i Inhoudstafel INLEIDING TOT HET MATERIEEL EN STRAFPROCEDUREEL CYBERSTRAFRECHT: UITDAGINGEN VOOR DE ADVOCATUUR...... 1 Philippe Van Linthout & Jan Kerkhofs I. Inleiding.............................................. 1 II. Het materieel ICT-strafrecht............................... 4 A. ICT als crimineel middel.................................. 5 1. Valsheid in informatica (art. 210bis, 1 van het Strafwetboek) 5 2. Gebruik van valse informaticagegevens (art. 210bis, 2 van het Strafwetboek)...................................... 9 3. Informaticabedrog (art. 504quater van het Strafwetboek)..... 11 B. ICT als crimineel doel.................................... 14 1. Hacking........................................... 14 2. Informaticasabotage (art. 550ter van het Strafwetboek)...... 21 III. Het opsporingsinstrumentarium van het Wetboek van Strafvordering 24 A. Artikel 39bis van het Wetboek van Strafvordering digitaal databeslag 25 B. Artikel 46bis van het Wetboek van Strafvordering identificatie... 26 C. Artikel 88bis van het Wetboek van Strafvordering opsporen en lokaliseren............................................. 28 D. Artikel 88quater Sv. Medewerkingsverplichting............... 29 E. Artikel 90ter van het Wetboek van Strafvordering Informaticatap. 30 F. Artikel 88ter van het Wetboek van Strafvordering Netwerkzoeking 38 IV. Conclusie............................................. 43 IS ER PLAATS VOOR SOCIALE MEDIA OP DE WERKVLOER?......... 45 Tine Strubbe I. Sociale media.......................................... 46 II. Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst: werving en selectie.. 47 A. Werving en selectie...................................... 47 B. Arbeidsbemiddeling...................................... 50 III. De invloed van sociale media op de uitvoering en de schorsing van de arbeidsovereenkomst..................................... 51
ii Internet &/@ Recht IV. Einde van de arbeidsovereenkomst?......................... 57 Slotbeschouwing............................................. 64 FAQ @ IE-OP.NET.................................... 65 Stephane Criel (met medewerking van Mr Reinhard Dhondt) Inleiding................................................... 65 I. De.be -domeinnaam met mijn merk/handelsnaam blijkt reeds bezet. Wat kan ik doen?....................................... 66 A. Wat is een domeinnaam?.................................. 66 B. Op welke wijze kan ik een.be -domeinnaam registreren?......... 67 C. Is de.be -domeinnaam mijn eigendom?...................... 68 D. Op welke wijze wordt mijn domeinnaam beschermd en hoe kan ik optreden tegen de registratie van een domeinnaam?............. 69 II. Parasieten op het internet: verdelgen?........................ 73 A. Kopie op het internet: mag dat zomaar?...................... 73 B. Het beginsel? De vrijheid van kopie!......................... 74 C. Hoe het speelveld van de vrijheid van kopie beperken?........... 75 1. Bescherming door intellectuele eigendomsrechten........... 75 2. Bescherming door de Wet Marktpraktijken................ 76 3. Bescherming door contractuele afspraken................. 77 4. Bescherming door diverse wetgeving..................... 79 5. De praktijk bewijst de noodzaak tot het treffen van beschermingsmaatregelen............................. 80 III. Conflicten met werknemers of leveranciers en hun creaties....... 81 A. Creaties en het internet: de praktijk.......................... 81 B. Benadering vanuit het auteursrecht.......................... 83 C. Benadering vanuit de Softwarewet........................... 86 D. Aandachtspunten en verwijzing naar rechtsleer................. 86 DE BESCHERMING VAN DE CONSUMENT BIJ OVEREENKOMSTEN VIA INTERNET......................................... 89 Reinhard Steennot Inleiding................................................... 89 I. Toepassingsgebied relevante wetgeving....................... 90
Inhoudstafel iii A. Bijzondere bescherming inzake overeenkomsten op afstand........ 90 1. Verschillende categorieën regelen....................... 90 2. De algemene regeling uit de Wet Marktpraktijken........... 91 B. Bijzondere bescherming bij diensten van de informatiemaatschappij. 95 II. Informatieverplichtingen.................................. 96 A. Wet Marktpraktijken..................................... 96 1. Informatie bij het aanbod............................. 97 2. Informatiebevestigingsplicht........................... 100 B. Wet Informatiemaatschappij............................... 104 C. Wet Consumentenkrediet................................. 106 III. Herroepingsrecht........................................ 107 A. Herroepingstermijn...................................... 107 B. Wijze waarop het herroepingsrecht moet worden uitgeoefend...... 109 C. Gevolgen van de uitoefening van het herroepingsrecht........... 109 D. In bepaalde gevallen is er geen herroepingsrecht................ 115 IV. Levering en betaling..................................... 117 A. Levering(stermijn)....................................... 117 B. Betaling............................................... 118 1. Tijdstip waarop betaling gevraagd kan worden............. 118 2. Risicoverdeling bij niet-toegestane betalingstransacties....... 118 V. Bewijslast............................................. 120 VI. Grensoverschrijdende contracten........................... 120 Besluit..................................................... 123 BEWIJS IN HET BURGERLIJK RECHT EN NIEUWE TECHNOLOGIEËN NIEUWE WIJN EN OUDE ZAKKEN?......................... 125 Benoit Samyn I. Inleiding.............................................. 125 A. Het gereglementeerd bewijssysteem.......................... 125 B. Hiërarchie tussen de bewijsmiddelen......................... 127 C. Probleemstelling........................................ 127 II. Geschrift.............................................. 128 III. Handtekening.......................................... 132 A. Inleiding.............................................. 132
iv Internet &/@ Recht B. Handgeschreven handtekening............................. 132 C. Elektronische handtekening................................ 133 1. Wettelijke grondslag................................. 134 2. Definities.......................................... 134 3. De elektronische handtekening als techniek................ 135 4. Bewijswaarde van de elektronische handtekening........... 139 D. Voorlopig besluit........................................ 139 IV. Akten................................................. 140 A. Authentieke akte........................................ 140 B. Onderhandse akte....................................... 141 V. Begin van bewijs door geschrift............................. 143 A. Definitie............................................... 143 B. Toepassingsgebied....................................... 144 C. Voorwaarden........................................... 145 1. Het bestaan van een geschrift.......................... 145 2. Uitgaande van de persoon tegen wie het geschrift wordt aangevoerd........................................ 145 3. Een geschrift dat het beweerde feit waarschijnlijk maakt...... 146 D. Voorbeelden........................................... 147 VI. Vermoedens............................................ 147 VII. Besluit................................................ 149 ONLINE KANSSPELEN WEDDEN DAT U ERMEE IN AANRAKING KOMT........................................... 151 Antoon Dierick I. Inleiding.............................................. 151 A. De online kansspelen sensu stricto......................... 151 B. en de spelen sensu lato.................................. 152 C. Toepasselijke regelgeving.................................. 153 D. Loterij, kansspel, weddenschap, behendigheidsspel.............. 153 II. Loterij................................................ 153 A. Definitie............................................... 153 B. Voorbeelden........................................... 155 C. Juridisch kader......................................... 155 D. Praktijk............................................... 158
Inhoudstafel v III. Kansspel.............................................. 158 A. Definitie............................................... 158 B. Voorbeelden........................................... 161 C. Juridisch kader......................................... 162 1. Het aanbieden van kansspelen.......................... 162 2. en het spelen van onvergunde spelen................... 165 3. Enkele bijkomende bedenkingen........................ 168 IV. Weddenschap.......................................... 170 A. Definitie............................................... 170 B. Voorbeelden........................................... 170 C. Juridisch kader......................................... 170 V. Behendigheidsspel....................................... 171 A. Definitie............................................... 171 B. Voorbeelden........................................... 172 C. Belang van de behendigheidsspelen.......................... 172 VI. Schematisch overzicht.................................... 173 VII. En wat zegt Europa...................................... 173 A. Inleiding.............................................. 173 B. Primair Verdragsrecht toegepast op de kansspelsector............ 174 C. Case study: de Belgische regeling inzake gratis loterijen en het Europees recht.......................................... 177 1. Richtlijn 2005/29 inzake oneerlijke handelspraktijken....... 177 2. De Europese regels inzake vrij verkeer.................... 180 VIII. Conclusie............................................. 181