Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming

Samenvatting Biologie H7 Bescherming

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

biologie voor jouw ; klas 5 havo ; hoofdstuk 7 bescherming en evenwicht Hoofdstuk 7 paragraaf 1 de huid beschermd tegen invloeden van buitenaf en

De samenstelling van het interne milieu wordt ook constant gehouden d.m.v. stoffen opslaan, uitscheiden of opnemen.

Uitscheiding en afweer

Bescherming Evenwicht

Samenvatting door een scholier 2064 woorden 18 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 9 9.1

Werkstuk Biologie Thema 5 t/m 7

6 VWO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7

DOELSTELLING 1 Je moet van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken kunnen noemen.

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

Samenvatting Biologie Hoofdstuk

naast natuurlijke immuniteit ook techniek van kunstmatige immuniteit

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

Samenvatting Biologie voor Jou 4b Opslag, uitscheiding en bescherming VMBO

Samenvatting Biologie H

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Nederlandse samenvatting

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

DE HUID. 1 Bouw en functie

Paragraaf 6.1 en Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

Samenvatting Biologie hoofdstuk 10

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11 Gezondheid

7,4. Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie 10.1 goed geregeld. Wat gebeurt er in je lichaam?

Naslagwerk VMBO. bloed en afweer

[IMMUNOLOGIE PORTFOLIO]

Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid

Praktische opdracht Biologie Transplantatie

HOMEOSTASE. Biologie Havo. Docent: A. Sewsahai HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL]

6,7. Samenvatting door een scholier 2957 woorden 16 maart keer beoordeeld

Samenvatting Biologie Module 9, 10 en 11

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 en 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9

OEFENEN EXAMENVRAGEN AFWEER VWO

Epitheel Huid slijmvliezen. Natuurlijke flora. Cellen Macrofagen, NK cellen granulocyten monocyten

Bloed, Afweer en Infectieziekten

BIOLOGIE Pag 1. Examenreader Afweer

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES

Hersenen sturen via het zenuwstelsel een boodschap naar een of meerdere organen

Afweer en Immuniteit

4. Bereiden 49 - Rekenen 50 - Bereiden Persoonlijke groei 81 - Feedback 82

Samenvatting door een scholier 1649 woorden 20 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Voeding

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18.

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Virussen en bacteriën 10 - Het afweersysteem 14 - Ziektebeelden 19

Biologie samenvatting. Nectar. Hoofdstuk 11 Gezondheid 5 havo

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

Begrippenlijst bloed, bloedsomloop en lymfe AB0-systeem Bloedgroepenstelsel, waarbij het menselijk bloed is ingedeeld in vier typen bloed: A, B, AB

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

Werkstuk Biologie Bloed

Het HLA-systeem De relatie tussen HLA en bloedtransfusie

5,8. Samenvatting door een scholier 2397 woorden 11 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Gezonde voeding?

DONOR IN HART EN NIEREN

Samenvatting Biologie H12 Transport

PTA biologie BBL Statenkwartier, Waldeck en Kijkduin cohort

Door verschillende oorzaken is inademen door de neus gezonder dan door de mond:

Samenvatting. Samenvatting

Bloedtransfusies vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort

PTA biologie KB locatie Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier en Waldeck cohort

Bloed en Afweer. Naslagwerk

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

De eerste stap van deze cellen is heel simpel: ze nemen de ziekteverwekker

7, Keuzemenu. Samenvatting door een scholier 3647 woorden 29 december keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Voeding

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m 5

vwo bescherming van het interne milieu 2010

Voor voortgangtoets 3.1

Nederlandse samenvatting

Samenvatting Biologie homeostase, gedrag, bescherming

Voelen: de huid hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Module A: Van wie zijn de bloedsporen op het dode lichaam?

Leren over vaccineren

Appendices. Nederlandse samenvatting 148. Dit proefschrift op één pagina 152. Dankwoord 153. About the author 155. List of publications 156

Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek

Nederlandse samenvatting

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

Vragen bij de oefen- en zelftoetsmodule bij het eerstejaarsvak Biologie van dieren, februari 2013

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2

Afweer. 3.1 Afweer. BSL ID 1606_ ALG_A4_1KMM Anatomie en fysiologie niveau 4 Pre Press Zeist 04/09/2007 Pg. 126

Leereenheid. Specifieke en Aspecifieke immuniteit

Praktische opdracht. klas 2 atheneum

6, Samenvatting door een scholier 1736 woorden 25 juni keer beoordeeld. Hst. 1

Nederlandse Samenvatting

Extra: Afweersysteem hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

Transcriptie:

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming Samenvatting door een scholier 1387 woorden 20 januari 2006 7,4 143 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 7 Bescherming Basisstof 1: De huid en het onderhuidse bindweefsel De huid beschermt het lichaam tegen invloeden van buiten, zoals beschadiging, infecties, ultraviolette straling en uitdroging. De huid bestaat uit twee delen, de opperhuid en de lederhuid: De opperhuid bestaat uit twee lagen: o De hoornlaag: Deze bestaat uit dode, verhoornde epitheelcellen (dekweefselcellen). De hoornlaag beschermt de huid. o De slijmlaag: Deze bestaat uit levende epitheelcellen. De onderste laag cellen van de slijmlaag, de kiemlaag, deelt voortdurend. In de slijmlaag liggen pigmentvormende cellen, de melanocyten. Deze vormen het donkere pigment melanie. In de opperhuid liggen geen bloedvaten. De epitheelcellen krijgen voedingsstoffen en zuurstof via de weefselvloeistof vanuit de lederhuid. Door de opperhuid steken haren. Haren groeien vanuit haarzakjes. In haarzakjes bevinden zich talgklieren. De lederhuid: De lederhuid bestaat grotendeels uit bindweefselcellen. In de lederhuid liggen zintuigcellen, uitlopers van zenuwcellen, haarspiertjes, bloedvaten en zweetklieren Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel. In het onderhuidse bindweefsel ligt vet opgeslagen in vetcellen. Het vet heeft een warmte-isolerende werking. Je lichaamstemperatuur kan constant worden gehouden als er een evenwicht is tussen de warmteproductie en de warmteafgifte (de warmtebalans) De warmteproductie is vooral afhankelijk van de intensiteit van de stofwisseling en de activiteit van de skeletspieren. Bij de warmteafgifte spelen het bloed en de huid een belangrijke rol. Het lichaam geeft warmte af aan de omgeving: Van straling is sprake als het lichaam warmte afgeeft aan een voorwerp zonder dat het er contact mee Pagina 1 van 5

heeft. Geleiding speelt onder andere een rol bij de warmteafgifte van het binnenste deel van het lichaam aan de huid. Van stroming is sprake als de lucht rondom de huid in beweging is. Door verdamping van zweet wordt warmte aan het lichaam onttrokken. Basisstof 2: Afweer Het binnendringen van ziekteverwekkers in je lichaam wordt een infectie genoemd. Schimmels, bacteriën en dieren geven giftige stoffen af. Virussen dringen cellen van je lichaam binnen. je kunt ook ziek worden als je schadelijk stoffen inademt of inslikt of als er stoffen via je huid naar binnen dringen. Stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren, noemen we lichaamsvreemd. Je lichaam wordt op veel manieren beschermd tegen lichaamsvreemde cellen en stoffen: De bouw van de huid en de slijmvliezen van een aantal stelsels bemoeilijken, zodat het binnendringen van ziekteverwekkers en schadelijke stoffen minder makkelijk is Dit is mechanische afweer Maagsap bevat o.a. zoutzuur waardoor bacteriën worden gedood Dit is een voorbeeld van chemische afweer. Er zijn twee typen afweermechanismen: Specifieke afweer: gericht tegen 1 type ziekteverwekker. Aspecifieke afweer: gericht tegen vele verschillende typen. Koorts: de lichaamstemperatuur wordt als reactie op een infectie verhoogd. Het rode beenmerg: Bevindt zich vooral in de wervels, in platte beenderen en in uiteinden van pijpbeenderen. Bloedcellen en bloedplaatjes ontstaan uit hetzelfde type moedercel, de stamcellen. Uit bepaalde stamcellen ontwikkelen zich bloedplaatjes, rode bloedcellen en fagocyten, uit andere stamcellen ontwikkelen zich lymfocyten. Fagocyten en lymfocyten zijn witte bloedcellen. Aspecifieke afweer: Fagocyten zorgen voor aspecifieke afweer, ze nemen ziekteverwekkers in zich op, dat proces heet fagocytose: Granulocyten Monocyten: spelen ook een rol in specifieke afweer. Granulocyt -> smelt het blaasje met bacterie en lysosoom -> bacterie gedood + verteerd -> enzymen -> granulocyt dood -> etter, pus Monocyten -> veranderen van vorm -> macrofagen. Specifieke afweer: Wordt opgewekt door antigenen. Het herkennen van lichaamsvreemd antigeen -> receptoreiwitten op celmembranen gaan een binding aan met het antigeen. Pagina 2 van 5

Receptoreiwitten zijn onderdeel van het MHC-systeem. Receptoreiwitten zijn specifiek; elk type receptoreiwit kan één type antigeen binden. De receptoreiwitten van het MHC-systeem worden in twee groepen verdeeld: MHC-I-eiwitten en MHC-IIeiwitten. Lymfocyten ontstaan uit bepaalde stamcellen uit het rode beenmerg B-lymfocyten T-lymfocyten Een groot deel van de B- en T-lymfocyten komt terecht in de lymfeknopen en de milt. Lymfeknoppen, de milt, het beenmerg en de thymus worden lymfoïde organen genoemd. Het overige deel wordt opgenomen in fijne lymfevaten en heet dan lymfe, dat komt uiteindelijk terecht in de rechterlymfestam en de borstbuis. Antigeen-presentatie Een macrofaag met lichaamsvreemd antigeen op het celmembraan wordt een antigeen-presenterende cel (APC) genoemd. Ook andere cellen kunnen dat. Antigeen-presenterende cellen -> bloed/lymfe -> lymfoïde organen -> antigenen aangeboden aan lymfocyten -> lymfocyten worden geactiveerd -> geactiveerde T-lymfocyten delen zich -> T-helpercellen, cytotoxische T-cellen en T-geheugen cellen. T-helpercellen geven verschillende soorten cytokinen af. Bepaalde cytokinen stimuleren de ontwikkeling van cytotoxische T-cellen. Cytotoxische T-cellen vernietigen lichaamscellen die met virussen zijn geïnfecteerd. Dit heet cellulaire afweer. Ook reageren ze op lichaamscellen die door bepaalde vormen van kanker zijn aangetast en op de cellen van een orgaan bij een transplantatie. T-geheugencellen blijven inactief bij een infectie. Bij een volgende infectie herkennen ze een antigeen, waardoor er een snellere afweerreactie volgt. B-lymfocyten Plasmacellen vormen antistoffen tegen antigenen. Antistoffen zijn eiwitten, ze worden ook wel immunoglobulinen (Ig) genoemd. Een antigeen en een antistof passen op elkaar als een sleutel op een slot. Hierdoor kunnen ze een antigeen-antistofcomplex vormen. Afweer door antistoffen noem je ook wel humorale afweer. B-geheugencellen herkennen bij een nieuwe infectie een antigeen. Je bent immuun geworden voor een ziekteverwekker. Basisstof 3: Immuniteit Primaire reactie: antistofvorming Secundaire reactie: er wordt vrijwel gelijk antistof gevormd. De hoeveelheid antistof wordt groter en neemt minder snel af. Natuurlijk immuniteit: immuniteit wordt verkregen als reactie op het binnendringen van een ziekteverwekker. Immunisatie: immuniteit wordt kunstmatig opgewekt (vaccinatie). Vaccin: bevat gedode of verzwakte ziekteverwekkers Je wordt ingeënt tegen: Pagina 3 van 5

Difterie Kinkhoest Tetanus Polio Haemophilus influenzae type b Bof Mazelen Rodehond Meningokokken C Dit noemen we actieve immunisatie. In sommige gevallen wordt passieve immunisatie toegepast. Er wordt dan een serum ingespoten. Dit serum bevat antistof tegen het antigeen waarmee de persoon is besmet. Met behulp van de biotechnologie is men in staat antistof van één type te produceren. Dit noemen we monoklonale antistof. Basisstof 4: transplantaties en bloedtransfusies Transplantatie: een aangetast weefsel of orgaan wordt vervangen door een ander weefsel of orgaan. Is het weefsel of orgaan afkomstig van een donor, dan vormen afstotingsreacties een groot probleem. Afstotingsreacties worden opgewekt door MHC-eiwitten op de celmembranen van het getransplanteerde weefsel of orgaan. Deze MHC-eiwitten worden door het afweersysteem van de acceptor herkend als lichaamsvreemde antigenen. Vooral de antigenen van het HLA-systeem spelen een rol. Het HLA-systeem komt vrijwel op alle membranen van cellen voor. Door het HLA-systeem kunnen lymfocyten eigen cellen van lichaamsvreemde cellen onderscheiden. Voordat er tot transplantatie wordt over gegaan, moet er worden onderzocht of het HLA-systeem van de donor past bij het HLA-systeem van de acceptor (HLA-matching). Donoren gaven toestemming voor het afstaan van organen door een donorcodicil in te vullen. Nu worden deze gegevens geregistreerd in het donorregister. Afstotingsreacties Afstotingsreacties treden vooral op door cellulaire afweer. Cytotoxische T-cellen van de acceptor herkennen in samenhang met MHC-I-eiwitten de antigenen op de celmembranen van het donorweefsel of donororgaan. De donorcellen worden dan door de cytotoxische T-cellen vernietigd. Afstotingsreacties kunnen worden onderdrukt met medicijnen die het gehele afweersysteem onderdrukken. Bloedgroepen Op de celmembranen van rode bloedcellen komen ook antigenen voor. Op grond van deze antigenen zijn er enorm veel systemen ontwikkeld om bloedgroepen in te delen. De belangrijkste zijn het ABo-systeem en de resusfactor. De vorming van de antistoffen in het bloed wordt vanaf de geboorte opgewekt door bacteriën die in het darmkanaal voorkomen. Als bloedcellen samengeklonterd zijn blijven ze steken in de haarvaten. Ze gaan te gronde, waardoor hemoglobine vrijkomt in het bloedplasma. Dit proces wordt hemolyse genoemd. Het kans hersen- en nierbeschadigingen tot gevolg hebben. Pagina 4 van 5

Ontvanger Ontvanger Ontvanger Ontvanger Donor o A B AB o A B AB Resusfactor Bij 85% van de mensen komt op de celmembranen van de rode bloedcellen een eiwit voor dat ook op de celmembranen van het resusaapje voorkomt. Dit eiwit wordt daarom resusantigeen of resusfactor genoemd. Rh-: resusnegatief Rh+: resuspositief Mensen maken pas een antistof tegen het resusantigeen als ze in contact komen met resuspositief bloed. Bij de eerste bloedtransfusie maakt deze resusfactor niet uit. Bij de volgende bloedtransfusie met resuspositief bloed, zorgt deze factor voor samenklontering. Problemen bij de zwangerschap: Als een Rh- vrouw zwanger is van een Rh+ kind kunnen door scheurtjes in de placenta rode bloedcellen van het kind in de bloedsomloop van de moeder terecht komen. De moeder maakt dan antiresus. Als bij een volgende zwangerschap het kind weer RH+ is kan er antiresus uit het bloed van de moeder door de placenta in het bloed van het kind komen. Er kan dan hemolyse optreden. Een kind bij wie deze verschijnselen optreden, wordt een resuskindje genoemd. Dit probleem voorkomt men door bij een resusnegatieve moeder antiresus in te spuiten direct na de geboorte van het kind. Als er dan rode bloedcellen met resusantigeen van het kind in het bloed van de moeder terecht zijn gekomen, klonteren deze door het ingespoten antiresus meteen samen en worden ze afgebroken. Pagina 5 van 5