Wie eet wie en wie eet wat?

Vergelijkbare documenten
Wie eet wie en wie eet wat?

Wie eet wie en wie eet wat?

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 5-6. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 7-8. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Tips: Opwarmopdracht. Junior. groep 7/8

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Nabespreking: Tips: Junior.

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Tips: Opwarmopdracht. Junior. groep 3/4

Lievelingseten van de ijsvogel - Voorleesverhaal

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Een nest vol ooievaars

1. Doelgroep. 2. Relatieschema. Vogels. Reiger. Eend. Knobbelzwaan. Uil Kievit. Merel. Halsbandparkiet. Duif. Kraai. Meeuw. Woonomgeving: Voedsel:

Voedselweb en voedselketen

Verschillende voedselketens

Lesbrief Dierenzoekermoorden

3 Voedselweb van het wad

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. 24, 33 & 40 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior.

Anders voeren. Les b r i e f

Anders voeren. lesbrief

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Voedselweb van strand en zee

Beestige Buren. Voorbereiding in de klas

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

Je school vogelvriendelijk! Voor vogel én mens

Vogelproject Maak een poster over één van de vogels van BdL junior!

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. 24, 33 & 40 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior.

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

13 Werkblad bij de PLUS

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Hap, slik, weg! SNELLE HAP

Beestige bundel van: 1

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

Maak je schoolplein vogelvriendelijk

Kruiswoordpuzzel Uilen van Nederland Wat weet jij over deze bijzondere dieren?

Maak een feestmaaltijd voor de dieren in het bos. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar

Snacks: mini-lesjes. Groep Wat gebeurt er in een ei? 2. Wie is pa en wie is moe? Werkvorm: kijkopdracht Groep: 1-4

Kaartenset gewervelde dieren

Bewoners van de Noordzee

Thema 2 Planten en dieren

1. Nest. Opdracht. Hallo allemaal,

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Lees je wijzer met de ijsvogel! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Over de Ooievaar. 40,41 & 33,26 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior. groep 5/6

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 1-2-3

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Klassengesprek - excursie

Lesactiviteit 2.1 Aanpassingen vogels algemeen en die van kusttrekvogels

Voedselweb van strand en zee

Uitsterven of wegwezen

Voedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lesbrief T. rex voedselweb

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Nationaal Park Hoge Kempen

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Leskist THEMA-handleiding Ontelbare kringlopen Groep 7 en 8

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Biodiversiteit in de hoogstamboomgaard

Dieren in de winter 3

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Je school vogelvriendelijk! Voor vogel én mens

Kooi. Lesaanbod

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

Groep 6 Basisles Energie

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

Je zal de spitsmuis maar zijn..

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Voedselweb en -keten vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Winterslaap. groep 5/6

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

Kaart 7 Vogels op reis

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

Camouflage is handig in het dierenrijk. Veel prooidieren vallen door hun kleur niet

NME-leerroute Vogels in het Wandelbos

inh oud 1. Inleiding 3 2. Uilen 4 3. Nest en broeden 4. De braakbal 5. Uilen in Nederland 6. Bijgeloof en verhalen 7. Filmpjes Pluskaarten

NME-leerroute Schuilen in het Wandelbos

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

Bron afbeelding: [1] Voorbeeldles Ontwerpend leren Natuur rondom de school. Groep 5 & 6 / 7 & 8. Lerarenhandleiding

Ruimteschip Aarde. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam:

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Spreekbeurt roofvogels

door dik en dun WERKBLAD 1. WIE EET WIE? Bekijk de clip Wat is een voedselweb?

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Wadden. Wat eet ik vanavond? Spelcircuit - quiz. VO onderbouw

Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel De doelstellingen...

Vogels. Duiven Eenden Ganzen

Dood doet leven! Ruimte voor grote aaseters. Auteurs: Elma Duijndam en Hettie Meertens, werkzaam bij ARK Natuurontwikkeling

Werkblad Vogels in de Gement

Licht en donker Licht

Transcriptie:

Leerkracht Wie eet wie en wie eet wat? Maak een voedselweb Inhoud in het kort In deze les krijgen de leerlingen een beeld van de relaties tussen dieren en planten. Leerlingen maken een voedselweb van één van de vogels van Beleef de Lente. Ze verzamelen informatie over het voedsel van de vogel en stellen op basis van deze informatie eerst een voedselketen op. Door middel van een werkblad leren de leerlingen vervolgens wat een voedselweb is en hoe het werkt. Voorbereiding Bedenk van tevoren hoeveel uitdaging je leerlingen nodig hebben en aankunnen. Je kunt de opdrachten makkelijker en moeilijker maken (zie Introductie). Als je de leerlingen zelf informatie wil laten zoeken, dan heb je uiteraard computers of tablets met internet nodig. Materiaal: Werkbladen Potloden Kleurpotloden Computers of tablets met internetverbinding (optie) Infoblad Beleef de Lente-vogels (optie) Lesduur: 90 minuten Leerdoelen: Kerndoelen: 4 (informatie halen uit informatieve en instructieve teksten, o.a. schema s, tabellen en digitale bronnen), 34 (samenwerken in een groep), 39 (met zorg om gaan met het milieu), 40 (functioneren van dieren in hun leefomgeving, eigenschappen verschillende diersoorten) 21ste-eeuwse vaardigheden: communiceren, samenwerken, kritisch denken, informatievaardigheden, creatief denken Vaardigheden OOL: waarnemen, verwerken & concluderen Lesdoelen: Leerlingen leren wat een voedselketen is Leerlingen leren wat een voedselweb is Leerlingen leren welke informatie een voedselweb toont Leerlingen leren dat organismen invloed op elkaar hebben 1. Van toepassing als leerlingen zelfstandig informatiebronnen raadplegen om hun voorspellingen op te baseren. 2. Van toepassing als leerlingen in groepjes met het logboek aan de slag gaan. 1

Leerkracht Verloop van de les Introductie Wij gaan doorgaans naar de winkel om ons eten te kopen. Maar hoe doen vogels dat? Wat eten zij als lunch? Wat eet een mees eigenlijk als er geen vetbol of pindasnoer in de tuin hangt? Start de les met een voorwerp dat met het onderwerp te maken heeft, bijvoorbeeld een pindasnoer, een vetbol of je eigen lunch. Vergelijk de situatie van de leerlingen met die van vogels. Wat eten zij zelf en wat denken zij dat vogels eten? Laat leerlingen als oefening een voedselketen van zichzelf of van elkaar maken. Voorbeeld: gras -> koe -> mens (let op de richting van de pijlen, zie uitleg). Leerlingen kiezen (in groepjes of individueel) een vogel van Beleef de Lente: koolmees, ooievaar, slechtvalk of steenuil en maken de opdrachten van het werkblad. Extra uitdaging Je kunt de opdracht moeilijker en makkelijker maken. Dat hangt af van de keuze van de vogel. Het voedselweb van de koolmees is het eenvoudigst; dat van de ooievaar het ingewikkeldst. Je kunt dus leerlingen die extra uitdaging nodig hebben, adviseren om de ooievaar te kiezen. Voedselketen en voedselweb Een voedselketen en een voedselweb laten allebei voedselrelaties zien. Een voedselketen is eigenlijk een reeks van organismen die elkaar opeten, bijvoorbeeld: gras -> konijn -> havik. Een voedselweb is ingewikkelder dan een voedselketen. In een voedselweb lopen verschillende voedselketens door elkaar heen (één dier kan immers verschillende dieren eten, maar zelf ook worden gegeten door verschillende dieren). Als eerste schakel in voedselketens en voedselwebben staan meestal planten. Zij halen hun energie uit zonlicht en voedsel uit de bodem. Bovenaan staan meestal dieren die andere dieren eten. Pijlen geven aan naar wie het voedsel (de energie) gaat. Als koolmezen rupsen eten, geef je dat dus zo aan: rups -> koolmees. Opdrachten De leerlingen kunnen in principe zelfstandig met het werkblad aan de gang, in groepjes of alleen. Je kunt ze het infoblad geven van hun vogel of zelf online informatie laten opzoeken (zie Bronnen). Het eindproduct is een voedselweb, waarbij ze zelf de voedselrelaties tussen hun vogel en andere dieren en planten bedenken. Het belangrijkste is dat de leerlingen begrijpen dat ook de kleinste dieren en planten een rol vervullen binnen het voedselweb en van belang zijn voor het voortbestaan van hun vogel. Aansluitende lessen: Les Tuin- en stadsvogels herkennen IntroductieIes Beleef de Lente (kennismaking met de vogels van Beleef de Lente) Les Maak je eigen logboek van een vogelnest (groep 5-6) Bronnen Beleef de Lente: de steenuil, de koolmees, de ooievaar en de slechtvalk hebben hun eigen pagina met clips en informatie. Het is handig om even klassikaal te tonen waar de informatie staat. Online vogelgids: hierin staat per vogelsoort uitgebreide informatie. Ook over voedsel. 2

Infoblad De koolmees De koolmees is een van de meest voorkomende vogels in Nederlandse tuinen. De koolmees is een kleine zangvogel. s Winters eten de koolmezen veel, zoals beukennoten. Ze zijn dan ook vaak te vinden op voedertafels, zeker wanneer pinda s en zonnebloempitten worden gevoerd. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de rupsenpiek. Dat is de periode in het voorjaar waarin de meeste rupsen uit hun ei kruipen. De slechtvalk De slechtvalk is een roofvogel. De slechtvalk houdt van grote hoogtes, omdat hij daarvandaan een goed uitzicht heeft over zijn omgeving. De slechtvalk heeft ook graag de ruimte om te vliegen omdat hij zijn prooi meestal uit de lucht vangt. De slechtvalk eet andere vogels en jaagt overdag. Denk hierbij aan duiven, spreeuwen, zeevogels en soms een vleermuis. Deze prooien vangt de slechtvalk na een snelle achtervolging of duikvlucht. De slechtvalk is het snelst van alle levende wezens op aarde. Tijdens een duikvlucht kan hij snelheden bereiken tussen de 200 en 250 km/u. De ooievaar De ooievaar is een onmiskenbare grote zwart-witte vogel met rode snavel en poten. Ooievaars komen voor in extensief beheerde (weinig onderhouden) weilanden in veenweidegebieden en natte uiterwaarden. Het voedsel van de ooievaar is gevarieerd: het bestaat uit kikkers, muizen, mollen en insecten en wordt vooral gezocht in weilanden en hooilanden. Maar ooievaars eten ook hagedissen, regenwormen, jonge vogels, aas en afval. De steenuil De steenuil behoort tot de uilenfamilie. Hij is met zijn 25 cm het kleinste uiltje dat in Nederland voorkomt. De steenuil spiedt vanaf een paaltje of tak naar zijn prooien duikt eropaf zodra hij iets ziet. Hij loopt ook wel door het lage gras op zoek naar eten. Hij jaagt zowel s nachts als overdag. De steenuil woont het liefst op een rommelig boerenerf waar veel verschillende prooien voorkomen. De steenuil eet voornamelijk wormen, (mei)kevers, rupsen, kikkers, muizen en kleine vogels. 3

Nakijkblad Nakijkblad De pijlen in de onderstaande voedselwebben geven alle mogelijke voedselrelaties aan. Leerlingen hoeven niet per se alle pijlen te plaatsen. Let op: de rode pijlen geven één mogelijke voedselketen aan in het voedselweb. Er zitten uiteraard veel meer voedselketens in een voedselweb. worm slechtvalk meeuw vis steenuil kikker spreeuw duif schelpdieren plankton muis kleine vogel Voedselweb slechtvalk Voedselweb steenuil mol spinnen worm koolmees ooievaar kikker hagedis muis kleine vogel Voedselweb koolmees Voedselweb ooievaar 4

Opdracht 1: Kijk op www.vogelbescherming.nl/beleefdelente voor filmpjes en informatie over je vogel of gebruik het infoblad van je juf of meester. Let op de snavel van je vogel. Welke vorm heeft zijn snavel? Maak er een tekening van. Waarvoor is zo n snavel vooral handig? Omcirkel: vis insecten vlees Waaraan kun je dat zien? Opdracht 2 Je gaat nu een voedselketen maken. Hier is een voorbeeld van een voedselketen: -> regenworm -> merel -> sperwer. De pijlen betekenen wordt gegeten door. Een voedselketen laat dus zien wie wie eet. Zoek op wat je vogel eet in het infoblad of in de online vogelgids van Vogelbescherming. Kies een dier dat door jouw vogel wordt gegeten. Bijvoorbeeld een regenworm, een insect of een muis. Schrijf de naam van dit dier in het vak naast de naam van je vogel. Kun je bedenken wat dit dier zelf eet? Schrijf dat dan in het vak daarnaast. Als dat ook weer een dier is, bedenk dan wat dit dier eet. In dat geval mag je er zelf een vak en een pijl bijtekenen. Naam vogel: Voedsel van de vogel: Voedsel van het voedsel: 5

Opdracht 3 Je hebt nu één voedselketen van jouw vogel gemaakt. Je hebt vast gezien dat jullie vogel verschillende dieren en andere dingen eet. Elk met een eigen voedselketen. Al die voedselketens samen vormen een voedselweb. Kijk eens naar het onderstaande voorbeeld. koolmees insecten sperwer vink In dit voedselweb zie je dat sommige dieren dezelfde dingen eten. Koolmezen, insecten en vinken eten. Je ziet vanaf de drie pijlen lopen; één naar de koolmees, een naar de insecten en één naar de vink. Al die pijlen, dat kan dus knap ingewikkeld worden! Je gaat nu zelf een voedselweb maken op je werkblad. Vraag de juf of meester om het werkblad voedselweb van jouw vogel. Kijk naar het werkblad en maak een lijstje van alle dingen die jouw vogel eet. Welke dieren en planten blijven over? En door wie worden die gegeten? Verbind nu met pijlen alle dieren en planten die elkaar eten. Eerst met potlood! Dan kan je nog gummen. Let op: Teken de pijlen van het voedsel naar het dier dat het voedsel eet. Als je dieren of planten mist, dan kun je die er zelf bij tekenen. Opdracht 4 Je hebt nu je voedselweb af. Beantwoord nu de volgende vragen: 1. Je hebt nu jouw vogel bovenaan het voedselweb staan. Maar wordt jouw vogel zelf ook door een dier opgegeten? Zo ja, zoek een plaatje van dit dier en zet het in je voedselweb. 2. Geef met een kleur in je voedselweb één voedselketen aan. Kun je er nog meer aanwijzen? 3. Kijk naar je voedselweb. Wat gebeurt er in jouw voedselweb als er, bijvoorbeeld na een heel strenge winter, veel minder insecten zijn? Welke andere dieren hebben daar uiteindelijk last van? Schrijf ze op: 6

Voedselweb koolmees (werkblad bij opdracht 3) spinnen koolmees 7

Voedselweb slechtvalk (werkblad bij opdracht 3) slechtvalk meeuw vis spreeuw duif plankton schelpdieren 8

Voedselweb ooievaar (werkblad bij opdracht 3) mol worm ooievaar kikker hagedis muis kleine vogel 9

Voedselweb steenuil (werkblad bij opdracht 3) worm steenuil kikker muis kleine vogel 10