Begrippenlijst Module 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Begrippenlijst Module 2"

Transcriptie

1 Begrippenlijst Module 2 Algemeen kiesrecht (Module 2, H2, 1 / dl 2 H1, 5) kiesrecht voor iedereen, ongeacht je bezit, huidskleur, geloof, sekse, opleiding en dergelijke, maar wel boven een bepaalde leeftijd Anti-Revolutionaire Partij (ARP) (Module 2, H1, 3 / dl 2 H1, 4) de eerste politieke partij in Nederland, opgericht door Kuyper, leider van een grote groep protestanten, in 1878 Censuskiesrecht (Module 2, H1, 1) beperkt kiesrecht dat alleen geldt voor mensen die aan bepaalde eisen voldeden, zoals voldoende inkomen of bezit Confessionelen (Module 2, H1, 3) mensen die vinden dat het geloof richtlijnen geeft voor het besturen van een land Districtenstelsel. (H2 par. 1) Uitleg zie pagina 7. Discriminatieverbod (Module 2, H3, 1) het eerste artikel in de Nederlandse grondwet, waarin staat dat alle vormen van discriminatie verboden zijn Emancipatie (Module 2, H1, 3 extra) streven naar gelijke rechten of het krijgen van gelijke rechten Europese Commissie (Module 2, verrijking / dl 2 H6, 4) instelling van de Europese Unie die Europese afspraken voorstelt en die controleert of gemaakte afspraken worden nageleefd Europese Hof van Justitie (Module 2, verrijking) hoogste rechtbank binnen de Europese Unie Europese Parlement (Module 2, verrijking / dl 2 H6, 4) Europese volksvertegenwoordiging in de Europese Unie die advies geeft over voorstellen en soms meebeslist Europese Economische Gemeenschap (EEG) (Module 2, verrijking) samenwerkingwerkingsverband van de BRD, Frankrijk, Italië en de Benelux, die streefden naar economische samenwerking, opgericht in 1957 Europese Unie (Module 2, verrijking / dl 2 H6, 4) samenwerkingsverband van een aantal Europese landen, die streven naar meer eenheid, in 1993 opgericht Evenredige vertegenwoordiging (Module 2, H2, 1) kiesstelsel waarbij het aantal parlementszetels dat een partij na verkiezingen krijgt evenredig is aan het aantal stemmen dat op die partij is uitgebracht. Uitleg zie ook pagina 7. Feminisme (Module 2, H2, 2 / dl 2 H1, 5) beweging die opkomt voor de rechten en positie van vrouwen Gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs (Module 2, H2, 1) verandering in de grondwet in 1917, waarbij werd bepaald dat het bijzondere scholen dezelfde geldelijke middelen van de overheid zou krijgen als de openbare scholen Grondrechten (Module 2, H3, 1 / dl 2 H1, 1) basisrechten voor elke burger, bijvoorbeeld de vrijheid om je mening te zeggen, vastgelegd in de grondwet Identiteit (Module 2, verrijking).memo vmbo 3 + 4, module 2, Je bent, bepaald door kenmerken zoals taal, geschiedenis, gewoontes en gedragsregels (kan zowel gaan over een persoon als over een heel volk) Kiesdeler (H2, par 1) Het aantal uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal te verdelen zetels. Kiesdrempel. (H2, par 1) Hoeveel procent van de stemmen men moet hebben voor een Kamerzetel. Bij 150 Tweede Kamerzetels ligt de kiesdrempel op 0.7% (100%/150 zetels = 0,66 % van de stemmen voor één zetel in de kamer) Klassieke grondrechten (Module 2, H3, 1) grondrechten die al in de 19de eeuw in de grondwet werden opgenomen, zoals vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst Liberalen (Module 2, H1, 1 / dl 1 H1, 2) politieke groep die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor de burgers Pagina 1

2 Ministeriële verantwoordelijkheid (Module 2, H1, 1) de plicht van ministers om in het parlement uitleg te geven over hun plannen en de uitvoering daarvan Nationale Ombudsman (Module 2, H3, 3) instelling die klachten van burgers over de overheid onderzoekt en de overheid kan wijzen op gemaakte fouten (maar die geen straf kan opleggen) Onafhankelijke rechters (Module 2, H3, 2) rechters die onpartijdig oordelen over de schuld of onschuld van een verdachte of bij een conflict tussen twee partijen, omdat zij niet afhankelijk zijn van de regering Onschendbaar (Module 2, H1, 1) de koning(in) kan door het parlement niet ter verantwoording worden geroepen voor wat hij of zij zegt of doet, daarvoor zijn de ministers verantwoordelijk Parlementaire democratie (Module 2, H2, 2) vorm van bestuur waarbij een parlement (in Nederland de Tweede Kamer en de Eerste Kamer), die gekozen is met algemeen kiesrecht, de meeste macht heeft Parlementair regeringsstelsel (Module 2, H2, 1) zie parlementaire democratie politieke unie (Module 2, verrijking) samenwerkingsverband tussen landen die streven naar samenwerking op het gebied van bestuur Raad van Ministers (Module 2, verrijking) raad van de Europese Unie die bestaat uit de ministers van de verschillende EU-lidstaten Rechtsbijstand (Module 2, H3, 2) vergoeding van de overheid voor mensen die niet zelf de (hoge) kosten voor een advocaat of voor andere rechtshulp kunnen betalen Rechtsstaat (Module 2, H3, 2) staat waarvan het bestuur en de (grond)rechten en plichten van de burgers in de grondwet zijn vastgelegd Referendum (Module 2, H2, 3) volksraadpleging, waarbij de kiezers kunnen beslissen over wetsvoorstellen Republiek (Module 2, H2, 3) vorm van bestuur zonder erfelijke opvolging, zoals dat wel het geval is bij een koningshuis Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP) (Module 2, H1, 3) politieke partij, in 1926 opgericht door Schaepman, leider van een groep katholieken Schoolstrijd (Module 2, H1, 3 / dl 2, H1, 4) politieke strijd in de 19de eeuw over de vraag wie het bijzonder onderwijs moest betalen: de ouders of de overheid; in 1917 (Pacificatie) beëindigd met de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs Sociaal-democratische Arbeiderspartij (SDAP) (Module 2, H1, 1 politieke partij, in 1894 mede opgericht door Troelstra, leider van de socialisten Sociale grondrechten (Module 2, H3, 1) grondrechten die in 1983 aan de grondwet zijn toegevoegd waarbij de overheid de taak heeft burgers te beschermen tegen slechte leefomstandigheden, bijvoorbeeld het recht op voldoende en goede medische verzorging Sociale kwestie (Module 2, H1, 2 / Module 4, H1, 3) de slechte leef- en werkomstandigheden van grote groepen aan het eind van de 19de eeuw als gevolg van industrialisatie en modernisering Socialisten (Module 2, H1, 2 / dl 2, H1, 3) politieke groep die opkomt voor gelijkheid in de samenleving en bijvoorbeeld streeft naar betere leef- en werkomstandigheden van armere groepen in de samenleving Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (Module 2, H2, 2) vereniging van feministen, opgericht in 1894 door Jacobs en Drucker, die streefde naar kiesrecht voor vrouwen Wetboek van Strafrecht (Module 2, H3, 2) wetboek waarin het strafrecht geregeld is, er staat bijvoorbeeld in wat verboden is bij de wet en wat voor straffen er op deze overtredingen staan Pagina 2

3 H1 par. 1 Wat bereikten de liberalen in 1848? Bijna geheel West- en Midden-Europa had in maart 1848 met revoluties te maken. In Frankrijk werd de koning afgezet en ook onze Koning Willem II (die tot dan toe zijn macht niet had willen afstaan) vreesde voor zijn troon. Hij veranderde op 13 maart 1848 van de ene op de andere dag van mening en liet een groep onder leiding van de liberaal Thorbecke een nieuwe grondwet. (= constitutie) maken. Wat waren de belangrijkste onderdelen van deze nieuwe grondwet: 1. Niet de koning maar het parlement moest voortaan nieuwe wetten, de begroting en verdragen met andere landen goedkeuren. 2. De ministers waren niet meer verantwoording schuldig aan de koning maar aan het parlement dit principe heet ministeriële verantwoordelijkheid. Het parlement kon ministers ter verantwoording roepen en ze eventueel vragen om af te treden ( motie van wantrouwen). 3. De koning kreeg minder te zeggen maar werd onschendbaar. De ministers werden verantwoordelijk. voor het gedrag en uitspraken van de vorst. Met het begrip De Kroon bedoelen we vanaf dat moment dan ook de koning en de verantwoordelijke ministers (= het kabinet ) 4. Elke 4 jaar zouden er nieuwe verkiezingen zijn voor de Tweede kamer. De Tweede kamer zou voortaan direct gekozen worden door de burgers via een districtenstelsel. In eerste instantie mochten alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden stemmen ( census-kiesrecht) 5. De Eerste kamer zou niet langer meer door de koning. worden aangewezen, maar gekozen worden door Provinciale staten. 6. Verder werden in de grondwet de vrijheden en rechten van de burgers uitgebreid: * Vrijheid van godsdienst * Vrijheid van onderwijs * Vrijheid van drukpers * Vrijheid van vereniging en vergadering * De Staat en kerk werden formeel gescheiden H1 par. 2 Hoe moest de situatie van de arbeiders verbeteren? Grote groepen arbeiders verkeerden aan het einde van de 19de eeuw als gevolg van de industrialisatie in slechte leef- en werkomstandigheden (sociale kwestie). Over de oplossing van dit probleem waren er diverse meningen: De liberale politici vonden dat de overheid zich minder met dit probleem moest bezighouden. Het kapitalisme zou als men zijn best deed er automatisch voor zorgen dat iedereen het beter kreeg. Denkers zoals Karl Marx dachten dat het kapitalisme juist de oorzaak was van alle ellende. Hij wilde dan ook een totaal ander systeem. Elk mens was in principe gelijk en de productiemiddelen moesten van iedereen zijn. Zo zou niemand kunnen worden uitgebuit. Om dit (de socialistische heilstaat) te bereiken was een revolutie noodzakelijk waarin de arbeiders de bezittende klasse zouden verslaan. Aanhangers van Marx werden wel marxisten, communisten of socialisten. genoemd. Pagina 3

4 Net als in andere landen waren er ook in Nederland veel mensen die achter deze socialistische ideeën stonden. Hoewel men het niet altijd eens was over de manier waarop een dergelijke ideale socialistische staat zou moeten ontstaan. Een groep onder leiding van Ferdinand Domela Nieuwenhuis (Sociaal Democratische Bond / 1881) was zo teleurgesteld in de mogelijkheden van de parlementaire democratie dat ook zij via een revolutie van Nederland een socialistisch land wilden maken. Een andere grotere groep wilde dat alle arbeiders kiesrecht zouden krijgen. Zij konden dan op socialisten stemmen en dan zou via de democratische weg de toestand van de arbeiders kunnen worden verbeterd. Deze groep splitste zich in 1894 af van de SDB en organiseerde zich in de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) onder leiding van P.J. Troelstra. (hoewel diezelfde Troelstra in 1918 een jaar na de geslaagde Russische revolutie toch even dacht dat de revolutie ook in Nederland zou kunnen slagen). H1 par. 3 Waarom organiseerden katholieken en protestanten zich? De overheid betaalde voor het algemene onderwijs maar veel confessionele ouders vonden dit maar niets. En omdat in de grondwet de vrijheid van onderwijs was opgenomen kregen zij de mogelijkheid om eigen scholen op te richten. Op deze zogenaamde bijzondere scholen zouden hun kinderen worden opgevoed met de eigen Christelijke waarden en normen. Maar ondanks de invoering van de schoolplicht en nieuwe strengere eisen met betrekking tot de kwaliteit van de gebouwen en docenten weigerde de overheid aanvankelijk deze bijzondere scholen te bekostigen. Zo ontstond de zogenaamde schoolstrijd De liberalen (waren voor vrijheid van denken zonder beïnvloeding) en de socialisten (waren vaak atheïstisch en zagen godsdienst als een oorzaak van onderdrukking) stonden in deze schoolstrijd lijnrecht tegenover de confessionelen. Mede als gevolg hiervan gingen de confessionelen zich organiseren. Uit deze organisaties ontstonden de eerste confessionele partijen: De Anti-Revolutionaire Partij o.l.v. Abraham Kuyper De Rooms-Katholieke StaatsPartij o.l.v. Herman Schaepman. H2 par. 1 Waarom was 1917 een belangrijk jaar? In de 19 e eeuw was Nederland nog geen echte democratie er zaten veel Liberalen in de Eerste en Tweede kamer. Dat kwam omdat alleen rijke mensen mochten stemmen. Steeds meer groepen streden echter voor de belangen van mensen die nog geen stemrecht hadden en waren dus vóór uitbreiding van het kiesrecht. Rond 1887 was dit kiesrecht al uitgebreid voor mannen boven de 25 die bijvoorbeeld in loondienst waren of een soort stemexamen hadden gehaald, maar velen ging dat nog lang niet ver genoeg. De socialisten hoopten zo op stemmen van de arbeiders om zodoende het lot van de arbeiders te verbeteren, de confessionelen (zij wilden alleen het mannenkiesrecht uitbreiden) hoopten op de stemmen van de gelovigen om meer te kunnen doen voor de bijzondere scholen. Progressieve liberalen (Vrijzinnig Democratische Bond) wilden dat ook mensen met minder geld mochten stemmen, daarnaast kwamen zij o.l.v. Aletta Jacobs ook op voor het vrouwen kiesrecht. Pagina 4

5 De partijen sloten een compromis waarin de drie belangrijke conflictpunten / zaken werden geregeld (zie 1,2,3 ). Hiervoor moest de grondwet weer worden gewijzigd. Dit historisch beroemde compromis staat bekend als. De Pacificatie van 1917 De sociaal-democraten en liberalen steunden de confessionelen in de schoolstrijd ( 1 gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs) en in ruil daarvoor stemden de confessionelen vóór de invoering van het 2 algemeen kiesrecht (waar zij om godsdienstige redenen eigenlijk tegen waren). Zo werd er een compromis gesloten waarbij iedereen wat te winnen had. Toch waren de liberalen nog niet helemaal tevreden omdat ze inzagen dat de invoering van het algemeen mannenkiesrecht hen bij de handhaving van het districtenstelsel veel zetels zou kosten die naar de socialisten en confessionelen zouden gaan. Bij een districtenstelsel wordt er namelijk één afgevaardigde van elk district naar de Kamer gestuurd. Deze afgevaardigde moet in zijn district een meerderheid van de stemmen halen. De liberalen zouden door de uitbreiding van het electoraat veel stemmen verliezen omdat de nieuwe kiezers vooral arbeiders en kleine zelfstandigen waren die op de SDAP of de confessionelen zouden stemmen waardoor de liberalen moeilijk nog een district in handen konden krijgen. Bij een 3 stelsel van evenredige vertegenwoordiging hebben alle partijen een kans om in de Tweede Kamer te komen omdat elke stem telt. Om ook zeker te zijn van de steun van de liberalen werd ook hun eis van evenredige vertegenwoordiging door de andere partijen ingewilligd. Elke partij was nu tevreden. Vul de juiste begrippen in: Districtenstelsel of stelsel van evenredige vertegenwoordiging Districtenstelsel evenredige vertegenwoordiging Is een kiessysteem, waarbij één of meer is een kiessysteem waarbij het percentage afgevaardigden in een kiesdistrict worden behaalde zetels evenredig is met het gekozen en dit district vertegenwoordigen in percentage behaalde stemmen. Een partij die het parlement. Het percentage behaalde 20% van de stemmen haalt, heeft in een zetels in het parlement is niet altijd evenredig systeem met evenredige vertegenwoordiging met het percentage behaalde stemmen. dus recht op (ongeveer) 20% van de zetels. Simpel voorbeeld van verkiezingen / uitslagen en zetelverdeling in beide stelsels. Districtenstelsel District 1 / 100 inwoners. 34 stemmen op Lib. Bond 66 stemmen op SDAP District 2 / 100 inwoners. 33 stemmen op Lib. Bond 67 stemmen op SDAP District 3 / 100 inwoners. 33 stemmen op Lib. Bond 67 stemmen op SDAP Resultaat verkiezingen SDAP 3 zetels in parlement Lib. Bond 0 zetels in parlement Stelsel van evenredige vertegenwoordiging (Nederland sinds 1917) Land / 300 inwoners. 100 stemmen op Lib. Bond 200 stemmen op SDAP Kiesdeler 300 stemmen Te verdelen 3 zetels = Stemmen / zetels = 100 Resultaat verkiezingen SDAP 2 zetels in parlement Lib. Bond 1 zetel in parlement Bij een stelsel van evenredige vertegenwoordiging hebben kleinere en nieuwe partijen meer (kies : meer/minder) kans op een zetel in de Tweede Kamer. Pagina 5

6 Tijdens de schoolstrijd werd duidelijk dat de Confessionelen, liberalen en socialisten hun eigen aanhang graag wilde laten opgroeien met hun eigen ideeën en idealen. In de jaren hierna werd dit alleen nog maar versterkt doordat deze groepen naast hun eigen scholen en partijen ook hun eigen kranten, radio-omroepen, vakbonden en sportverenigingen gingen oprichten. Deze scheiding die we in de geschiedenis verzuiling noemen heeft de Nederlandse samenleving een groot gedeelte van de 20e eeuw verdeeld. Schema. Vul de juiste groep in, kies uit confessionelen, liberalen of socialisten. Groepen Partijen / bel. personen Aanhang Wat wilde men Liberalen Liberale Unie / Thorbecke Confessionele n VDB Vrijzinnig Democratische Bond Aletta Jacobs Orthodox-protestanten ARP / Abraham Kuyper Katholieken RKSP / Herman Schaepman Socialisten SDB of Socialistenbond / Ferdinand Domela Nieuwenhuis Fabrikanten, Bankiers Ondernemers Gegoede burgerij De kleine luyden winkeliers, boeren, geschoolde arbeiders Erg veel aanhang in Limburg en Brabant Arme land / veenarbeiders uit Friesland en arbeiders uit Amsterdam * Inperking macht van de koning * Uitbreiding vrijheden en rechten van de burgers (zie klassieke grondrechten en aanpassing grondwet 1848). * Regering moest zich zo min mogelijk met economie bemoeien. Er moesten zo min mogelijk voorschriften zijn m.b.t. bijv. prijzen en werktijden. * Voor uitbreiding kiesrecht / vrouwenkiesrecht * Voor aanpassing van het kapitalisme. * Gelijke behandeling van het openbaar en bijzonder onderwijs. * Hoogste macht lag bij god. Men wilde het Christelijk denken in de wetten laten terugkomen. * Opkomen voor belangen (emancipatie) van katholieken en protestanten * Uitbreiding mannenkiesrecht * Via een revolutie de macht in handen zien te krijgen om dan het lot van de arbeiders te verbeteren. SDAP (Afsplitsing van SDB) P.J. Troelstra Geschoolde arbeiders maar later ook boeren, middenstanders * Algemeen kiesrecht voor alle burgers. Daarna kon men via het parlement zorgen voor * Betere sociale voorzieningen. * Een 8-urige werkdag. Pagina 6

7 H2 par. 2 Wanneer kregen vrouwen inspraak? Het feminisme is een maatschappelijke en politieke stroming die de emancipatie van vrouwen wil verbeteren. Vrouwen worden en werden op veel terreinen achtergesteld ten opzichte van mannen, bijvoorbeeld in opleiding, salaris, eigendom, inkomen en kiesrecht. Zo mochten bijvoorbeeld in het begin van de twintigste eeuw vrouwen niet studeren aan een universiteit. Aletta Jacobs was de eerste vrouw die in Nederland geneeskunde studeerde. Tot in de jaren 60 van de 20 e eeuw mochten vrouwen vaak niet hun baan behouden als zij in het huwelijk traden (bijv. in overheidsdienst). 1. Het feminisme heeft in Nederland twee golven gekend: 1 e golf; Aan het eind van de 19e eeuw werd vooral gestreden voor het vrouwen kiesrecht, met als voorvrouwen onder andere Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs (zij richtten in 1894 samen de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht / Vrije Vrouwenbeweging, op) e golf; Vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw, werd vooral gestreden voor de seksuele en financiële mogelijkheden voor vrouwen. De strijd voor het recht op abortus was bijvoorbeeld een speerpunt van de groep Dolle Mina (de naam verwijst naar Wilhelmina Drucker). De organisatie Man, Vrouw, Maatschappij streed vooral voor gelijkwaardige opleidingsmogelijkheden en salaris. Meningen van de politieke groeperingen over vrouwenemancipatie rond Vul de juiste groepen in kies uit Confessionelen, Socialisten en progressief Liberalen. Confessionelen Socialisten Progressief liberalen. * Tegen vrouwenkiesrecht, was zaak van het gezinshoofd, de man. * Vrouw behoorde thuis te blijven en voor de kinderen te zorgen. * Loon arbeiders omhoog zodat vrouwen niet hoefden te werken. * Wetten tegen zwaar werk voor vrouwen. * Voor passief en actief vrouwenkiesrecht. * Voor openstellen universiteiten voor vrouwen. * Vrouwen en mannen gelijk behandelen. Eerst een stukje staatsinrichting. De staatsvorm die Nederland heeft is een: Parlementaire democratie & constitutionele monarchie. De macht ligt in handen van een door het volk (democratisch) gekozen volksvertegenwoordiging (parlement). Aan het hoofd van het land staat een monarch, (koning of koningin) die zich heeft te houden aan de Grondwet (constitutie). In de Grondwet is bepaald dat de Koning, of de Koningin, onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Pagina 7

8 Hoe komt in Nederland een nieuwe wet tot stand? Ontwerp nieuwe wet (meestal) door minister en zijn departement Daarna volgt behandeling in de ministerraad. Na advies van de Raad van State en de koningin Indiening wetsvoorstel bij 2 e kamer. Behandeling in de 2 e kamer (met vragen aan en antwoorden van de minister). Na eventuele amendementen (wijzigingen) wordt over de nieuwe wet gestemd. Wordt deze aangenomen dan Behandeling in de 1 e kamer. Deze kan wetvoorstel niet meer veranderen maar alleen in z n geheel goed- of afkeuren. Als de 1 e kamer de wet goedkeurt gaat deze ter ondertekening naar de koningin (het is een vaste gewoonte dat deze de ondertekening niet weigert). Daarna tekent de betrokken minister. Na deze bekrachtiging zorgt de minister van justitie voor afkondiging van de nieuwe wet in het staatsblad. Kiezen in Nederland Voor landelijke verkiezingen geldt dat in principe iedere in Nederland wonende burger met de Nederlandse nationaliteit, die op de dag van de verkiezingen 18 jaar of ouder is kiesrecht heeft. Men heeft zowel passief kiesrecht = recht om zelf gekozen te worden als actief kiesrecht = recht om zelf te kiezen. Voor lokale verkiezingen is de Nederlandse nationaliteit géén eis: Mensen uit de EU hebben direct stemrecht en volwassene van buiten de EU, die vijf jaar of langer legaal in Nederland zijn ook. De kiesplicht is in Nederland in de jaren '70 van de 20e eeuw afgeschaft. De drie Bestuurslagen Het bestuur in Nederland is ingedeeld in drie bestuurslagen: Rijk, provincies en gemeenten. Het Rijk behartigt de zaken van nationaal belang. Provincies en gemeenten zijn decentrale overheden. Vul de ontbrekende woorden in:kies uit: Parlement, Gemeenteraad, Gedeputeerde Staten, Regering, Burgemeester & wethouders, Provinciale Staten. Bestuurslaag Volksvertegenwoordigers Dagelijks bestuur Parlement (1 e en 2 e Kamer) Regering Land Provincie Gemeente Provinciale staten Gemeenteraad Gedeputeerde staten en de Commissaris van de Koningin Burgemeester en Wethouders De wetgevende macht ligt bij de Eerste en Tweede Kamer = Parlement = Staten Generaal = Volksvertegenwoordiging Pagina 8

9 Eerste Kamer Indirect gekozen 75. zetels Tweede Kamer 150. zetels Door leden van Provinciale staten Direct gekozen Door het volk Heeft Recht Heeft Recht van van Interpellatie Interpellatie Het recht om vragen te stellen aan de minister. Enquête Enquête Het recht om een onderzoek te laten instellen naar bepaalde zaken. Stemming Na de 2 e kamer moet een nieuwe wet ook nog met een meerderheid van stemmen door de 1 e kamer worden goedgekeurd Stemming Nieuwe wetten moeten eerst met een meerderheid van stemmen door de 2 e kamer worden goedgekeurd Budget Budget Het recht om de begroting wel of niet goed te keuren. Kan wetsvoorstellen en Amendement Recht om wetsvoorstellen! begrotingsvoorstellen en begrotingsvoorstellen alleen afkeuren of te veranderen. aannemen.! Mogen zelf géén wetsvoorstellen indienen Initiatief Het recht om zelf een wetsvoorstel in te dienen. De uitvoerende macht ligt in handen van de regering (koning(in) en ministers) Ministers en staatssecretarissen = kabinet De rechtelijke macht ligt in handen van de rechters H2 par. 3 Hoe zou Nederland nog democratischer kunnen worden? Enkele mogelijkheden: 1. Meer betrekken van kiezers bij de politiek zodat er weer meer mensen gaan stemmen. Opnieuw invoeren van de stemplicht? 2. Kiesgerechtigde leeftijd verlagen naar 16, om jongeren nog meer bij de politiek te betrekken. 3. Allochtonen eerder kiesrecht geven. 4. Van Nederland een republiek (staat met gekozen staatshoofd) maken. 5. Vooral D 66 maakt zich sinds haar oprichting al sterk voor meer directe invloed van de bevolking op het bestuur. Dit zou kunnen gebeuren door invoering van een referendum (volksraadpleging). Een dergelijk referendum kan adviserend, maar ook correctief zijn (dat wil zeggen dat de regering er zich aan moet houden). Als meer dan 3,5 miljoen burgers bij een referendum tegen een wet stemmen gaat deze niet door. Een goed voorbeeld van een referendum was de kwestie aangaande de nieuwe Europese grondwet. Een duidelijke meerderheid van de Nederlanders was tijdens het referendum tegen deze grondwet. 6. Een direct (door de bevolking) gekozen burgemeester. Pagina 9

10 H3 par 1 Hoe belangrijk zijn grondrechten? Een aantal klassieke grondrechten (vastgelegd in grondwetsherziening van 1848.): 1. De Nederlandse grondwet begint met een gebod en een verbod. Het gebod houdt in dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld. (= Recht op gelijke behandeling In 1983 is daar een discriminatieverbod aan toegevoegd. Het artikel somt een aantal gronden op waarop niet gediscrimineerd mag worden; godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht, en eindigt met een open formule:'op welke grond dan ook'. 2. Het recht van vrije meningsuiting in de grondwet verbiedt censuur en garandeert het feit dat mensen hun eigen denkbeelden mogen uitdragen. 3. Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Niemand mag bijvoorbeeld zomaar je brieven openen, je huis binnenvallen of je telefoon aftappen. Dit recht wordt wel het recht op privacy genoemd. 4. Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden. Dit is het recht op vrijheid van godsdienst. 5. Recht van vereniging, vergadering en betoging. Iedereen heeft het recht een politieke partij of vakbond op te richten en te demonstreren tegen zaken waarmee men het niet eens is. 6. In de grondwet is sinds 1917 opgenomen; Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen. Dit noemen we het passief en actief kiesrecht. Toen de welvaart in Nederland toenam besloot men ook een nieuw soort rechten in de grondwet te laten opnemen (sociale grondrechten). Een paar voorbeelden. 1. Nederlanders die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege. 2. Iedereen ook mensen met een laag inkomen hebben recht op een opleiding/onderwijs 3. Iedereen heeft recht op onderdak/woonruimte 4. Iedereen heeft recht op goede medische verzorging. 5. iedereen heeft recht op een schone woonomgeving/milieu. Vul in klassieke of sociale grondrechten. Klassieke grondrechten Beschermen de burgers tegen een te machtige overheid. De overheid mag bepaalde dingen dus niet doen. Sociale grondrechten De overheid beschermt de burgers tegen te slechte leefomstandigheden. Deze grondrechten bevatten een opdracht aan de overheid om voor bepaalde zaken te zorgen Pagina 10

11 Stelsel sociale zekerheid : - sociale verzekeringen : werknemersverzekeringen (wordt betaald uit premies) (WW,ZW,WAO) - volksverzekeringen (voor iedereen) (AOW, Kinderbijslag) (wordt betaald uit belasting) - sociale voorzieningen (vullen de sociale verzekeringen aan) Ze vullen het inkomen aan tot het sociaal minimum (wordt betaald uit belasting) b.v. (Algemene Bijstandswet) H3 par. 2/3 Wat voor rechtspraak kent een rechtstaat, hoe wordt de burger beschermd? Nederland is een rechtsstaat en daarom worden de burgers beschermd tegen foutief optreden van de overheid. Zo n rechtstaat heeft de volgende kenmerken: 1. Alle burgers zijn voor de wet gelijk. Geen klassenjustitie! 2. Er zijn onafhankelijke (onpartijdige) rechters die worden benoemd voor het leven. 3. Je kunt alleen veroordeeld worden indien je de wet hebt overtreden en dit ook bewezen kan worden. Iedereen die wordt aangeklaagd heeft recht op een advocaat en kan na de veroordeling in hoger beroep gaan. Ook zijn er bureaus voor rechtshulp waar men soms kosteloos om advies kan vragen. Voor arme mensen is er gratis rechtshulp De volgende straffen kunnen worden opgelegd a. taakstraf (bureau HALT) b. Geldstraf c. Gevangenisstraf d. TBS (Ter Beschikking van de regering) (mensen zijn dan een gevaar voor de samenleving en moeten behandeld worden). Lichte overtredingen leidden tot een bekeuring, bij overtredingen en misdrijven wordt het Wetboek van Strafrecht gebruikt. Twee onderdelen van dit wetboek zijn: Overtredingen (lichte vergrijpen). De gevangenisstraf voor een overtreding is nooit meer dan een jaar. Misdrijven (zijn ernstige delicten). Van misdrijven wordt een aantekening gemaakt in het strafblad van de veroordeelde. Burgers die klachten hebben over het functioneren van de overheid kunnen contact opnemen met de Nationale ombudsman. Hij gaat de zaak onderzoeken bemiddelt en komt vaak met voorstellen om het conflict op te lossen. Pagina 11

12 Extra stof belangrijk voor de theoretische leerweg/vmbo Na de Tweede Wereldoorlog besloten een aantal Europese landen om op economisch gebied nauwer te gaan samenwerken. Hiervoor waren een aantal redenen: 1. Door intensievere economische samenwerking zou een oorlog in de toekomst voorkomen kunnen worden. 2. Door samenwerking kon men ook een vuist maken tegen het economisch veel sterkere USA en Japan. Europese bedrijven zouden immers kunnen gaan profiteren van de grotere interne Europese markt en hierdoor kunnen uitgroeien tot volwaardige concurrenten van de veel grotere Amerikaanse en Japanse bedrijven. Het begon allemaal met zes landen die gingen samenwerken in de EGKS (1952, de Europese Gemeenschap van Kolen. en Staal.). In 1957 volgde de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap de EEG EG EU (1992). Het onderdeel economisch verdween uit de afkorting omdat de lidstaten ook gingen samenwerken op andere gebieden. Voorbeelden hiervan zijn de bestrijding van; milieuvervuiling, drugshandel, criminaliteit en interne conflicten. Er wordt zelfs al gesproken over één gemeenschappelijk Europees leger. Uiteindelijk moet er binnen de Unie één markt komen waarin burgers vrij kunnen reizen, wonen, kopen, studeren, werken. Vanaf 1992 is er ook één munteenheid de euro ingevoerd. De steeds verdere uitbreiding van de EU (van 6 naar meer dan 25 leden) heeft voor- en nadelen. Voordelen: 1. Minder handelsbelemmeringen tussen de landen hierdoor kunnen producten en diensten steeds goedkoper worden aangeboden. 2. Steeds kleinere kans op militaire conflicten tussen de lidstaten. 3. Afname van de verschillen en toename van de welvaart voor alle lidstaten. 4. Eens steeds grotere interne markt en dus meer afzetmogelijkheden voor de Europese bedrijven. 5. Schaalvergroting in het Europese bedrijfsleven waardoor de concurrentiepositie met bedrijven buiten Europa beter wordt. Nadelen: 1. De kosten van de uitbreiding kunnen jaarlijks miljarden euro s hoger uitvallen als gemeenschappelijke subsidieregelingen, zoals voor de landbouw, niet verminderen. Ook zal de hulp aan de arme nieuwe leden een land als Nederland veel geld gaan kosten. 2. De komst van goedkope arbeiders uit landen zoals Polen zal op korte termijn de werkgelegenheid in een land als Nederland in gevaar brengen. 3. Door de grote uitbreiding van het aantal lidstaten wordt het steeds moeilijker om de staten op een lijn te brengen. 4. Landen raken door de Europese wetgeving steeds meer nationale bevoegdheden kwijt en verliezen dus langzaam de macht over hun eigen gebied. Vooral een land als Groot-Brittannië is erg huiverig om eigen bevoegdheden aan de EU af te staan. Nederland is wel voorstander van een sterk en eensgezind Europa. Dat hoeft niet ten koste te gaan van onze eigen Identiteit omdat het Nederlandse parlement over onze taal, het onderwijssysteem en de sociale zekerheid mag blijven beslissen. Pagina 12

13 Staatsinrichting van de EU Europees Parlement Het Europees Parlement (EP) is de volksvertegenwoordiging van alle burgers uit de Europese Unie (EU). Het EP bestaat momenteel uit 730 leden. Sinds 1979 worden de parlementsleden elke vijf jaar gekozen door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen. De vergaderingen vinden in Straatsburg en in Brussel plaats. Het EP heeft de volgende bevoegdheden: Het Europees Parlement bekijkt de wetsvoorstellen van de commissie en kan veranderingen voorstellen. Het EP vervult een rol bij de benoeming van de Commissie en het kan schriftelijke en mondelinge vragen tot de Commissie en de Raad richten. Raad van de Europese Unie De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers bestaat uit de ministers van de lidstaten. De samenstelling van de Raad wisselt al naar gelang het onderwerp dat besproken wordt. De leden van de Raad zijn politiek verantwoordelijk tegenover hun nationale parlementen. De belangrijkste bevoegdheden van de Raad zijn: De Raad oefent een deel van deel wetgevende macht uit. Op veel beleidsterreinen doet hij dit samen met het EP. De Raad en het Europees Parlement stellen samen de EU-begroting vast. De Raad draagt zorg voor de samenwerking op het gebied van politiezaken. Elk land van de EU is bij toerbeurt voorzitter van de Raad voor een periode van 6 maanden. Europese Commissie Is eigenlijk de Europese regering uitvoerende macht). De Europese Commissie moet handelen in het belang van de Unie als geheel en mag geen instructies van nationale regeringen aanvaarden. Om de vijf jaar wordt in navolging van de verkiezing van het Europees Parlement een nieuwe Commissie benoemd. De Commissie is politieke verantwoording verschuldigd aan het Europees Parlement. Het Europees Parlement kan de Commissie van haar functies ontheffen via een motie van wantrouwen. De Commissie is aanwezig op alle vergaderingen van het Parlement, waar zij wordt verzocht haar beleid toe te lichten en te rechtvaardigen. Verder moet zij regelmatig antwoord geven op mondelinge en schriftelijke vragen die door de leden van het Europees Parlement zijn gesteld. De Commissie stelt wetten, beleid en actieprogramma's voor en zij is verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluiten van het Europees Parlement en de Raad. De Commissie oefent onder andere de volgende taken uit: Het indienen van wetsvoorstellen bij het Europees Parlement en de Raad. Het ten uitvoer brengen van het Europees beleid en de begroting (uitvoerende macht) De vertegenwoordiging van de EU op internationaal niveau. Sinds het ingaan van de nieuwe ambtstermijn van de Commissie ( ) op 22 november 2004 bestaat de Commissie uit één Commissaris per lidstaat, 25 in totaal. Europees Hof van Justitie Het in Luxemburg gevestigde Europees Hof bestaat sinds de uitbreiding in 2004 uit 25 rechters. Het Hof heeft als taak om toe te zien of de lidstaten zich aan de regels houden. Europese Rekenkamer De eveneens in Luxemburg gevestigde Europese Rekenkamer heeft als taak alle ontvangsten en uitgaven van de EU te controleren. Europese Centrale Bank De Europese Centrale Bank (ECB), die in Frankfurt is gevestigd. Sinds 1 januari 1999 is de ECB verantwoordelijk voor de uitvoering van het Europese monetaire beleid (bijvoorbeeld beslissingen over renteverhogingen om koers van euro te steunen en inflatie tegen te gaan). Pagina 13

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Koning en parlement 1813-> Willem 1 kwam aan op het strand in Scheveningen, hij werd begroet door een enthousiaste menigte. Deze mensen hoopten dat Willem 1 rust en vrede

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie 1848-53 gelijkheid voor iedereen Samenvatting door een scholier 2412 woorden 8 mei 2010 6,4 20 keer beoordeeld Vak Geschiedenis

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning Samenvatting door O. 1153 woorden 25 september 2013 4,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 paragraaf 1 In 17 eeuw 18 eeuw (1600-1700)was Nederland een republiek. In een

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting door Marieke 1467 woorden 30 april 2015 7,4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1: Het

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

A. Kuyper

A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Anti-Revolutionaire Partij Anti-Revolutionaire Partij Anti-Revolutionaire Partij

Nadere informatie

Deelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld?

Deelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld? Samenvatting door een scholier 1446 woorden 7 juni 2005 6,2 36 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 7 Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa 1 Op weg naar een moderne parlementaire

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl geschiedenis en staatsinrichting II

Eindexamen vmbo gl/tl geschiedenis en staatsinrichting II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 De nieuwe grondwet van 1848 zorgde voor een verandering in het kiessysteem. De leden van de

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk door een scholier 2435 woorden 22 januari 2005 6 108 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud: Hoofdvragen: 1: Wat veranderde er in de 19e Eeuw met

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 Op welke manier werd de Tweede Kamer tussen 1848 en 1917 samengesteld? A De leden werden benoemd

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting door een scholier 1057 woorden 17 maart 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Dat

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 51 punten

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4 Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+ Samenvatting door een scholier 1611 woorden 26 november 2001 5,5 29 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis stof voor eerste rep (maatschappijleerboek

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 In 1848 werd de grondwet in Nederland veranderd. Dit had gevolgen voor de machtsverhouding tussen

Nadere informatie

Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3)

Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3) Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3) Begrippenlijst door een scholier 1308 woorden 25 januari 2003 6,7 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Begrippenlijst

Nadere informatie

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61325

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61325 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 19 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 36 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 52 punten

Nadere informatie

Maatschappijleer par. 1!

Maatschappijleer par. 1! Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid

Nadere informatie

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 June 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting door een scholier 1031 woorden 22 juni 2007 7,7 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer samenvatting 1. Democratie Wetten:

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 39 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten

Nadere informatie

1Nederland als democratie

1Nederland als democratie Thema 1Nederland als democratie en rechtsstaat 1.1 Inleiding Nederland is een democratie. Wij kiezen bepaalde mensen - de volksvertegenwoordigers - die namens ons regeren. Zij nemen besluiten en besturen

Nadere informatie

Antwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14

Antwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14 Antwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling

Nadere informatie

4.5. Samenvatting door een scholier 1791 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis

4.5. Samenvatting door een scholier 1791 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 1791 woorden 6 april 2004 4.5 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 4e eeuw voor Christus: Aristoteles -> heeft staatsinrichting gemaakt (Athene) drie hoofdvormen: - monarchie:

Nadere informatie

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld. Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november 2004 5,8 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer: Hoofdstuk 3! Par 1: Staat! Nederland is een onafhankelijke staat, waarvan we spreken

Nadere informatie

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum november 2012 Hoofdstuk 4 Het landsbestuur (regering en parlement) Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2011 tijdvak 1 maandag 23 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door een scholier 1027 woorden 10 augustus 2010 5,3 17 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 3. Politiek 3.1. Keuzes

Nadere informatie

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat 7.1 Onze democratie Tekst 1: Wie is de baas in Nederland? Nederland is een democratie. Dat betekent: de bevolking is de baas. Maar je kunt niet 16,7 miljoen bazen

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2007 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 48 punten

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Samenvatting door een scholier 1381 woorden 10 december 2006 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Periode 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 410 woorden 3 februari 2004 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Aantekeningen Hoofdstuk 2 Politieke

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1365 woorden 30 mei 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi 1 Democratie Democratie is historisch gezien een

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5 politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa

Samenvatting Geschiedenis Module 5 politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa Samenvatting Geschiedenis Module 5 politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa Samenvatting door een scholier 1910 woorden 12 januari 2004 7,2 35 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Paragraaf 1.1

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1155 woorden 5 februari 2006 6,4 37 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluis Samenvatting door een scholier 1711 woorden 16 februari 2005 4,3 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Begrippen politieke beslui Trias politica = Driedeling

Nadere informatie

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT Wie zei: Het is mijn taak om dit land goed te besturen. Maar al die ministers moeten zich er niet mee bemoeien. 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie Samenvatting door een scholier 2087 woorden 13 januari 2011 7,8 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is politiek? Politiek kan je het beste

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Democratisering van Nederland

Hoofdstuk 1 Democratisering van Nederland Oriëntatie Hoofdstuk 1 Democratisering van Nederland 1848-1919 1 Bekijk in je handboek de foto in de oriëntatie. a Beschrijf waar op de foto de Kamerleden zitten. Ze zitten in de halve cirkel in het midden

Nadere informatie

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Boekverslag door E. 2025 woorden 23 oktober 2014 5.9 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: wat leer je bij maatschappijleer? Iets is een maatschappelijk probleem

Nadere informatie

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Mensbeelden, ideologieën, politieke partijen Politieke partijen Welke politieke partijen zijn er eigenlijk in Nederland en wat willen ze? Om antwoord

Nadere informatie

Instructie Machtenscheidingsquiz

Instructie Machtenscheidingsquiz Instructie Machtenscheidingsquiz Korte omschrijving werkvorm De leerlingen worden ingedeeld in teams. Elk team strijdt om de meeste punten. Er zijn kennisvragen en blufvragen. Bij kennisvragen kiest elk

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei 2004 6,6 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer POLITIEK Politiek is de manier waarop voor een land besluiten worden genomen (de meeste besluiten worden

Nadere informatie

Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie, algemene staatsinrichting en verkiezingen

Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie, algemene staatsinrichting en verkiezingen Ruimte voor beeld 21,6 x 8,7 cm Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie, algemene staatsinrichting en verkiezingen Plan EU Eerste VN Dag voor het Meisje: 11 oktober ONE G7 Summit München juni

Nadere informatie

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2 Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april 2002 7,4 22 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Toets politieke besluitvorming H2 Wat is een parlementaire democratie? : Democratie is dat burgers ook

Nadere informatie

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz Inhoudsopgave 1. Democratie blz. 3 2. De staatsinrichting van Nederland blz. 4 2.1. Het kabinet en het parlement 3. De Grondwet blz. 6 3.1. De Grondrechten 4. Europa blz. 7 Afsluitende opdracht De Klassengrondwet

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1199 woorden 12 januari 2005 7,9 31 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

2 keer beoordeeld 20 februari 2016 5,4 Samenvatting door een scholier 1315 woorden 2 keer beoordeeld 20 februari 2016 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3 Parlementaire democratie Par. 1 wat

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door A. 2210 woorden 6 mei 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 1. Wat is politiek? Politiek:

Nadere informatie

1. Verdeel de klas in 8 groepen van 3 à 4 leerlingen. 3 liberalen, 3 confessionelen en 2 socialisten.

1. Verdeel de klas in 8 groepen van 3 à 4 leerlingen. 3 liberalen, 3 confessionelen en 2 socialisten. FORMATIESPEL PACIFICATIE KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM De leerlingen spelen in groepjes een onderhandelingsspel, gesitueerd in de jaren 10 van de twintigste eeuw. Bij dit spel moeten de leerlingen zich verplaatsen

Nadere informatie

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat

Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat Beschrijving van de activiteit De quiz wordt gespeeld op de wijze van petje op, petje af. In de plaats van petjes krijgen de kinderen

Nadere informatie

LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie. 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8

LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie. 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8 LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8 LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door M. 1603 woorden 10 januari 2015 6,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND

QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM De pienterste mensch is een kennisquiz over de ontwikkeling van de parlementaire democratie

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2008 1 tijdvak 1 donderdag 22 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 39 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 55 punten

Nadere informatie

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave Boekverslag door B. 1102 woorden 2 juni 2003 5.4 32 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave - Inleiding - Samenvatting verkiezingsstrijd - Artikelen - Bronvermelding Inleiding Verkiezingen We

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen Samenvatting door een scholier 1517 woorden 10 januari 2008 8,1 157 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT OKTOBER 2018 AAN DE SLAG MET #3 WAT HEB JE NODIG? PowerPoint Per groepje twee werkbladen met opdrachten van verschillende landen DE WERKVORM IN HET KORT Eerst leg je aan de hand van een PowerPointdia uit

Nadere informatie

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Samenvatting door een scholier 2429 woorden 17 november 2002 8,7 41 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2, Politieke besluitvorming.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie

Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie Samenvatting door A. 1325 woorden 18 mei 2011 6,9 35 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Samenvatting Geschiedeniswerkplaats Rechtstaat

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-17-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-17-1-b Bijlage VMBO-KB 2017 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-17-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een omschrijving van de eerste politieke partij: De kleine luyden

Nadere informatie

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw Tijdvakken Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw K.A. * De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving * De moderne vorm van imperialisme

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Er zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd.

Er zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd. Samenvatting door een scholier 2631 woorden 4 november 2002 5,7 21 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Pw Staatsinrichting H1 Rechtsstaat: Kern v. Nederlandse staatsinrichting. Staatsinrichting: Manier waarop

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1 Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1 Samenvatting door C. 1476 woorden 18 april 2016 3,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Module 1 politiek Een goede politicus heeft de volgende kenmerken:

Nadere informatie

Examen VMBO-KB 2015. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-KB 2015. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-KB 2015 tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 40 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54

Nadere informatie

Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011

Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011 Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011 Bij de landelijke verkiezingen in juni 2010 zijn er 61 vrouwen in het parlement gekozen, zes meer dan bij de verkiezingen van 2003 en van 2006.

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door M. 1798 woorden 20 januari 2014 5,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1 Wat is politiek? Politiek

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 31 oktober 2015

1 keer beoordeeld 31 oktober 2015 2,6 Samenvatting door F. 2075 woorden 1 keer beoordeeld 31 oktober 2015 Vak Geschiedenis Samenvatting geschiedenis H14 1. Willem van Oranje stelde in 1578 voor om zowel katholieke als luthers en calvinistische

Nadere informatie

GESCHIEDENIS SO3 TV

GESCHIEDENIS SO3 TV GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld

Nadere informatie

3,6. Antwoorden door een scholier 3031 woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Paragraaf 1

3,6. Antwoorden door een scholier 3031 woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Paragraaf 1 Antwoorden door een scholier 3031 woorden 2 november 2017 3,6 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Paragraaf 1 1 Nederland is een monarchie. De koning(in) maakt wel deel uit van de regering.

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2012 1 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 43 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming. Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari 2002 8 42 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Politieke besluitvorming. Oriëntatie Politiek voltrek zich in een sociaal-economisch en een sociaal-culturele

Nadere informatie

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang: Samenvatting door M. 1124 woorden 15 januari 2014 9 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1 Algemeen belang: Openbare orde en veiligheid Buitenlandse betrekkingen

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-15.30 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 46 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Hoofdzaken staatsinrichting

Hoofdzaken staatsinrichting Hoofdzaken staatsinrichting 1 staatsinrichtinghoofdpunten.doc 2 1 WAT IS POLITIEK? Politiek is alles wat met het besturen van een stad, land, gebied te maken heeft. In de politiek zijn verschillende groepen

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b Bijlage VMBO-KB 2007 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje Staatsinrichting van Nederland bron 1 Over een demonstratie op 15 maart 1848. Grote opschudding bij de regering en het

Nadere informatie