Leereenheid 5 vragen 1. Geef een voorbeeld van iets wat je geregeld of gecoördineerd hebt. Denk aan feesten, vakanties, sporttoernooi, schrijf op : - Wat je lastig vond - Wat je leuk vond - Wat je de volgende keer anders zou doen. We hielden bij ons thuis eens een Ibiza feestje omdat we die zomer naar Ibiza op vakantie gingen. Iedereen nam eten en drinken mee in een Ibiza sfeer en iedereen moest ook kleren aan die op dat eiland veel gedragen wordt. - Het lastige eraan vond ik dat je iedereen enthousiast moet maken zodat ze wel komen. - Het leuke eraan vond ik dat mensen die elkaar niet tot niet zo goed kennen toch met elkaar gingen praten. En op een geef moment was iedereen heel gezellig met elkaar. - Wat ik de volgende keer anders zou doen is het later in de avond houden. Als het donker is heeft het toch net iets meer sfeer. 2. Wat is het verschil tussen regelen en coördineren? - Bij regelen gaat het erom dat je ervoor zorgt dat dingen gaan gebeuren. Je regelt de locatie van je evenement. Dit betekent dat je een locatie uitzoekt, kijkt of deze beschikbaar is en afspraken maakt met de verhuurder of eigenaar van de locatie. - Coördineren is het afstemmen van de mensen en de middelen tijdens de organisatie van het evenement. Kort gezegd: wie doet wat en wanneer. Ook twee personen die samen een werk moeten afronden, kunnen de werkverdeling onderling regelen. 3. Noem drie manieren om goed te regelen en te coördineren. - Duidelijk te zijn over je rol en je verwachtingen - Altijd je afspraken na te komen - Goed te plannen en vooraf te bedenken wat er zou kunnen gebeuren. 4. Wat houdt event marketing in? Event marketing is de planning, vormgeving, uitvoering en controle van de events, evenals het inschakelen van de adequate communicatiemiddelen en communicatietechniek, waarmee het geheel van het communicatiebeleid voorziet in het creëren van een belevingsstrategie. 5. Wat is de relatie tussen eventmarketing en de eventmanager. Dat alles goed op rolletjes loopt, en dat mensen het event als een belevenis ervaren. 6. Leg uit wat het begrip accountmanager inhoudt. De accountmanager is de functionaris die verantwoordelijk is voor de vaststelling en uitvoering van het beleid ten behoeve van de accounts. De accountmanager coördineert het beleid en de uitvoering in zijn uitvoering in zijn organisatie met de productmanager, marketingmanager en de andere account- en salesmanagers. 7. Wat zijn stakeholders?
Partij of persoon die op enigerlei wijze belang bij een organisatie heeft, zoals afnemers, publiek, tussenhandel, toeleveranciers, personeel, vakbonden, financiers en overheden. 8. Noem de vier zaken waarvoor een eventmanager verantwoordelijk is. - Planning - Vormgeving - Uitvoering - Controle 9. noem de drie rollen die een eventmanager moet vervullen - conceptontwikkelaar - accountmanager - projectmanager 10. wat houdt de rol van conceptontwikkelaar in? Conceptontwikkeling is de vertaling van de propositie in een creatief idee, bestaande uit thematiek, stijl, toon, woorden en beelden. Het is de globale vaststelling van de boodschap. 11. leg uit waarom een eventmanager ook accountmanager moet zijn. Omdat een eventmanager ook de uitvoering moet regelen. 12. Waarom moet de eventmanager tevens projectmanager zijn? 13. Noem enkele stakeholders van een evenement. 14. Waarom vormen personeel en medewerkers een bijzondere groep stakeholders? 15. Waarom zijn financiers en overheden ook stakeholders bij een evenement? Omdat iedereen wat met elkaar gemeen heeft en iedereen iets wil organiseren. 16. Waarom is het van belang om de omwonenden te tippen als er een evenement word gehouden? Omdat er veel mensen komen en muziek. Dus er zal veel ruis ontstaan en mensen moeten daar wel van afweten. Anders heb je de kans dat er klachten of zelfs politie bij wordt betrokken 17. Noem drie manieren om afspraken na te komen - Maak duidelijk wat jouw ideeën en verwachtingen zijn door deze expliciet uit te spreken naar de andere partij. - Leg de gemaakte afspraken vast in een brief of een e-mail. Dan is voor beide partijen duidelijk wat er precies wordt bedoeld. - Nadat de afspraken zijn vastgelegd, kom je ze ook na. Mocht dat niet lukken, dan licht je de ander op tijd en volledig in. 18. Vul de prioriteitenmatrix in met de volgende woorden :
Dringend/niet dringend/ belangrijk / onbelangrijk / hoogste prioriteit, meteen uitvoeren/ tijd inplannen, niet te lang uitstellen / delegeren of tussendoor doen / geen prioriteit, bewaren voor rustig moment. 19. Wat is een locatie? een locatie is de legging. Bijv. terrein, plaats of plek. 20. Waarom moet je rekening houden met de bereikbaarheid van een locatie. Omdat je rekeing moet houden of iedereen er makkelijk kan komen. Als mensen er niet makkelijk kunnen komen, komen er minder snel mensen en minder veel. 21. Noem vijf locatie soorten. - Congress - Partycentra - Industriële locaties - Kastelen, land- herenhuizen - Schouwburgen en theaters - Buitenlocaties 22. Noem drie voordelen van het inhuren van een catering bedrijf. - Ze zijn goed in staat om een logistiek complex evenement wat eten en drinken betreft in goede banen te leiden. - Ze houden toezicht op de kwaliteit van het eten, bijvoorbeeld door zorg te dragen voor verse producten en professionele koeling. - Ze zorgen voor een goede, professionele bediening van de bezoekers. 23. Noem een nadeel van het in huren van een catering bedrijf. Dat de stijl niet bij jou doelgroep past. 24. Wat betekent de afkorting HACCP. Hazard analysis critical controp points. 25. Wat is een uitkoopsom. Deze bedraagt 15% van de huur van de locatie. 26. Noem drie mogelijkheden om aan voorwerk te doen. - Vraag folder en menukaarten op. - Zoek op internet naar informatie en reviews - Lees artikelen over cateraars op internet of in vakbladen 27. Noem zes dingen waarop je moet letten bij de keuze voor een cateraar. - Hoe ziet de apparatuur eruit? - Heeft het bedrijf voldoende materiaal?
- Werkt het bedrijf volgens HACCP? - Hoe ziet het personeel eruit? - Hoe is de stijl van het catering bedrijf? 28. Wat moet je regelen als je muziek draait in de pauzes? Een vergunning 29. Noem drie zaken die een artiest of spreker nodig zou kunnen hebben Technische zaken, kleding en podiumdecoraties. 30. Hoe pas je het entertainment in je draaiboek in? Je bedenkt precies wie wanneer optreedt, of er pauzes zijn en hoe het evenement afgesloten word. 31. Noem twee voorbeelden van situaties waarvoor je een vergunning moet aanvragen. Denk bijvoorbeeld ook aan het afkopen van auteursrechten als je muziek gaat draaien in de pauzes. Of aan vergunningen voor het gebruik van vuurwerk. 32. Geef vier voorbeelden van technische zaken. - Is er een podium nodig? - Welke afmeting heeft het podium? - Hoe staat het met licht, geluids- en stroomvoorzieningen? - Is er een laptop nodig voor de spreker? 33. Waar let je op bij bereikbaarheid? Noem drie aandachtspunten - De aanrijroute: kun je verkeersproblemen verwachten bij grote aantallen bezoeker? - De openbaar vervoersmogelijkheden naar de locatie, ook als er zeer grote aantallen bezoeker worden verwacht. - De noodzaak om al dan niet bussen in te huren om bezoeker te vervoeren. 34. Waar let je op bij de toegankelijkheid? Noem vier aandachtspunten - Hoeveel bezoekers er komen - Weersomstandigheden - Dat er met brand of ongevallen 112 goed bij de plek bereikbaar is - Mindervaliden of invaliden 35. Welke audiovisuele middelen zijn er? Geluid, licht en video. 36. Welke zaken moeten er voor artiesten en andere entertainers aanwezig zijn? Artiesteningang. 37. Geef vijf voorbeelden van beveiligingsproblemen. 38. Noem twee organisaties op het gebied van beveiliging. 39. Geef een ander woord voor routing. Routebeschrijving.