Opdrachtgever: Jan van der Laan

Vergelijkbare documenten
BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Opdrachtgever: Jan van der Laan

FAZ: Ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

TOEKOMST VAN HET MUSKUSRATTENBEHEER IN NEDERLAND DE MOGELIJKHEDEN ONDERZOCHT (BIJLAGE) Hetty Klavers, Patrick Poelmann/Dolf Moerkens, Henk Post

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Deelnemers in de gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Externe betrokkenen: Onderhoud aan Rijksmonument, vergunningsplicht.

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Rombout Jongejans

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger

Opdrachtgever: Erica Mosch

Opdrachtgever: Klaas de Veen. Externe betrokkenen: De uitkomsten van de tussentijdse controle 2016 zijn uitgebracht door Ernst & Young.

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

AB: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

DB: Nee BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Nee AB: Ja

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Dilemma 1: Belang dieren vs. belang veiligheid

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Deelnemers samenwerkingsverband. Milieutoezicht en Wegen

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Nee AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokkenen

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase

FAZ: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Mede-deelnemers in RioNoord

Onderwerp: Aanpassing Inspraakverordening in verband met elektronische bekendmakingen Nummer: Bestuursstukken\1495. AB: Ja

BUHT VOOR DIEREN. Aan geadresseerde. Geachte Statenleden,

Opdrachtgever: Erica Mosch

Onderwerp: Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa Nummer: Bestuursstukken\1785. Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Beoogd samenwerkingspartners

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Direct betrokken

Opdrachtgever: Erica Mosch. Voldoen aan de afnameverplichting.

Opdrachtgever: Martin Timmer

Visie Muskusrattenbeheer West en Midden Nederland

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan. Samenwerking en afstemming over het peilbesluit. Direct betrokkenen

AB: Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers

MUSKUSRATTEN- EN BEVERRATTENBESTRIJDING PROVINCIE GRONINGEN JAARPLAN 2008

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch

Commissie Financiën en Algemene Zaken

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Jaarrapportage vangstontwikkeling 2013 Muskusrattenbeheer waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland

AB: Ja Ja Opdrachtgever: Henk Wolven

FAZ: Ja Opdrachtgever: Rombout Jongejans

Onderwerp: Uitvoeringsprogramma oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa (UPDA) Nummer: Bestuursstukken\2071. FAZ: Ja

: Nieuw belastingstelsel

K. Vlieg (bestuursondersteuner) Afwezig met kennisgeving: D.A. Hollenga. Besluitenlijst. Agendapunt Opening. De voorzitter opent de vergadering.

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 10

Vergaderstuk Algemeen bestuur

PROVINCIAAL BLAD. Opdracht ex. artikel 3.18 van de Wet natuurbescherming voor de bestrijding van muskusratten en beverratten, provincie Noord-Brabant

Algemeen Bestuur. Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 2 juli 2014

Bestuur. Onderwerp: Begroting 2019 en MJR Het Bestuur besluit. Vergadering d.d Agendapunt 5

Muskusratten natuurlijk beheersen of uitroeien tot nul?

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jan van der Laan

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

Vergadering d.d. : 23 november 2011 Onderwerp. : Kaderstelling uitvoering werkzaamheden

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen. Externe betrokkenen: Accountantsverslag controle jaarrekening en controleverklaring

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

MUSKUSRATTEN- EN BEVERRATTENBESTRIJDING PROVINCIE GRONINGEN JAARVERSLAG 2007

: Huisvesting muskusrattenbestrijding medewerkers

Aan de leden van de Commissie muskus- en beverratten

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Nee AB: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Algemeen Bestuur. Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 9 november 2016

Voorstel voor de Raad

Studiedag Rivierkreeft: Exoot uit de sloot. Jeffrey Samuels

LANDELIJK JAARVERSLAG 2012 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

VOORSTEL. Documentnummer Programma Waterketen Projectnummer. Afdeling Planvorming Bijlage(n) 1 Onderwerp Beleidskader nieuwe stoffen

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 23 mei april 2018 P&A Maarten van Helden

ALGEMENE VERGADERING. 26 februari 2013 SSO. 25 januari 2013 R.J.E. Peeters. Opstelling waterschappen t.a.v. GLB en POP3. Schelwald, A.J.M..

FAZ: Ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

1 juni 2015 LANDELIJK JAARVERSLAG 2014 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

-y~ Agendapunt. 11 juli Datum: 30 mei 2016 Opsteller: G. Schepers r: Johan Vogelaar, directeur RVD Drenthe./

Resultaten enquête onder beheerders

Commissie Beleid, Plannen en Projecten

Aanwezig: de heren Ten Brink (voorzitter), Küpers (secretaris-directeur), Batelaan, Douwstra en Sinnema en de dames Heeringa en Hidding (verslag).

Transcriptie:

Onderwerp: Wijziging landelijke strategie muskus- en beverratbeheer Nummer: Bestuursstukken\2799 Agendapunt: 6 DB: Ja 29-1-2019 BPP: Nee FAZ: Ja 13-2-2019 VVSW: Ja 13-2-2019 AB: Ja 27-2-2019 Opsteller: Hugo Assink, 0598-693615 Veiligheid en Voldoende Water Opdrachtgever: Jan van der Laan Portefeuillehouder: Hilbrand Sinnema Ondersteuning van de afdeling: Technisch Juridisch Financieel Staf Communicatie ICT / Beveiliging Externe betrokkenen: Unie van Waterschappen, Alle Nederlandse waterschappen Reden: De nieuwe strategie werkt uitsluitend als alle waterschappen meewerken Samenvatting: De landelijke veldproef Muskusrattenbeheer is in 2018 afgerond. De resultaten zijn met de betrokken partijen gedeeld. Het resultaat van deze wetenschappelijk uitgevoerde proef is een goed inzicht in de schade die door muskusratten wordt veroorzaakt aan waterkeringen en kunstwerken, de effecten van de bestrijding op de populatie muskusratten en de mogelijkheden van alternatieve maatregelen. Op basis van de resultaten uit deze veldproef is gekeken naar de best passende strategie op basis van o.a. bedrijfseconomische uitgangspunten en diervriendelijkheid. Duurzaamheidsparagraaf: Nee Begrotingsaspecten: Ja AB Voorstel: - de nieuwe landelijke strategie 'terugdringen tot de landsgrens'; - inzetten op een spoedig akkoord over o.a. het leveren van de gevraagde inzet en het solidariteitsprincipe Bijlagen: Ja Concept Strategie Muskusrattenbeheer LV 22 maart 2019. Ter inzage (bestuursnet): Nee Onderwerp(en): 1

Besluit/opmerkingen bestuur: Paraaf secretaris-directeur: 2

Inleiding De waterschappen hebben vanaf 2002 de muskusrattenbestrijding overgenomen van de provincies. De provincies hebben in het verleden normen ontwikkeld om aan te geven wanneer een organisatie in control was (0,25 vangst per uur). Deze norm is in 2012 door de waterschappen opnieuw vastgesteld op 0,15 gevangen muskusrat per kilometer watergang bij een vastgestelde inzet. De schade aan waterkeringen en andere infrastructuur is aanwezig, maar beheersbaar bij het behalen van die norm. Het muskusrattenbeheer heeft maatschappelijk altijd ter discussie gestaan. Telkens worden vragen gesteld over effectiviteit, efficiency en diervriendelijkheid. Daarom is in 2012 besloten om een veldproef te starten op landelijke schaal. Deze landelijke proef met parallelle studies is tussen 2013 en 2017 uitgevoerd. Het resultaat van deze wetenschappelijk uitgevoerde proef is een goed inzicht in de schade die door muskusratten wordt veroorzaakt aan waterkeringen en kunstwerken, de effecten van de bestrijding op de populatie muskusratten en de mogelijkheden van alternatieve maatregelen. De uitkomsten van de veldproef zijn gepresenteerd tijdens vier voorlichtingssessies voor alle belanghebbenden. Zowel inhoudelijke als procesmatige vragen zijn daar beantwoord. De presentaties zijn op Bestuursnet geplaatst. Uiteindelijk is deze landelijke veldproef uitgewerkt in meerdere vangst-strategieën. De bestuurlijke Commissie Muskusrattenbeheer (subcommissie van de Unie-commissie Waterkeringen) stelt nu voor om de keuze te maken voor de strategie terugdringen tot de landsgrens (nul-populatie in het binnenland met grensbewaking). De Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen krijgt in maart hierover een voorstel voorgelegd. Voorgeschiedenis/eerdere besluitvorming/beheerplan Waterschap Hunze en Aa s voert sinds 2002 het muskusrattenbeheer in de provincie Drenthe uit. In 2011 is hieraan hetzelfde beheer in de provincie Groningen toegevoegd. In beide provincies waren hoge muskusrattenpopulaties aanwezig, die door een effectieve inzet van de medewerkers is teruggebracht. In 2013 heeft het algemeen bestuur besloten over de extra inzet die we plegen om in 2019 in control te zijn. Zoals gepland verwachten we in 2019 deze situatie te bereiken. Hiermee doden we aanzienlijk minder dieren en hebben we veel minder bijvangsten als gevolg van minder in te zetten vangmiddelen. 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 Vangsten muskusratten Hunze en Aa's 2012-18 3

In 2016 heeft ons algemeen bestuur de Visie Dierenwelzijn vast gesteld. Hierin is de huidige vangstrategie nogmaals bevestigd en wordt aangegeven dat het waterschap nadenkt over een nieuwe strategie op basis van de landelijke veldproef. In de periode 2013-16 is de landelijke veldproef gehouden, waaraan alle waterschappen hun bijdrage hebben geleverd. Aanvullend is gedurende de jaren 2015-2017 een proef gehouden om helemaal niet te vangen in twee afgebakende gebieden in de omgeving van Dinteloord en Lelystad. Alle waterschappen hebben na afloop van deze proef de herstelkosten van deze twee gebieden gedeeld. De uitkomsten van de proef waren (tekst uit eindrapport van de landelijke veldproef Beheer van de muskusrat in Nederland, synthese van een grootschalige veldproef en parallelle studies, 2018): - Muskusrattenbeheer zorgt voor lagere populaties muskusratten als de inspanningen in verhouding staan tot de omvang van de populatie. - De muskusrat heeft een negatieve invloed op de habitats en biodiversiteit. Bij lage aantallen muskusratten worden minder vangmiddelen toegepast. Dit leidt weer tot aanzienlijk minder bijvangsten. - Er is een verband aangetoond tussen het aantal schades aan waterkeringen en taluds en de aanwezige aantallen muskusratten. - Migratie van muskusratten tussen gebieden is beperkt, maar het aantal vangsten en vangstsnelheden zijn sterk gekoppeld aan de situatie in buurgebieden. Dit blijkt ook uit modelstudies en praktijksituaties langs de landsgrenzen. Dit heeft consequenties voor de schaal waarop bestrijding wordt georganiseerd. - Preventieve maatregelen moeten worden aangelegd met het doel om te voorkomen dat dieren er achter kunnen gaan zitten of er helemaal niet willen graven. Deze maatregelen kunnen de belangrijkste risico s ondervangen maar niet alle vormen van schade voorkomen. Dit betekent veelal duren ingrepen in combinatie met de lengte waterkering in Nederland. Op basis van meerdere analyses blijkt dat een scenario zonder bestrijding veel duurder is dan scenario s met bestrijding. - Uit de economische analyse blijkt het volgende: o Kosten van bestrijding worden lager bij sterk lagere populatiedichtheden. o Intensieve bestrijding is al op middellange termijn goedkoper dan meer extensieve bestrijding bij intermediaire dichtheden. o Volledige verwijdering is economisch een rationele strategie onder realistische aanames. Vanaf 2015 zijn zowel de muskus- als beverrat op de EU lijst van invasieve soorten geplaatst vanwege het bedreigen van de biodiversiteit in Europa (Verordening EU nr 1143/2014 over Invasieve Exoten). Invasieve dieren mogen niet worden uitgezet of gehouden. De bestaande populatie mag niet groeien en moet zo mogelijk worden beperkt. De bestuurlijke Commissie Muskusrattenbeheer (subcommissie van de Uniecommissie Waterkeringen) stelt voor om de keuze te maken voor de strategie terugdringen tot de landsgrens. Beschrijving nieuwe strategie Als uitkomst van de landelijke veldproef is nagedacht over mogelijke beheerstrategieën: van niets doen, voortzetting van de huidige beheerstrategie tot bestrijding tot de landsgrens. Het laatste 4

betekent dat de populatie muskusratten in het binnenland tot een minimum is beperkt (streven = nul) en de focus vooral wordt gelegd op beperking van de instroom vanuit Duitsland. In Belgisch Vlaanderen en Groot-Brittannië is deze strategie al succesvol doorgevoerd. De beheerstrategieën zijn in de studie van de landelijke veldproef geschaald in termen van het aantal dieren dat achterblijft. Deze zijn beoordeeld op grond van meerdere criteria, te weten het risicoprofiel van de keringen, het onderhoud aan de watergangen, de schade aan derden, het aantal te doden dieren en anders aspecten van dierenwelzijn, kans op bijvangsten, ecologie, kosten, organisatorische haalbaarheid en personele aspecten. Uit het onderzoek blijkt dat volledige verwijdering van muskusratten op de meeste van de besproken criteria gunstig of beter scoort dan de alternatieven. Als strategie is dit realistisch, mits wordt voldaan aan: 1. Voldoende kwaliteit van bestrijding, zowel vanuit de medewerker als de organisatie. 2. Voldoende omvang van de bestrijdingsinspanning. 3. Sociaal-politiek draagvlak. Volledige verwijdering is praktisch uitvoerbaar, de directe kosten zijn niet belemmerend, de negatieve effecten zijn verwaarloosbaar en de strategie is in lijn met de internationale afspraken zoals de recente EU-richtlijn over invasieve soorten. De strategie bestrijding tot de landsgrens bestaat uit twee delen: (1) Minimaliseren van de populatie muskusratten in Nederland en die situatie vervolgens behouden; (2) Beperken instroom muskusratten vanuit Duitsland. Deze strategie leidt tot minimale schade aan waterkeringen, oevers en infrastructuur zoals wegen en spoorwegen. Als spin-off worden er uitsluitend vangmiddelen geplaatst in gebieden waar nog wel graafschade plaats vindt. Dit leidt vervolgens tot een aanzienlijke beperking van ongewenste bijvangsten en de gewenste flora en fauna kan bloeien en groeien. Bovendien levert dit op termijn de laagste kosten op voor het muskusrattenbeheer. Een en ander is verwoord in de notitie Toekomst van het muskusrattenbeheer in Nederland- de mogelijkheden onderzocht (Notitie voor de Ledenvergadering Unie van Waterschappen, zie bijlage). De tekst uit deze bijlage wordt voorgelegd aan alle waterschapsbestuurders in Nederland. De strategie werkt overigens uitsluitend als alle waterschappen in Nederland hier akkoord mee gaan. Afwijking van deze strategie door één van de waterschappen leidt tot afstel. Gedurende de komende tien tot vijftien jaar moet de populatie muskusratten dalen. Hierna moeten de kosten voor het beperken van de instroom worden gedeeld door alle waterschappen in Nederland volgens het solidariteitsprincipe. De komende periode moeten daarover afspraken gemaakt worden. Deze financiële afspraak geldt overigens al voor het beverrattenbeheer in Nederland. Besluitvorming rondom de nieuwe strategie beïnvloedt de organisatie van Hunze en Aa s. Op basis van het plan en bestuursvoorstel uit 2013 zijn keuzes gemaakt om de organisatieomvang beperkt te houden. Op basis van de oude strategie kan de personele omvang voor muskusrattenbeheer bij het behalen van de onder controle-situatie met vier fte dalen. Bij de nieuwe strategie zijn deze vier fte echter nodig, voor een verwachte periode van 10 jaar, om de doelstelling te halen. Na het behalen van de nieuwe doelen zal ons waterschap de helft van het aantal medewerkers muskusrattenbeheer nodig hebben om de situatie te behouden, waarvan circa de helft betaald worden uit het landelijk budget 5

muskusrattenbeheer in verband met de grensbewaking. Uiteraard is dit afhankelijk van ontwikkelingen rondom nieuwe innovaties en de beheerinspanningen in Duitsland. Indien het voorgestelde nieuwe landelijk beleid van het muskusrattenbeheer wordt aangenomen betekent dit een tijdelijke uitbreiding van 4 formatieplaatsen (fte) voor ons waterschap voor maximaal 10 jaar. Deze termijn is gebaseerd op de ervaringen die we hebben opgedaan na het overnemen van het muskusrattenbeheer van de provincies. Risico s en kansen Bij hoge populaties zijn grote sprongen te maken bij verlaging van de populaties. Dat hebben de waterschappen met hun aanpak aangetoond. De populatie is immers nog nooit zo laag geweest sinds het wordt bijgehouden. Kleinere populaties betekent dat er in absolute hoeveelheden kleinere verschuivingen plaats vinden. De medewerkers moeten anders worden ingezet en ook innovatieve middelen (drones, dna-monstername) worden beproefd om het absolute minimum muskusratten te behalen (streven = nul). De landelijke veldproef heeft aangetoond dat we -om dit minimum te bereiken- vlakdekkende en jaarronde inzet moeten plegen. Dat houdt in dat we met beheerders van beschermde natuurgebieden en het bevoegd gezag van beschermde soorten (provincies) in gesprek moeten om dit voor elkaar te krijgen. Dit wordt zowel landelijk als regionaal opgepakt. Uiteindelijk kan het nieuwe doel worden gerealiseerd. Vervolgens moet doorgezet worden om herkolonisatie effectief te voorkomen. De formatie kan weer worden verlaagd als de doelstellingen zijn gehaald (verwachting: 10 jaar). In ons gebied behouden we altijd de grensbewaking en een geringe inzet voor controle van het binnengebied. De aanpassing van de formatie is in lijn met de huidige leeftijdsopbouw van onze medewerkers. Extern betrokkenen/extern overleg Via de landelijke veldproef zijn vele organisaties betrokken. Het besluit over de nieuwe strategie terugdringen tot de landsgrens wordt genomen door alle waterschappen afzonderlijk. Het besluit is uitsluitend effectief als alle waterschappen dezelfde strategie doorvoeren. Om de effectiviteit van de nieuwe strategie te bevorderen, is het goed om een aantal voorwaarden op een heldere wijze in Unieverband met elkaar vast te leggen. Deze zijn: - een spoedig akkoord over het solidariteitsprincipe (ingangsdatum en opbouw); - de termijn voor terugdringen muskusrattenpopulatie (10 jaar) vastleggen; - afspraken maken over monitoring en verantwoording; - maatregelen vastleggen indien een waterschap achterblijft; - het solidariteitsprincipe verhelderen over de periode tijdens het terugdringproces en in de uiteindelijke situatie. 6

Bovenstaande punten zijn afgestemd met de waterschappen uit het samenwerkingsverband Noordoost Nederland (Drents-Overijsselse Delta, Noorderzijlvest en Vechtstromen) en met Wetterskip Fryslân. Financiën Indien het voorgestelde nieuwe landelijk beleid van het muskusrattenbeheer wordt aangenomen betekent dit een tijdelijke uitbreiding van 4 formatieplaatsen (fte) voor ons waterschap voor de komende 10 jaar. Deze extra fte s zullen structureel in de personeelsformatie moeten worden opgenomen. De extra last in de begroting bedraagt dan 296.000,- Communicatie Communicatie over de landelijke veldproef en de nieuw te volgen strategie loopt via de Unie van Waterschappen. In de tussentijd hebben de communicatieafdelingen van de noordelijke waterschappen hun informatie ook gedeeld om een gezamenlijke communicatiekoers uit te stippelen. Uitvoering/tijdspad De verwachting van de Unie van Waterschappen is dat de nieuwe strategie in tien tot vijftien jaar het verwachte resultaat oplevert. Onze eigen ervaringen tonen aan dat dit sneller kan: het streven moet daarom 10 jaar worden. De komende jaren gebruiken de waterschappen om het solidariteitsprincipe uit te werken. Voorstel - de nieuwe landelijke strategie 'bestrijden tot de landsgrens'; - inzetten op een spoedig akkoord over o.a. het leveren van de gevraagde inzet en het solidariteitsprincipe namens het dagelijks bestuur, Harm Küpers secretaris-directeur Geert-Jan ten Brink dijkgraaf 7