inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

Vergelijkbare documenten
1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inh oud Mars 1. Ons zonnestelsel 2. De rode planeet 3. Mars en de aarde 4. Leven op Mars? 5. Mars en fantasie 6. Een kijkje op Mars 7.

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een planeet 3. Soorten planeten 4. Het ontstaan van planeten 5. De planeten 1.Mercurius 2. Venus 3. De Aarde 4.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

inhoud Deze buurt is niet meer wat het geweest is,

1. De zon 3 2. De plaats van de zon 4 3. De geboorte van de zon 5 4. Kernfusie 6 5. Zonnevlekken 7 6. Zonnevlammen 8 7. De kracht van de zon 9 8.

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

Naam: Janette de Graaf. Groep: 7. Datum:Februari Het heelal.

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Werkstuk Nederlands De Ruimte werkstuk

inh oud Huid en haar 1. De huid in lagen 2. Nieuwe huid 3. De huid in kleurtjes 4. Voelen met je huid 5. Zweet 6. Haartjes en kippenvel 7.

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

De ruimte. Thema. Inhoud

Het museum museum mu

inhoud IK ZEI JE TOCH BOB: EET NIET TEVEEL BRUINE BONEN.

In houd 1. Inleiding 2. De luchthaven 3. De vertrekhal 4. De douane 5. De wachtkamer 6. De bagage 7. Eten en drinken 8. De brandstof 9.

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

Inleiding. Ik heb hiervoor gekozen omdat ik het heel interessant vind en ik had een onderwerp nodig.

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

4 Het heelal 6. De zon. De aarde. Jupiter. De maan. Ons zonnestelsel. Mars. Mercurius Venus

Mercurius Op bijna 58 miljoen kilometer afstand van de Zon staat Mercurius. Met de Zon vergeleken is het maar een kruimeltje. Hij staat op 57 miljoen

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

Thema 5 Aarde in het heelal

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

Planeten. Zweven in vaste banen om een ster heen. In ons zonnestelsel zweven acht planeten rond de zon. Maar wat maakt een planeet nou een planeet?

inh oud Bevers 1. Kenmerken van de bever 2. De beverburcht 3. Voedsel 4. Bevers in Nederland 5. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

Ik doe mijn spreekbeurt over de ruimte omdat ik het een interessant onderwerp vind en ik er graag meer over wilde weten.

Griezelboek. groep 3 en 4

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Brunelleschi. De Dom van Florence

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Determineren van gesteente

Transcriptie:

De maan

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 5 4. De maan en de maanden 6 5. Kijken naar de maan 7 6. Landing op de maan 8 7. Het weer op de maan 9 8. Het maanlanschap 10 9. Eb en vloed 11 10. De maan in verhalen 12 11. Maanweetjes 13 12. Filmpjes 14 Pluskaarten 15 Bronnen en foto s 17 Colofon en voorwaarden 18

1. nleiding De maan is een bijzonder hemellichaam. Vanaf de aarde kun je de maan langzaam zien groeien. In dit boek lees je meer over de maan. Je krijgt antwoord op de volgende vragen: Wat is een maan? Hoe is de maan ontstaan? Wat hebben onze maanden met de maan te maken? Waarom zien we vanaf de aarde de maan maar van één kant? Wanneer landden de eerste mensen op de maan? Hoe is het weer op de maan? Hoe ziet het landschap er op de maan uit? Wat hebben eb en vloed met de maan te maken?

2. Wat is een maan? De maan De maan draait rond onze planeet de aarde (1). In ons heelal is het niet de enige maan. Er zijn ook andere planeten waar één of meerdere manen omheen draaien Rond de planeet Mars draaien twee manen (2). En de planeet Jupiter heeft maar liefst 63 manen. maan 1 Wanneer noem je iets een maan? Je noemt een maan ook wel een hemellichaam. Als een hemellichaam in een baan rond een planeet draait, noem je het een maan. Een maan wordt ook wel een natuurlijke satelliet genoemd, want, rond onze aarde draaien ook door mensen gemaakte kunst-manen of satellieten (3). Zo n maan blijft in een baan rond een planeet draaien door de zwaartekracht van de aarde. De zwaartekracht is een sterke kracht die hemellichamen en planeten in een groep bij elkaar houdt. 2 aarde 3

3.Het ontstaan van de maan Hoe is de maan ontstaan? Over die vraag hebben veel geleerden nagedacht. Geleerden denken dat dat zo gegaan is: 1 1 Ongeveer 4 ½ miljard jaar geleden naderde de planeet Theia de planeet aarde. Theia had ongeveer de grootte van de planeet Mars. 2 2 De botsing die volgt, is enorm en veroorzaakt een verschrikkelijke hitte. De brokstukken van beide planeten vliegen rond in de ruimte. 3 3 De aarde veranderde door de klap van een rechte in een schuine stand. De brokstukken vlogen rond in een baan rond de aarde. 4 De brokstukken klonteren in de ruimte samen tot de maan die we nu kennen. 4

4. De maan en de maanden Maand In precies 29 dagen, 12 uren, 44 minuten en bijna 2,8 seconden draait de maan in een baan rond de aarde. Die tijd hebben we een maand genoemd. Door de onnauwkeurige tijdmeting van vroeger hebben we nog steeds maanden van 30 dagen, 31 dagen en één maand van 28 of 29 dagen aan overgehouden. Verlicht en onverlicht Tijdens zo n ronde in een maand zie je de maan heel langzaam veranderen. De maan blijft op zich hetzelfde, maar het deel dat verlicht wordt, verandert. We kunnen de maan goed zien, omdat de maan verlicht wordt door de zon. De maan werkt als een spiegel. Soms verlicht de zon een groot deel, soms een klein deel van de maan. De maan groeit volgens een vast patroon: 1 2 3 4 1. De nieuwe maan. Dit is het begin. De maan is nog onverlicht. 2. De wassende maan. Wassen betekent toenemen (groeien). 3. Het eerste kwartier. De maan heeft een kwart van haar baan rond de aarde afgelegd. Zij is voor de helft verlicht. 4. De volle maan. De maan is op de helft van haar baan. 5. De krimpende maan. Het verlichte deel neemt nu juist af. 6. Het laatste kwartier. Dit is het laatste kwart van haar reis. 7. Een nieuwe maan. Na ruim 29 dagen is de maan weer onverlicht. 5 6 7

5. Kijken naar de maan Voorkant Mensen hebben al heel lang de maan vanaf de aarde bekeken en bestudeerd. Als je de maan vanaf de aarde bekijkt, zie je altijd dezelfde kant van de maan. Dus de achterkant van de maan kan niet bekeken worden vanaf de aarde. maan Even snel De maan draait om de aarde heen, maar de maan draait zelf ook om haar eigen as. De aarde draait ook om haar eigen as, net zo snel als de maan (1). Op die manier kijk je altijd tegen dezelfde kant aan. Dat veranderde allemaal zo n 50 jaar geleden toen de mens de ruimte ging verkennen met raketten. Vanaf dat moment kon zowel de voorkant (2) als de achterkant (3) van dit hemellichaam bekeken worden. 2 aarde 1 3

6. Landing op de maan Maanreis In 1969 bereiken de Amerikanen voor het eerst de maan. Ze landden met een maanlander op het maanoppervlak (1). Zo zette de eerste mens, Neil Armstrong (2) 2 zijn stappen op de maan. Daarna zouden nog vele maanreizen volgen. Onderzoek Er werd onderzoek gedaan naar de maan. Er werden stenen (3), stukken rots en maanstof meegenomen. Vanaf dat moment kwam de mens steeds meer te weten over de maan. 1 3 Ook heeft men de maan beter in kaart kunnen brengen (4). Men liet ook allerlei apparaten achter waarmee warmte, magnetisme en bevingen werden gemeten. Ook kon men voor het eerst vanaf de maan naar de aarde kijken (5). 4 5

7. Het weer op de maan Gaslaag Rond onze aarde zit een laag van gassen. Die gassen zorgen voor ons weer. Ze zorgen voor wolken, wind, regen en sneeuw. Die gaslaag noem je ook wel de atmosfeer (1) In de atmosfeer zit ook zuurstof. Dat hebben mensen en dieren nodig om te ademen. Geen weer Rond de maan vind je geen atmosfeer. Daardoor is er op de maan ook geen weer. Er valt op de maan geen regen of sneeuw en ook waait het er niet. De vlag wappert niet, er zit bovenin een stok, zodat hij niet slap hangt (2). De voetstappen van de astronauten blijven op die manier nog eeuwen bewaard. Temperatuur De temperatuur op de maan kan heel erg wisselen. In de middag wordt het heel erg heet. Het kan er wel meer dan 100 graden Celsius worden. Bij die temperatuur gaat water koken. In de nacht kan het wel 175 graden vriezen. Dat is vreselijk koud. Je begrijpt dat astronauten daarom een speciale uitrusting droegen met zuurstof om te kunnen overleven op de maan. 1 aarde 2

Kraters Op de maan vind je veel kraters (1). Het zijn grote of kleinere gaten die de vorm hebben van een kom. Die kraters zijn heel lang geleden ontstaan. Stenen vielen met een grote snelheid vanuit de ruimte boven op de maan. Zo n steen noem je ook wel een meteoriet (2). Kraters vind je niet alleen op de maan. Je kunt ze vinden op alle planeten, ook op de aarde. Vulkanen Op de maan zijn vroeger ook vulkanen uitgebarsten. Uit de maan kwam vloeibaar gesteente of lava uit de bodem. Dat lava liep soms in de kraters. Dat werden donkere plekken op de maan (3). Heel vroeger dacht men dat die donkere plekken zeeën waren op de maan. Later dacht men juist dat de maan kurkdroog was. In 2009 ontdekte men water op de maan. In het stof van de maan ontdekte men resten ijs. Maar echt water is er nooit gevonden. 8. Het maanlandschap 1 2 3

9. Eb en vloed Hoog en laag water De maan staat ver weg van onze aarde. Misschien denk je dat de maneschijn het enige is wat we van de maan krijgen. Als je wel eens aan de kust bent geweest, heb je gezien dat het water hoog of laag kan staan. Laag water noem je eb (A)) en hoog water wordt vloed (B) genoemd. De maan, de zon en het draaien van de aarde zorgen voor eb en vloed. Het werkt zo: ochtend avond A eb middag nacht B 1 De maan (2) werkt als een soort magneet. Ze oefent een kracht uit op de aarde. Je noemt het zwaartekracht. Die zwaartekracht trekt al het water op aarde naar één plek. Op die plek ontstaat vloed. Hetzelfde verhaal geldt voor de zon (3). Die trekt ook aan de aarde, 2 vloed eb vloed De aarde draait langzaam rond. Daardoor trekken zon en maan steeds aan een ander stuk van het water op aarde. Waar geen zwaartekracnt is, ontstaat eb. In een etmaal (24 uur) is het twee keer vloed en twee keer eb (1). 3

10. De maan in verhalen Volle maan Er zijn mensen die geloven dat er bij volle maan vreemde dingen gebeuren. Sommige mensen denken dat er bij volle maan bijvoorbeeld meer ongelukken gebeuren. Ze denken ook dat mensen en dieren minder rustig zijn bij volle maan. De weerwolf Daar komt misschien ook het verhaal van de weerwolf vandaan. De weerwolf is een mens die bij volle maan langzaam verandert in een wolf. Tijdens die nacht moet hij een mens of dier doden om weer mens te kunnen worden. Heksen Ook geloofde men dat heksen rond volle maan het meeste toverkracht hadden. Dus rond volle maan was het oppassen geblazen voor heksen. Veel heksen kwamen bij volle maan samen in het bos. Maanziek Men dacht vroeger dat mensen bij volle maan opeens gek konden worden. Men zei dan dat iemand maanziek geworden was.

11. Maanweetjes De maan is kleiner dan de arde. De maan past vier keer in de aarde. De afstand tussen de aarde en de maan is ruim 384.000 kilometer. Die reis duurt met een auto 130 dagen en dan rijd je dag en nacht door. Met een raket duurt de reis maar 13 uur. De aarde en de maan zijn ongeveer even oud. Ze zijn beiden ongeveer vier en een half miljard jaar oud. Als je op aarde 30 kilo weegt, weeg je op de maan opeens maar 5 kilo. Op de maan wordt alles 6 keer lichter. Daarom lijken maanwandelaars een beetje op kangoeroes Een ruimtepak van een astronaut weegt maar liefst 80 kilogram. Op de maan gelukkig maar ruim 13 kilo. Het komt wel eens voor dat er een maand is zonder volle maan. Dat gebeurt wel eens in februari. Dan hebben maart of april opeens twee volle manen. Nog 13 uur Nog 2 maanden 72 kilogram 12 kilogram

12. Filmpjes Het Klokhuis: Maan Bekijk het filmpje Eb en vloed Bekijk het filmpje

Bronnen http://nl.wikipedia.org/wiki/maan http://en.wikipedia.org/wiki/moon http://www.woodlands-junior.kent.sch.uk/time/moon/facts.htm http://kids.niehs.nih.gov/lunar/home.htm

Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.