Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie in Nederland de aanleiding daar voor was revolutie in Rusland en Duitsland dit is niet gelukt, want: 1. Zijn partij werkte niet mee 2. Het volk wilde niet In Nederland waren er heel lang geen politieke partijen. 3 kwesties leiden tot het oprichten van partijen: 1. Het sociale vraag stuk Er is een ongelijke verdeling van het inkomen in Nederland, er zijn veel armen en weinig rijken 2. De Schoolstrijd Er zijn 2 verschillende soorten scholen, de Christelijke en Openbare scholen 3. Het Algemeen kiesrecht iedereen wilde alle standen van de bevolking, man EN vrouw laten stemmen Daardoor ontstonden dus de politieke partijen 1e politieke partij Anti Revolutionaire Partij (Protestants-Christelijk) 1878 De leider van deze partij is Abraham Kuyper 1. Gelijkstelling van openbaar & Christelijk onderwijs 2. Algemeen kiesrecht Niet iedereen was het hier mee eens, daarom ontstond er weer een nieuwe partij de Christelijke Historische Unie 2e politieke partij Liberale Unie (Liberaal) 1885 1. Overheid moet zich niet met het volk bemoeien 2. Ieder mens mag zich vrij ontwikkelen Voor openbaar onderwijs De partij kreeg onenigheid met elkaar over Algemeen Kiesrecht & Sociale vraagstukken 3e politieke partij Sociaal Democratische Arbeiders Partij (Socialisten) 1894 1. Einde aan de ongelijkheid 2. Algemeen Kiesrecht 3. Geen revolutie https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-5-32511 Pagina 1 van 5
Dat is niet gelukt door een fout van Troelstra, want hij wilde wel 4e politieke partij Rooms-katholieke Staatspartij (Katholiek) 1926 De Strijdpunten zijn: 1. gelijke rechten voor iedereen. Iedereen mag zich ontwikkelen 2. gelijkstelling van openbaar en bijzonder overheid deze partij sloot zich aan de liberalen aan maar volgde ook een standpunt van de protestanten Toen ging Nederland zich verzuilen, er waren 4 zuilen Liberalen Socialisten Katholieken Protestanten Dit is begonnen door Abraham Kuyper met de (A.R.P), daarna de katholieken en toen moesten de liberalen en socialisten ook een zuil oprichten. Een kenmerk van verzuiling: Iedereen gaat naar de kerk, school, ziekenhuis, hobbyclub, winkel enz. van zijn eigen zuil Nederland is een bijzonder land, het is een Parlementaire Democratie en een Constitutionele Monarchie Parlementaire democratie, wil zeggen dat het volk het parlement kiest Volksvertegenwoordiging Het parlement zijn de 1e en de 2e kamer. Dit wordt evenredig samengesteld (10% van de kiezers = 10% van het aantal zetels) De taken van het parlement zijn: 1. de wetten vaststellen stemmen over alle wetsvoorstellen 1e en 2e kamer recht van het initiatief (eigen wetsvoorstellen indienen)2e kamer het recht van het amendement (wetsvoorstellen wijzigen) 2e kamer 2. de regering controleren het recht van interpellatie (kamerlid mag minister ondervragen en die moet antwoorden) het recht van enquête (een uitgebreid onderzoek indienen) het recht van begroting (begroting goed of fout keuren) Vroeger was er nog geen parlementaire democratie maar een Districtenstelsel 150 districten, waarbij er 1 persoon zijn district vertegenwoordigd in het parlement Hoofdstuk 2 Na de WO ll wilde Wilhelmina dat de verzuiling over zou zijn, maar het ging nog even door 1946 er waren verkiezingen, Beel werd Minister President KVP en PvdA gingen samen regeren, PvdA (eerst SDAP) wilde geen revolutie meer, waardoor ook christenen op hen konden stemmen KVP en PvdA waren dus de coalitie partijen De rest van de partijen waren dus oppositie partijen, zij regeerde niet maar zaten wel in het parlement Om samen te werken maakten ze een regeerakkoord https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-5-32511 Pagina 2 van 5
Tot 1948 was Beel minister president, daarna kwam Drees De coalitie partijen hadden 3 punten: 1. wederopbouw van Nederland 2. verzorgingsstaat inrichten zodat niemand armoede leidt 3. de kolonisatie stoppen (Indonesië werd zelfstandig) na +/- 20 jaar kwam de ontzuiling dit kwam door de Televisie. De mensen konden op andere zuilenprogramma s zien dat ze helemaal niet super verkeerd waren. Maar dit kwam ook door de ontkerkelijking. De kerk kreeg minder leden, dus ook minder macht en dus werden de zuilen smaller en minder belangrijk door de ontzuiling kwamen er steeds meer zwevende kiezers Nieuwe partijen kwamen vanaf eind jaren 50 Pasifistisch Socialistische Partij tegen oorlog, voor ontwapening D 66 wilden een districtenstelsel Politieke Partij Radicalen katholieken die de KVP te conservatief vinden In 1966 bestond de regering uit KVP, ARP, PvdA. Minister Schmetzer vind het kabinet te links en in de nacht van Schmetzer valt de regering, want er is te veel tegenstelling i.p.v samenwerking (ofwel, poleralisatie) Eind jaren 60 begin jaren 70 kwam er een verzet in de samenleving van de jongeren. Waarom? 1. jongeren zien Nederland rijker en consumptiever worden 2. jongeren kennen zelf geen armoede Ze zijn, tegen: de staat de besturen van universiteiten de kerken het koningshuis Ze gaan protesteren op een creatieve manier, en noemen zichzelf de provo s 1. Provocaties ze dagen mensen uit 2. ze verzetten zich tegen; oorlog in Vietnam, atoombom en machthebbers in 1967 werd de provo opgeheven en in 1970 kwamen de kabouters Provo s en kabouters kregen over het algemeen niet veel stemmen, maar ze hadden wel veel in vloed. Veel steun en ideeën tegen de machthebbers vooral bij de studenten en het bezetting van het maagdenhuis Het gevolg van deze acties waren dat er meer invloed was van bijvoorbeeld studenten en werknemers. Er zijn 2 feministische golven 1e golf eind 19e eeuw, vrouwenkiesrecht 2e golf Gelijkwaardigheid van de vrouw aan de man gelijke kansen op een baan gelijke salaris bij die baan recht op abortus recht op gebruik van voorbehoedsmiddel Het meest linkse kabinet ooit: vooruitstrevend https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-5-32511 Pagina 3 van 5
voor gelijkheid tussen mensen sociaal voor de arbeiders Kabinet den Uyl 1973 gevolg van de tijd ; studenten, feministen protestanten enz. De coalitie op dat moment: PvdA links PPR extreem links D 66 beetje links KVP midden APR midden Hoofdstuk 3 Tot de jaren 80 werd Nederland steeds meer een verzorgingsstaat. Voor de mensen waren er ziekenfondsen, uitkeringen, subsidies enzovoorts. Maar het werd Nederland te duur. Dit kon niet langer, en daarom kwam Ruud Lubbers (CDA) met het NO NONSENSE beleid en dat beleid hield in: 1. Bezuinigen, minder geld uitgeven en minder verzorgingsstaat 2. overheid moet zich met veel minder dingen bemoeien privatiseren statbedrijven worden prive bedrijven decentraliseren van de landelijke overheid word het een provinciale & gemeentelijke overheid deze dingen bespaart geld en verkleint de afstand tussen burger en overheid Lubbers wil terug naar het Harmoniemodel. Lubbers was de man van het compromis tussenvoorstel allebei de partijen krijgen een beetje gelijk Na lubbers kwam Premier Kok. Hij kwam met het Paarse kabinet, zonder CDA. De coalitie op dat moment was: VVD liberalen PvdA socialisten D 66 midden Hoewel deze partijen groot verschillen van elkaar, is het toch gelukt om een coalitie te maken zonder het CDA. Toen kwam het poldermodel, dat wil zeggen dat de tegenstanders snappen dat ze elkaar nodig hebben om problemen op te lossen. Bijvoorbeeld: Werkgevers, werknemers en milieubeweging werken samen en proberen elkaar te helpen Het harmoniemodel word steeds meer gebruikt, het buitenland ziet dat het fantastisch gaat in Nederlandpolderland en noemt het dus ook het poldermodel Na de WO ll, zochten landen in Europa meer samenwerking om 1. oorlog te voorkomen 2. economisch te profiteren De Europese unie: landen van de europese unie mogen niet meer alles zelf beslissen we helpen elkaar ( ook economisch gezien) https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-5-32511 Pagina 4 van 5
steeds meer landen worden lid De onderdelen van het Europees bestuurd zijn: raad van ministers Europese commissie (elke commissaris heeft zijn eigen taak voor de unie) Europees parlement controlerende volksvertegenwoordiging Europese raad alle regeringsleiders van de lidstaten https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-module-5-32511 Pagina 5 van 5