Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

Vergelijkbare documenten
Rapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social

Rapport. F4371 oktober 2009 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

ICT-management positief over investeringen

Rapport. F9094 december 2010 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

ICT-gebruik docenten behoeft brede ondersteuning!

Scholen tevreden over rendement ICTinvesteringen

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

Rapport. B7536 november 2004 TNS NIPO ISO Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

Onderzoek naar ICT-gebruik onder docenten in het primair en voortgezet onderwijs

Kennisnet ICT op School December 2007

Kennisnet ICT op School December Een onderzoek in opdracht van stichting Kennisnet ICT op school. Uitgevoerd door: Intomart GfK bv

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 ict-managers

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

Horeca en omzet. Samenvatting. Onderzoek onder 1016 horecagelegenheden. Maartje van Diepen/Noortje Antonis. F december 2008.

Onderwijs met ict Tabellen leraren

Sterke groei verwacht van computergebruik in de klas!

Marktwerking in de energiesector

Vier in Balans-tool. Rapportage Teamlid

Begrip voor acties vakbonden, één op zeven zelf bereid tot actie

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Vuurwerk opnieuw gepeild

Een onderzoek onder afval- en reinigingsmanagers in Nederland

Vier in Balans-tool. Individuele Rapportage

Ict-gebruik in het onderwijs 2017 Stand van zaken per sector

Hiv en stigmatisering in Nederland

Onderzoek Passend Onderwijs

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK VO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

Werkdruk in het onderwijs

Vier in Balans-tool. Teamrapportage

Sinterklaasonderzoek 2009

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

De Dag van de Leraar. Onderzoek naar het bereik en de waardering van de campagne Nooit uitgeleerd. Bart Koenen. December projectnummer: H3186

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Hiv op de werkvloer 2011

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2

Docentenvragenlijst. Jongeren en Cultuur

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

Onderwijsmeter Rapport. Suzanne Plantinga Maartje van Diepen Raoul Schildmeijer Michiel van Bruxvoort. Political & Social

Onderzoek Passend Onderwijs

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

Feitelijk ict-gebruik in het middelbaar beroepsonderwijs resultaten observationeel onderzoek en onderzoek onder docenten

Onderzoek voor de KNOV

4 Rol sociale en nieuwe media in het onderwijs

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Samenvatting. De stand van zaken in hoofdlijnen

DEEL 3. Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

Toptalenten in het onderwijs

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

Centraal Bureau voor de Statistiek

Sociale veiligheid op school

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Onderwijs met een eigen device Opvallende resultaten uit het onderzoek naar de inzet van tablets en laptops

De Nederlander en de natuur. Rapportage

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Rookprevalentie

Vier in balans. Verkenning stand van zaken met het oog op effectief en efficiënt gebruik van ICT in het onderwijs

刀䄀倀倀伀刀吀䄀䜀䔀䔀䐀唀䌀䠀䔀䌀䬀匀䌀䠀伀伀䰀 簀䨀

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK MBO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

Onderzoek Passend Onderwijs

Mexicaanse griep. Rapport. Geen nationale paniek, maar wel bereidheid tot vaccineren. Danielle van Wensveen. C6957J4 30 oktober 2009

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Digitaal lesmateriaal zoeken, maken en delen met

Ict en de invloed op de onderwijsarbeidsmarkt

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Voorbeeldcase RAB RADAR

SIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Trends in leermiddelen Leermiddelenmonitor 07-12

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

ICT IN VOGELVLUCHT. Stand van zaken 2000/2001

Hacken. oktober 2018

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

STAND VAN ZAKEN ICT IN HET ONDERWIJS 2015

Ict-gebruik in het onderwijs 2018 Stand van zaken in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs

ADHD-kinderen op de basisschool

Evaluatie Tabakswet. Recht op een rookvrije werkplek en overlast door tabaksrook tussen 2003 en 2005

Sparen voor een koopwoning

Communicatie tussen OCW en leraren Onderzoek onder leraren po, so, vo en mbo

Tijd & geld voor beheer schoolnetwerk grootste bottleneck...

Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015

Meting stoppers-met-roken juni 2008

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Is uw school klaar voor de toekomst? Zo slaagt uw instelling voor de BYOD-test

Studenten aan lerarenopleidingen

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Rapportage Onderzoek buitenles

Trends in passend onderwijs

19 maart Onderzoek: Leraren onder druk om schooladvies

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Rookverbod in de horeca dringt meeroken flink terug

Transcriptie:

Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik Onderzoek onder leerkrachten in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs over ict-gebruik Suzanne Plantinga F9093 december Bestemd voor: Kennisnet

Inhoud Inleiding 7 Ict-gebruik 9. Leraren kiezen meestal zelf voor welke onderdelen ze ict inzetten 9.2 Vergevorderd en gevorderd computergebruik sinds 0 in primair en voortgezet onderwijs stijgend, in beroepsonderwijs stabiel.3 In het beroepsonderwijs intensiteit computergebruik bij het lesgeven afgenomen 4.4 Docenten in het voortgezet en beroepsonderwijs maken thuis veel gebruik van de computer voor schoolwerkzaamheden 7.5 Hoe hoger het onderwijs, hoe vaker docenten opdrachten geven die leerlingen thuis moeten uitvoeren op de computer 8.6 Frequentie van internetgebruik tijdens de les laagst binnen voortgezet onderwijs 2.7 Meerderheid gebruikt digiborden en digitaal lesmateriaal 22.7. Oefenprogramma s blijven de meest gebruikte toepassing in primair onderwijs 22.7.2 Zoeken op internet en elektronische leeromgeving door ruim de helft van de docenten in voortgezet onderwijs ingezet 25.7.3 Internet zeer frequent gebruikt in beroepsonderwijs 28.8 In primair onderwijs digitaal schoolbord meest gebruikt 30.8. Driekwart heeft beschikking over een digibord in het primair onderwijs 30.8.2 Meerderheid leraren maakt gebruik van digibord indien beschikbaar 3.8.3 Digitaal lesmateriaal veelgebruikte toepassing door leraren 32 2 Verwachtingen ict-gebruik 33 2. Docenten verwachten verdere stijging van het computergebruik in de toekomst 33 2.2 Ict-infrastructuur zou hoogste prioriteit moeten krijgen in alle sectoren 36 2.2. Prioriteit kennis en vaardigheden docent hoger dan ooit in primair onderwijs 36 2.2.2 Prioriteit voortgezet onderwijs zou moeten liggen bij ict-infrastructuur 37 2.2.3 In beroepsonderwijs zou de ict-infrastructuur duidelijk hoogste prioriteit moeten krijgen 38 2.3 Binnen vo en mbo ligt limiet effectief gebruik ict hoger 39 2.3. Limiet op aantal computers per klas rond twintig in vo en mbo 39 2.3.2 Limiet voor computergebruik thuis ligt lager dan op school 40 2.3.3 In ruim de helft van de lessen binnen mbo zou ict toegepast kunnen worden 4 3 Leiderschap 42 3. Binnen primair onderwijs veel ondersteuning voor docenten door directie 42 3.2 Stimuleringsmaatregelen rondom ict over jaren stabiel 43 Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 2

4 Visie 46 4. Beleidsplan lang niet altijd uitgevoerd 46 4.2 Docenten in voortgezet onderwijs steeds meer tevreden over toereikendheid ict-voorzieningen 47 5 Ondersteuning 5 5. Behoefte aan programma s voor zelfstandig werken door de jaren heen afgenomen in primair onderwijs 5 5.2 Verschillende ondersteuningsbehoeften binnen voortgezet onderwijs nagenoeg even groot 52 5.3 Behoefte aan direct deskundige hulp als computers of netwerk haperen binnen mbo 53 5.4 Computergebruik docenten meest gesteund door management of collega s 54 6 Digitaal leermateriaal 55 6. Mailprogramma s ongeveer drie keer per week gebruikt in het onderwijs 55 6.2 In beroepsonderwijs verwacht men over drie jaar meer digitale leermiddelen dan boeken 56 6.3 Zelf zoeken van ict-lesmateriaal op internet erg belangrijk 59 6.4 Stijging zet door, steeds meer docenten ontwikkelen zelf digitaal leermateriaal 60 6.5 Meeste docenten bereid digitaal leermateriaal beschikbaar te stellen via internet 6 7 Deskundigheid 62 7. Meerderheid leerkrachten voldoende op de hoogte van computertoepassingen in onderwijs 62 7.. Zeven op de tien docenten binnen het primair onderwijs voldoende op de hoogte van computertoepassingen 63 7..2 Zes op de tien docenten voldoende op de hoogte binnen voortgezet onderwijs 64 7..3 Tweederde binnen beroepsonderwijs voldoende tot uitstekend op de hoogte 65 7.2 Stijging in optimisme over eigen vaardigheden in primair- en voortgezet onderwijs 66 7.2. Docenten primair onderwijs veel optimistischer over eigen vaardigheden 66 7.2.2 Groei in bekwaamheid gebruik elektronische leeromgeving in voortgezet onderwijs 67 7.2.3 Steeds meer docenten in beroepsonderwijs vaardig in gebruik leerlingvolgsysteem 68 Samenvatting 69 Bijlagen 7 Bijlage Onderzoeksverantwoording 72 Bijlage 2 Methode van onderzoek: CATI 74 Bijlage 3 Vragenlijst 77 Bijlage 4 Tabellen 9 Bijlage 5 Open antwoorden 92 Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 3

Inhoud figuren en tabellen Q800: Typering computergebruik op school 9 2 Q40: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen? 3 Q40 po: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen ontwikkeling 4 Q40 vo: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen ontwikkeling 2 5 Q40 mbo: Hoever bent u met het computergebruik in uw eigen lessen ontwikkeling 3 6 Q50 po: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven 4 7 Q50 vo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven 5 8 Q50 mbo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven 6 9 Q80: Intensiteit van computergebruik voor schoolwerkzaamheden door leraren thuis 7 Q60 po: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren 8 Q60 vo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren 9 2 Q60 mbo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren 3 Q090: Hoe vaak maken leerlingen tijdens de les gebruik van internet? 2 4 Q0 po: Hoe vaak wordt in het basisonderwijs gebruikgemaakt van de computer voor 22 5 Q0 po: Gemiddeld gebruik per week van verschillende toepassingen door de tijd heen (aantal keer) - laatste drie metingen 23 6 Q0 po: Gemiddeld gebruik per week van verschillende toepassingen door de tijd heen (aantal keer) 0-09 - vijf meest gebruikte toepassingen 24 7 Q0 vo: Hoe vaak wordt in het voortgezet onderwijs gebruikgemaakt van de computer voor 25 8 Q0 vo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen door de tijd heen (gemiddeld aantal keer per week) - laatste drie metingen 26 9 Q0 vo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen door de tijd heen (gemiddeld aantal keer per week) 0- - zes meest gebruikte toepassingen 27 Q0 mbo: Hoe vaak wordt in het beroepsonderwijs gebruikgemaakt van de computer voor 28 2 Q0 mbo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen (aantal keer per week) 29 22 Q02: Beschikt u tijdens de les over een digitaal schoolbord? 30 23 Q03: Maakt u gebruik van de volgende toepassing? Digitaal schoolbord docenten die over een digitaal schoolbord beschikken 3 24 Q04: Maakt u gebruik van de volgende toepassing? Digitaal lesmateriaal 32 25 Q50 en Q60 po: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week 33 26 Q50 en Q60 vo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week 34 27 Q50 en Q60 mbo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week 35 28 Q62 po: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen? 36 29 Q62 vo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen? 37 30 Q62 mbo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen? 38 3 Q8930: Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs? Aantal computers of laptops per klas 39 Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 4

32 Q8930: Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs (aantal uren per week)? 40 33 Q8930: Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs? Percentage van de lessen waarin ict wordt toegepast 4 34 Q89: Stimuleringsmaatregelen rondom ict die regelmatig tot vaak voorkomen (po, vo, mbo) 42 35 Q89: Stimuleringsmaatregelen rondom ict die regelmatig tot vaak voorkomen (po 08-09) 43 36 Q89: Stimuleringsmaatregelen rondom ict die regelmatig tot vaak voorkomen (vo: 08-09) 44 37 Q89: Stimuleringsmaatregelen rondom ict die regelmatig tot vaak voorkomen (mbo: 08-09) 45 38 Q8004: Welke van de volgende omschrijvingen is het meest van toepassing op het ictbeleid van uw school/instelling? 46 39 Q70: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw functioneren als docent? 47 40 Q70 po: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw functioneren als docent? 48 4 Q70 vo: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw functioneren als leraar? 49 42 Q70 mbo: In hoeverre vindt u de ict-voorzieningen op uw school toereikend voor uw functioneren als leraar? 50 43 Q50 po: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten 5 44 Q50 vo: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten 52 45 Q50 mbo: Top 5 van ondersteuningsbehoeften van docenten 53 46 Q05: Welke groepen of instanties hebben uw school/instelling in het afgelopen jaar in belangrijke mate ondersteund op het gebied van computergebruik? 54 47 Q8005: Tabel software (gemiddeld gebruik per week) 55 48 Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is digitaal? En hoe ziet die verdeling er volgens u over drie jaar uit? 56 49 Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is digitaal? Huidige verdeling 57 50 Q8008: Welk deel van de leermiddelen bestaat uit boeken en welk deel is digitaal? Verwachting over drie jaar 58 5 Q8003: Tabel: Hoe verkrijgt u uw ict-lesmateriaal? 59 52 Q8960: Ontwikkelt u zelf digitaal leermateriaal? 60 53 Q8970: Bent u bereid het door u zelf ontwikkelde leermateriaal via internet beschikbaar te stellen aan andere docenten? 6 54 Q90: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 62 55 Q90 po: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 63 56 Q90 vo: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 64 57 Q90 mbo: In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 65 Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 5

58 Q po: Hoe vaardig zijn docenten in het primair onderwijs in (gevorderd + zeer gevorderd) 66 59 Q vo: Hoe vaardig zijn docenten in het voortgezet onderwijs in (gevorderd + zeer gevorderd) 67 60 Q mbo: Hoe vaardig zijn docenten in het beroepsonderwijs in (gevorderd + zeer gevorderd) 68 Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 6

Inleiding Achtergrond Sinds 0 heeft TNS NIPO voor Kennisnet (en Ict op school) verschillende bekendheids- en gebruikersonderzoeken uitgevoerd. Het voorlaatste onderzoek heeft plaatsgevonden in september 09. Kennisnet heeft aan TNS NIPO gevraagd in november een vervolgonderzoek uit te voeren. Kennisnet is benieuwd in welke mate scholen in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs het afgelopen jaar ict verder hebben geïntegreerd in de lessen (middelbaar beroepsonderwijs wordt verder in dit document kortweg aangeduid als beroepsonderwijs). Ook vindt Kennisnet het belangrijk meer inzicht te krijgen in de wensen, behoeften, verwachtingen en ambities van zijn doelgroepen bij de integratie van ict in het onderwijs. Doel van het onderzoek Kennisnet wil met dit onderzoek meer inzicht verkrijgen in de ambities en verwachtingen van docenten en ict-managers op het gebied van ict en de ondersteuning die Kennisnet kan bieden om deze ambities te realiseren. De resultaten van het onderzoek geven inzicht in: stand van zaken omtrent ict-gebruik in het onderwijs; wensen/behoeften aan ondersteuning in de toekomst; het belang van samenwerking. Doelgroep Het totale onderzoek heeft binnen het primair, voortgezet en beroepsonderwijs plaatsgevonden onder de volgende doelgroepen: ict-managers docenten In dit rapport worden de belangrijkste resultaten weergegeven van het onderzoek onder docenten. Waar mogelijk worden de resultaten vergeleken met eerdere metingen. Aangezien het beroepsonderwijs in 08 voor het eerst is meegenomen, kunnen we voor deze doelgroep alleen de resultaten van de laatste drie metingen met elkaar vergelijken (08, januari 09 en september 09). In grafieken en tabellen verwijst het jaartal naar het eerste jaartal van het schooljaar waarin de meting heeft plaatsgevonden. Het jaar 09 verwijst dus naar de meting die heeft plaatsgevonden in het schooljaar 09/, 08 verwijst naar de meting die heeft plaatsgevonden in het schooljaar 08/09 etc. Hieronder volgt een overzicht van de jaartallen zoals genoemd in het rapport en de periode waarin het veldwerk van de betreffende meting heeft plaatsgevonden: 0: najaar 0 02: najaar 02 Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 7

03: najaar 03 04: september/oktober 04 05: september/oktober 05 06: september/oktober 06 07: januari/februari 08 08: januari/februari 09 09: september/oktober 09 : november Vragen die in dit rapport worden beantwoord, zijn: Hoe wordt het computergebruik tijdens de lessen door de docenten getypeerd? Hoeveel wordt er gebruik van gemaakt? Voor welke doeleinden wordt gebruikgemaakt van de computer? Betrekken docenten de computer ook bij het maken van schoolopdrachten thuis? In hoeverre krijgen docenten ondersteuning in het ict-gebruik? Methode en steekproef In totaal hebben 639 docenten uit het Docentenpanel van TNS NIPO meegedaan aan het onderzoek (po: n=240, vo: n=247, mbo: n=52). Voor de docenten binnen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs is gebruik gemaakt van de online onderzoeksmethode (CAWI: computer assisted web interviewing). De docenten die werkzaam zijn in het beroepsonderwijs (mbo) zijn deels middels CAWI ondervraagd en deels met behulp van telefonisch onderzoek (CATI: computer assisted Telephone interviewing). Van de 52 ondervraagde docenten zijn er 46 telefonisch ondervraagd. De overige 6 docenten hebben de vragenlijst online ingevuld. Het veldwerk heeft plaatsgevonden van november tot en met 25 november. Voor een beschrijving van de gebruikte methode en steekproef wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording in de bijlagen. Als bijlagen vindt u tevens de gebruikte vragenlijst, de tabellen van dit onderzoek en de antwoorden op de half-open vragen. Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 8

Ict-gebruik Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de typering van computergebruik door leraren uit het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Daarnaast wordt ingegaan op de intensiteit van het computergebruik tijdens het lesgeven en thuis. Tevens wordt het gebruik van verschillende toepassingen besproken.. Leraren kiezen meestal zelf voor welke onderdelen ze ict inzetten Sinds 08 is gevraagd naar de afspraken die gemaakt zijn omtrent de didactische inzet van ict op school. In veel gevallen is er binnen de school wel een ict-coördinator aanwezig die verantwoordelijk is voor de technische en/of beleidsmatige keuzes rondom het gebruik van ict, maar over het algemeen heeft de leraar (redelijk) veel keuzevrijheid bij het gebruik van ict in het onderwijs. Het aantal scholen dat voor vrijwel alle leerstofonderdelen afspraken heeft gemaakt omtrent de inzet van ict is dan ook bij alle onderwijsniveaus zeer beperkt. In het mbo komt dit nog het meest voor: op 7% van de scholen zijn er voor nagenoeg alle leerstofonderdelen afspraken gemaakt. Zowel in het primair-, het voortgezet-, en het beroepsonderwijs kiest het merendeel van de leraren zelf bij welke leerstofonderdelen ict ingezet wordt (po: 62%, vo: 76%, mbo: 63). Q800: Typering computergebruik op school po vo mbo % % % % % % % % % % % % 07 08 09 07 08 09 07 08 09 n=250 n=28 n=254 n=240 n=259 n=284 n=260 n=247 n=58 n=93 n=46 n=52 verantwoordelijkheid van leraar wel of geen gebruik van ict bij lesgeven 7 8 8 8 3 35 28 28 32 32 24 32 coördinator aanwezig voor ict-voorzieningen waarbij leraar zelf kiest voor welke leerstofonderdelen ict ingezet wordt 5 52 5 54 54 52 57 48 34 33 34 3 voor merendeel leerstofonderdelen afspraken over didactische inzet van ict 34 3 33 29 8 6 22 22 24 voor vrijwel alle leerstofonderdelen afspraken over didactische inzet van ict 8 9 8 9 4 5 5 8 3 3 8 7 Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 9

.2 Vergevorderd en gevorderd computergebruik sinds 0 in primair en voortgezet onderwijs stijgend, in beroepsonderwijs stabiel In de onderstaande figuur wordt duidelijk in welk stadium het computergebruik voor onderwijsdoeleinden zich momenteel bevindt in primair, voorgezet en beroepsonderwijs. In alle onderwijstypen bevindt het gebruik van ict voor onderwijsdoeleinden zich volgens het merendeel van de docenten in een (ver)gevorderd stadium. Slechts een enkeling geeft aan nog geen gebruik te maken van computers in de eigen lessen. In het beroepsonderwijs en het primair onderwijs zien we dat respectievelijk 64% en 68% van de leerkrachten aangeeft dat er sprake is van (ver)gevorderd gebruik van computers in de lessen. In het beroepsonderwijs geeft zelfs een kwart (26%) aan zich in het stadium van vergevorderd gebruik te bevinden. In het primair- en voortgezet onderwijs is dit nog geen tiende. In het voortgezet onderwijs geeft ruim de helft van de docenten (54%) aan dat er sprake is van (ver)gevorderd computergebruik in de les. Hier geven vier op de tien docenten nog aan in een beginnend stadium te zitten als het gaat om computergebruik in de lessen (4%). In het primair onderwijs is dit ongeveer een derde van de docenten (34%). 2 Q40: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen? % 0 90 2 4 6 3 5 7 80 30 24 70 60 50 40 30 58 34 46 42 Geen gebruik, ook nog geen plannen Oriëntatie op de mogelijkheden Beginnend gebruik Gevorderd gebruik Vergevorderd gebruik 0 6 8 po vo mbo 26 Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december

De ontwikkeling door de tijd heen laat voor het primair onderwijs zien dat er wel een verschuiving van beginnend naar gevorderd gebruik plaatsvindt. Sinds 04 is er sprake van nagenoeg een verdubbeling in het aandeel docenten dat aangeeft in het stadium van (ver)gevorderd gebruik te zitten (van 33% in 04 naar 64% in ). 3 Q40 po: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen ontwikkeling % Primair onderwijs 0 90 4 2 6 4 5 7 5 6 5 2 2 2 5 2 3 3 3 4 3 80 70 50 42 4 34 30 Weet niet Geen gebruik, ook nog geen plannen 60 45 52 56 38 Oriëntatie op de mogelijkheden Beginnend gebruik 50 Gevorderd gebruik Vergevorderd gebruik 40 30 32 3 30 39 39 45 46 5 58 0 4 6 7 8 8 6 2 3 3 0 03 04 05 06 07 08 09 Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december

Ook in het voortgezet onderwijs zien we over de jaren heen een stijgende lijn. In 0 was er bij slechts een kwart van de docenten (25%) sprake van (ver)gevorderd computergebruik, in geeft ruim de helft (54%) aan in het stadium van (ver)gevorderd gebruik te zitten. 4 Q40 vo: Hoe ver bent u met het computergebruik in uw eigen lessen ontwikkeling % 0 90 80 2 6 2 8 6 Voortgezet onderwijs 3 6 8 5 7 6 8 6 9 7 7 70 60 50 40 30 0 34 45 4 40 39 57 56 49 40 34 46 3 37 24 30 9 6 8 7 9 7 2 8 0 03 04 05 06 07 08 09 Weet niet Geen gebruik, ook nog geen plannen Oriëntatie op de mogelijkheden Beginnend gebruik Gevorderd gebruik Vergevorderd gebruik Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 2

Bij het beroepsonderwijs lijkt er geen sprake van een stijgende ontwikkeling in het (ver)gevorderd computergebruik in de lessen: in 07 gaf bijna twee derde (64%) aan zich in het stadium van (ver) gevorderd gebruik te zitten, in is dit ruim twee derde (68%). 5 Q40 mbo: Hoever bent u met het computergebruik in uw eigen lessen ontwikkeling % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 mbo/volwassenonderwijs 7 3 3 3 5 5 24 24 23 46 42 47 5 28 26 7 3 07 08 09 Geen gebruik, ook nog geen plannen Oriëntatie op de mogelijkheden Beginnend gebruik Gevorderd gebruik Vergevorderd gebruik Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 3

.3 In het beroepsonderwijs intensiteit computergebruik bij het lesgeven afgenomen In het primair onderwijs zien we weinig veranderingen ten opzichte van de laatste meting. Ruim de helft van de docenten (52%) maakt minimaal vijf uur per week gebruik van computers bij het lesgeven. Een kwart van alle leerkrachten (25%) geeft zelfs aan meer dan tien uur per week hiervan gebruik te maken. 6 Q50 po: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 Primair onderwijs 3 2 3 4 5 3 7 5 9 7 7 5 9 4 5 5 4 6 7 9 2 3 4 5 26 8 23 25 27 28 25 40 36 30 34 37 29 32 38 22 22 23 27 3 6 3 03 04 05 06 07 08 09 Weet niet uur of meer 5 tot uur tot 5 uur 5 tot uur 2 tot 5 uur Minder dan 2 uur per week Geen Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 4

In het voortgezet onderwijs maakt van de ondervraagde docenten slechts een derde (35%) minstens vijf uur per week gebruik van computers bij de lessen. Het percentage docenten dat minstens tien uur per week gebruikmaakt van computers voor het geven van onderwijs ligt in het voortgezet onderwijs nog lager dan in het primair onderwijs: % versus 25% in het primair onderwijs. 7 Q50 vo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 Voortgezet onderwijs 2 7 3 4 4 3 8 3 9 7 2 5 5 6 7 9 7 2 3 8 5 25 7 23 39 25 22 3 29 2 3 7 4 3 53 48 43 46 42 37 29 34 2 3 5 2 3 3 03 04 05 06 07 08 09 5 27 Weet niet uur of meer 5 tot uur tot 5 uur 5 tot uur 2 tot 5 uur Minder dan 2 uur per week Geen Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 5

In de volgende grafiek zien we een overzicht van de intensiteit van computergebruik door docenten in het mbo. Een kwart van de docenten geeft aan bij het lesgeven minimaal vijftien uur per week gebruik te maken van computers. 8 Q50 mbo: Intensiteit van computergebruik door leraren bij het lesgeven % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 mbo/volwassenonderwijs 2 0 6 9 6 8 5 4 6 2 7 5 7 5 25 6 22 30 3 22 23 9 4 8 3 07 08 09 Weet niet uur of meer 5 tot uur tot 5 uur 5 tot uur 2 tot 5 uur Minder dan 2 uur per week Geen Bron: TNS NIPO, In overeenstemming met het vergevorderde stadium waarin veel docenten binnen het beroepsonderwijs zich bevinden als het gaat om computergebruik in de les, zien we dat ook de intensiteit van het computergebruik bij het beroepsonderwijs erg hoog is in vergelijking met het primair en het voortgezet onderwijs. Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 6

.4 Docenten in het voortgezet en beroepsonderwijs maken thuis veel gebruik van de computer voor schoolwerkzaamheden Bijna elke docent maakt thuis gebruik van een computer om schoolwerkzaamheden uit te voeren. Ruim vier op de tien docenten in het primair onderwijs (43%) maken thuis meer dan vijf uur per week gebruik van de computer voor schoolwerkzaamheden. Binnen het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs maken ongeveer zes op de tien docenten thuis meer dan vijf uur per week gebruik van de computer (respectievelijk 60% en 58%). We zien geen significante veranderingen ten opzichte van vorig jaar. 9 Q80: Intensiteit van computergebruik voor schoolwerkzaamheden door leraren thuis % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 4 2 4 3 6 5 3 6 5 4 7 4 4 5 5 8 6 6 8 8 8 6 4 8 24 25 28 33 32 24 32 38 36 40 37 29 26 26 34 29 23 23 5 5 4 3 2 2 2 2 4 2 08 09 08 09 08 09 po vo mbo weet niet uur of meer 5 tot uur tot 5 uur 5 tot uur 2 tot 5 uur Minder dan 2 uur per week Geen Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 7

.5 Hoe hoger het onderwijs, hoe vaker docenten opdrachten geven die leerlingen thuis moeten uitvoeren op de computer De helft van de docenten (52%) in het primair onderwijs geeft (bijna) nooit opdrachten mee naar huis die leerlingen op de computer moeten uitvoeren. In het primair onderwijs worden, als er al computeropdrachten voor thuis gegeven worden, deze voornamelijk enkele keren per jaar of ongeveer maandelijks gegeven (respectievelijk 6% en 7%). Uit de grafiek blijkt dat het geven van computeropdrachten voor thuis binnen het primair onderwijs in de loop der jaren nauwelijks is veranderd. Q60 po: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 Primair onderwijs 2 3 2 48 5 60 48 5 54 59 52 7 25 6 2 9 9 5 9 4 3 4 7 5 6 4 4 2 3 7 5 3 3 2 03 04 05 06 07 08 09 Weet niet Minder vaak of nooit Enkele keren per jaar Ongeveer keer per maand Wekelijks Dagelijks Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 8

In vergelijking met het primair onderwijs geven docenten in het voortgezet onderwijs vaker opdrachten mee naar huis die leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren. Ongeveer twee derde van de docenten geeft de leerlingen minimaal maandelijks een computeropdracht mee naar huis (27% eens per maand, 34% eens per week, 4% dagelijks, totaal 65%). Dit is beduidend vaker dan in het primair onderwijs (32% minimaal maandelijks). Q60 vo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 Voortgezet onderwijs 6 3 23 2 2 6 7 25 9 5 35 9 22 33 42 3 25 3 39 22 27 37 33 35 29 23 29 25 34 3 6 4 6 6 4 7 4 03 04 05 06 07 08 09 Minder vaak of nooit Enkele keren per jaar Ongeveer keer per maand Wekelijks Dagelijks Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 9

In het beroepsonderwijs geeft een kwart van de docenten (24%) dagelijks een opdracht aan de leerlingen die thuis op de computer uitgevoerd moet worden. Daarnaast geeft bijna de helft van de docenten wekelijks (48%) een dergelijke opdracht mee. Slechts een kwart (26%) doet dit minder vaak. We zien geen significante verschillen ten opzichte van vorig jaar. 2 Q60 mbo: Intensiteit van het geven van opdrachten die leerlingen thuis op de computer moeten uitvoeren % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 mbo/volwassenonderwijs 5 6 9 6 5 7 6 2 3 5 6 43 48 45 48 6 7 25 24 07 08 09 Weet niet Minder vaak of nooit Enkele keren per jaar Ongeveer keer per maand Wekelijks Dagelijks Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december

.6 Frequentie van internetgebruik tijdens de les laagst binnen voortgezet onderwijs Vorig jaar zijn we voor het eerst ingegaan op de frequentie waarin leerlingen tijdens de les internet gebruiken. In het beroepsonderwijs geeft ruim de helft van de docenten (54%) aan dat leerlingen dagelijks gebruikmaken van internet tijdens de lessen. Nog eens drie op de tien docenten (3%) geven aan dat het wekelijks voorkomt. In het primair en het voortgezet onderwijs is het minder gangbaar dat leerlingen tijdens de les gebruikmaken van internet. Bijna een kwart van de docenten (23%) in het primair onderwijs geeft aan dat er dagelijks gebruik van wordt gemaakt, in het voortgezet onderwijs is dit 3%. In het basisonderwijs geeft een kwart (24%) aan dat het internetgebruik in de les nihil is (minder dan eenmaal per jaar of nooit) en in het voortgezet onderwijs is dit 3%. 3 Q090: Hoe vaak maken leerlingen tijdens de les gebruik van internet? % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 2 2 3 3 2 5 6 2 24 9 3 7 29 8 23 8 3 9 7 9 36 35 28 30 59 54 2 23 7 3 09 09 09 po vo mbo weet niet minder vaak of nooit enkele keren per jaar ongeveer keer per maand wekelijks dagelijks Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 2

.7 Meerderheid gebruikt digiborden en digitaal lesmateriaal.7. Oefenprogramma s blijven de meest gebruikte toepassing in primair onderwijs In het primair onderwijs worden computers verreweg het meest ingezet voor het oefenen van de leerstof. Ruim de helft (55%) geeft aan dagelijks gebruik te maken van computers voor oefenprogramma s, 36% doet dit wekelijks. Op de tweede plaats volgt het opzoeken van informatie via internet (5% dagelijks, 36% wekelijks) op de voet gevolgd door de elektronische leeromgeving (24% dagelijks, 23% wekelijks) en games voor onderwijsdoeleinden (5% dagelijks, 32% wekelijks). 4 Q0 po: Hoe vaak wordt in het basisonderwijs gebruikgemaakt van de computer voor % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 5 3 9 6 28 9 2 5 36 55 Tekstverwerking 2 3 3 36 5 Oefenprogramma's 26 33 6 4 Opzoeken op internet 3 44 8 4 2 Zelfstandig werken 2 8 2 32 6 7 23 24 3 24 9 Internet voor communicatie 44 38 8 5 4 Digitaal toetsen Elektronische leeromgeving Portfolio 6 5 32 5 Games 30 42 2 5 7 4 Plaatsen van info op internet weet niet niet van toepassing minder vaak of nooit enkele keren per jaar ongeveer keer per maand wekelijks dagelijks Bron: TNS NIPO, Bijna vier op de tien docenten in het primair onderwijs gebruiken dagelijks tot wekelijks de computer voor tekstverwerking (37%). Bijna een kwart geeft aan dat de computer wekelijks of dagelijks wordt ingezet voor zelfstandig werken (24%). Ruim een op de tien docenten gebruikt de computer in het onderwijs dagelijks tot wekelijks voor communicatie via internet en digitaal toetsen (beide 2%). De computer wordt het minst gebruikt voor portfolio (5% dagelijks/wekelijks), communicatie (% dagelijks/wekelijks) en het plaatsen van informatie op internet (%). Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 22

We zien nauwelijks ontwikkelingen in het gemiddelde wekelijkse gebruik van de verschillende toepassingen van de computer in het primair onderwijs sinds 08. Ten opzichte van vorig jaar is het gemiddeld wekelijks gebruik in het primair onderwijs van veel toepassingen gestabiliseerd. Alleen het gebruik van games is in het primair onderwijs toegenomen sinds 08 (van 0,6 keer per week naar,3 keer per week). 5 Q0 po: Gemiddeld gebruik per week van verschillende toepassingen door de tijd heen (aantal keer) - laatste drie metingen gemiddeld aantal keer per week 5 08 09 4 3 3,3 3,5 3,2 2 0,9,0,5,3,4 0,9,0 0,5 0,4 0,4,7,5,9 0,4 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,6,2,3 0,3 0,5 0 Tekstverwerking Oefenprogramma's Digitaal toetsen Elektronische leeromgeving Internet voor communicatie Programma's t.o.v. zelfstandigheid Opzoeken op internet Games Gebruik portfolio Plaatsen van informatie op internet Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 23

Hieronder een overzicht van het gemiddeld wekelijks gebruik van de vijf meest gebruikte toepassingen in het primair onderwijs sinds 0. Hier zien we dat het gebruik van oefenprogramma s al jaren op nummer één staat. 6 Q0 po: Gemiddeld gebruik per week van verschillende toepassingen door de tijd heen (aantal keer) 0-09 - vijf meest gebruikte toepassingen gemiddeld aantal keer per week 0 03 04 05 06 07 08 09 5 4 3,7 3,3 3,5 3,2 3 0,6 0,8 0,9 0,9, 0,7 0,3 2,7 2,8 2,2 2,9 2,8 2 0,9,0,2,2 0,8 0,9,5,3,4,,7,5,9 0,6,2,3 0 Oefenprogramma's Tekstverwerking Opzoeken op internet Elektronische leeromgeving Games Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 24

.7.2 Zoeken op internet en elektronische leeromgeving door ruim de helft van de docenten in voortgezet onderwijs ingezet Als we in het voortgezet onderwijs kijken naar het percentage docenten dat dagelijks of wekelijks gebruikmaakt van computers voor bepaalde toepassingen, dan worden de computers het meest gebruikt voor het zoeken op internet (dagelijks/wekelijks: 55%) en de elektronische leeromgeving (55%). Hierna volgt het gebruik van de computer voor tekstverwerking (47%), internet voor communicatie (45%) en oefenprogramma s (43%). Er wordt nog nauwelijks gebruik gemaakt van de mogelijkheid om digitaal te toetsen, het gebruik van games voor onderwijsdoeleinden, het gebruik van een portfolio en het plaatsen van informatie op internet. 7 Q0 vo: Hoe vaak wordt in het voortgezet onderwijs gebruikgemaakt van de computer voor % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 7 24 33 4 2 3 4 3 2 2 4 7 7 5 9 2 5 5 7 6 6 2 22 33 Tekstverwerking 23 30 25 Oefenprogramma's 32 4 4 9 3 5 5 25 2 8 35 35 25 5 45 4 Plaatsen van info op internet Games Portfolio Digitaal toetsen Elektronische leeromgeving Internet voor communicatie Zelfstandig werken Opzoeken op internet 4 9 2 2 39 2 2 7 3 2 2 4 3 weet niet niet van toepassing minder vaak of nooit enkele keren per jaar ongeveer keer per maand wekelijks dagelijks Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 25

Het gemiddelde wekelijkse gebruik van de verschillende toepassingen in het voortgezet onderwijs is de laatste drie jaar nagenoeg gelijk gebleven. Een uitzondering hierop is de toename in het wekelijks gebruik van de elektronische leeromgeving (van,3 keer per week naar 2,2 keer per week) en de afname van het gebruik van games voor onderwijsdoeleinden (van gemiddeld 0,7 keer per week naar 0,4 keer per week). Deze afname is opvallend, aangezien in het primair onderwijs juist sprake is van een toename in het gebruik van games voor onderwijsdoeleinden sinds 08. 8 Q0 vo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen door de tijd heen (gemiddeld aantal keer per week) - laatste drie metingen gemiddeld aantal keer per week 5,0 08 09 4,0 3,0 2,0,0,4,4,2 0,9,,0,6,6,7 0,8 0,9,0,5,5,5,3,9 2,2 0,4 0,5 0,5 0,4 0,5 0,4 0,7 0,3 0,4 0,3 0,5 0,0 Oefenprogramma's Tekstverwerking Digitaal toetsen Elektronische leeromgeving Internet voor communicatie Programma's t.o.v. zelfstandigheid Opzoeken op internet Games Gebruik portfolio Plaatsen van informatie op internet Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 26

Hieronder een overzicht van de ontwikkeling van het gemiddelde wekelijkse gebruik van de zes meest genoemde toepassingen. Hier zien we dat het gebruik van internet voor zowel communicatie als voor het opzoeken van informatie sinds 0 in sterke mate is toegenomen. Ook het gebruik van de elektronische leeromgeving is toegenomen (van 0,8 keer per week in 07 naar 2,2 keer per week in ). 9 Q0 vo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen door de tijd heen (gemiddeld aantal keer per week) 0- - zes meest gebruikte toepassingen gemiddeld gebruik per week 5,0 voortgezet onderwijs 4,0 3,0,3,6,4 2,2 2,0,0 0,8 0,9 0,8,4,4,2 0,7 0,8 0,9,6 0,9 0,8 0,9,,0 0,4 0,9,,3,0,0,6,6,7 0,5 0,5 0,7,3 0,8 0,8 0,8 0,9,0 0,3 0,7 0,8 0,9 0,9,5,5,5 0,8,3,9 0,0 Tekstverwerking Oefenprogramma's Opzoeken op internet Programma's t.o.v. zelfstandigheid Internet voor communicatie Elektronische leeromgeving 0 03 04 05 06 07 08 09 Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 27

.7.3 Internet zeer frequent gebruikt in beroepsonderwijs In het beroepsonderwijs wordt ict het meest dagelijks/wekelijks gebruikt voor het opzoeken van informatie op internet (9%), tekstverwerking (85%), communicatie via internet (82%) en de elektronische leeromgeving (73%). Digitaal toetsen en games worden relatief het minst gebruikt. De percentages voor dagelijks gebruik liggen beduidend hoger dan in de andere onderwijstypen. Twee derde van de docenten gebruikt dagelijks internet als informatiebron (66%), zes op de tien gebruiken internet voor communicatiedoeleinden (62%) en ruim de helft gebruikt dagelijks de computer voor tekstverwerking (55%) en gebruiken dagelijks internet voor communicatiedoeleinden (57%). Ruim vier op de tien docenten (44%) maakt dagelijks gebruik van de elektronische leeromgeving. Q0 mbo: Hoe vaak wordt in het beroepsonderwijs gebruikgemaakt van de computer voor % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 2 2 3 2 2 3 3 5 3 8 6 9 9 7 3 5 2 8 5 6 4 4 6 30 55 9 3 35 24 Tekstverwerking 25 66 Oefenprogramma's 23 5 25 25 62 9 29 Plaatsen van info op internet Games Portfolio Digitaal toetsen Elektronische leeromgeving Internet voor communicatie Zelfstandig werken Opzoeken op internet 44 33 8 9 6 38 7 29 49 4 4 2 3 9 29 5 3 9 2 weet niet niet van toepassing minder vaak of nooit enkele keren per jaar ongeveer keer per maand wekelijks dagelijks Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 28

Onderstaande figuur geeft het wekelijks gemiddelde gebruik van de verschillende toepassingen in het beroepsonderwijs weer. De frequenties waarmee de toepassingen in het beroepsonderwijs gebruikt worden, zijn net zoals bij de andere twee onderwijstypen nauwelijks veranderd ten opzichte van de laatste meting. De laatste twee jaar wordt er, net als in het voortgezet onderwijs minder vaak gebruik gemaakt van games voor onderwijsdoeleinden (van,2 keer per week in 08 naar 0,2 en 0,3 keer per week in 09 en ). De elektronische leeromgeving wordt de laatste twee jaar juist beduidend vaker gebruikt (van,9 keer per week in 08 naar 2,8 en 2,7 keer per week in 09 en ). 2 Q0 mbo: Gemiddeld gebruik van verschillende toepassingen (aantal keer per week) 5,0 07 08 09 4,0 3,0 3,2 3,3 3,2 3,5 3,5 3,6 3, 3,2 3,5 2,8 2,7 2,0,0 2,2,4,6,9,8 2,,3,6,8,8,8,6,9 0,4 0,6 0,6 0,7,6,8,4,2 0,2 0,3,0 0,0 Gebruik portfolio Digitaal toetsen Elektronische leeromgeving Internet voor communicatie Programma's t.o.v. zelfstandigheid Opzoeken op internet Oefenprogramma's Tekstverwerking Games Plaatsen van informatie op internet Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 29

.8 In primair onderwijs digitaal schoolbord meest gebruikt.8. Driekwart heeft beschikking over een digibord in het primair onderwijs In het primair onderwijs hangt bij twee derde van de leraren (67%) een digitaal schoolbord in het lokaal en nog eens % kan aanspraak maken op een digibord. In het voortgezet onderwijs beschikt twee derde (66%) wel over een digitaal schoolbord tijdens de les, maar slechts bij 37% is er een digibord aanwezig in het lokaal. In het beroepsonderwijs beschikt ongeveer de helft (48%) over een digitaal schoolbord. Bij een kwart (25%) is er een digibord in het lokaal. 22 Q02: Beschikt u tijdens de les over een digitaal schoolbord? % 0 90 80 23 35 70 52 60 50 29 Nee 40 30 67 24 Ja, ik kan aanspraak maken op een ruimte waar een digibord hangt of op een mobiel digibord Ja, er hangt een digibord in mijn lokaal 37 24 0 po vo mbo Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 30

.8.2 Meerderheid leraren maakt gebruik van digibord indien beschikbaar Wanneer er een digitaal schoolbord beschikbaar is, maken bijna alle leraren in het primair onderwijs (95%) ook gebruik van het digibord. In het voortgezet onderwijs en in het beroepsonderwijs maken minder leraren gebruik van een digitaal schoolbord dan in het primair onderwijs, maar dit is nog steeds een grote meerderheid. In het voortgezet onderwijs maken vier van de vijf docenten (79%) gebruik van een digitaal schoolbord en in het beroepsonderwijs driekwart (74%). 23 Q03: Maakt u gebruik van de volgende toepassing? Digitaal schoolbord docenten die over een digitaal schoolbord beschikken % 0 5 90 80 2 26 70 60 50 95 Nee 40 79 74 Ja 30 0 po vo mbo Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 3

.8.3 Digitaal lesmateriaal veelgebruikte toepassing door leraren Een meerderheid van de leraren maakt gebruik van digitaal lesmateriaal. Voornamelijk in het beroepsonderwijs (80%) en in het primair onderwijs (76%) maken veel leraren gebruik van digitaal lesmateriaal. In het voortgezet onderwijs maken zeven van de tien leraren (69%) gebruik van digitaal lesmateriaal. 24 Q04: Maakt u gebruik van de volgende toepassing? Digitaal lesmateriaal % 0 90 80 24 3 70 60 Nee 50 40 30 76 69 80 Ja 0 po vo mbo Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 32

2 Verwachtingen ict-gebruik In dit hoofdstuk gaan we in op de verwachtingen en ambities van docenten wat betreft het ict-gebruik in de toekomst. We gaan in op het aantal uren dat men de computer gebruikt en wat de inschatting is voor de toekomst. Ook worden de aandachtsvelden besproken die prioriteit zouden moeten hebben volgens de docenten. Daarnaast gaan we in op de limiet voor het effectief gebruik van ict. 2. Docenten verwachten verdere stijging van het computergebruik in de toekomst Momenteel maakt een kwart van de docenten in het primair onderwijs meer dan tien uur per week gebruik van computers in het onderwijs. Verwacht wordt dat over drie jaar ongeveer de helft van de docenten meer dan tien uur per week gebruikmaakt van de computer in het onderwijs (52%). 25 Q50 en Q60 po: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week % 0 90 80 70 60 50 40 30 7 5 3 27 38 Primair onderwijs 6 4 8 5 5 23 8 28 24 Weet niet uur of meer 5 tot uur tot 5 uur 5 tot uur 2 tot 5 uur Minder dan 2 uur per week Geen 0 9 3 3 Nu Over drie jaar in 07 verwachte gebruik voor Bron: TNS NIPO, In de grafiek is ook te zien wat docenten in het primair onderwijs drie jaar geleden (in 07) verwachtten van het computergebruik in. Het blijkt dat docenten destijds een behoorlijk optimistische schatting hebben gemaakt. Vier op de tien docenten (4%) zouden volgens deze verwachting meer dan uur per week gebruik maken van de computer, een overschatting van 6%. De intensiteit van computergebruik in de lessen in het voortgezet onderwijs ligt lager dan in het primair onderwijs. Het toekomstbeeld van de docenten in het voortgezet onderwijs Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 33

is wel vergelijkbaar, in de zin dat men een flinke stijging verwacht. Wel blijft het verwachte computergebruik in de toekomst lager dan dat van de docenten in het primair onderwijs. Zo verwacht 39% dat men in de komende jaren minimaal tien uur per week gebruik gaat maken van computers, tegenover 52% in het primair onderwijs. Momenteel gebruiken twee op de tien docenten (%) de computer meer dan tien uur per week. 26 Q50 en Q60 vo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 7 3 5 27 34 Voortgezet onderwijs 8 9 9 5 22 3 4 3 Nu Over drie jaar in 07 verwachte gebruik voor 7 8 24 22 7 Weet niet uur of meer 5 tot uur tot 5 uur 5 tot uur 2 tot 5 uur Minder dan 2 uur per week Geen Bron: TNS NIPO, In de grafiek is te zien wat docenten in het voortgezet onderwijs in 07 verwachtten van het computergebruik in. Ook hier zien we dat het feitelijk ict-gebruik achter blijft bij de verwachtingen van de leraren. Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 34

Momenteel geven ruim vier op de tien docenten in het beroepsonderwijs aan dat zij tien uur of meer per week gebruikmaken van de computer in de lessen (43%). Ook deze docenten verwachten dat het computergebruik over drie jaar gestegen zal zijn. Ruim de helft (54%) verwacht dat men dan minstens tien uur per week de computer zal inzetten bij het lesgeven. 27 Q50 en Q60 mbo: Huidig en toekomstig aantal uren computergebruik per week % 0 90 80 70 60 50 40 30 0 4 2 7 22 23 mbo/volwassenonderwijs 5 7 23 3 8 24 2 2 4 3 Nu Over drie jaar in 07 verwachte gebruik voor 3 8 8 Weet niet uur of meer 5 tot uur tot 5 uur 5 tot uur 2 tot 5 uur Minder dan 2 uur per week Geen Bron: TNS NIPO, Ook voor het beroepsonderwijs zien we in deze grafiek de vergelijking met het verwachte computergebruik in 07. De verwachting die men had in 07 wijkt weinig af van de werkelijkheid in het beroepsonderwijs. Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 35

2.2 Ict-infrastructuur zou hoogste prioriteit moeten krijgen in alle sectoren Bij de invoering van ict in het onderwijs zijn vier aandachtsvelden te onderscheiden. Elk jaar vragen we de docenten welk aandachtsveld de hoogste prioriteit zou moeten krijgen. De vier aandachtsvelden zijn: ict-infrastructuur; educatieve software; kennis en vaardigheden (de eigen deskundigheid van de docent); visie op het gebruik van ict (onderwijsopvattingen). 2.2. Prioriteit kennis en vaardigheden docent hoger dan ooit in primair onderwijs De meningen zijn nogal verdeeld als het gaat om welke aandachtsgebieden de hoogste prioriteit zouden moeten krijgen om in de toekomst goed gebruik te maken van ict in de lessen. Een derde (32%) van de docenten zou de hoogste prioriteit geven aan de ictinfrastructuur, zoals beschikbare pc s, internetaansluitingen en een functionerend netwerk. Ongeveer drie op de tien docenten zouden de hoogste prioriteit geven aan kennis en vaardigheden van docenten (28%). Twee op de tien (22%) geven de hoogste prioriteit aan educatieve software, zoals programma s en digitaal leermateriaal. Ten slotte geeft 7% de hoogste prioriteit aan de visie op het gebruik van ict. 28 Q62 po: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen? % 0 90 80 70 60 50 40 30 45 38 33 33 32 32 29 3 32 32 28 30 26 23 22 28 28 23 23 9 8 8 9 9 2 4 4 6 7 8 7 0 Ict-infrastructuur Programmatuur/educatieve software Kennis en vaardigheden 03 04 05 06 07 08 09 Visie op het gebruik van ict Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 36

2.2.2 Prioriteit voortgezet onderwijs zou moeten liggen bij ict-infrastructuur In het voortgezet onderwijs geven de docenten aan vooral prioriteit te willen geven aan ict-infrastructuur (37%). Op de tweede plaats volgt educatieve software (29%). Bijna een kwart van de docenten in het voortgezet onderwijs geeft aan visie op het gebruik van ict prioriteit te willen geven (23%), terwijl een tiende (%) aangeeft dat de eigen deskundigheid van de docenten de hoogste prioriteit verdient. Dit is een minder dan in het primair onderwijs, waar 28% aangeeft dat de deskundigheid van de leraren de hoogtse prioriteit verdient. 29 Q62 vo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen? % 0 Voortgezet onderwijs 90 80 70 60 50 40 30 49 39 39 40 33 35 37 34 30 30 26 28 29 25 2 2 6 24 8 6 2 3 23 23 25 2 23 9 2 0 Ict-infrastructuur Programmatuur /educatieve software Kennis en vaardigheden 03 04 05 06 07 08 09 Visie op het gebruik van ict Bron: TNS NIPO, Door de jaren heen zien we dat ict-infrastructuur al jaren een prominente plaats inneemt. Als het aan de docenten in het voortgezet onderwijs ligt, krijgt de ontwikkeling van eigen deskundigheid minder prioriteit dan de overige aandachtsgebieden. Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 37

2.2.3 In beroepsonderwijs zou de ict-infrastructuur duidelijk hoogste prioriteit moeten krijgen In het beroepsonderwijs hecht men vooral waarde aan de ict-infrastructuur: 43% is van mening dat dit de hoogste prioriteit zou moeten krijgen. Op afstand volgen kennis en vaardigheden en visie op het gebruik van ict (beide %). Een minderheid vindt dat de prioriteit bij de educatieve software zou moeten liggen (6%). We zien geen significante verschillen ten opzichte van vorig jaar. 30 Q62 mbo: Welke aandachtsgebieden zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen? % 0 mbo/volwassenonderwijs 90 80 70 60 50 52 43 43 40 30 22 27 28 4 6 4 3 2 33 23 8 0 Ict-infrastructuur Programmatuur/educatieve software Kennis en vaardigheden Visie op het gebruik van ict 07 08 09 Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 38

2.3 Binnen vo en mbo ligt limiet effectief gebruik ict hoger Sinds 08 hebben we docenten ondervraagd over de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs. Het gaat hier om het maximaal aantal computers in de klas, het maximaal aantal uren per week dat een student/scholier achter de computer werkt (thuis of op school) en de limiet voor het percentage van de lessen waarin ict wordt toegepast. 2.3. Limiet op aantal computers per klas rond twintig in vo en mbo Zowel binnen het voortgezet onderwijs als binnen het beroepsonderwijs is het maximale aantal computers in de klas ongeveer twintig. Binnen het primair onderwijs vindt men twaalf computers per klas al maximaal. De gegevens zijn nauwelijks veranderd ten opzichte van 09. 3 Q8930: Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs? Aantal computers of laptops per klas 30 maximum aantal computers of laptops in de klas 25,,7,9,4 22,2 2,5 5 9,6, 2,3 5 0 08 09 08 09 08 09 po vo mbo Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 39

2.3.2 Limiet voor computergebruik thuis ligt lager dan op school In alle sectoren ligt de grens voor het aantal acceptabele uren dat de student op school maakt hoger dan de grens voor het aantal acceptabele uren dat de student thuis achter de computer werkt. Over het algemeen zien we dat docenten binnen het primair onderwijs de limiet voor het effectief gebruik van ict in het onderwijs lager leggen dan de docenten binnen het voortgezet en het beroepsonderwijs. Het aantal acceptabele uren per week dat een student op school achter de computer werkt ligt in het primair onderwijs rond 8 uur, terwijl binnen het voortgezet en beroepsonderwijs de docenten de limiet op respectievelijk uur en 2 uur hebben liggen. We zien geen opvallende verschillen ten opzichte van vorig jaar. 32 Q8930: Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs (aantal uren per week)? aantal uren 40 aantal uur per week dat een student op school achter de computer werkt aantal uur per week dat een student thuis gebruikmaakt van computer of internet voor schooltaken 35 30 25 5 5 6,8 5 8,2 8 6, 7,4,6 2 2,2,3,3 5,3 4,8 4,5 2,4,7 0 08 09 08 09 08 09 po vo mbo Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 40

2.3.3 In ruim de helft van de lessen binnen mbo zou ict toegepast kunnen worden De limiet met betrekking tot het percentage van de lessen waarin ict nog effectief zou worden ingezet, ligt volgens de docenten in het primair en voortgezet onderwijs onder de helft (respectievelijk 47% en 45%). Binnen het beroepsonderwijs is men van mening dat in zeker de helft van de lessen nog effectief gebruik gemaakt kan worden van ict (52%). 33 Q8930: Waar ligt volgens u de limiet voor effectief gebruik van ict in het onderwijs? Percentage van de lessen waarin ict wordt toegepast % 0 percentage van de lessen waarin ict toegepast zou moeten worden 90 80 70 60 50 40 40 44 47 45 44 45 47 53 52 30 0 08 09 08 09 08 09 po vo mbo Bron: TNS NIPO, Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik F9093 TNS NIPO december 4