Werkbundel Onder stoom antwoorden voor de leerkracht Stedelijke Musea Sint-Niklaas VU ANNEMIE CHARLIER, GROITE MARKT 1, 9100 SINT-NIKLAAS
Onder Stoom van landbouw naar industrie Het Waasland was een uitgesproken landbouwmaatschappij Boeren op Wase bolle akkers Geef 3 belangrijke gewassen die geteeld werden in het Waasland. 1. Graangewassen 2. Aardappelen 3. Rapen Noem 2 landbouwtechnieken die hier werden toegepast werden. 1. Teeltrotatie 2. Bolle akkers Welke ambachtelijke activiteiten vond je vroeger op kleine schaal terug in het Waasland? Geef er 5. 1. Klompenmakerij 2. Brouwerijen 3. Molens 4. Olieslagerijen 5. Zeepziederijen
Wat was in de 1 ste helft van de 18 de eeuw de belangrijkste plattelandsindustrie in het Waasland en waarom? De vlasindustrie: Deze industrie zorgt voor werk tijdens de lange wintermaanden Mannen, vrouwen en kinderen konden ingeschakeld worden voor de teelt en de bewerking van het vlas Zet de volgende bewerkingen in juiste volgorde: roten zaaien slijten hekelen zwingelen spinnen wieden repelen braken =zaaien wieden slijten repelen roten braken zwingelen hekelen spinnen Welke bevolkingsgroep zou er na verloop van tijd evolueren naar echte fabrikanten? Handelaars De stad groeit, de markt bloeit Wie en wanneer schonk Sint-Niklaas zijn grote marktplein? Margaretha van Constantinopel, 1248 Wie gaf toelating om wekelijks op donderdag een markt te organiseren en wanneer? Maximiliaan van Oostenrijk, 1513 Wat waren de belangrijkste producten die verhandeld werden op de markt? Granen en vlas Geef 2 zaken die het belang van de donderdagse markt voor de regio aantonen. 1. Ontmoetingsplaats voor bewoners van de Wase regio 2. Middelpunt van de handel in het Waasland Wat was en is de meest gekende publieke manifestatie van Sint-Niklaas die plaatsvindt op de grote markt? Ballonfeesten Sint-Niklaas en de industrialisatie En daar is de machine Voor welke industrie was Sint-Niklaas gekend? textielindustrie Verklaar waarom deze industrie zo een bloei kende in de Wase hoofdstad. Noem 3 elementen. 1. Gunstige ligging van de stad, kruispunt twee spoorlijnen Gent-Antwerpen en Mechelen-Terneuzen
2. Reserve aan arbeidskrachten (landbouwcrisis) 3. Mechanisering (stoommachine) Wanneer werd de eerste stoommachine in Sint-Niklaas geïnstalleerd? 1827 Welk bedrijf zette deze eerste industriële stap? Firma Janssens-De Decker Wat is het verschil tussen weven en breien? Weven = kruising van kettingdraden en inslagdraden op een weefgetouw Breien = met behulp van breipennen of naalden en één draad maakt men lussen die in elkaar grijpen Fabriek geeft van katoen Ook de architectuur van de fabrieksgebouwen evolueert mee. Hoe? (2 fasen) 1. De eerste fabrieken zijn werkhuizen in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de eigenaar 2. De invoering van machinale weefgetouwen leidt tot fabrieken met sheddaken Met de komst van de stoommachine midden de 19 de eeuw veranderde het werktempo. Wat bepaalde het werktempo? Vóór de industrialisatie: werktempo wordt bepaald door het ritme van de seizoenen, van zonsopgang tot zonsondergang Na de intrede van de machines: werktempo wordt bepaald door de klok Eind 19 de eeuw werd de arbeidsorganisatie veel strikter door de invoering van o.a. allerlei reglementen. Geef een artikel uit het reglement van inwendige orde van het fabriek : Niemand mag roken op het fabriek, hetzij binnen of buiten Huisvesting van de groeiende arbeidersklasse Over wevers en breiers Wat is een beluik? Via een poort of een steegje bereikt men een pleintje achter de straat gelegen, waarop zoveel mogelijk woningen worden gebouwd met minimale kosten. Het sanitair is beperkt en één waterput is de enige watervoorziening voor het hele beluik. Formuleer je eigen indruk over de levensomstandigheden van de arbeidersgezinnen bij het bekijken van het bronnenmateriaal ( foto s, teksten en grondplannen).
Burgerij en arbeiders (welstellende werkgevers en arme werknemers) Meer dan brood en spelen Welke wet werd vanaf 1795 ingevoerd en wat hield deze in? De Wet Chapelier: Corporaties, ambachten en andere beroepsverenigingen zijn verboden. Enkel verenigingen die filantropische doeleinden nastreven zijn toegelaten. Kan je uit de tekst afleiden hoe werkgevers hun rol zien tegenover de arbeiders? Leg uit. De werkgevers trachten hun arbeiders zo lang mogelijk te laten werken, bij voorkeur in ploegen. Werkgevers zien hun fabriek als privé- terrein waar zij alleen het voor het zeggen hebben. Sommigen nemen maatregelen om hun werknemers op te voeden. Liefdadigheid en goede werken Welke organisaties ontstonden om de arbeiders te ondersteunen als gevolg van deze wet? Organisaties van onderlingen bijstand, dit zijn ziekenbeurzen of mutualiteiten Welke initiatieven organiseerde de katholieke kerk met steun van de burgerlijke overheid? Zondagscholen, patronaten en werkscholen Geef twee vooraanstaande weldoeners van de armen van Sint-Niklaas: Lodewijck De Meester en Petrus Verwilghen Welke initiatieven ondernam Pastoor De Meerleer voor arbeidersgezinnen? Oprichten van apostelhuizen voor gepensioneerde arbeiders, kleuter- en lagere school, boerderij en volksbibliotheek Opkomst van arbeidersorganisaties Arbeiders verenigt u De groeiende bewustwording van de werkende klasse leidde tot de oprichting van arbeidersorganisaties. Kan je uit het bronnenmateriaal afleiden wat het verschil is tussen coöperatieven en vakverenigingen (synoniem voor vakbonden)?
Coöperatieven: vereniging van personen met het doel om voordeliger in hun behoeften te voorzien, vb. brood Vakvereniging/vakbond: vereniging die de sociale én economische belangen van arbeiders verdedigt Wanneer werd de eerste christelijke vakvereniging in Sint-Niklaas opgericht. Kan je ook de naam terugvinden? 1895, christelijke vakvereniging der wevers In welke nijverheid ontstaat de eerste socialistische vakbond in Sint-Niklaas? Socialistische vakbond der sigarenmakers Mede dankzij de invoering van het algemeen stemrecht kregen mannelijke arbeiders politiek medezeggenschap in het parlement. Allerlei wetgevende initiatieven verbeterden de situatie van de gewone werkman. Geef drie wetten ten voordele van de arbeiders. 1. 1889, reglementering van vrouwen- en kinderarbeid 2. 1905, wet op de verplichte zondagsrust 3. 1936, invoering van zes dagen betaald verlof per jaar