samen nog een MDO om de behandeling uit te werken; wie behandelt eerst, hoe vaak wordt er behandeld, hoe lang gaat de behandeling duren? Naar aanleiding hiervan kan de behandeling voor patiënt X worden gestart. De mammacare-verpleegkundige koppelt alle informatie terug aan patiënt X. Als de disciplines maatschappelijk werker, psycholoog, huidtherapeut, fysiotherapeut of diëtist meewerken aan deze behandeling, moet hun informatie worden teruggekoppeld aan de revalidatiearts. De revalidatiearts zal naar aanleiding hiervan weer een MDO voeren met de mammacareverpleegkundige en de oncoloog. Hieruit kan worden geëvalueerd of de behandeling voor patiënt X verder moet gaan, of kan worden gestopt. 6
Stroomschema Patiënt Mammacareverpleegkundige Fysiotherapeut Diëtist MDO Huidtherapeut Psycholoog Mammacareverpleegkundige Revalidatiearts Maatschappelijk werker MDO met oncoloog, mammacareverpleegkundige en revalidatiearts. Behandeling Fysiotherapeut Maatschappelijk werker Huidtherapeut Terugkoppeling met oncoloog, mammacare-verpleegkundige en revalidatiearts. Evaluatie 7