Commissie Financiën en Algemene Zaken

Transcriptie

1 Commissie Financiën en Algemene Zaken Conceptverslag commissievergadering Financiën en Algemene Zaken van 28 november 2018 Aanwezig: Afwezig: de heren Bolhuis (plaatsvervangend voorzitter), Batelaan (portefeuillehouder), Blaauw, Paapst en mevrouw Ten Have Mellema de heren Bolding, controller (secretaris) en mevrouw Ampak, bestuurs- en managementassistente (verslag) de heer In t Veld Aanwezig op de publieke tribune: de heer Van Wingerde (Partij voor de Dieren), belangstellende 1. Opening De heer Bolhuis opent de vergadering van de commissie Financiën en Algemene Zaken (FAZ) en heet een ieder welkom. 2. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 3. Verslag vergadering d.d. 31 oktober 2018 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. De heer Paapst vraagt naar aanleiding van agendapunt 3. Verslag vergadering d.d. 26 september e alinea (pagina 1/2) of de gegevens bij de Unie van Waterschappen beschikbaar zijn. De heer Bolding antwoordt dat de Unie van Waterschappen ook niet over deze gegevens beschikt. De heer Blaauw vraagt naar aanleiding van agendapunt 4. Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 14 november 2018; 1e kader op pagina 2, wat het beleid is ten aanzien van de toename van het aantal beverratten. Hier is in de media aandacht besteed. De heer Batelaan zegt toe het antwoord in een kader in het verslag op te nemen. Beleid voor beverratbeheer Gewaarschuwd door de ervaringen met de muskusrat, werd in 2002 door de Unie van Waterschappen het doel gesteld om binnen 5 jaar de beverrat in het binnenland compleet te verwijderen, waarna er zou kunnen worden volstaan met bestrijding langs de grens met Duitsland. 1

2 Vanaf 2003 zijn hierom de velduren in de beverrattenbestrijding landelijk fors verhoogd. Vanaf 2005 worden de kosten voor de bestrijding van de beverrat gezamenlijk gedragen door alle waterschappen (solidariteitsprincipe). Voor ons waterschap betekent dit dat we 2 fte vergoed krijgen uit deze landelijke pot. De aanpak volledige verwijdering bleek succesvol: in 2013 werden er in Nederland, grotendeels langs de Duitse grens, totaal nog 487 beverratten gevangen. Er wordt al jaren overleg gepleegd met Duitsland. Dit blijkt een langzaam en tijdrovend proces. Hiermee gaan we door zodat het probleem meer bij de bron wordt aangepakt. Wij constateren dat er op meerdere locaties in het binnenland toch weer beverratten worden gevangen. Onze medewerkers zijn getraind om deze beelden te herkennen en nemen maatregelen om verdere verspreiding te voorkomen. Afgelopen jaar Op basis van de huidige vangsten en de besmettingsdruk vanuit Duitsland kunnen we melden dat we de situatie, ook nu, onder controle hebben. Er is een stijging ten opzichte van vorig jaar (tot periode 12 dit jaar 124 beverratten, vorig jaar waren dit 109 stuks) maar dat kunnen met de huidige bezetting aan. De heer Blaauw vraagt naar aanleiding van agendapunt 5. Najaarsrapportage 2018; 2e kader (pagina 3/4) of in de begroting 2019 en de meerjarenraming rekening is gehouden met een lagere subsidieopbrengst van ,- per jaar. Met de lagere subsidieopbrengst van ,- is rekening gehouden. De heer Blaauw constateert naar aanleiding van agendapunt 5. Najaarsrapportage 2018; kader 2 inzake besluiten in plenaire bijeenkomsten (pagina 4) dat de toelichting in het kader bijzonder verwoord is. Mevrouw Ten Have Mellema vult aan dat de leden van het algemeen bestuur alerter moeten reageren indien dergelijke situaties zich voordoen. Naar aanleiding van agendapunt 6. Begroting 2019; 2e kader op pagina 8 vraagt de heer Blaauw of de ABP premies 2019 al bekend zijn. De heer Batelaan antwoordt dat het antwoord in een kader in het verslag wordt opgenomen. ABP heeft de premies voor 2019 definitief vastgesteld. 4. Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 12 december 2018 De agenda wordt voor kennisgeving aangenomen. De leden van de commissie merken op dat er voor deze vergadering sprake is van een erg summiere agenda en dat wat hen betreft de geagendeerde punten behandeld konden worden in de vergadering van afgelopen november of in de vergadering van februari aanstaande. Aangegeven wordt dat om elkaar te zien niet vergaderd hoeft te worden om te vergaderen. Dit kan ook op een andere wijze, zoals bijvoorbeeld de eindejaarsborrel. 2

3 De heer Batelaan geeft aan dat het algemeen bestuur niet een hele hoge vergaderfrequentie heeft en dat het goed is om elkaar te zien en te spreken, ook al is het wat korter. Als we als bestuur dit anders zouden willen met elkaar dan moet dit anders worden georganiseerd. Indien er geen of weinig agendapunten zijn, wordt zeker gekeken of voorstellen doorgeschoven kunnen worden. 5. Cofinanciering POP3 subsidie Kadetraject Tjuchem De heer Blaauw vraagt naar aanleiding van de samenvatting op het voorblad bestuursvoorstel (pagina 1) hoe zeker de hoogte van het percentage (50%) van de mogelijke subsidie is. De heer Bolding antwoordt dat het percentage vaststaat. De onzekerheid zit er in of de subsidie toegekend wordt of niet. Mevrouw Ten Have Mellema merkt naar aanleiding van het bestuursvoorstel; Voorgeschiedenis/ beheerplan (pagina 3) op dat in het beheerplan een opgave van 2,7 km voor natuurvriendelijke oevers voor de kanalen Duurswold is opgenomen. Met dit project wordt ongeveer 250 meter natuurvriendelijke oever gerealiseerd. Hoe zit het met de planning van de overige kilometers? De heer Bolhuis geeft aan dat dit project een ontbrekende schakel is in de opgave. Een aantal trajecten zijn al gerealiseerd. De heer Bolding vult aan dat de overige investeringen gepland zijn voor 2020/2021. De heer Blaauw merkt op dat in het voorstel genoemd wordt dat er een reële kans is dat er subsidie wordt toegekend. Zijns inziens is dit nogal vaag. Wel is het goed dat in het voorstel is opgenomen dat het project enkel wordt uitgevoerd bij toekenning van de subsidie en de toezegging van de provincie voor bijdrage voor cofinanciering (onder paragraaf Financiën, pagina 5). De heer Bolding beaamt dat er een reële kans op subsidie is. Mocht dit niet zo zijn dan zou er ook geen inspanning worden gedaan om een voorstel te schrijven en het plan in te dienen. Er is altijd onzekerheid met betrekking tot subsidietoekenning. Mevrouw Ten Have Mellema vraagt naar aanleiding van het bestuursvoorstel; Financiën (pagina 5), vanuit de begroting geredeneerd, welke categorie de kapitaallasten die voortvloeien uit dit project betaalt. De heer Bolding antwoordt dat dit project valt onder de taak veiligheid. Deze taak wordt door alle categorieën gedragen. De heer Paapst vraagt naar aanleiding van paragraaf Wettelijke kader/juridische procedure/ inspraak (pagina 6) of er rekening gehouden wordt met en/of er consequenties zijn met betrekking tot de subsidies, als het tijdspad verschuift naar aanleiding van de mogelijkheid om in beroep te gaan. De uitvoering van de werken moet binnen 3 jaar na het afgeven van de toekenning voor de subsidie zijn voltooid. Mocht tijdens het uitvoeren van het project blijken dat we meer tijd nodig hebben, dan is er de mogelijkheid om bij GS een verlenging aan te vragen. De heer Paapst geeft naar aanleiding van de locatiekaart, die als bijlage bij het voorstel is gevoegd, aan dat de N33 in de komende jaren wordt verlegd en verbreed. Heeft dit invloed op dit project? 3

4 De heer Batelaan antwoordt dat dit project een traject in het dorp betreft. De verlegging/ verbreding van de N33 heeft geen invloed op dit project. Op dit moment is geen zicht op eventuele invloeden voor komende kadeprojecten. Waar nodig zal overleg plaatsvinden met de betrokken partijen over eventuele invloeden en gevolgen. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om (met in achtneming dat het project enkel uitgevoerd wordt bij subsidietoekenning): - een krediet van ,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het kadetraject Tjuchem; - het krediet Natuurvriendelijke oevers Duurswold te verlagen met ,- ten behoeve van het project Kadetraject Tjuchem. 6. Realisatie maatregelen Hondshalstermeer De heer Paapst geeft aan dat binnen zijn fractie twijfel is over de effectiviteit van deze maatregel. Ook geeft de heer Paapst aan dat het verkrijgen van subsidie geen reden zou moeten zijn om nu iets te gaan doen. De heer Bolhuis geeft aan dat als je het anderzijds kunt combineren in een KRW maatregel je voor het waterschap wat synergie kunt creëren. Mevrouw Ten Have Mellema vraagt of de maatregelen uitgevoerd worden indien er geen subsidie wordt verleend. De heer Bolding antwoordt dat de realisatie niet afhangt van ontvangen van subsidie. Als de subsidie wordt verleend, zal het beschikbaar gestelde krediet worden verlaagd. Mevrouw Ten Have Mellema geeft naar aanleiding van het bestuursvoorstel; Financiën (pagina 5) aan dat de kapitaallasten van het beschikbare krediet volledig ten laste van de taak watersysteembeheer komen. Gevraagd wordt of dit nader kan worden toegelicht. De heer Batelaan zegt toe dat een toelichting in een kader in het verslag wordt opgenomen. De te nemen maatregelen in het Hondshalstermeer vinden plaats in het kader van de KRW en hebben alleen betrekking op het verbeteren van de waterkwaliteit van het meer, een onderdeel van het watersysteem van Hunze en Aa s. De kosten van dergelijke maatregelen komen ten laste van de taak watersysteembeheer. De heer Blaauw vraagt naar aanleiding van het bestuursvoorstel; de paragrafen Wettelijke kader/juridische procedure/inspraak en Communicatie (pagina 5) of er vooroverleg met SBB en Hengelsportvisserij Groningen Drenthe heeft plaatsgevonden. In de paragrafen komt dit niet duidelijk naar voren. De visrechten van de voormalige Hondshalstermaar zijn door Hunze en Aa's verhuurd aan de Sportvisserij Groningen-Drenthe. Dit is opgenomen in de Landelijke Lijst van Viswateren. Vanaf deze oevers is vissen dus toegestaan. De voorgenomen maatregelen liggen buiten deze viswateren. Met Sportvisserij Groningen-Drenthe is contact geweest en afgesproken dat zij op de hoogte gehouden worden gehouden over het verdere proces. Het Hondshalstermeer zelf is in eigendom van Staatsbosbeheer, die de visrechten niet heeft verhuurd. Vissen is hier niet toegestaan. 4

5 Het Hondshalstermeer heeft een beperkte recreatieve functie. Alleen de voormalige Hondshalstermaar is voor vaarrecreanten toegankelijk, het meer zelf niet. In de Provinciale Omgevingsvisie Groningen is aan het Hondshalstermeer de functie natuur toegekend. Het meer is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Ook was het onderdeel van de Robuuste Ecologische Verbindingszone Afwateringskanaal. Deze zone liep vanaf het Schildmeer (onderdeel van het natuurontwikkelingsgebied Midden-Groningen en destijds tevens onderdeel van de EHS), via het Afwateringskanaal naar het Hondshalstermeer, waarna deze verder gaat in de richting van Duitsland. Het Hondshalstermeer vormde in deze zone een belangrijke stapsteen. Deze verbindingszone is echter als eerste bezuinigingsmaatregel op natuur geschrapt in In de huidige provinciale omgevingsvisie is nu een indicatieve ecologische verbindingszone opgenomen die via het Hondshalstermeer loopt. Wanneer de maatregel van het waterschap verder wordt uitgewerkt, wordt de provincie Groningen betrokken om mogelijke kansen te benutten. Hiervoor is al aangegeven dat met Sportvisserij Groningen-Drenthe en de provincie Groningen contact is geweest. Deze partijen worden bij een verdere uitwerking betrokken. Met de eigenaar van het meer Staatsbosbeheer heeft vooroverleg plaatsgevonden. Staatsbosbeheer ondersteunt het nemen van maatregelen om de waterkwaliteit en de ecologie van het Hondshalstermeer te verbeteren. Over de exacte vorm van de maatregel vindt nog nader overleg plaats. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om een krediet van ,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen voor het Hondshalstermeer in de periode De commissie is van mening dat er duidelijke communicatie met de externe betrokken moet zijn. Ook duidelijkheid wat betreft de nut en noodzaak en de effectiviteit van de maatregelen zijn van belang. Dit project wordt naar voren getrokken in verband met mogelijkheid voor subsidieaanvraag. Er moet goed gekeken worden wat te doen in geval de subsidie niet verleend wordt. 7. Rondvraag De heer Blaauw vraagt naar aanleiding van een artikel in de krant (DvhN d.d ) inzake het crisiscommunicatieplan NAM bij zware aardbevingen of het waterschap kennis heeft genomen van dit plan en of er raakvlakken zijn waar het waterschap eventueel rekening mee moet houden. Het genoemde crisiscommunicatieplan is een intern plan van de NAM dat zich vooral richt op de communicatiestrategie van de NAM na een grootschalige aardbeving. Het gaat hierbij vooral om het zoveel mogelijk voorkomen van imagoschade en het uiten van medeleven naar de buitenwereld. In dit plan staan geen operationele zaken die speciaal richten op het primaire proces (gas winnen). Mevrouw Ten Have Mellema en de heer Paapst vragen naar de stand van zaken met betrekking tot lekkende leidingen en of dit een gevolg kan zijn van aardbevingen. 5

6 Het lekken van de VKA leiding is geen gevolg van aardbevingen, maar een reparatie uit het verleden die weer is gaan lekken en is hersteld. De heer Paapst vraagt wanneer de door het Noordelijk Belastingkantoor opgestelde notitie met betrekking tot de eindafrekening van het project oprichting Noordelijk Belastingkantoor op Bestuursnet wordt geplaatst. De heer Bolding antwoordt dat de notitie reeds op Bestuursnet is geplaatst (d.d. 10 oktober 2018). De heer Bolhuis vraagt wanneer de oplevering van het nieuwe laboratorium zal zijn. De heer Batelaan licht toe dat dit in het eerste kwartaal van 2019 zal zijn (voor maart 2019). Informatie en voortgang van de bouw is te zien op het beeldscherm in de centrale hal van het waterschapskantoor. 8. Sluiting De heer Bolhuis sluit de vergadering en dankt een ieder voor zijn/haar inbreng. Gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van 13 februari Jans Bolding, secretaris Cees in t Veld, voorzitter 6