Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens. Behorende bij het IncidentBestrijdingsplan Noordzeekanaal

Transcriptie

1 Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens Behorende bij het IncidentBestrijdingsplan Noordzeekanaal Versienummer: 1.0 Vastgesteld: 3 juni 2013

2 Versiebeheer Datum Wijziging Reden wijziging Gewijzigd door: 11 maart maart 2013 Aanvulling op IBP NZK Wet en nieuwe afspraken Hans Peijen Tekstuele Wijzigingen 3 juni 2013 Tekstuele wijzigingen/ Vastgesteld Toevoeging Meldingsprocedure bijlage 5 Toevoegingen Taskforce Havenveiligheid Hans Peijen W. Waalkens 2

3 Inhoudsopgave Versiebeheer... 2 Inhoudsopgave Inleiding Uitgangspunten Afspraken Begrippen en afkortingenlijst Bijlage: Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal

4 1. Inleiding Doel Het Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens geeft de interregionale afspraken weer die gelden tussen de betrokken veiligheidsregio s, de betrokken gemeenten waar de burgerhavens gelegen zijn, de betrokken GGD en en het CNB met betrekking tot infectieziektebestrijding voor zover deze nautische en/of havenaspecten raakt. De werkingssfeer van het PNIH is hetzelfde als het werkingsgebied van het IBP-Noordzeekanaal. De procedure Afhandeling Meldingen Havens Noordzeekanaal wordt (los) als bijlage van dit PNIH toegevoegd. Kaders Het PNIH wordt gekaderd door de volgende wetten, besluiten en plannen: Wet Publieke Gezondheid ( Art 48 betreffende aanwijzing als B-haven, Art. 50, lid 1 betreffende melding van infectieziekten aan boord van een schip) Besluit Publieke Gezondheid (Art 13 betreffende voorschriften voor een PNIH) IBP Noordzeekanaal versie 1.0, 1 juni 2010 Procedure Afhandeling Meldingen Noordzeekanaal (Maart 2013, vastgesteld door de 3 betrokken GGD s) Draaiboek International Health Regulations (Januari 2009, vastgesteld door RIVM- Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding) Havenveiligheidsplan Amsterdam, Beverwijk, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Velsen, Zaanstad (Vastgesteld door de Minister van Ven J per 1 september 2011) Regionale crisisplannen van de 3 Veiligheidsregio s Havenverordening en Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 en bijbehorend Mandateringsbesluit

5 2. Uitgangspunten Uitgangspunten 1. CNB coördineert de nautische afhandeling van een schip en de melding van een (mogelijke) uitbraak infectieziekten tot het moment van aanleggen. CNB stelt de lokale havenautoriteit in kennis van de situatie. Daarna is de lokale havenautoriteit de contactpersoon voor de GGD en andere hulpdiensten. 2. Als bestemming van een schip (en daarmee de aanwijzing welke GGD de melding gaat behandelen) geldt de feitelijke aanlegplaats (en niet de oorspronkelijke bestemming) Indien een schip nog buitengaats is, geldt de voorgenomen haven van bestemming als aanlegplaats totdat anders blijkt. De bestemming bepaalt welke GGD en Veiligheidsregio leidend is. Afstemming hierover vindt plaats tussen CNB en de GGD waaronder de voorgenomen haven van bestemming valt. Indien de aanlegplaats of bestemming niet duidelijk is, wordt conform het IBP-Noordzeekanaal het MICK (meldkamer Kennemerland) de coördinerende meldkamer en GGD Kennemerland de betrokken GGD. 3. Alle bestaande regionale en interregionale procedures en International Health Regulations- draaiboeken op het gebied van crisisbeheersing en infectieziektebestrijding blijven gehandhaafd voor zover in dit PNIH niet anders is vastgesteld. 5

6 3. Afspraken Afspraken 1. De melding van een (mogelijke) uitbraak van infectieziekte aan boord van een schip met als bestemming een van de NZK-havens wordt gedaan conform de Procedure Afhandeling Meldingen Havens Noordzeekanaal. Centraal Nautisch Beheer (als coördinator PNIH) stelt de Radio Medische Dienst in kennis die verdere informatie bij de kapitein van het schip opvraagt. 2. De RMD stelt de betrokken GGD (bepaald door de bestemming van het schip) in kennis van de situatie aan boord. 3. Indien de situatie daartoe aanleiding geeft en de mogelijkheid aanwezig is, wordt het schip verwezen naar de haven van Rotterdam (A-haven) Dit besluit wordt genomen door de Minister van Infrastructuur en Milieu, na overleg tussen CNB, de RMD en de betrokken GGD, conform de afspraken in het Draaiboek IHR van januari De betrokken GGD is verantwoordelijk voor de overdracht van medische informatie aan de GGD Rotterdam. CNB is verantwoordelijk voor de nautische afhandeling en overdracht naar de Haven Rotterdam. 4. Indien een (mogelijke) uitbraak van infectieziekte wordt geconstateerd door een havenarts of een arts GGD, wordt deze constatering ook gemeld aan CNB. Deze brengt de betrokken GGD op de hoogte als de melding niet van de arts GGD afkomstig is. 5. De betrokken GGD handelt volgens de eigen, regionaal vastgestelde draaiboeken en procedures WPG. 6. Indien volgens de geldende criteria of afspraken de noodzaak tot opschaling bestaat, wordt dit door de directeur Publieke Gezondheid (verder te noemen DPG) van de betrokken GGD bepaald. De DPG bepaalt op welke wijze er wordt opgeschaald. De opschaling kan opschaling binnen de GGD (GROP) en/of opschaling volgens het Regionaal Crisisplan (GRIP) inhouden. 7. Bij bovenregionale opschaling volgens het RCP is vervolgens het IBP- Noordzeekanaal geldend, specifiek de MSK Infectieziektebestrijding. 8. CNB kan, indien nodig, bij opschaling volgens het RCP vertegenwoordigd zijn in CoPI, OT en BT in de rol van coördinator PNIH. 9. Bij opschaling volgens GROP wordt de lokale havenautoriteit en/of CNB als adviserende partij uitgenodigd. 10. Informatievoorziening aan passagiers, bemanningsleden en hulpverleners die betrokken zijn bij het incident geschiedt door de lokale havenautoriteiten in overleg met de betrokken GGD en het eventuele aanwezige CoPI. Externe communicatie vindt plaats volgens de afgesproken communicatielijnen, afhankelijk van opschaling. 11. Indien het nodig is de aanlegplaats van het schip tijdens de looptijd van het incident te veranderen, gebeurt dit in overleg met de GGD van de beoogde bestemming, CNB, lokale havenautoriteiten en de betrokken GGD. De formele bevoegdheid tot verhalen van het schip ligt bij het college van Burgemeesters & Wethouders van de feitelijke aanlegplaats. Bij GRIP 3 is de burgemeester bevoegd, bij GRIP 4 valt de bevoegdheid onder de voorzitter van de veiligheidsregio. 6

7 4. Begrippen en afkortingenlijst CNB GGD GRIP GROP WPG IBP RCP RMD Lokale Havenautoriteit Procedure Afhandeling Meldingen Havens Noordzeekanaal MSK Centraal Nautisch Beheer Geneeskundige en Gezondheidsdienst Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GGD Rampenopvangplan Wet Publieke Gezondheid Incidentbestrijdingsplan Noordzeekanaal Regionaal Crisisplan Radio Medische Dienst De beheerder van de kades en haveninstallaties van de feitelijke aanlegplaats van het schip. Hierin staan de afspraken tussen CNB, Radio Medische Dienst en de drie GGD en over de gang van zaken bij een melding infectieziekte door de kapitein of loods van een schip met bestemming Noordzeekanaalgebied. Multi Scenario Kaart: Hierop staan de belangrijkste aandachtspunten en afwijkingen van een specifiek scenario ten opzichte van het reguliere crisisbestrijdingsplan vermeld 7

8 5. Bijlage: Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal Versie 1.4 van maart 2013 wordt los bijgevoegd. 8