Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal. Versie 1.0. Vaststellingsdatum: 29 Maart 2010 Inwerkingtredingsdatum: 1 juni 2010



Vergelijkbare documenten
REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN Procesmodellen

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

GRIP-teams en kernbezetting

Crisismanagement Groningen. Basismodule

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

Bijlage: Korte beschrijving hoofd- en ondersteunende processen

Incidentbestrijdingsplan Waddenzee

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

Versie 8.2 Definitief 24 april 2013

Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal

Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens. Behorende bij het IncidentBestrijdingsplan Noordzeekanaal

GR Pop crisissituaties

Crisisorganisatie uitgelegd

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

GR Pop crisissituaties

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

1 De coördinatie van de inzet

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

5. Beschrijving per organisatie en

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Implementatieplan IBP Waddenzee

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave

Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân

INCIDENTBESTRIJDINGSPLAN IJSSELMEERGEBIED VERSIE 6.1

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

Operationele Regeling VRU

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

MELDING EN ALARMERING

Incidentbestrijdingsplan Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân

Handboekje crisisorganisatie. Versie: oktober 2010

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november de crisis samen de baas

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

Factsheet Regionaal Crisisplan Zaanstreek-Waterland Deel I

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Operationele Regeling VRU

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

Vademecum Incidentbestrijding op het Water. Vademecum Incidentbestrijding op het Water

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Regionaal Crisisplan. Rotterdam-Rijnmond

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

Regionaal crisisplan Noord-Holland Noord Vastgesteld door Algemeen Bestuur 30 juni 2011

Handboek Incidentbestrijding op het Water

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

3 Oppervlaktewater en waterkering

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Kustwacht Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Nationale Politie Rijkswaterstaat Midden Nederland Reddingsbrigade Nederland

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Regionaal Crisisplan We werken vanuit de behoefte. Zorg voor veiligheid

Regionaal Risicoprofiel. Regionaal Beleidsplan. Regionaal Crisisplan

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Regionaal Crisisplan VRMWB. Regionaal Crisisplan

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem

Deel 3. Gecoördineerde rampenbestrijding. Versie 2.0

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

Handboek Bevolkingszorg

Pastorale zorg bij rampen

Leidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren.

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011

De hier bovengenoemde publieke organisaties hierna gezamenlijk genoemd: Partijen.

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

Toelichting Rampenplan

Plan van aanpak Interregionale Capaciteitenanalyse Noordzeekanaalgebied

INCIDENTBESTRIJDINGSPLAN IJSSELMEERGEBIED

Pastorale zorg bij rampen

Multidisciplinaire operationele planvorming

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur

Incidentbestrijdingsplan Deltawateren

Waterschap en bluswatervoorziening. Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Rapport. Crisisbeheersing. Datum 29 maart Status Definitief REGIONAAL CRISISPLAN. Versie 1.0. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Maritieme Veiligheid. Op het Schelde-Rijnkanaal

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Limburg-Noord

Transcriptie:

Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal Versie 1.0 Vaststellingsdatum: 29 Maart 2010 Inwerkingtredingsdatum: 1 juni 2010

Voorwoord Voorwoord Incidentenbestrijdingsplan Noordzeekanaal Het Noordzeekanaal is de economische slagader van de regio en IJmuiden, de poort naar Amsterdam. Jaarlijks wordt gemiddeld 100 ton goederen met zeeen binnenvaartschepen in de havens van IJmuiden, Velsen-Noord, Beverwijk, Zaanstad en Amsterdam overgeslagen. Veertigduizend mensen hebben hun werk in de havens en in de industrie in het Noordzeekanaalgebied, waarvan 40% in de IJmond. Velsen profileert zich als de maritieme entree van de Metropoolregio Amsterdam. Het Noordzeekanaalgebied is de afgelopen jaren uitgegroeid tot de vierde haven in Europa. Dit beeld van een dynamisch havengebied onderstreept de urgentie om er voor te zorgen dat de veiligheid op dit water wordt gewaarborgd. Verschillende partijen zijn uit hoofde van hun bestuurlijke verantwoordelijkheid en/of operationele taak bij het thema veiligheid betrokken. Samenwerking is dan ook een randvoorwaarde en samenwerking staat of valt met het maken van goede afspraken. Onze partners zijn, naast de n Beverwijk, Zaanstad, Amsterdam en Haarlemmerliede-Spaarnwoude, met name Rijkswaterstaat, Centraal Nautisch Beheer en de Provincie Noord-Holland. Zij allen zijn betrokken bij de veiligheid op het Noordzeekanaal en hebben de afgelopen tijd intensief samengewerkt om interregionaal afspraken te maken over de incidentenbestrijding op dit kanaal. Het is met name de verdienste van de drie betrokken Politie- en Veiligheidsregio s Zaanstreek-Waterland, Amsterdam- Amstelland en Kennemerland dat nu het Incidentenbestrijdingsplan Noordzeekanaal voor u ligt. Deze inspanning heeft niet alleen bovengenoemd plan opgeleverd, maar heeft tevens als pilot gediend voor het Landelijk Project Waterrand van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met als eindproduct het landelijk handboek incidentenbestrijding op het water. Het is mij dan ook een genoegen om te constateren dat de know-how die is opgebouwd in onze regio s als voorbeeld dient voor de rest van Nederland. Ik ben er van overtuigd dat de dynamische samenwerking tussen onze partners borg staat voor verdere vooruitgang en professionalisering van de veiligheid rond en op het Noordzeekanaal. Burgemeester van Velsen F.M. Weerwind. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 2

Inhoudsopgave Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal Het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal behandelt de volgende onderwerpen. Hoofdstuk Inhoud Pag. Voorwoord 2 Inhoudsopgave 3 Documentbeheer 5 Deel A Algemeen Inleiding 1.1 Aanleiding 8 1.2 Doelstelling 8 1.3 Leeswijzer 9 1.4 Samenhang planvorming 10 1.5 Beheer en actualisatie 13 1.6 Opleiden en oefenen 16 1.7 Vaststelling en implementatie 17 Deel B Coördinatieplan Werkingsgebied 2.1 Werkingsgebied van het plan 19 2.2 Risicoanalyse van het samenhangend 21 risicodragend watersysteem Betrokken partijen 3.1 Procesbeschrijving volgens handboek 23 Voorbereiding rampenbestrijding 3.2 Processen Model 25 Randvoorwaardelijke processen (ondersteunend en besturend) 4.1 Melding & alarmering 28 4.2 Leiding & coördinatie 35 4.3 Op- en afschaling 41 4.4 Informatiemanagement 44 Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 3

Inhoudsopgave, Vervolg Hoofdstuk Inhoud Pag. Deel C Operationeel plan 5. Maatregelen per scenario 48 Leeswijzer scenariokaart 49 5.1 Scenariokaart Mens en dier in nood 50 5.2 Scenariokaart Verontreiniging (oppervlakte) water 53 en oevers 5.3 Scenariokaart Ongeval met gevaarlijke stoffen 56 5.4 Scenariokaart Brand en/of explosie 61 5.5 Scenariokaart Ordeverstoring 66 5.6 Scenariokaart Ecologisch incident 69 5.7 Scenariokaart Aanvaring en/of losgeslagen schip, 72 object of lading 5.8 Locatie/object specifieke maatregelen 75 Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 4

Documentbeheer Document Op deze pagina staat het overzicht besluitvormingslijst en versiebeheer. Documentnaam Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal Creatie datum 15 januari 2009 Auteur(s) Beheerder Beheergroep Noordzeekanaal Veiligheidsbureau Kennemerland Tabel 1: Overzicht besluitvormingslijst Besluitvormend/ adviesgever Beheergroep Noordzeekanaal Betrokken Lijnorganisaties Vergaderdatum Besproken versie Resultaat 21 januari 2010 Concept-Definitief Akkoord 22 maart 2010 Concept-Definitief Akkoord Burgemeesters 29 maart 2010 1.0 Vastgesteld Tabel 2: Overzicht versiebeheer Datum Versie Wijziging Naam verwerker 21-01-10 Conceptdefinitief 21 januari 2010 01-02-10 Conceptdefinitief 1 februari 2010 Naar aanleiding beheergroep 21-01-10 Naar aanleiding ambtelijk overleg 28-01- 10 M. Spoel M.Spoel Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 5

Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 6

Deel A: Algemeen Overzicht Inleiding Deel A van het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal bevat algemene achtergrond informatie. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Onderwerp Zie pagina Inleiding 1.1 Aanleiding 8 1.2 Doelstelling 8 1.3 Leeswijzer 9 1.4 Samenhang planvorming 10 1.5 Beheer en actualisatie 13 1.6 Opleiden en oefenen 15 1.7 Vaststelling en implementatie 17 Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 7

1.1 Aanleiding Aanleiding Bij de incidentbestrijding op het Noordzeekanaal kunnen veel partijen betrokken zijn, die niet dagelijks met elkaar samenwerken. Om die reden is het belangrijk dat vooraf vastligt wie verantwoordelijk is voor een proces en wie betrokken is bij de uitvoering. Het voorliggende Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal (IBP) beschrijft: - de operationele en bestuurlijke coördinatie voor het optreden bij incidenten op het Noordzeekanaal. - de operationele uitvoering van de hulpverlening aan de hand van scenario's. Daarmee komt het voormalige Interregionaal Coördinatieplan Noordzeekanaal (ICP NZK) te vervallen. De operationele uitvoering is gebaseerd op het Handboek Incidentbestrijding op het Water dat een resultaat is van het project Waterrand1. 1.2 Doelstelling Doelstelling Doel van dit incidentbestrijdingsplan is vast te leggen hoe de meest uiteenlopende incidenten op het Noordzeekanaal bestreden gaan worden. Voor het plan zijn de volgende kaders gehanteerd: De scope is multidisciplinair; Moet aansluiten bij de dagelijkse praktijk; Het plan is bruikbaar voor alle niveaus van opschaling; Het plan gaat in op de te nemen acties. Niet op de monodisciplinaire uitwerking daarvan; Het plan gaat in op de (interregionale) operationele en bestuurlijke coördinatie; Het plan functioneert tussen de (lijke/regionale) crisisplannen, calamiteitenplannen van de beheerders waterstaatswerken en het havenveiligheidsplan; Het plan voldoet aan de geschetste kaders in het Handboek Incidentbestrijding op het Water. 1 Project Waterrand: is een samenwerkingverband (project) tussen Ministeries BZK en V&W, en partners betrokken bij de incidentbestrijding op het water. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 8

1.3 Leeswijzer Opbouw Qua opzet is gekozen voor het goed toegankelijk presenteren van de voor de hulpverleningsdiensten vereiste operationele informatie. Het incidentbestrijdingsplan is daarom in delen opgebouwd. Deel A Het algemene deel A behandelt in hoofdstuk 1 aanleiding, doel, samenhang, beheer, opleiding, oefening en vaststelling van het incidentbestrijdingsplan. Deel B Deel B (Coördinatieplan) behandelt de algemeen geldende afspraken. Hoofdstuk 2 gaat in op de afbakening van het gebied waar dit plan voor geldt. Evenals een beschouwing over de risico s. Hoofdstuk 3 de betrokken partijen. Hoofdstuk 4 behandelt de randvoorwaardelijke processen crisismanagement, hierin ondermeer aandacht voor melding/alarmering en leiding- en coördinatiestructuur met specifieke aandacht voor de coördinatie en communicatie tussen de land- en zeeonderdelen. Dit deel vormt de basiskennis die bekend moet zijn bij alle leidinggevenden, die bij een hulpverlening op het Noordzeekanaal betrokken zijn. Deel C Deel C (Operationeel plan) behandelt per scenario de operationele uitwerking van het incidentbestrijdingsplan. Hoofdstuk 5 bevat de zeven scenario's die in aparte netwerkkaarten zijn uitgewerkt, conform de systematiek van het landelijk handboek incidentbestrijding op het Water. In de netwerkkaart zijn de maatregelen en informatiestromen benoemd, die voor dat scenario specifiek zijn. Deel Bijlagen Aan het incidentbestrijdingsplan worden dynamische bijlagen toegevoegd. Deze bijlagen maken onderdeel uit van het incidentbestrijdingsplan en worden beheert en verspreidt door de beheergroep Noordzeekanaal. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 9

1.4 Samenhang planvorming Samenhang planvorming Het Incidentbestrijdingsplan maakt onderdeel uit van een systeem van plannen binnen de rampenbestrijding en crisisbeheersing (crisisbestrijding). Hieronder wordt het huis van planvorming waar het incidentbestrijdingsplan deel van uitmaakt weergegeven: Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal (Bestuurlijke coördinatie) Crisisplan Kennemerland Onderliggende plannen Crisisplan Zaanstreek- Waterland Onderliggende plannen Crisisplan Amsterdam- Amstelland Onderliggende plannen IBP NZK (Operationele coördinatie /uitvoering) Incidentbestijdingsplan NZK (bestuurlijk en operationeel); Crisisplan (zoals bedoeld in de Wet op de Veiligheidsregio s); Onderliggende plannen: - Rampbestrijdingsplan (zoals bedoeld in de Wet op de Veiligheidsregio s); - Calamiteitenplan (zoals o.a. bedoeld in de Waterwet) - Monodisciplinaire plannen/procedures e.d. (bijvoorbeeld Aanvalsplannen) NB. De benaming van bovenstaande plannen in de veiligheidsregio s kan afwijken van elkaar. Het gaat hier om soortgelijke plannen van hetzelfde niveau maar met een andere benaming (bijvoorbeeld: Crisisbestrijdingsplan/Crisisbeheersingsplan). Ook deze plannen behoren tot het systeem van planvorming en maken dus deel uit van het bovenstaande systeem. Incidentbestrijdingsplan vs. Crisisplan Het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal behelst afspraken over (bestuurlijke) interregionale coördinatie voor het optreden bij calamiteiten op en rond het Noordzeekanaal. Dit houdt in dat voor calamiteiten op en rond het Noordzeekanaal een virtuele interregionale veiligheidsregio Noordzeekanaal is gecreëerd met behoud van de eigen regionale coördinatiestructuur binnen de drie veiligheidsregio s zoals beschreven in het regionaal Crisisplan van de veiligheidsregio. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 10

1.4 Samenhang planvorming, Vervolg Rampbestrijdingsplannen In het Noordzeekanaalgebied zijn diverse rampbestrijdingsplannen van kracht. Deze rampbestrijdingsplannen haken aan bij het Crisisplan van de desbetreffende veiligheidsregio. Rampbestrijdingsplannen van West naar Oost langs het Noordzeekanaal: Corus-site (Corus staal, DSM Agro, Linde Gas) [Kennemerland]; Beverwijkse Bazaar [Kennemerland]; Vopak Terminal [Amsterdam-Amstelland] Oiltanking [Amsterdam-Amstelland]; BP [Amsterdam-Amstelland]; Chemtura [Amsterdam-Amstelland]; Sonneborn Refined Products (in zijhaven) [Amsterdam- Amstelland]; Eurotank [Amsterdam-Amstelland]; Main (voorheen APS) [Amsterdam-Amstelland]. In en langs het Noordzeekanaal zijn de calamiteitenplannen en onderliggende calamiteitenbestrijdingsplannen van Rijkswaterstaat, Hoogheemraadschap Rijnland, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht/Waternet van kracht voor het beheer van de waterkering, waterkwantiteitsbeheer, waterkwaliteitsbeheer en objectbeheer. RBP Dijkring 13, 14 en 44 Voor overstromingsgevaar zijn RBP s Dijkring 13 (boven), 14 (onder) en 44 (het Noordzeekanaal) opgesteld. Deze afspraken zijn leidend bij een overstroming. IBP SAMIJ Het incidentenbestrijdingsplan voor het Ijsselmeer en het incidentenbestrijdingsplan Noordzeekanaal zijn op elkaar afgestemd. Calamiteiten plannen waterstaatswerken Havenveiligheidsplan Het Havenveiligheidsplan en het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal dragen samen zorg voor de veiligheid op en rond het Noordzeekanaal. Het havenveiligheidsplan beschrijft preventieve maatregelen op basis van de Havenbeveiligingswet en de daarbij behorende coördinatiestructuur. Dit sluit naadloos aan op het Crisisplan (zoals bedoeld in de Wet op de Veiligheidsregio s) waarin repressieve maatregelen en de coördinatiestructuur bij een incident worden beschreven. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 11

1.4 Samenhang planvorming, Vervolg Alertering Terrorisme dreiging Binnen het plangebied is een aantal sectoren aangesloten op het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding. Er zijn afspraken gemaakt door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding met de betreffende sector, over verschillende beveiligingsmaatregelen bij een verhoogde dreiging. De sector blijft verantwoordelijk voor de genomen maatregelen, maar de burgemeester kan op grond van openbare orde en veiligheid de verantwoordelijkheid overnemen. De volgende sectoren binnen het plangebied zijn aangesloten op het alerteringssysteem Terrorismebestrijding: sector Zeehavens (werkwijze Havenbeveiligingsplan) sector chemie (Industrie) sector waterkeringen en tunnels (RWS) sector openbaar vervoer Incidentenplan Scheepvaart Voor de afhandeling van incidenten met scheepvaart heeft het Havenbedrijf Amsterdam voor het gebied van het Centraal Nautisch Beheer (CNB) het Incidentenplan Haven Amsterdam vastgesteld. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 12

1.5 Beheer en actualisatie Beheer De regio Kennemerland heeft ten aanzien van de preparatie de bovenregionale coördinatie van de incidentbestrijding op het Noordzeekanaal. In de voorbereidingsfase betekent dit dat deze regio (met waterfunctionaris) de spil vormt van de planvorming, opleiding en oefening van de incidentbestrijding op het water van het Noordzeekanaalgebied. Het maken van goede afspraken met de (landelijke) waterpartijen is hier een belangrijk onderdeel van. Beheergroep Noordzeekanaal Voor het beheer van het Incidentbestrijdingsplan is een beheergroep Noordzeekanaal ingesteld. De voorzitter van de beheergroep Noordzeekanaal is tevens de waterfunctionaris van het Noordzeekanaalgebied. De voorzitter zorgt er voor dat de beheergroep Noordzeekanaal periodiek overlegt, ten minste viermaal per jaar. Verder zijn in de beheergroep Noordzeekanaal de volgende organisaties vertegenwoordigd: Veiligheidsbureau Kennemerland (Voorzitter); Veiligheidsbureau Zaanstreek-Waterland; Veiligheidsbureau Amsterdam-Amstelland; Brandweer Amsterdam-Amstelland; Brandweer Kennemerland; Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland; Interregionaal CCB Politie Kennemerland/Zaanstreek-Waterland; CCB Regio Politie Amsterdam-Amstelland; KLPD Dienst Waterpolitie; GHOR Zaanstreek-Waterland; GHOR Kennemerland; GHOR Amsterdam-Amstelland; Rijkswaterstaat Noord-Holland Centraal Nautisch Beheer; Zaanstad; Amsterdam; Beverwijk; Velsen; Haarlemmerliede & Spaarnwoude. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 13

1.5 Beheer en actualisatie, Vervolg Taken beheergroep Noordzeekanaal De taken van de beheergroep Noordzeekanaal zijn: bewaken van inhoud en het onderhoud van het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal; verwerken van aanpassingen naar aanleiding van oefeningen, incidenten of nieuwe inzichten, vertalen van conclusies en aanbevelingen uit oefeningen en incidenten naar concrete wijzigingen in plannen en/of procedures integrale bewaking van de plan-do-check-act cyclus voor de crisisbestrijding; voorstellen doen voor de interregionale multidisciplinaire oefenkalender (in overleg met de werkgroep OTO NZK); afstemmen en evalueren van oefeningen (in overleg met de werkgroep OTO NZK); afstemmen en evalueren van alarmering, opschaling en incidenten; het beoordelen van de onderliggende draaiboeken op inhoud, consistentie en onderlinge afstemming; bespreken en signaleren van knelpunten van aanverwante planvorming; het bespreken van (andere vraagstukken betreffende de voorbereiding op de rampenbestrijding; monitort continue de risico s en doet voorstellen om specifieke risico s te beschrijven in scenario s. vaststellen van geschilpunten tussen partijen, dit bespreken in de taskforce havenveiligheid en opschalen naar de desbetreffende verantwoordelijken. Beheer telefoonnummers en e- mailadressen De meldkamers hebben de telefoongegevens en e-mailaccounts, de wijzigingen doorgeven en controleren is een monodisciplinaire verantwoordelijkheid. Taken waterfunctionaris De waterfunctionaris heeft tot taak om in de voorbereiding de activiteiten van alle partijen, betrokken bij incidentbestrijding op en rond het samenhangende watersysteem, te organiseren. In deze netwerkfunctie is contact met de betrokken partijen van belang om de organisatie van de incidentbestrijding op te bouwen en in stand te houden. Het beheer van het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal, het Multidisciplinair Opleidings-, Trainings- en Oefenplan en de Waterrand-procedures vallen onder de verantwoordelijkheid van de waterfunctionaris. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 14

1.5 Beheer en actualisatie, Vervolg Actualisatie Het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal (IBP NZK) wordt tenminste één maal in het half jaar gecontroleerd op actualiteit en indien nodig herzien en bijgewerkt, dit wordt gedaan door de waterfunctionaris en voorgelegd aan de beheergroep Noordzeekanaal. Daarbij wordt rekening gehouden met relevante veranderingen die van invloed (kunnen) zijn op de beschreven scenario s, met veranderingen in de organisatie en taken van bij de bestrijding van incidenten betrokken diensten en organisaties, alsmede met nieuwe technische kennis en met inzichten over de bij incidenten te nemen maatregelen. Verder is actualisatie noodzakelijk van het IBP NZK indien: het maatschappelijk wenselijk is om scenario s aan te passen; wettelijke bepalingen zijn gewijzigd; bestuurlijke wijzigingen moeten worden aangebracht. Voor het stellen van vragen of het doorgeven van wijzigingsvoorstellen kan contact worden opgenomen met een vertegenwoordiger / lid van de beheergroep Noordzeekanaal. Is dit niet mogelijk dan kan men zich wenden tot de website van www.vrk.nl en contact opnemen met het Veiligheidsbureau Kennemerland. Organogram Noordzeekanaal Burgemeestersplatform Noordzeekanaal Taskforce Havenveiligheid Beheergroep Noordzeekanaal Burgemeester Platform Noordzeekanaal Samenstelling: Rijkshavenmeester (voorzitter), 5 burgemeesters van het Noordzeekanaal en leden Taskforce Havenveiligheid. Taskforce Havenveiligheid Voorbereidend overleg voor het Burgemeesters Platform Noordzeekanaal. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 15

1.6 Opleiden en oefenen Opleiden en oefenen Na implementatie van het IBP NZK zal vervolgens iedereen geoefend moeten worden en blijven in het handelen conform de afspraken in het IBP. Aangezien het Noordzeekanaal meerdere veiligheidsregio s omvat, zullen er goede afspraken gemaakt moeten worden over de opname van het IBP in regionale oefenplannen. Onder de beheergroep Noordzeekanaal hangt de interregionale werkgroep MOTO Noordzeekanaal, deze is belast met alle zaken rondom opleiden, trainen en oefenen van het IBP. De door het project Waterrand beschikbaar gestelde richtlijn multidisciplinair opleiden en oefenen dient als leidraad voor deze werkgroep. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 16

1.7 Vaststelling en implementatie Vaststelling Het plan wordt vastgesteld door de 5 burgemeesters van het Noordzeekanaalgebied en mede ondertekend door de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, de Rijkshavenmeester en de Hoofdingenieur- Directeur RWS. Alle diensthoofden van alle betrokken (hulpverlenings-)diensten hebben vooraf het plan geaccordeerd. Gemeente Amsterdam Beverwijk Haarlemmerlie de en Spaarnwoude Velsen Zaanstad Datum vaststelling Het ICP Noordzeekanaal is op 29-03-2010 vastgesteld door de Burgemeester van de Amsterdam. Het ICP Noordzeekanaal is op 29-03-2010 vastgesteld door de Burgemeester van de Beverwijk. Het ICP Noordzeekanaal is op 29-03-2010 vastgesteld door de Burgemeester van de Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het ICP Noordzeekanaal is op 29-03-2010 vastgesteld door de Burgemeester van de Velsen. Het ICP Noordzeekanaal is op 29-03-2010 vastgesteld door de Burgemeester van de Zaanstad. Het ICP Noordzeekanaal is op 29-03-2010 vastgesteld door de HID Rijkswaterstaat. Het ICP Noordzeekanaal is op 29-03-2010 vastgesteld door de Rijkshavenmeester. Implementatie Elk jaar wordt door de beheergroep Noordzeekanaal beoordeeld op welke wijze de implementatie het beste tot zijn recht komt. Doelstelling is dat elke functionaris die bij incidenten op het Noordzeekanaal betrokken kan zijn over de voor hem/haar relevante kennis en vaardigheden beschikt. Uitgangspunten voor de implementatie zijn: Uitgangspunt Sail, om de 5 jaar een interregionale operationele oefening en interregionale bestuurlijke oefening; Daar waar mogelijk interregionaal opleiden, trainen en oefenen; Oefeningen van klein naar groot; Eerst de basis regionaal daarna interregionaal; Alle betrokken organisaties zijn verantwoordelijk voor de implementatie van het IBP binnen hun eigen organisatie. Voor de actuele stand van de implementatie wordt verwezen naar de bijlage(n) met het implementatie voorstel. HID Rijkswaterstaat Rijkshavenmeester Inwerkingtreding Dit incidentenbestrijdingsplan Noordzeekanaal treedt in werking op 01-06- 2010 Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 17

Deel B. Coördinatieplan Overzicht Inleiding Deel B van het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal bevat de algemeen geldende afspraken. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Onderwerp Zie pagina Werkingsgebied 2.1 Werkingsgebied van het plan 19 2.2 Risicoanalyse van het samenhangend risicodragend 21 watersysteem Betrokken partijen 3.1 Procesbeschrijving volgens handboek Voorbereiding 23 rampenbestrijding 3.2 Processen Model 25 Randvoorwaardelijke processen (ondersteunend en besturend) 4.1 Melding & alarmering 28 4.2 Leiding & coördinatie 35 4.3 Op- en afschaling 41 4.4 Informatiemanagement 44 Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 18

2.1 Werkingsgebied van het plan Werkingsgebied Het werkingsgebied voor het Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal omvat de hoofdvaarweg tussen de pieren van IJmuiden en de Oranjesluis. Dit komt overeen met de wateren die vallen onder het werkingsgebied van het Havenveiligheidsplan. Dit gebied wordt nauwkeuriger omschreven bij de details. Indien er zich een calamiteit voordoet in de onmiddellijke nabijheid van het gebied, staat het de bestuurder vrij om tot interregionale coördinatie te besluiten. De bestuurder zal hiertoe een afstemmingsronde houden met betrokken bestuurders om op basis van de (te verwachte) effecten aan te geven waarom interregionale coördinatie nodig wordt geacht. Figuur 2.1 Samenhangend risicodragend watersysteem noordzeekanaal Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 19

2.1 Werkingsgebied van het plan, Vervolg Details De westgrens van het gebied bevindt zich tussen de uiteinden van de pieren van IJmuiden. De oostgrens loopt tot en met de Oranjesluizen en sluit daarbij aan op het werkingsgebied van het Incidentbestrijdingsplan IJsselmeergebied (Samij). De noord- en zuidgrenzen daar wordt uitgegaan van een functionele benadering. De grenzen worden gevormd door: De kruinlijn van de dijken; De wateren tot het eerste kunstwerk; De wateren in de havens van Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad; Op het Amsterdam-Rijnkanaal tot de eerste brug, de Amsterdamsebrug. Voor de waterkwantiteit betekent dit inclusief het gehele gemaal en spuisluiscomplex; Voor de infrastructuur betekent dit inclusief tunnelbak met kanteldijken, brugdeel boven het water en pijpleiding onder het water. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 20

2.2 Risicoanalyse van het samenhangend watersysteem Risicoanalyse Doel van de risicoanalyse is het bestuur inzicht te geven in de kans op grote incidenten in het gebied. Hiermee kan een inschatting worden gemaakt, hoe de voorbereiding op de bestrijding van mogelijke scenario's opgepakt kan worden in termen van planvorming en middelen. Voor het Noordzeekanaalgebied is een scan uitgevoerd voor het gebied oostelijk van de Afrikahaven en ten westen van de Afrikahaven. Hoewel beide delen hun eigen specifieke kenmerken hebben, is het goed mogelijk een totaal beeld te geven. De scan is uitgevoerd op basis van het Handboek Incidentbestrijding waterongevallen. De resultaten van de scan zijn opvraagbaar bij de beheergroep Noordzeekanaal. 100% effect 1 7 5 2 3,4 50% 6 0% 50% 100% kans figuur 2.2 Kans en effect van de zeven beschreven scenario's. 1. Mens en dier in nood 2. Verontreiniging (oppervlakte) water en oevers 3. Ongeval met gevaarlijke stoffen 4. Brand en explosie 5. Ordeverstoring 6. Ecologisch incident 7. Aanvaring en/of losgeslagen schip of lading Volgens de scan is het Noordzeekanaal een hoog risicogebied. De effecten van de scenario s worden versterkt door de aanwezige bevolkingsdichtheid (veelal dichte bewoning). Actualisatie van deze risico-analyse vindt plaats nadat een Regionaal Risicoprofiel (conform de Wet VR) in de drie veiligheidsregio s van het Noordzeekanaal is vastgesteld. Op basis van deze Regionale Risicoprofielen zal een nieuwe analyse plaats vinden over het regiogrensoverschrijdende risico. Dit leidt tot een aanpassing van deze risico-analyse en een actualisatie van dit incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 21

2.2 Risicoanalyse van het samenhangend watersysteem, Vervolg Specifieke risico's Binnen het samenhangend risicowatersysteem Noordzeekanaal zijn de volgende specifieke lokale risico's benoemd die verder in hoofdstuk 5.8 zijn uitgewerkt; 1. Scenario Brand 2. Scenario Milieu 3. Scenario BLEVE 4. Scenario Verloren Lading De beheergroep Noordzeekanaal monitort de risico s en doet voorstellen om specifieke risico s te beschrijven in scenario s. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 22

3.1 Procesbeschrijving volgens handboek Rampenbestrijding Relatieschema Het doel van dit hoofdstuk is dat helder wordt wie tijdens een incident welke rol heeft binnen de multidisciplinaire samenwerking. In de hierna gepresenteerde matrix is per proces aangegeven welke partners hierin actief zijn en, indien er meerdere zijn, wie per proces de leiding en coördinatie heeft, uitvoerend of alleen betrokken is. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 23

Relatieschema Rampbestrijdingsprocessen bij de 7 scenario's verantwoordelijke partij (V), is de verantwoordelijke partij voor dit proces ondersteunend (O), levert middelen is een vaste par partner van verantwoordelijke bij dit proces betrokken (B), levert informatie kan specifieke expe expertise leveren bij dit proces Brandweer GHOR Politie (oa. KLPD) Gemeente 1 Bestrijden van brand en gevaarlijke stoffen V O O O 2 Redden en technische hulpverlening link met proces 26 V O B O O O O O 3 Ontsmetten mens en dier V B 4 Ontsmetten vervoersmiddelen en infrastructuur V 5 Waarnemen en meten link met proces 28 V B B B O/B 6 Waarschuwen van de bevolking V O B B 7 Toegankelijk maken en opruimen V O O/B 8 Geneeskundige hulpverlening somatisch V O O O B 9 Preventieve openbare gezondheidszorg V O 10 Geneeskundige hulpverlening psychosociaal V B B 11 Ontruimen en evacueren O O V 2 V O O B 12 Afzetten en afschermen(op plaats incident) land V B O Kustwacht 13 Verkeer regelen (omgeving) link met proces 27 V O O/B 14 Handhaven openbare orde V B 15 Identificeren slachtoffers V B B B 16 Begidsen V O 17 Strafrechtelijk onderzoek V B B 18 Voorlichten en informeren B B B V B B B B B B B B B B B B B B 19 Opvang en verzorgen O O V B B 20 Uitvaartverzorging V B B 21 Registratie van slachtoffers O O V B B B B B O O 22 Voorzien in primaire levensbehoefte V 23 Registratie van schade en afhandeling V O B 24 Milieuzorg link met proces 28 en 29 O O V B O O B B O B B B 25 Nazorg V O O O O O 26 Search and Rescue link met proces 2 V O B O O O B/O O 27 Nautisch verkeersmanagement link met proces 7 en 13 O V V 3 B B B B 28 Waterkwaliteit link met proces 5 en 24 B/O V B/O B 29 Waterkwantiteit B/O V B/O KNRM Reddingsbrigade Overige sar eenheden Nautisch beheerder (CNB) RWS (Waterkwantiteit / - keren en Waterkwaliteit) Kapitein / reder Berger Omstanders (scheepvaart) GGD (arts infectieziekten) Provincie Marine (duikers en artsen) Eigenaar: vliegtuig / pijpleiding.. Hoogheemraadschap/ waterschap Minsterie: LNV 2 Ontruimen is verantwoordelijkheid politie, evacueren van de 3 Ten oosten van boei IJ11 verantwoordelijkheid RWS Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 24

3.2 Processen Model Huidige processen Vs. Nieuwe processen van het Processen Model Iedere Veiligheidsregio werkt binnen de regio met de eigen plannen en procedures, met daarin de huidig geldende processen. Het Processen Model geeft voor incidenten op het Noordzeekanaal met interregionaal karakter uniformiteit aan de processen. Het processenmodel is daarmee een hulpmiddel voor uniformiteit bij de samenwerking op interregionaal niveau. Het Processen Model komt uit het Handboek Incidentbestrijding op het Water. Het Handboek heeft gebruik gemaakt van het Referentiekader Regionaal Crisisplan (RRCP). Huidig Crisisplan Bron- en effectbestrijding: Rampbestrijdingsprocessen: 1. Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen 2. Redden en technische hulpverlening 3. Ontsmetten mens en dier 4. Ontsmetten vervoersmiddelen en infrastructuur 5. Waarnemen en meten 6. Waarschuwen van de bevolking 7. Toegankelijk maken en opruimen Handboek Incidentbestrijding op het Water Cluster Brandweerzorg: Processen: 1. Bron- en Emissiebestrijding o Brandbestrijding o Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen o Decontaminatie (kleinschalig) 2. Redding o Technische hulpverlening o Redding o Urban Search & Rescue 3. Ontsmetting o Ontsmetten mens en dier o Ontsmetten voertuigen o Ontsmetten infrastructuur Geneeskundige hulpverlening: Rampbestrijdingsprocessen: 1. Geneeskundige hulpverlening somatisch 2. Preventieve openbare gezondheidszorg 3. Geneeskundige hulpverlening psychosociaal Cluster Geneeskundige zorg: Processen: 1. Spoedeisende Medische Hulpverlening o Triëren o Behandelen o Vervoeren 2. Publieke Gezondheidzorg o Bevolkingonderzoek monitoren publieke gezondheid; gezondheidsonderzoek bij groepen; gezondheidsonderzoek individueel. o Infectieziektebestrijding: bron- en contactopsporing; beschermende maatregelen; hygiënemaatregelen; isolatie en quarantaine. 3. Psychosociale hulpverlening: o signaleren van getroffenen; o bevorderen zelfredzaamheid van getroffenen; o verwijzen van getroffenen Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 25

3.2 Processen Model, Vervolg Rechtsorde en Verkeer: Cluster Politiezorg: Rampbestrijdingsprocessen: 1. ontruimen en evacueren 2. afzetten en afschermen 3. verkeer regelen 4. handhaven openbare orde 5. identificeren slachtoffers 6. begidsen 7. strafrechtelijk onderzoek Processen: 1. Handhaving Openbare Orde o Handhaving Mobiliteit Statische verkeersgeleiding Dynamische verkeersgeleiding o Bewaking en Beveiliging Bewaken en beveiligen subjecten Bewaken en beveiligen objecten Bewaken en beveiligen diensten o Ordehandhaving Crowdmanagement en crowdcontrol Riotcontrol (Relbestrijding) o Handhaving Netwerken (soort grootschalige buurtregie) handhaven publieke netwerken handhaven maatschappelijke netwerken handhaven overige netwerken waaronder emergentgroups 2. Strafrechtelijke Handhaving Rechtsorde o Opsporing tactische opsporing 4 ; technisch forensische opsporing; Intelligence recherchemaatregelen; administratieve afhandeling o Opsporingsexpertise Verkeersongevallenanalyse Politioneel onderhandelen Specialistische forensische opsporing 5 specialistische observatie; specialistische recherchetoepassingen specialistische operaties; explosieven verkenning aanhouding en ondersteuning. o Interventie politioneel onderhandelen; specialistische observatie; specialistische recherchetoepassingen specialistische operaties; explosieven verkenning aanhouding en ondersteuning speciale interventies 6 4 Waaronder Regeling Teams Grootschalige Opsporing 5 Het Landelijk Team Forensische Opsporing in beheer bij het Korps Landelijke Politiediensten. 6 Inzet van de Dienst Speciale Interventies leidt tot de inzet van een aparte chef interventie van de DSI. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 26

3.2 Processen Model, Vervolg Bevolkingszorg Rampbestrijdingsprocessen: 1. Voorlichten en informeren 2. Verplaatsen (evacueren) 3. Opvangen en verzorgen 4. Voorzien in primaire levensbehoeften 5. Registratie van slachtoffers 6. Registratie van schade en afhandeling 7. Inzamelen besmette waren 8. Milieuzorg 9. Uitvaartverzorging 10. Nazorg / Nafase / IAC Cluster Bevolkingszorg Processen: 1. Communicatie o Persvoorlichting o Publieksvoorlichting o Verwanteninformatie o Interne voorlichting (bestuur / organisatie) 2. Publieke zorg o Verplaatsen mens en dier 7 o Opvang o Primaire levensbehoeften o Postmortale zorg 3. Omgevingszorg (indeling ministerie VROM) o Milieuhygiëne o Waterbeheer o Natuur en Landschapsbeheer o Bouw- en Ruimtebeheer Aanvulling Water- en scheepvaartzorg: Rampbestrijdingsprocessen: 1. Search and Rescue (SAR) 2. Nautisch verkeersmanagement 3. Beheer waterkwaliteit 4. Beheer waterkwantiteit en waterkeringen Aanvulling Cluster Water- en scheepvaartzorg: Processen: 1. Search and Rescue (SAR) 2. Nautisch verkeersmanagement 3. Beheer waterkwaliteit 4. Beheer waterkwantiteit en waterkeringen 7 Grootschalige evacuatie leidt tot de inzet van een Hoofd Actiecentrum Evacuatie Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 27

4.1 Melding & alarmering Melding Het aannemen van een melding van een incident en het alarmeren van de hulpverleningsdiensten is de eerste stap in het opstarten van een incidentbestrijdingsorganisatie. Meldkamers Voor het proces Melding & Alarmering zijn de vele betrokken partijen bij incidenten op het water in het volgende overzicht gevisualiseerd. Daarna volgt een overzicht van de meldkamers die in het Noordzeekanaalgebied een rol vervullen. KWC Naam Toepassingsgebied Locatie Kustwachtcentrum Noordzee en IJsselmeer Den Helder Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 28

4.1 Melding & alarmering, Vervolg VP Naam Toepassingsgebied Locatie Verkeersleidingcentrum Haven IJmuiden Noordzeekanaalgebied is als volgt omschreven 8 : a. het zeegebied met een straal van 12 zeemijlen vanuit de koppen der havenhoofden te IJmuiden en de IJ-geul en de ankerplaatsen (A, B en C) b. de Buitenhaven van IJmuiden c. het Noorder- en Zuiderbuitenkanaal, het verbindingskanaal daartussen en de buitentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden, evenals het Buitenspuikanaal d. de Noordzeesluizen te IJmuiden e. de binnentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden f. de Eerste, Tweede en Derde Rijksbinnenhaven, het Binnenkanaal en de Staalhaven, evenals het Binnenspuikanaal te IJmuiden g. Zijkanaal A naar Beverwijk en Zijkanaal G naar Zaandam tot aan de dr.j.m. den Uylbrug h. het Noordzeekanaal en het IJ, tot de Oranje sluizen en de Prins Willem-Alexander sluizen. de havenbekkens, gelegen aan de onder a tot en met h genoemde wateren IJmuiden CMIJ (coördinerend VP) Gehele IJsselmeergebied Lelystad, Houtribsluis verkeersleidingcentrum Loopt van boei 11 tot aan het Amsterdam Schellingwoude buiten-ij 8 volgens artikel 3 van de Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 29

4.1 Melding & alarmering, Vervolg GMK Naam Toepassingsgebied Locatie Meldkamer Regio Politie Amsterdam-Amstelland Amsterdam-Amstelland MKA Amsterdam e.o. Amsterdam-Amstelland & Zaanstreek-Waterland Alarmcentrale Amsterdam- Amsterdam-Amstelland Amstelland (brandweer) Meldkamer Regio Politie Zaanstreek-Waterland Zaanstreek Regionale alarmcentrale Zaanstreek-Waterland Zaanstreek-Waterland (brandweer) Meld-, Informatie- en Coördinatiecentrum Kennemerland (MICK) Kennemerland Amsterdam Amsterdam Amsterdam Zaandam Zaandam Haarlem Overige Naam Toepassingsgebied Locatie Meldkamer water en Scheepvaart Rijkswaterstaat/CNB Meldkamer Wegen en Verkeer Rijkswaterstaat Noordzeekanaal-gebied A-wegen en tunnels Ijmuiden Ijmuiden Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 30

4.1 Melding & alarmering, Vervolg C-(G)MK De meldkamer die de bronbestrijding onder zijn hoede heeft, zoekt afstemming met de andere betrokken meldkamers. De coördinerend meldkamer is de meldkamer met het brongebied. Bij het ontbreken van een gemeenschappelijke meldkamer, fungeren alle meldkamers van de (hulp)diensten als de gemeenschappelijke meldkamer conform de daarvoor geldende protocollen. Vanaf GRIP 1 is er een centraal informatiepunt voor de land- meldkamers dat het totaaloverzicht heeft over alle uitgezette acties (gevoed door alle betrokken (G)MK s). Dit centrale informatiepunt van het land voor het betreffende waterincident wordt aangeduid als C-(G)MK. De C-(G)MK communiceert met de VLC-IJmuiden en indien betrokken het KWC. Indien er meerdere VP s zijn betrokken fungeert de VLC-IJmuiden als centrale verkeerspost. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 31

4.1 Melding & alarmering, Vervolg Taken C-(G)MK De C-GMK heeft, naast zijn reguliere taken, de volgende (extra) taken: Operationele vraagbaak en afstemming voor en met de C-VP, KWC en de betrokken GMK s; Is eigenaar van het incident met de daarbij behorende acties (verbindingen); Heeft regie over het bovenregionale berichtenverkeer en koppelt de eenheden aan de juiste (landelijke) gespreksgroepen (zie Informatiemanagement); Communiceert met de betrokken GMK s en informeert het C-VP en (indien betrokken) het KWC binnen het samenhangend watersysteem. Keuze C-GMK In het Noordzeekanaalgebied is de keuze voor de C-GMK afhankelijk van de plaats van het incident: Als de incidentlocatie geheel duidelijk of met grote waarschijnlijkheid is vast te stellen, wordt de GMK waar het incident (de bron) gesitueerd is de C-GMK; Als vangnetconstructie geldt dat als de incidentlocatie (nog) niet (geheel) duidelijk is, start de GMK van Kennemerland als C-GMK (of deze wijst er een aan); Er kan voor worden gekozen om, zodra de precieze locatie van het incident alsnog bekend wordt, de tijdelijke C-GMK van Kennemerland taak over te dragen aan de GMK van de bronregio (en alle meldkamers daarover te informeren). Op voorwaarde dat: - het incident geen acute hulpverlening meer vereist; - er voldoende tijd is om liaisons te verplaatsen. Het is wel van belang dat in de praktijk bij een onduidelijke incidentlocatie alle gewaarschuwde meldkamers in actie komen maar dat daarna zo snel mogelijk de C-GMK wordt bepaald. Dit vraagt om een heldere lijn naar de GMK van de coördinerende veiligheidsregio, zodat die deze rol ook kan oppakken. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 32

4.1 Melding & alarmering, Vervolg Inleiding Voor een adequate incidentbestrijding in het Noordzeekanaalgebied is het noodzakelijk dat de betrokken partijen op de hoogte zijn van afspraken. Daartoe zijn richtlijnen opgesteld ten behoeve van: 1. het uitvraagprotocol; 2. het vaststellen van het scenario; 3. de meldingsclassificatie; 4. het alarmeringsprotocol. Deze worden hierna nader toegelicht. Uitvraag protocol Voor alle meldkamers waar een incidentmelding binnen kan komen is hetzelfde uitvraagprotocol van toepassing. Het volgende schema wordt daarvoor gebruikt: Wie Naam melder Roepletters/nummer schip Naam schip Type schip Wat Persons on board (POB s) Aantal gewonden/vermisten Lading Aard van incident Wat is waargenomen Waar Positie schip lat/long (noorderbreedte, oosterlengte) Dichtstbijzijnde boei of haven Havennummering Wanneer Wanneer heeft incident plaatsgevonden Scenario s Op basis van de melding dient een inschatting te worden gemaakt van de gewenste alarmering. Om dit proces gestructureerd plaats te laten vinden, kan de melding worden geclassificeerd naar (de meest realistische) scenario s voor het Noordzeekanaal. Waterincidenten zijn ingedeeld in 7 scenario s, te weten: Overzicht scenario s: 1. Mens en dier in nood; 2. Verontreiniging oppervlakte water; 3. Ongeval met gevaarlijke stoffen; 4. Brand en/of explosie; 5. Ordeverstoring; 6. Ecologisch incident; 7. Aanvaring en/of losgeslagen schip, object of lading. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 33

4.1 Melding & alarmering, Vervolg Melding classificaties Voor de (gemeenschappelijke) meldkamers, die werken met het uniforme systeem "GMS" (geïntegreerd meldkamer systeem) zijn de 7 meest realistische scenario's uitgewerkt in subscenario's. In bijlage 6 zijn de subscenario s onderverdeeld naar meldingsclassificaties in de 2e en 3e categorie. Alarmeringsprotocol In bijlage 6 "uitwerking inzetvoorstellen" is beschreven welke inzetvoorstellen per meldkamer aan de meldingsclassificaties verbonden zijn. Elke betrokken meldkamer (KWC, GMK, OC KLPD en VP s) volgt het alarmeringsprotocol, zoals beschreven in het Handboek Incidentbestrijding op het Water, zie bijlage 4. Naast alarmering eigen eenheden houden de meldkamers en verkeersposten elkaar op de hoogte over het verloop van het incident. In latere fasen geven ook betrokken leidinggevenden van de disciplines aan welke eenheden nog meer gealarmeerd moeten worden. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 34

4.2 Leiding & coördinatie Inleiding Het proces Leiding & Coördinatie behelst voor alle disciplines (horizontaal) en voor alle niveaus (verticaal): het in onderlinge samenhang vaststellen van de prioriteiten bij het bestrijden van het incident (de besluitvorming); het coördineren van en leiding geven aan de feitelijke bestrijding of aan de inhoudelijke rampbestrijdingsprocessen; het monitoren van resultaten; en het op basis hiervan beoordelen en bijstellen van de bestrijding. GRIP Om meerdere monodisciplinaire activiteiten, waaronder die van de waterpartijen, goed op elkaar af te stemmen, valt het totaal van alle opgestarte rampbestrijdingsprocessen ten tijde van een incident onder multidisciplinaire aansturing. De leiding en coördinatie ten tijde van het incident wordt ingericht via de landelijk vastgestelde GRIP. Coördinatie op incidentlocatie CoPI Bij incidentbestrijding op het water is al snel behoefte aan coördinatie op de plaats van het incident. Dit wordt ingevuld door een CoPI op de kant. In het CoPI zijn leidinggevenden van de hulpdiensten en eventueel adviseurs actief. Naast de standaard taken van het CoPI geldt bij waterincidenten dat: Het CoPI zich de functie van On Scene Coördinator (OSC), die de inzet van eenheden op het water coördineert, waarborgt; De inzet wordt afgestemd met andere CoPI s voor zover hiervan sprake is. Plaats CoPI Criteria voor de locatie van een CoPI zijn: een veilige plaats; goed bereikbaar vanaf het land; Indien mogelijk zicht op het incident; goede communicatiemiddelen; bij voorkeur bij aanlandingsplaats. Samenstelling CoPI Om te waarborgen dat alle bevoegdheden in het team vertegenwoordigd zijn, zal de standaardbezetting van het CoPI zijn aangevuld met een OvD-W. Dit is de OvD water en scheepvaartzorg, die op termijn verantwoordelijk is voor alle vier de waterprocessen. Tot die tijd is de OvD-B de verantwoordelijke functionaris voor SAR en wordt daarbij terzijde gestaan door OvD-CNB. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 35

4.2 Leiding & coördinatie, Vervolg On Scene Coördinator Het handboek "Incidentbestrijding op het water" gaat uit van een OSC die de acties op het water afstemt. In het Noordzeekanaalgebied zijn alle incidenten inzichtelijk vanaf de kant en wordt de functie van OSC ondergebracht in het CoPI. De procesverantwoordelijke OvD neemt de rol van OSC op zich of wijst iemand daarvoor aan. Het CoPI heeft als OSC de volgende taken: zich ter plaatse een totaalbeeld vormen van het incident en de positie van de verschillende betrokken schepen, personen etc.; het afstemmen van de inzet van de eenheden op het water; nieuw aangekomen eenheden brieven; maken van afspraken over de wijze waarop de schepen met elkaar in verbinding staan; onderhouden van de communicatie; periodiek rapporteren over de toestand op het water. Regionale Coördinatie C-ROT De regio waar het incident plaatsvindt, levert het Coördinerend Regionaal Operationeel Team ( C-ROT). Het C-ROT is verantwoordelijk voor de bovenregionale coördinatie van de incidentbestrijding op het water. Het C-ROT heeft als extra ta(a)k(en): afstemmen over de interregionale beschikbare middelen; afstemmen met het Actiecentrum Water; communiceren met de betrokken ROT s en indien betrokken het KWC. Samenstelling C-ROT Om te waarborgen dat alle bevoegdheden in het team vertegenwoordigd zijn, zal de standaardbezetting van het C-ROT zijn aangevuld met vertegenwoordigers van de natte partijen. De vertegenwoordiger van de waterpartijen staat in contact met het actiecentrum Water. Werken met Actiecentrum Water Bij waterincidenten is specifieke kennis en expertise benodigd van partijen die niet dagelijks als hulpverleningsorganisatie functioneren. Deze expertise wordt samengebracht in het Actiecentrum Water en voert in opdracht van het ROT acties uit of geeft adviezen aan het ROT. Het gaat dan bijvoorbeeld om deskundigheid met betrekking tot nautisch verkeersmanagement, waterkwaliteit, waterkwantiteit, reddingsdiensten of bergingswerkzaamheden. Het Actiecentrum Water fungeert als backoffice van de vertegenwoordiger van de waterpartijen (waaronder havenbeheerders) in het ROT. Deze vertegenwoordiger is lid van het ROT. Het calamiteitenteam zoals dat binnen de organisatie van de waterbeheerder bijeenkomt, kan in een aantal gevallen ook als zodanig dienst doen. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 36

4.2 Leiding & coördinatie, Vervolg Interregionale Coördinatie IRBT Een incident kan van begin af aan een bovenregionale uitstraling hebben. Het is echter waarschijnlijk dat een incident zich geleidelijk ontwikkelt en dat bovenregionale effecten pas later duidelijk worden. Dit betekent dat het incident primair effecten heeft voor de regio waar het incident heeft plaatsgevonden. Wanneer andere regio s (mogelijke) effecten ondervinden, vindt ook daar bestuurlijke coördinatie plaats. De (bestuurlijke en operationele) coördinatie binnen de betrokken regio s vindt plaats volgens de daar geldende afspraken en procedures (conform crisisplan). In geval van een regiogrensoverschrijdend incident in het werkingsgebied van het IBP NZK wordt opgeschaald naar het IRBT. In de (bestuurlijke) coördinatiebehoefte wordt voorzien door een Interregionaal Beleids Team (I- RBT) onder leiding van de coördinerend burgemeester Noordzeekanaal (CBM NZK). Uitgangspunten IRBT Om interregionale bestuurlijke coördinatie te faciliteren wordt een interregionaal beleidsteam (IRBT) gevormd: Interregionale bestuurlijke coördinatie is bestemd voor calamiteiten met een bovenregionale uitstraling; De interregionale bestuurlijke coördinatie vormt een aanvulling op eventuele regionale coördinatie; Ieder van de burgemeesters behoudt het wettelijk vastgelegde opperbevel voor de rampenbestrijding binnen de eigen ; De interregionale bestuurlijke coördinatie komt niet in de plaats van eventuele coördinatie op provinciaal niveau. Er zijn situaties denkbaar, zoals bij hoog water, waarbij interregionale coördinatie ontoereikend is en er op provinciaal niveau moet worden afgestemd. Evenals de bevoegdheden van de burgemeester(s) blijven ook de bevoegdheden van de Commissaris van de Koningin ongewijzigd. Samenkomen IRBT Het Interregionaal Beleids Team (IRBT) verzorgt primair de bestuurlijke coördinatie. Het IRBT bestaat primair dan ook uit de betrokken burgemeesters van de aan het Noordzeekanaal gelegen n. De coördinerend burgemeester NZK (CBM NZK) is voorzitter van het overleg. Het IRBT komt in eerste instantie bijeen middels videoconferencing. In tweede instantie kan men indien noodzakelijk of gewenst fysiek bijeenkomen. De samenstelling IRBT videoconferencing is hierna beschreven. De samenstelling IRBT fysiek bijeenkomen is daarna beschreven Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 37

4.2 Leiding & coördinatie, Vervolg Samenstelling IRBT Videoconferencing De samenstelling van het IRBT bij videoconferencing is als volgt: Betrokken burgemeesters (max 5 burgemeesters) Gespreksleider/ technisch voorzitter (1) Verslaglegger (1) HID Rijkswaterstaat (1) Rijkshavenmeester (1) De coördinerend Burgemeester NZK (CBM NZK) wordt bijgestaan door een technisch voorzitter die optreedt als gespreksleider en inhoudelijk goed op de hoogte is van de procedures en informatie vanuit de betrokken n en de (interregionale) bestuurlijke vraagstukken die voortkomen uit het incident en legt deze voor aan het IRBT. De adviseurs van de burgemeester zijn op verzoek van de burgemeester aanwezig in de ruimte of in de nabijheid daarvan. De coördinerend burgemeester NZK draagt bij de videoconferencing zorg voor de verslaglegging van de besluitvorming. De coördinerend burgemeester NZK nodigt de betrokken Rijkshavenmeester en de betrokken Hoofdingenieur-directeur (HID) van Rijkswaterstaat uit deel te nemen aan de videoconferencing als lid IRBT. Samenstelling IRBT fysiek bijeenkomen De samenstelling van het IRBT bij fysiek bijeenkomen is als volgt: Burgemeester van Amsterdam; Burgemeester(s) van Kennemerland; Burgemeester van Zaanstad; Rijkshavenmeester; Hoofdingenieur-directeur (HID) van Rijkswaterstaat. De adviseurs van de burgemeester (max. twee) zijn op verzoek van de burgemeester aanwezig in de ruimte of in de nabijheid daarvan. Er is bewust gekozen voor maximaal twee adviseurs per bestuurder, om zodoende het aantal deelnemers te beperken en een efficiënte en slagvaardige besluitvorming mogelijk te maken. De uiteindelijke samenstelling van het IRBT is echter afhankelijk van de specifieke kenmerken van het incident. Afhankelijk van het incident kan het IRBT worden uitgebreid met de betrokken: dijkgraven; adviseurs (R)BT; en/of andere betrokkenen. Uitbreiding van het IRBT vindt uitsluitend plaats na een besluit hiertoe door de CBM NZK van het IRBT op verzoek van één van de betrokken bestuurders. Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal versie 1.0 38